Handboek Annuleren

Opsommingstekens en nummering

  1. InDesign Handboek
  2. Kennismaken met InDesign
    1. Inleiding tot InDesign
      1. Nieuw in InDesign
      2. Systeemvereisten
      3. Algemene vragen
      4. Creative Cloud Libraries gebruiken
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Contextuele taakbalk
      3. Uw werkruimte aanpassen in InDesign
      4. Gereedschapsset
      5. Voorkeuren instellen
      6. Het deelvenster Eigenschappen
      7. Werkruimte voor aanraken
      8. Standaardsneltoetsen
      9. Bewerkingen ongedaan maken en het deelvenster Geschiedenis beheren
      10. Document herstellen en ongedaan maken
    3. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
      1. Tekst naar afbeelding
      2. Generatief uitbreiden
      3. Effect genereren in InDesign (Beta)
      4. Veelgestelde vragen over generatieve AI
  3. Documenten maken en indelen
    1. Documenten en pagina's
      1. Documenten maken
      2. Werken met stramienpagina's
      3. Werken met documentpagina's
      4. Paginagrootte, marges en afloopgebied instellen
      5. Werken met bestanden en sjablonen
      6. PDF's converteren naar InDesign-bestanden in InDesign (Beta)
      7. Boekbestanden maken
      8. Standaardpaginanummering toevoegen
      9. Pagina's, hoofdstukken en secties nummeren
      10. QuarkXPress- en PageMaker-documenten omzetten
      11. Inhoud delen
      12. Een standaardworkflow met bestandsbeheer
      13. Documenten opslaan
    2. Rasters
      1. Rasters
      2. Rasters opmaken
    3. Hulpmiddelen voor de lay-out
      1. Linialen
      2. Objecten uitlijnen en verdelen met linialen
      3. Objecten meten met de meetlat
  4. Inhoud toevoegen
    1. Tekst
      1. Tekst toevoegen aan kaders
      2. Tekst met verbindingen
      3. Zuidoost-Aziatische schriften
      4. Functies voor Arabisch en Hebreeuws in InDesign
      5. Tekst op een pad maken
      6. Opsommingstekens en nummering
      7. MathML invoegen om wiskundige expressies te maken
      8. Glyphs en speciale tekens
      9. Tekstcompositie
      10. Tekstvariabelen
      11. QR-codes genereren
      12. Tekst bewerken
      13. Tekst uitlijnen
      14. Tekst rond objecten laten lopen
      15. Verankerde objecten
      16. Gekoppelde inhoud
      17. Alinea's opmaken
      18. Tekens opmaken
    2. Typografie
      1. Lettertypen gebruiken in InDesign
      2. Tekst- en letterspatiëring
      3. Tekst schalen en schuintrekken
      4. Kleureffecten toepassen op tekst
    3. Tekst opmaken
      1. Tekst opmaken
      2. Automatische stijl toepassen op tekst
      3. Werken met stijlpakketten
      4. Tabs en inspringingen
    4. Tekst controleren
      1. Wijzigingen bijhouden en beoordelen
      2. Redactionele notities toevoegen in InDesign
      3. PDF-opmerkingen importeren
    5. Spellingcontrole en taalwoordenboeken
      1. Spellingcontrole, autocorrectie en dynamische spelling
      2. Woordenboeken en woorden maken, toevoegen en beheren
      3. Woordenboekvoorkeuren wijzigen
      4. Duden-woordenboek
    6. Referenties toevoegen
      1. Een inhoudsopgave maken
      2. Voetnoten
      3. Een index maken
      4. Eindnoten
      5. Bijschriften
    7. Stijlen
      1. Alinea- en tekenstijlen
      2. Stijlen toewijzen, exporteren en beheren
      3. Objectstijlen
      4. Initialen en geneste stijlen
      5. Werken met stijlen
      6. Regelafstand
    8. Tabellen
      1. Tabellen opmaken
