Handboek Annuleren

Tekens opmaken

  1. InDesign Handboek
  2. Kennismaken met InDesign
    1. Inleiding tot InDesign
      1. Nieuw in InDesign
      2. Systeemvereisten
      3. Algemene vragen
      4. Creative Cloud Libraries gebruiken
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Uw werkruimte aanpassen in InDesign
      3. Gereedschapsset
      4. Voorkeuren instellen
      5. Werkruimte voor aanraken
      6. Standaardsneltoetsen
      7. Document herstellen en ongedaan maken
  3. Documenten maken en indelen
    1. Documenten en pagina's
      1. Documenten maken
      2. Werken met stramienpagina's
      3. Werken met documentpagina's
      4. Paginagrootte, marges en afloopgebied instellen
      5. Werken met bestanden en sjablonen
      6. Boekbestanden maken
      7. Standaardpaginanummering toevoegen
      8. Pagina's, hoofdstukken en secties nummeren
      9. QuarkXPress- en PageMaker-documenten omzetten
      10. Inhoud delen
      11. Een standaardworkflow met bestandsbeheer
      12. Documenten opslaan
    2. Rasters
      1. Rasters
      2. Rasters opmaken
    3. Hulpmiddelen voor de lay-out
      1. Linialen
      2. Objecten uitlijnen en verdelen met linialen
      3. Objecten meten met de meetlat
  4. Inhoud toevoegen
    1. Tekst
      1. Tekst toevoegen aan kaders
      2. Tekst met verbindingen
      3. Zuidoost-Aziatische schriften
      4. Functies voor Arabisch en Hebreeuws in InDesign
      5. Tekst op een pad maken
      6. Opsommingstekens en nummering
      7. Glyphs en speciale tekens
      8. Tekstcompositie
      9. Tekstvariabelen
      10. QR-codes genereren
      11. Tekst bewerken
      12. Tekst uitlijnen
      13. Tekst rond objecten laten lopen
      14. Verankerde objecten
      15. Gekoppelde inhoud
      16. Alinea's opmaken
      17. Tekens opmaken
    2. Typografie
      1. Lettertypen gebruiken in InDesign
      2. Tekst- en letterspatiëring
    3. Tekst opmaken
      1. Tekst opmaken
      2. Automatische stijl toepassen op tekst
      3. Werken met stijlpakketten
      4. Tabs en inspringingen
    4. Tekst controleren
      1. Wijzigingen bijhouden en beoordelen
      2. Redactionele notities toevoegen in InDesign
      3. PDF-opmerkingen importeren
    5. Spellingcontrole en taalwoordenboeken
      1. Spellingcontrole, autocorrectie en dynamische spelling
      2. Woordenboeken en woorden maken, toevoegen en beheren
      3. Woordenboekvoorkeuren wijzigen
      4. Duden-woordenboek
    6. Referenties toevoegen
      1. Een inhoudsopgave maken
      2. Voetnoten
      3. Een index maken
      4. Eindnoten
      5. Bijschriften
    7. Stijlen
      1. Alinea- en tekenstijlen
      2. Stijlen toewijzen, exporteren en beheren
      3. Objectstijlen
      4. Initialen en geneste stijlen
      5. Werken met stijlen
      6. Regelafstand
    8. Tabellen
      1. Tabellen opmaken
      2. Tabellen maken
      3. Tabel- en celstijlen
      4. Tabellen selecteren en bewerken
      5. Lijnen en vullingen van tabellen
    9. Interactiviteit
      1. Hyperlinks
      2. Dynamische PDF-documenten
      3. Bladwijzers
      4. Knoppen
      5. Formulieren
      6. Animatie
      7. Kruisverwijzingen
      8. Structuur geven aan PDF-bestanden
      9. Paginaovergangen
      10. Films en geluiden
    10. Afbeeldingen
      1. Paden en vormen
      2. Tekenen met het potlood
      3. Tekenen met de pen
      4. Lijninstellingen toepassen 
      5. Samengestelde paden en vormen
      6. Paden bewerken
      7. Uitknippaden
      8. De vormgeving van hoeken wijzigen
      9. Kaders en objecten
      10. Objecten uitlijnen en verdelen
      11. Gekoppelde en ingesloten afbeeldingen
      12. AEM Assets integreren
    11. Kleur en transparantie
      1. Kleur toepassen
      2. Kleuren uit geïmporteerde afbeeldingen gebruiken
      3. Werken met stalen
      4. Inkt mengen
      5. Tinten
      6. Steun- en proceskleuren
      7. Kleuren laten overvloeien
      8. Verlopen
      9. Transparante illustraties afvlakken
      10. Transparantie-effecten toevoegen
  5. Zoeken en vervangen
    1. Tekst zoeken en vervangen
    2. Lettertypen zoeken en vervangen
    3. Glyphs zoeken en vervangen
    4. Zoeken en vervangen met behulp van GREP-expressies en -query's
    5. Objecten zoeken en vervangen
    6. Kleuren zoeken en vervangen
    7. Zoekopties om te zoeken en te vervangen
  6. Delen
    1. Werken met InDesign-clouddocumenten (Beta)
    2. Veelgestelde vragen over InDesign-clouddocumenten (Beta)
    3. Delen en samenwerken        
    4. Ter beoordeling delen
    5. Een gedeeld InDesign-document beoordelen
    6. Feedback beheren 
  7. Publiceren
    1. Plaatsen, exporteren en publiceren
      1. Publish Online
      2. Publish Online-dashboard
      3. Afbeeldingen kopiëren en invoegen
      4. Inhoud exporteren voor EPUB
      5. Adobe PDF-opties
      6. Inhoud exporteren naar HTML
      7. Exporteren naar Adobe PDF
      8. Exporteren naar JPEG-indeling
      9. Exporteren naar HTML
      10. Overzicht van DPS en AEM Mobile
      11. Ondersteunde bestandsindelingen
    2. Afdrukken
      1. Boekjes afdrukken
      2. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      3. Documenten afdrukken
      4. Inkten, scheiding en rasterfrequentie
      5. Overdrukken
      6. PostScript- en EPS-bestanden maken
      7. Preflight van bestanden uitvoeren voordat ze worden verzonden
      8. Miniaturen en grote documenten afdrukken
      9. PDF-bestanden voorbereiden voor serviceproviders
      10. Afdrukken van scheidingen voorbereiden
  8. InDesign uitbreiden
    1. Automatisering
      1. Gegevenssamenvoeging
      2. Plug-ins
      3. Capture-extensie in Adobe InDesign
      4. Scripting
  9. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen
    2. Crashes bij starten
    3. Probleem met alleen-lezen van map Voorkeuren
    4. Problemen met bestanden oplossen
    5. Kan niet exporteren naar PDF
    6. InDesign-documenten herstellen