      2. Tabellen maken
      3. Tabel- en celstijlen
      4. Tabellen selecteren en bewerken
      5. Lijnen en vullingen van tabellen
    9. Interactiviteit
      1. Hyperlinks
      2. Dynamische PDF-documenten
      3. Bladwijzers
      4. Knoppen
      5. Formulieren
      6. Animatie
      7. Kruisverwijzingen
      8. Structuur geven aan PDF-bestanden
      9. Paginaovergangen
      10. Films en geluiden
    10. Afbeeldingen
      1. Paden en vormen
      2. Tekenen met het potlood
      3. Tekenen met de pen
      4. Lijninstellingen toepassen 
      5. Samengestelde paden en vormen
      6. Paden bewerken
      7. Uitknippaden
      8. De vormgeving van hoeken wijzigen
      9. Kaders en objecten
      10. Objecten uitlijnen en verdelen
      11. Gekoppelde en ingesloten afbeeldingen
      12. AEM Assets integreren
    11. Kleur en transparantie
      1. Kleur toepassen
      2. Kleuren uit geïmporteerde afbeeldingen gebruiken
      3. Werken met stalen
      4. Inkt mengen
      5. Tinten
      6. Steun- en proceskleuren
      7. Kleuren laten overvloeien
      8. Verlopen
      9. Transparante illustraties afvlakken
      10. Transparantie-effecten toevoegen
  5. Zoeken en vervangen
    1. Tekst zoeken en vervangen
    2. Lettertypen zoeken en vervangen
    3. Glyphs zoeken en vervangen
    4. Zoeken en vervangen met behulp van GREP-expressies en -query's
    5. Objecten zoeken en vervangen
    6. Kleuren zoeken en vervangen
    7. Zoekopties om te zoeken en te vervangen
  6. Delen
    1. Clouddocumenten opslaan en openen
    2. Clouddocumenten organiseren, beheren en delen
    3. Versies in clouddocumenten bekijken en beheren
    4. Veelgestelde vragen over InDesign-clouddocumenten
    5. InCopy op het web (Beta)
    6. Delen en samenwerken        
    7. Ter beoordeling delen
    8. Een gedeeld InDesign-document beoordelen
    9. Feedback beheren
    10. Uitnodigen om te bewerken
  7. Exporteren, importeren en publiceren
    1. Plaatsen, exporteren en publiceren
      1. Publish Online
      2. Publish Online-dashboard
      3. Afbeeldingen kopiëren en invoegen
      4. Exporteren naar Adobe Express
      5. Inhoud exporteren voor EPUB
      6. Adobe PDF-opties
      7. Exporteren naar HTML5
      8. Content exporteren naar HTML (verouderd)
      9. Exporteren naar Adobe PDF
      10. Exporteren naar JPEG-indeling
      11. SVG-bestanden importeren
      12. Overzicht van DPS en AEM Mobile
      13. Ondersteunde bestandsindelingen
      14. Gebruikersinstellingen exporteren en importeren
    2. Afdrukken
      1. Boekjes afdrukken
      2. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      3. Documenten afdrukken
      4. Inkten, scheiding en rasterfrequentie
      5. Overdrukken
      6. PostScript- en EPS-bestanden maken
      7. Preflight van bestanden uitvoeren voordat ze worden verzonden
      8. Miniaturen en grote documenten afdrukken
      9. PDF-bestanden voorbereiden voor serviceproviders
      10. Afdrukken van scheidingen voorbereiden
  8. InDesign uitbreiden
    1. Automatisering
      1. Gegevenssamenvoeging
      2. Plug-ins
      3. Capture-extensie in Adobe InDesign
      4. Scripting
  9. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen
    3. Crashes bij starten
    4. Probleem met alleen-lezen van map Voorkeuren
    5. Problemen met bestanden oplossen
    6. Kan InDesign-bestand niet exporteren naar PDF
    7. InDesign-documenten herstellen

Een lijst met opsommingstekens of nummers maken

In lijsten met opsommingstekens begint elke alinea met een opsommingsteken. In genummerde lijsten begint elke alinea met een uitdrukking, bestaande uit een nummer of letter en een scheidingsteken, zoals een punt of haakje. De nummers in een genummerde lijst worden automatisch bijgewerkt als u alinea's uit de lijst verwijdert of eraan toevoegt. U kunt de volgende kenmerken wijzigen: het type opsommingsteken of de nummerstijl, het scheidingsteken, lettertypekenmerken en tekenstijlen en het soort en de grootte van de inspringing.

U kunt het tekstgereedschap niet gebruiken om de opsommingstekens of nummers in een lijst te selecteren. In plaats daarvan bewerkt u de opmaak en de inspringing via het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering of het deelvenster Alinea. Als de opsommingstekens of nummers deel uitmaken van een stijl, kunt u ook het gedeelte Opsommingstekens en nummering van het dialoogvenster Alineastijlen gebruiken.

Lijsten met opsommingstekens en nummers

U kunt snel een lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst maken door de lijst te typen, deze te selecteren en vervolgens te klikken op de knop Lijst met opsommingstekens of Genummerde lijst in het regelpaneel. Met deze knoppen kunt u lijsten in- of uitschakelen en schakelen tussen opsommingstekens en nummers. U kunt de opsommingstekens en de nummering ook deel laten uitmaken van een alineastijl en lijsten samenstellen door stijlen toe te wijzen aan alinea's.

Opmerking:

Automatisch gegenereerde opsommingstekens en nummertekens worden niet daadwerkelijk in de tekst geplaatst. Daarom kunt u deze niet vinden met een tekstzoekopdracht of selecteren met het tekstgereedschap, tenzij u de tekens omzet naar tekst. Bovendien zijn opsommingstekens en nummering niet zichtbaar in het venster van de artikeleditor (behalve in de alineastijlkolom).

  1. Selecteer de alinea's die deel moeten uitmaken van de lijst of klik om de invoegpositie te plaatsen op de plek waar de lijst moet beginnen.
  2. Ga als volgt te werk:
    • Klik op de knop Lijst met opsommingstekens  of de knop Genummerde lijst  in het regelpaneel (in de modus Alinea). Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op een knop om het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering weer te geven.

    • Kies Opsommingstekens en nummering in het deelvenster Alinea of in het regelpaneel. Kies Opsommingstekens of Nummers bij Lijsttype. Geef de gewenste instellingen op en klik op OK.

    • Pas een alineastijl toe die opsommingstekens of nummering bevat.

  3. Als u de lijst wilt vervolgen in de volgende alinea, verplaatst u de invoegpositie naar het einde van de lijst en drukt u op Enter of Return.
  4. U beëindigt de lijst (of het lijstsegment als u de lijst verderop in het artikel wilt vervolgen) door nogmaals te klikken op de knop Lijst met opsommingstekens of Genummerde lijst in het regelpaneel of door Opsommingstekens en nummering te kiezen in het menu van het deelvenster Alinea.

Een lijst met opsommingstekens of nummers opmaken

  1. Selecteer de alinea's met opsommingstekens of nummering die u opnieuw wilt opmaken met het tekstgereedschap .
  2. Open het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering op een van de volgende manieren:
    • Kies Opsommingstekens en nummering in het menu van het regelpaneel (in de modus Alinea) of in het menu van het deelvenster Alinea.

    • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de knop Lijst met opsommingstekens  of de knop Genummerde lijst .

  3. Voer in het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering een of meer van de volgende stappen uit:
    • Wijzig het opsommingsteken.

    • Wijzig de opties voor de genummerde lijst.

    • Kies een stijl voor de nummers of opsommingstekens in de lijst Tekenstijl.

  4. Wijzig de positie van het opsommingsteken of nummer met de volgende opties:

    Uitlijning

    Hiermee kunt u de opsommingstekens en de nummers links of rechts uitlijnen of centreren in de horizontale ruimte die is toegewezen aan de nummers. (Bij weinig ruimte is het verschil tussen de drie opties te verwaarlozen.)

    Links inspringen

    Hiermee kunt u aangeven hoe ver de regels na de eerste regel worden ingesprongen.

    Eerste regel inspringen

    Hiermee bepaalt u waar het opsommingsteken of het nummer wordt geplaatst.

    Voer een hogere waarde in voor Eerste regel inspringen als u de interpunctie in lange lijsten wilt uitlijnen. Als u bijvoorbeeld wilt dat '9.' en '10.' op de punt worden uitgelijnd, wijzigt u de instelling Uitlijning in Rechts en verhoogt u geleidelijk de waarde voor Eerste regel inspringen tot de nummers naar wens zijn uitgelijnd (zorg dat Voorvertoning is ingeschakeld).

    Als u een hangende inspringing wilt maken, geeft u een positieve waarde op voor Links inspringen (bijvoorbeeld 2p0) en geeft u dezelfde negatieve waarde op voor Eerste regel inspringen (bijvoorbeeld -2p0).

    Instellingen voor Positie

    Opmerking:

    De instellingen voor Links inspringen, Eerste regel inspringen en Tabpositie in het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering zijn alineakenmerken. Als u deze instellingen wijzigt in het deelvenster Alinea, wordt de opmaak van de lijsten met opsommingstekens en nummering ook aangepast.

    Tabpositie

    Hiermee activeert u de tabpositie, zodat er ruimte ontstaat tussen het opsommingsteken of nummer enerzijds en de lijstonderdelen anderzijds.