Een verschuiving van de basislijn toepassen

Met een verschuiving van de basislijn verplaatst u een geselecteerd teken omhoog of omlaag ten opzichte van de basislijn van omringende tekst. Deze optie is vooral nuttig bij het handmatig instellen van breuken of het aanpassen van de positie van inline-afbeeldingen.

Waarden voor Verschuiving basislijn toegepast op tekst

  1. Selecteer tekst.
  2. Typ in het regelpaneel of het deelvenster Teken een numerieke waarde voor Verschuiving basislijn . Met een positieve waarde wordt de basislijn van het teken verhoogd ten opzichte van de basislijn van de rest van de regel. Met een negatieve waarde wordt de basislijn verlaagd.
Opmerking:

Als u de waarde wilt verhogen of verlagen, klikt u in het vak Verschuiving basislijn en drukt u op Pijl-omhoog of Pijl-omlaag. Als u de waarde in grotere stappen wilt wijzigen, houdt u Shift ingedrukt als u op een van de pijltoetsen drukt.

Als u de standaardtoename voor de verschuiving van de basislijn wilt wijzigen, geeft u een waarde op voor Verschuiving basislijn in het gedeelte Eenheden en toenamen van het dialoogvenster Voorkeuren.

Superscript of subscript toepassen in een niet-OpenType-lettertype

  1. Selecteer tekst.
  2. Kies Superscript of Subscript in het menu van het deelvenster Teken of in het regelpaneel.

Als u Superscript of Subscript kiest, wordt een vooraf gedefinieerde waarde voor de basislijnverschuiving toegepast en wordt de geselecteerde tekst voorzien van een vooraf gedefinieerde grootte.