Standaard nemen de opsommingstekens en nummers bepaalde onderdelen van de tekstopmaak over van het eerste teken in de alinea waaraan ze zijn gekoppeld. Als het eerste teken in een alinea verschilt van de eerste tekens in andere alinea's, kan het voorkomen dat het nummer of het opsommingsteken er anders uitziet dan de andere lijstonderdelen. Als u deze opmaak niet wilt toepassen, kunt u een aparte tekenstijl maken voor nummers of opsommingstekens en deze stijl op de lijst toepassen via het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering.

Het cursieve eerste woord van stap 3 zorgt ervoor dat de nummering ook cursief wordt, tenzij u een tekenstijl voor nummers maakt en toepast op de lijst.

Opsommingstekens wijzigen

Als u de bestaande opsommingstekens niet wilt gebruiken, kunt u andere opsommingstekens toevoegen aan het raster Opsommingsteken. Een opsommingsteken dat beschikbaar is voor een bepaald lettertype, is niet altijd beschikbaar in een ander lettertype. U kunt kiezen of het lettertype wordt onthouden voor elk opsommingsteken dat u toevoegt.

Als u een opsommingsteken wilt gebruiken dat deel uitmaak van een bepaald lettertype (zoals het wijzende handje in Dingbats), moet u niet vergeten in te stellen dat het opsommingsteken dat lettertype onthoudt. Als u een standaardopsommingsteken gebruikt, kunt u het lettertype beter niet onthouden, omdat de meeste lettertypen over een eigen versie van het opsommingsteken beschikken. Afhankelijk van het feit of u de optie Lettertype bij opsommingsteken onthouden hebt geselecteerd, kan een opsommingsteken dat u toevoegt, verwijzen naar een Unicode-waarde en een specifieke lettertypefamilie en ‑stijl of alleen naar een Unicode-waarde.

Opmerking:

Opsommingstekens die alleen verwijzen naar de Unicode-waarde (zonder een onthouden lettertype), worden aangeduid met een rode 'u'.

Het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering

A. Opsommingsteken zonder onthouden lettertype B. Opsommingsteken met onthouden lettertype 

Het opsommingsteken wijzigen

  1. Selecteer Opsommingstekens en nummering in het menu van het regelpaneel of in het menu van het deelvenster Alinea.
  2. In het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering selecteert u Opsommingstekens in het menu Lijsttype.
  3. Selecteer een ander opsommingsteken en klik op OK.

Een opsommingsteken toevoegen

  1. Selecteer Opsommingstekens in het menu Lijsttype van het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering en klik op Toevoegen.

  2. Selecteer de glyph die u als opsommingsteken wilt gebruiken. (De verschillende lettertypefamilies en ‑stijlen bevatten verschillende glyphs.)
  3. Selecteer Lettertype bij opsommingsteken onthouden als u wilt dat het nieuwe opsommingsteken het op dat moment gekozen lettertype en de stijl onthoudt.
  4. Klik op Toevoegen.
Opmerking:

De lijst met opsommingstekens wordt opgeslagen in het document, net als alinea- en tekenstijlen. Als u alineastijlen uit een ander document plakt of laadt, kunnen alle opsommingstekens die in die stijlen worden gebruikt, worden weergegeven in het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering, samen met de andere opsommingstekens die zijn gedefinieerd voor het huidige document.

Een opsommingsteken verwijderen

  1. In het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering selecteert u Opsommingstekens in het menu Lijsttype.
  2. Selecteer het opsommingsteken dat u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. (Het eerste vooraf ingestelde opsommingsteken kan niet worden verwijderd.)

Opties voor genummerde lijsten wijzigen

De nummers in een genummerde lijst worden automatisch bijgewerkt als u alinea's uit de lijst verwijdert of eraan toevoegt. Alinea's die onderdeel vormen van dezelfde lijst, worden doorlopend genummerd. Deze alinea's hoeven niet opeenvolgend te zijn, zolang u maar een lijst hebt gedefinieerd voor de alinea's.

U kunt ook een lijst met meerdere niveaus maken waarin de lijstonderdelen genummerd zijn in een overzichtsvorm en verschillende inspringingsniveaus hebben.

  1. Open het dialoogvenster Opsommingstekens en nummering.
  2. Selecteer het soort nummering dat u wilt gebruiken in het menu Opmaak onder Nummeringsstijl.
  3. In het vak Nummer gebruikt u de standaardpunt (.) of de standaardtab (^t) of maakt u een eigen numerieke uitdrukking. Als u een numerieke uitdrukking wilt invoeren, verwijdert u de punt na het metateken voor nummers (^#) en voert u een van de volgende stappen uit:
    • Typ een teken (bijvoorbeeld een haakje sluiten) of meerdere tekens in plaats van de punt.

      Tip: U kunt ook een scheidingsteken van volledige breedte typen in plaats van een puntscheidingsteken van halve breedte, wat vooral handig is bij verticale tekst.

    • Kies een item (zoals een em-streepje of weglatingsteken) in het menu Speciaal teken invoegen.

    • Typ een woord of teken vóór het metateken voor nummers. Als u bijvoorbeeld vragen in een lijst wilt nummeren, kunt u het woord Vraag invoeren.

  4. Kies een tekenstijl voor de uitdrukking. (De stijl die u kiest, wordt toegepast op de gehele numerieke uitdrukking en niet alleen op het nummer.)
  5. Kies een van de volgende opties voor Modus:

    Doornummeren vanaf vorig nummer

    De items in een lijst worden doorlopend genummerd.

    Beginnen bij

    Het eerste nummer in de lijst wordt bepaald door het nummer of de andere waarde die u hebt ingevoerd in het tekstvak. Voer een nummer in, geen letter, ook als de lijst letters of Romeinse cijfers gebruikt.

  6. Geef eventuele andere opties op en klik op OK.

Lijsten definiëren

Een gedefinieerde lijst kan worden onderbroken door andere alinea's en lijsten, en kan verschillende artikelen en meerdere documenten in een boek omvatten. Met gedefinieerde lijsten kunt u bijvoorbeeld een overzicht met meerdere niveaus of een doorlopende lijst maken waarmee u in het hele document de tabelnamen nummert. U kunt ook lijsten definiëren voor afzonderlijk genummerde items of afzonderlijke items met opsommingstekens die door elkaar worden gebruikt. In een lijst met vragen en antwoorden kunt u bijvoorbeeld één lijst definiëren voor het nummeren van de vragen en een andere lijst voor het nummeren van de antwoorden.

Gedefinieerde lijsten worden vaak gebruikt om alinea's bij te houden voor nummeringsdoeleinden. Wanneer u een alineastijl voor nummering maakt, kunt u de stijl toewijzen aan een gedefinieerde lijst: de alinea's krijgen de desbetreffende stijl toegewezen en worden genummerd op basis van hun positie in de gedefinieerde lijst. De eerste alinea die verschijnt, krijgt bijvoorbeeld nummer 1 ('Tabel 1') en de tweede alinea krijgt nummer 2 ('Tabel 2'), ook al staat deze alinea een aantal pagina's verderop. Aangezien beide alinea's tot dezelfde gedefinieerde lijst behoren, kunt u ze opeenvolgend nummeren, ongeacht hoe ver ze uit elkaar staan in het document of boek.

Definieer een nieuwe lijst voor elk type item dat u wilt nummeren, bijvoorbeeld stapsgewijze instructies, tabellen en afbeeldingen. Als u meerdere lijsten maakt, kunt u een lijst onderbreken door een andere lijst, waarbij de nummering in beide lijsten behouden blijft.

Opmerking:

Wanneer onderdelen in niet-verbonden kaders op dezelfde pagina worden weergegeven, worden de onderdelen genummerd in de volgorde waarin de tekstkaders aan de pagina zijn toegevoegd. Als u de volgorde van de onderdelen wilt aanpassen, knipt en plakt u de tekstkaders een voor een in de volgorde waarin u ze wilt weergeven.

Met gedefinieerde lijsten kunt u een lijst onderbreken door een andere lijst.

Een lijst definiëren

  1. Kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Lijsten definiëren.
  2. Klik op Nieuw in het dialoogvenster Lijsten definiëren.
  3. Voer een naam in voor de lijst, geef aan of u wilt doornummeren in de artikelen en of u wilt doornummeren vanuit vorige documenten in het boek.
  4. Klik twee keer op OK.

Nadat u een lijst hebt gedefinieerd, kunt u de lijst gebruiken in een alineastijl, zoals een stijl voor tabellen, afbeeldingen of geordende lijsten. U kunt de lijst toepassen via het regelpaneel of het deelvenster Alinea.

Opmerking:

Sommige lijsten worden automatisch gedefinieerd. Als u bijvoorbeeld een genummerde lijst importeert vanuit een Microsoft Word-document, wordt in InDesign automatisch een lijst gedefinieerd voor het document.