De toegepaste waarden zijn percentages van de huidige waarden voor tekengrootte en regelafstand, gebaseerd op de instellingen in het venster voor tekstvoorkeuren. Deze waarden staan bij de selectie van de tekst niet in de vakken Verschuiving basislijn of Tekengrootte van het deelvenster Teken.

Opmerking:

U kunt de standaardgrootte en ‑positie van tekens in superscript en subscript aanpassen met de voorkeursinstellingen voor Geavanceerde tekst.

Een onderstreping of doorhaling toepassen

De standaarddikte van een onderstreping of doorhaling hangt af van de grootte van de tekst.

In Custom Underlines in InDesign vindt u een videozelfstudie van Jeff Witchel over onderstreping.

Een onderstreping of doorhaling toepassen

  1. Selecteer tekst.
  2. Kies Onderstrepen of Doorhalen in het menu van het deelvenster Teken of in het regelpaneel.

Opties voor onderstrepen of doorhalen wijzigen

Het maken van een aangepaste onderstreping is vooral handig wanneer u een gelijkmatige onderstreping onder tekst van verschillende grootten of speciale effecten, zoals achtergrondmarkering, wilt maken.

Voor en na het aanpassen van onderstrepen

  1. Kies Opties voor onderstrepen of Opties voor doorhalen in het menu van het regelpaneel of van het deelvenster Teken.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit en klik op OK:
    • Selecteer Onderstrepen geactiveerd of Doorhalen geactiveerd om de actieve tekst te onderstrepen of door te halen.

    • Kies of typ bij Dikte een waarde om de dikte van de lijn voor onderstrepen of doorhalen te bepalen.

    • Selecteer het type onderstreping of doorhaling bij de optie Type.

    • Bepaal bij Verschuiving de verticale positie van de regel. De verschuiving wordt vanaf de basislijn gemeten. Bij een negatieve waarde wordt de onderstreping boven de basislijn en de doorhaling onder de basislijn geplaatst.

    • Selecteer Lijn overdrukken als de lijn bij het afdrukken geen onderliggende inkten mag bedekken.

    • Kies een kleur en tint. Als u een andere lijn dan een ononderbroken lijn opgeeft, wijzigt u de ruimte tussen streepjes, punten of lijnen door een kleur of tint voor de tussenruimte te kiezen.

    • Selecteer Lijn overdrukken of Tussenruimte overdrukken als de onderstreping of doorhaling over een andere kleur wordt afgedrukt en u fouten door een verkeerde registratie van het afdrukken wilt voorkomen.

Opmerking:

De opties voor onderstrepen of doorhalen in een alinea- of tekenstijl kunt u wijzigen in het gedeelte Opties voor onderstrepen of Opties voor doorhalen van het dialoogvenster dat verschijnt wanneer u de stijl maakt of bewerkt.

Ligaturen toepassen op letterparen

Het is mogelijk automatisch ligaturen in te voegen. Dit zijn typografische vervangingen van bepaalde letterparen, zoals "fi" en "fl", mits beschikbaar in het desbetreffende lettertype. De tekens die na selectie van de optie Ligaturen worden gebruikt, zien eruit als ligaturen en worden ook als zodanig afgedrukt. U kunt ze echter gewoon bewerken en ze veroorzaken geen onterechte markering tijdens spellingcontroles.

Afzonderlijke tekens (boven) en ligaturen (onder)

Als u met OpenType-lettertypen werkt en Ligaturen in het menu van het deelvenster Teken of van het regelpaneel kiest, worden overeenkomstig het ontwerp standaardligaturen gegenereerd die in het lettertype zijn gedefinieerd. Bepaalde lettertypen bevatten echter barokke, optionele ligaturen, die u kunt genereren door de opdracht Handmatige ligaturen te kiezen.

  1. Selecteer tekst.
  2. Kies Ligaturen in het pop-upmenu. U kunt ook het menu van het deelvenster Teken of het menu van het regelpaneel gebruiken om Ligaturen te kiezen.

De kleur, het verloop of de lijn van tekst wijzigen

U kunt kleuren, verlopen en lijnen toepassen op tekens en doorgaan met het bewerken van de tekst. Maak gebruik van het deelvenster Stalen en het deelvenster Lijn om kleuren, verlopen en lijnen toe te passen op tekst, of wijzig de instellingen voor Tekenkleur als u een stijl maakt of bewerkt.