Een gedefinieerde lijst bewerken

  1. Kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Lijsten definiëren.
  2. Selecteer een lijst en klik op Bewerken.
  3. Voer een nieuwe naam in voor de lijst of wijzig de opties die u hebt geselecteerd voor Doornummeren.

Alineastijlen die aan de lijst zijn toegewezen, worden opnieuw toegewezen aan de lijst onder de nieuwe naam.

Een gedefinieerde lijst verwijderen

  1. Kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Lijsten definiëren.
  2. Selecteer een lijst.
  3. Klik op Verwijderen en selecteer een andere lijst of de lijst [Standaard] om de huidige lijst te vervangen.

Een alineastijl maken voor doorlopende lijsten

Als u een doorlopende lijst wilt maken (een lijst die wordt onderbroken door andere alinea's en die meerdere artikelen of documenten omspant), moet u eerst een alineastijl maken en deze stijl toepassen op de alinea's die u wilt opnemen in de lijst. Als u bijvoorbeeld een doorlopende lijst wilt maken van de tabellen in uw document, maakt u een alineastijl genaamd Tabellen. Daarna neemt u een gedefinieerde lijst op in de stijl en vervolgens past u de alineastijl Tabellen toe op alle alinea's die u in uw lijst met tabellen wilt opnemen.

  1. Kies Nieuwe alineastijl in het menu van het deelvenster Alineastijlen.
  2. Voer een stijlnaam in.
  3. Klik links in het dialoogvenster Nieuwe alineastijl op Opsommingstekens en nummering.
  4. Kies Opsommingstekens of Nummering bij Lijsttype.
  5. Als u een stijl wilt maken voor genummerde lijsten, kiest u een gedefinieerde lijst in het menu Lijst of kiest u Nieuwe lijst, waarna u de lijst definieert.
  6. Bepaal de kenmerken voor de opsommingstekens of de nummering.
  7. In het gedeelte Positie opsommingsteken of nummer van het dialoogvenster Nieuwe alineastijl kunt u de instellingen voor de inspringing wijzigen. Als u bijvoorbeeld een hangende inspringing wilt instellen, typt u 2p bij Links inspringen en ‑2p bij Eerste regel inspringen.
  8. Geef andere alineastijlkenmerken op voor de stijl en klik op OK.

Lijsten met meerdere niveaus maken

Een lijst met meerdere niveaus is een lijst die meerdere niveaus bevat waarin de hiërarchische relaties tussen de alinea's in de lijst worden weergegeven. Deze lijsten worden ook wel overzichtslijsten genoemd omdat ze er uitzien als een overzicht. In het nummeringsschema van de lijst (en de inspringingen) wordt de hiërarchische positie en de relatieve positie van de items aangegeven. Op deze manier kunt u zien waar elke alinea in de lijst past met betrekking tot de voorafgaande alinea en de volgende alinea. U kunt tot negen niveaus opnemen in een lijst met meerdere niveaus.

Lijst met meerdere niveaus met nummers en letters waarmee de hiërarchische niveaus worden aangeduid

Als u een lijst met meerdere niveaus wilt maken, moet u eerst de lijst definiëren. Vervolgens maakt u een alineastijl voor elk niveau dat u wilt instellen. Voor een lijst met vier niveaus zijn bijvoorbeeld vier alineastijlen vereist (en aan elke stijl is dezelfde gedefinieerde lijst toegewezen). Wanneer u een stijl maakt, bepaalt u ook de nummer- en alinea-opmaak hiervan.

  1. Kies Nieuwe alineastijl in het menu van het deelvenster Alineastijlen.
  2. Voer een stijlnaam in.
  3. Als u al een stijl hebt gemaakt voor de lijst met meerdere niveaus, kiest u de stijl die u wilt toewijzen aan de niveaus die boven het huidige niveau liggen. U kunt de stijl kiezen in het menu Gebaseerd op of u kunt Geen alineastijl of Basisalinea kiezen.
  4. Klik links in het dialoogvenster Nieuwe alineastijl op Opsommingstekens en nummering.
  5. Kies Nummers in het menu Lijsttype.
  6. Kies een lijst die u hebt gedefinieerd in het menu Lijst. Als u nog geen lijst hebt gedefinieerd, kunt u Nieuwe lijst kiezen in het menu en de lijst alsnog definiëren.
  7. Typ een getal in het vak Niveau. Hiermee geeft u aan voor welk niveau binnen de lijst met meerdere niveaus u de stijl wilt instellen.
  8. Kies het type nummering dat u wilt gebruiken in het menu Opmaak.
  9. In het vak Nummer typt u de metatekens (of selecteert u de gewenste metatekens in de menu's) voor de nummeropmaak die u wilt toepassen op de lijstonderdelen op dit niveau.
    • Als u nummeringsvoorvoegsels van hogere niveaus wilt opnemen, voert u de gewenste tekst in of klikt u vooraan in het vak Nummer en kiest u Plaatsaanduiding voor getal invoegen. Vervolgens selecteert u een optie voor het niveau (bijvoorbeeld Niveau 1) of typt u ^ gevolgd door het lijstniveau (bijvoorbeeld ^1). Stel dat u een lijst hebt waarin het eerste niveau is genummerd met 1, 2, 3 enzovoort en het tweede niveau met a, b, c enzovoort. Als u het voorvoegsel van het eerste niveau opneemt in het tweede niveau, krijgt u de volgende nummering in het tweede niveau: 1a, 1b, 1c; 2a, 2b, 2c; 3a, 3b, 3c.

    • Als u een numerieke uitdrukking wilt maken, moet u de leestekens opgeven en metatekens invoeren of kunt u opties selecteren in de lijst Speciaal teken invoegen.

  10. Selecteer de optie Nummering op dit niveau opnieuw beginnen na als u opnieuw wilt nummeren vanaf 1 wanneer een alinea van dit niveau voorkomt na een alinea van een hoger niveau. Als u deze optie uitschakelt, worden alinea's van dit niveau in de hele lijst doorlopend genummerd, onafhankelijk van de hiërarchische positie van de alinea's in de lijst.

    Als u de nummering opnieuw wilt laten beginnen na een bepaald niveau of niveaubereik, typt u het niveaunummer of ‑bereik (zoals 2‑4) in het veld Nummering op dit niveau opnieuw beginnen na.

  11. Kies de opties Inspringing of Tabpositie in het gedeelte Positie opsommingsteken of nummer om de lijstonderdelen van dit niveau verder te laten inspringen dan de lijstonderdelen van hogere niveaus. Door de inspringing worden de onderliggende lijstonderdelen duidelijker weergegeven.
  12. Klik op OK.

In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij het gebruik van genummerde stappen, wilt u wellicht de nummering opnieuw laten starten binnen hetzelfde artikel. Om te voorkomen dat u de genummerde lijst handmatig opnieuw moet starten, maakt u een aparte stijl die, op één uitzondering na, identiek is aan de stijl Niveau 1. Kies bij Modus de optie Beginnen bij en geef 1 op. Geef deze stijl een naam zoals 'Niveau 1 opnieuw starten'.

Doorlopende bijschriften maken voor afbeeldingen en tabellen

Met doorlopende bijschriften kunt u afbeeldingen, tabellen en andere items in een document opeenvolgend nummeren. Het bijschrift voor de eerste afbeelding wordt 'Afbeelding 1', het volgende bijschrift wordt 'Afbeelding 2' enzovoort. Als u wilt dat afbeeldingen, tabellen en dergelijke opeenvolgend worden genummerd, definieert u een lijst voor het item en vervolgens maakt u een alineastijl waarin u de gedefinieerde lijst opneemt. Desgewenst kunt u beschrijvingen zoals 'Afbeelding' of 'Tabel' toevoegen aan het nummeringsschema van de alineastijl.

Opmerking:

Lijstonderdelen worden genummerd in de volgorde waarin ze aan de pagina worden toegevoegd. Als u de volgorde van de onderdelen wilt aanpassen, knipt en plakt u de onderdelen een voor een in de volgorde waarin u ze wilt weergeven.

  1. Maak een nieuwe alineastijl en kies Nummers in het menu Lijsttype in het gedeelte Opsommingstekens en nummering van het dialoogvenster Opties voor alineastijl.
  2. Kies een gedefinieerde lijst in het menu Lijst (of kies Nieuwe lijst om een lijst te definiëren).
  3. Selecteer het soort nummering dat u wilt gebruiken in het menu Opmaak onder Nummeringsstijl.

    Selecteer bijvoorbeeld de optie A, B, C, D... als u een lijst wilt maken voor 'Afbeelding A', 'Afbeelding B' enzovoort.

  4. Voer in het vak Nummer een beschrijving in, samen met de benodigde spatiëring of leestekens en de metatekens voor de nummering.