Stalen

A. Staal heeft gevolgen voor lijn of vulling B. Staal heeft gevolgen voor container of tekst C. Tint (percentage) 

  1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u kleurwijzigingen wilt toepassen op tekst in een kader, gebruikt u de tool Tekst  om tekst te selecteren.

    • Als u kleurwijzigingen wilt toepassen op alle tekst in een kader, gebruikt u het gereedschap Selecteren  om het kader te selecteren. Als u kleur toepast op tekst in plaats van op de container, moet u het pictogram Opmaak heeft gevolgen voor de tekst  in de gereedschapsset of in het deelvenster Stalen selecteren.

  2. Geef in de gereedschapsset of in het deelvenster Stalen aan of u de kleurwijziging wilt toepassen op de vulling of de lijn. Als u Lijn selecteert, heeft de kleurwijziging alleen gevolgen voor de contouren van tekens.
  3. Ga als volgt te werk:
    • Klik op een kleur of een verloopstaal in het deelvenster Stalen.

    • Geef een gewicht of andere lijnopties op in het deelvenster Lijn. (Zie Opties in het deelvenster Lijn.)

U kunt ook een verloop op tekst toepassen door het effect door de geselecteerde tekst te slepen met het gereedschap Verloopstaal  of het gereedschap Verloopdoezelaar .

Opmerking:

Als u omgekeerde tekst wilt maken, kunt u de vulkleur van de tekst wijzigen in wit of [Papier] en de vulkleur van het kader in een donkere kleur. U kunt ook omgekeerde tekst maken door een alinearegel achter de tekst te gebruiken. Als de alinea zwart is, moet u de tekst wit maken.

Transparantie-effecten toevoegen aan tekst

Gebruik het deelvenster Effecten om transparantie-effecten zoals slagschaduwen aan tekst toe te voegen.

In InDesign Eye Candy, Part I geeft Mike Rankin voorbeelden van transparantie-effecten.

  1. Gebruik de tool Selecteren  om het tekstkader te selecteren.
  2. Kies Object > Effecten > [effect].
  3. Kies Tekst in het menu Instellingen voor.

    Kies Object als u de effecten niet alleen wilt toepassen op de tekst in het kader, maar ook op de lijn en vulling van het tekstkader.

  4. Geef de opties op voor de effectkenmerken en klik op OK.

    Als u de overvloeimodus of de instellingen voor dekking wilt aanpassen, gebruikt u het deelvenster Effecten.

Een taal aan tekst toewijzen

Wijs een taal toe aan tekst om te bepalen welk woordenboek voor spelling en woordafbreking wordt gebruikt. Bij het toewijzen van een taal blijft de tekst in het document ongewijzigd.

  1. Ga als volgt te werk:
    • Als u de taal alleen wilt toepassen op een tekstselectie, selecteert u de tekst.

    • Als u het standaardwoordenboek in InDesign wilt wijzigen, kiest u de taal zonder dat er een document is geopend.

    • Als u het standaardwoordenboek voor een bepaald document wilt wijzigen, opent u het document, kiest u Bewerken > Alles deselecteren en kiest u de gewenste taal.

  2. Kies het gewenste woordenboek in het menu Taal in het deelvenster Teken.

Zowel voor spelling als woordafbreking worden Proximity-woordenboeken (en voor sommige talen Winsoft-woordenboeken) gebruikt. Met deze woordenboeken kunt u zelfs voor één tekstteken een andere taal opgeven. Elk woordenboek bevat honderdduizenden woorden met standaardafbreking per lettergreep. Het wijzigen van de standaardtaal heeft geen gevolgen voor bestaande tekstkaders of documenten.

U kunt woordenboeken aanpassen om er zeker van te zijn dat alle woorden die u regelmatig gebruikt, worden herkend en correct worden verwerkt.