    Als u bijvoorbeeld het bijschrift 'Afbeelding A' wilt maken, voert u het woord 'Afbeelding' en een spatie in vóór de metatekens voor de nummering (zoals Afbeelding ^#.^t). Op deze manier wordt het woord 'Afbeelding' opgenomen in het nummeringsschema, gevolgd door een opeenvolgend nummer (^#), een punt en een tab (^t).

    Opmerking:

    Als u hoofdstuknummers wilt opnemen in doorlopende bijschriften, kiest u Plaatsaanduiding voor getal invoegen > Hoofdstuknummer in de lijst Nummer. U kunt ook ^H invoeren op de positie in het nummeringsschema waar u het hoofdstuknummer wilt weergeven.

  5. Voltooi de stijl en klik op OK.

Nadat u de stijl hebt gemaakt, past u deze toe op bijschriften van afbeeldingen of titels van tabellen.

Opmerking:

Met de functie Inhoudsopgave kunt u lijsten met tabellen of afbeeldingen genereren.

De nummering van een lijst opnieuw instellen of vervolgen

InDesign bevat opdrachten waarmee u de nummering van een lijst opnieuw kunt instellen of kunt vervolgen:

De nummering van een lijst opnieuw beginnen

Plaats de invoegpositie in de alinea en kies Nummering opnieuw beginnen in het contextmenu of kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Nummering opnieuw beginnen. Bij normale lijsten wordt hiermee het nummer 1 (of de letter A) toegewezen aan een alinea, waarna de alinea wordt ingesteld als de eerste alinea van de lijst. Bij lijsten met meerdere niveaus wordt hiermee het eerste nummer op het lagere niveau toegewezen aan een geneste alinea.

De nummering van een lijst vervolgen

Kies Nummering vervolgens in het contextmenu of kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Nummering vervolgen. Hierdoor wordt de nummering vervolgd van een lijst die is onderbroken door opmerkingen, afbeeldingen of geneste lijstonderdelen. InDesign bevat ook opdrachten voor het nummeren van lijsten die in één artikel of boek beginnen en worden vervolgd in het volgende artikel of boek.

Een lijst nummeren vanaf het vorige of huidige artikel

Of de nummering van een lijst in het huidige artikel wordt vervolgd vanaf het vorige artikel of opnieuw begint, is afhankelijk van de wijze waarop de lijst is gedefinieerd.

  1. Kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Lijsten definiëren.
  2. Selecteer een lijst en klik op de knop Bewerken.

    Kies niet de standaardlijst. Bij deze lijst kan worden doorgenummerd in verschillende artikelen.

  3. Selecteer Doornummeren in artikelen om de nummering van de lijst te laten doorlopen vanaf het vorige artikel. Schakel deze optie uit als u de lijst in het huidige artikel opnieuw wilt nummeren vanaf 1 (of A).
  4. Klik twee keer op OK.

Een lijst nummeren vanaf het vorige of huidige document in een boek

Of de nummering van een lijst in het huidige document wordt vervolgd vanaf het vorige document in een boek of opnieuw begint, is afhankelijk van de wijze waarop de lijst is gedefinieerd.

  1. Kies Tekst > Lijst met opsommingstekens en nummers > Lijsten definiëren.
  2. Selecteer een lijst en klik op de knop Bewerken.
  3. Selecteer Doornummeren vanuit vorig document in boek om de nummering van de lijst te laten doorlopen vanaf het vorige document (u moet eerst Doornummeren in artikelen selecteren om deze optie te activeren). Schakel deze optie uit als u de lijst in het huidige document opnieuw wilt nummeren vanaf 1 (of A).
  4. Klik twee keer op OK.
Opmerking:

U zorgt ervoor dat de nummering in een boek correct wordt bijgewerkt door de documenten in het boek te synchroniseren en Nummering bijwerken > Alle nummers bijwerken te selecteren in het menu van het deelvenster Boeken.

Lijsten met opsommingstekens of nummers omzetten naar tekst

  1. Selecteer de alinea's die de lijst met opsommingstekens of nummers bevatten.
  2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Kies Nummering omzetten in tekst of Opsommingstekens omzetten in tekst in het menu van het deelvenster Alinea.

    • Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Control ingedrukt en klik (Mac OS) op de geselecteerde tekst en kies Nummering omzetten in tekst of Opsommingstekens omzetten in tekst.

    Opmerking:

    Als u de nummers of opsommingstekens in de lijst wilt verwijderen, klikt u op de knop Lijst met opsommingstekens of op de knop Genummerde lijst om de lijstopmaak uit de geselecteerde tekst te verwijderen.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?