Invloed van woordenboeken op het afbreken van woorden

A. 'Glockenspiel' in het Engels B. 'Glockenspiel' in het Duits (oude spelling) C. 'Glockenspiel' in het Duits (nieuwe spelling) 

Het hoofdlettergebruik van tekst wijzigen

Met de opdrachten Kapitalen of Kleinkapitalen verandert het uiterlijk van de tekst, maar niet de tekst zelf. Met de opdracht Hoofd-/kleine letter wordt het hoofdlettergebruik van de geselecteerde tekst echter wel gewijzigd. Dit is een belangrijk onderscheid wanneer u tekst wilt zoeken of wanneer u een spellingcontrole wilt uitvoeren. Stel bijvoorbeeld dat u “spinnen” typt in uw document en dat u Kapitalen toepast. Als u nu met Zoeken/wijzigen zoekt naar “SPINNEN” (en onderscheid maakt tussen hoofd-/kleine letters), wordt het woord “spinnen” waarop u de optie Kapitalen hebt toegepast, niet gevonden. Als u het resultaat van zoekacties en de spellingcontrole wilt verbeteren, kunt u beter de opdracht Hoofdletter/kleine letter gebruiken in plaats van Kapitalen.

In Small Caps vs OpenType All Small Caps vindt u een artikel van Anne-Marie Concepcion over kleinkapitalen.

Tekst wijzigen naar Kapitalen of Kleinkapitalen

InDesign kan automatisch het hoofdlettergebruik in geselecteerde tekst wijzigen. Als u tekst opmaakt in kleinkapitalen, worden automatisch de kleinkapitalen van het betrokken lettertype gebruikt, mits deze beschikbaar zijn. Is dat niet het geval, dan worden de kleinkapitalen nagemaakt met kleinere versies van de gewone hoofdletters. U stelt de grootte van kleinkapitalen in het venster voor tekstvoorkeuren in.

Vóór (boven) en na (onder) het instellen van BC en AD in kleinkapitalen met het oog op klassieke getallen en omringende tekst

Als u Kapitalen of Kleinkapitalen met een OpenType-lettertype selecteert, oogt de tekst eleganter. Als u een OpenType-lettertype gebruikt, kunt u ook Alles in kleinkapitaal selecteren in het regelpaneel of in het menu van het deelvenster Teken. (Zie Kenmerken voor OpenType-lettertypen toepassen.)

  1. Selecteer tekst.
  2. Kies Kapitalen of Kleinkapitalen in het menu van het deelvenster Teken of in het regelpaneel. Als de tekst oorspronkelijk in kapitalen is getypt, wordt door de selectie van Kleinkapitalen niets gewijzigd.

De grootte van kleinkapitalen opgeven

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Geavanceerde tekst (Windows) of InDesign > Voorkeuren > Geavanceerde tekst (Mac OS).
  2. Typ voor de kleinkapitalen een percentage van de oorspronkelijke tekengrootte. Klik op OK.

Hoofdlettergebruik wijzigen

  1. Selecteer tekst.
  2. Kies een van de volgende opties in het submenu Tekst > Hoofd-/kleine letter:
    • Kies Kleine letters als u alle tekens als kleine letters wilt weergeven.

    • Kies Alles Beginhoofdletter als u de eerste letter van elk woord in hoofdletters wilt weergeven.

    • Kies Hoofdletters als u alle tekens als hoofdletters wilt weergeven.

    • Kies Als in een zin als u de eerste letter van elke zin met een hoofdletter wilt weergeven.

Opmerking:

Bij de opdracht Als in een zin wordt ervan uitgegaan dat de punt (.), het uitroepteken (!) en het vraagteken (?) het einde van de zin aangeven. Wanneer u de opdracht Als in een zin toepast, kunnen er onverwachte wijzigingen in het hoofdlettergebruik optreden als deze tekens op een andere manier worden gebruikt, zoals in afkortingen, bestandsnamen of internet-URL's. Bovendien kunnen eigennamen in kleine letters in plaats van in hoofdletters worden geschreven.

Tekst schalen

U kunt de proportie tussen de hoogte en breedte van tekst opgeven ten opzichte van de oorspronkelijke hoogte en breedte van de tekens. Niet-geschaalde tekens hebben de waarde 100%. Sommige tekenfamilies beschikken over een zuiver verbreed lettertype, dat is ontworpen met een grotere horizontale spreiding dan de onbewerkte lettertypestijl. Schalen leidt tot vervorming van tekst. Zo mogelijk kunt u beter een lettertype gebruiken dat versmald of verbreed is ontworpen.

Lettertypen horizontaal schalen

A. Niet-geschaalde tekst B. Niet-geschaalde tekst in een versmald lettertype C. Geschaalde tekst in een versmald lettertype 

Verticale of horizontale schaling aanpassen

  1. Selecteer de tekst die u wilt schalen.
  2. Typ in het regelpaneel of het deelvenster Teken een numerieke waarde om het percentage te wijzigen voor Verticaal schalen  of Horizontaal schalen  .

Tekst schalen door het formaat van het tekstkader te wijzigen in InDesign

  1. Ga als volgt te werk:
    • Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en sleep met het gereedschap Selecteren een hoek van het tekstkader om het kader groter of kleiner te maken.

    • Wijzig het kader met behulp van het gereedschap Schalen .

      (Zie Objecten schalen.)

De vormgeving van geschaalde tekstwaarden bepalen

Wanneer u de schaal van een kader wijzigt, wordt de tekst in het kader eveneens geschaald. Als u bijvoorbeeld het tekstkader twee keer zo groot maakt, wordt de tekst ook twee keer zo groot: 20-punts tekst wordt dus 40-punts tekst.

In Making a Magnifying Glass Text Frame in InDesign vindt u een artikel van David Blatner over geschaalde tekstkaders.

Met de voorkeursinstellingen kunt u bepalen hoe de geschaalde tekst in de deelvensters moet worden weergegeven:

  • Als u de optie Toepassen op inhoud selecteert, wordt de nieuwe tekengrootte (bijvoorbeeld 40 pt) standaard weergegeven in de desbetreffende vakken in het regelpaneel en in het deelvenster Teken. Als u de optie Schaalpercentage aanpassen selecteert, wordt in de vakken Tekengrootte zowel de originele grootte als de geschaalde grootte weergegeven, bijvoorbeeld “20 pt (40)”.

  • De schaalwaarden in het deelvenster Transformeren geven het horizontale en verticale schalingspercentage van het frame aan. Als u de optie Toepassen op inhoud selecteert, worden schaalwaarden standaard weergegeven als 100% nadat een tekst is geschaald. Als u de optie Schaalpercentage aanpassen selecteert, komen de schaalwaarden overeen met het geschaalde kader. Als het tekstkader bijvoorbeeld twee keer zo groot is geworden, wordt 200% weergegeven.

Het bijhouden van schaalwijzigingen aan kaders is nuttig als u een tekstkader moet herstellen en de tekst in het kader de oorspronkelijke grootte moet geven. Het is bovendien handig om na te kunnen gaan hoeveel groter of kleiner een tekstkader is geworden. Als u de schaalwijzigingen van tekstkaders en van de tekst in deze kaders wilt bijhouden, gaat u als volgt te werk:

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of InDesign > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS).

  2. Selecteer Schaalpercentage aanpassen en klik op OK.

Belangrijk:

  • De voorkeursinstelling Schaalpercentage aanpassen is van toepassing op kaders die na activering van de instelling worden geschaald, en niet op bestaande kaders.

  • De voorkeursinstelling Schaalpercentage aanpassen is gekoppeld aan de tekst. De geschaalde tekengrootte blijft tussen haakjes staan, zelfs als u de voorkeursinstelling Schaalpercentage aanpassen uitschakelt en de schaal van het kader nogmaals wijzigt.

  • Als u de geschaalde tekengrootte wilt verwijderen uit het deelvenster Transformeren, kiest u Schalen opnieuw instellen op 100% in het deelvenster Transformeren. Als u deze optie kiest, verandert de vormgeving van het geschaalde kader niet.

  • Als u de tekst bewerkt of een kader binnen een reeks verbonden tekstkaders schaalt wanneer de voorkeursinstelling Schaalpercentage aanpassen is ingeschakeld, wordt de tekst geschaald, zelfs wanneer de tekst naar een ander kader wordt verplaatst. Als Toepassen op inhoud echter is ingeschakeld, wordt alle tekst die in een ander kader doorloopt als gevolg van een bewerking, niet meer geschaald.

Tekst schuintrekken

  1. Selecteer tekst.
  2. Typ een numerieke waarde voor Schuintrekken  in het deelvenster Teken. Met een positieve waarde trekt u tekst schuin naar rechts en met een negatieve waarde naar links.

Als u een hoek toepast op tekst, genereert u echter geen zuiver cursieve tekens.

Adobe-logo

Aanmelden bij je account