Handboek Annuleren

Tekst met verbindingen

  1. InDesign Handboek
  2. Kennismaken met InDesign
    1. Inleiding tot InDesign
      1. Nieuw in InDesign
      2. Systeemvereisten
      3. Algemene vragen
      4. Creative Cloud Libraries gebruiken
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Contextuele taakbalk
      3. Uw werkruimte aanpassen in InDesign
      4. Gereedschapsset
      5. Voorkeuren instellen
      6. Het deelvenster Eigenschappen
      7. Werkruimte voor aanraken
      8. Standaardsneltoetsen
      9. Bewerkingen ongedaan maken en het deelvenster Geschiedenis beheren
      10. Document herstellen en ongedaan maken
    3. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
      1. Tekst naar afbeelding
      2. Generatief uitbreiden
      3. Effect genereren in InDesign (Beta)
      4. Veelgestelde vragen over generatieve AI
  3. Documenten maken en indelen
    1. Documenten en pagina's
      1. Documenten maken
      2. Werken met stramienpagina's
      3. Werken met documentpagina's
      4. Paginagrootte, marges en afloopgebied instellen
      5. Werken met bestanden en sjablonen
      6. PDF's converteren naar InDesign-bestanden in InDesign (Beta)
      7. Boekbestanden maken
      8. Standaardpaginanummering toevoegen
      9. Pagina's, hoofdstukken en secties nummeren
      10. QuarkXPress- en PageMaker-documenten omzetten
      11. Inhoud delen
      12. Een standaardworkflow met bestandsbeheer
      13. Documenten opslaan
    2. Rasters
      1. Rasters
      2. Rasters opmaken
    3. Hulpmiddelen voor de lay-out
      1. Linialen
      2. Objecten uitlijnen en verdelen met linialen
      3. Objecten meten met de meetlat
  4. Inhoud toevoegen
    1. Tekst
      1. Tekst toevoegen aan kaders
      2. Tekst met verbindingen
      3. Zuidoost-Aziatische schriften
      4. Functies voor Arabisch en Hebreeuws in InDesign
      5. Tekst op een pad maken
      6. Opsommingstekens en nummering
      7. MathML invoegen om wiskundige expressies te maken
      8. Glyphs en speciale tekens
      9. Tekstcompositie
      10. Tekstvariabelen
      11. QR-codes genereren
      12. Tekst bewerken
      13. Tekst uitlijnen
      14. Tekst rond objecten laten lopen
      15. Verankerde objecten
      16. Gekoppelde inhoud
      17. Alinea's opmaken
      18. Tekens opmaken
    2. Typografie
      1. Lettertypen gebruiken in InDesign
      2. Tekst- en letterspatiëring
      3. Tekst schalen en schuintrekken
      4. Kleureffecten toepassen op tekst
    3. Tekst opmaken
      1. Tekst opmaken
      2. Automatische stijl toepassen op tekst
      3. Werken met stijlpakketten
      4. Tabs en inspringingen
    4. Tekst controleren
      1. Wijzigingen bijhouden en beoordelen
      2. Redactionele notities toevoegen in InDesign
      3. PDF-opmerkingen importeren
    5. Spellingcontrole en taalwoordenboeken
      1. Spellingcontrole, autocorrectie en dynamische spelling
      2. Woordenboeken en woorden maken, toevoegen en beheren
      3. Woordenboekvoorkeuren wijzigen
      4. Duden-woordenboek
    6. Referenties toevoegen
      1. Een inhoudsopgave maken
      2. Voetnoten
      3. Een index maken
      4. Eindnoten
      5. Bijschriften
    7. Stijlen
      1. Alinea- en tekenstijlen
      2. Stijlen toewijzen, exporteren en beheren
      3. Objectstijlen
      4. Initialen en geneste stijlen
      5. Werken met stijlen
      6. Regelafstand
    8. Tabellen
      1. Tabellen opmaken
      2. Tabellen maken
      3. Tabel- en celstijlen
      4. Tabellen selecteren en bewerken
      5. Lijnen en vullingen van tabellen
    9. Interactiviteit
      1. Hyperlinks
      2. Dynamische PDF-documenten
      3. Bladwijzers
      4. Knoppen
      5. Formulieren
      6. Animatie
      7. Kruisverwijzingen
      8. Structuur geven aan PDF-bestanden
      9. Paginaovergangen
      10. Films en geluiden
    10. Afbeeldingen
      1. Paden en vormen
      2. Tekenen met het potlood
      3. Tekenen met de pen
      4. Lijninstellingen toepassen 
      5. Samengestelde paden en vormen
      6. Paden bewerken
      7. Uitknippaden
      8. De vormgeving van hoeken wijzigen
      9. Kaders en objecten
      10. Objecten uitlijnen en verdelen
      11. Gekoppelde en ingesloten afbeeldingen
      12. AEM Assets integreren
    11. Kleur en transparantie
      1. Kleur toepassen
      2. Kleuren uit geïmporteerde afbeeldingen gebruiken
      3. Werken met stalen
      4. Inkt mengen
      5. Tinten
      6. Steun- en proceskleuren
      7. Kleuren laten overvloeien
      8. Verlopen
      9. Transparante illustraties afvlakken
      10. Transparantie-effecten toevoegen
  5. Zoeken en vervangen
    1. Tekst zoeken en vervangen
    2. Lettertypen zoeken en vervangen
    3. Glyphs zoeken en vervangen
    4. Zoeken en vervangen met behulp van GREP-expressies en -query's
    5. Objecten zoeken en vervangen
    6. Kleuren zoeken en vervangen
    7. Zoekopties om te zoeken en te vervangen
  6. Delen
    1. Clouddocumenten opslaan en openen
    2. Clouddocumenten organiseren, beheren en delen
    3. Versies in clouddocumenten bekijken en beheren
    4. Veelgestelde vragen over InDesign-clouddocumenten
    5. InCopy op het web (Beta)
    6. Delen en samenwerken        
    7. Ter beoordeling delen
    8. Een gedeeld InDesign-document beoordelen
    9. Feedback beheren
    10. Uitnodigen om te bewerken
  7. Exporteren, importeren en publiceren
    1. Plaatsen, exporteren en publiceren
      1. Publish Online
      2. Publish Online-dashboard
      3. Afbeeldingen kopiëren en invoegen
      4. Exporteren naar Adobe Express
      5. Inhoud exporteren voor EPUB
      6. Adobe PDF-opties
      7. Exporteren naar HTML5
      8. Content exporteren naar HTML (verouderd)
      9. Exporteren naar Adobe PDF
      10. Exporteren naar JPEG- of PNG-indeling
      11. SVG-bestanden importeren
      12. Ondersteunde bestandsindelingen
      13. Gebruikersinstellingen exporteren en importeren
    2. Afdrukken
      1. Boekjes afdrukken
      2. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      3. Documenten afdrukken
      4. Inkten, scheiding en rasterfrequentie
      5. Overdrukken
      6. PostScript- en EPS-bestanden maken
      7. Preflight van bestanden uitvoeren voordat ze worden verzonden
      8. Miniaturen en grote documenten afdrukken
      9. PDF-bestanden voorbereiden voor serviceproviders
      10. Afdrukken van scheidingen voorbereiden
  8. InDesign uitbreiden
    1. Automatisering
      1. Gegevenssamenvoeging
      2. Plug-ins
      3. Capture-extensie in Adobe InDesign
      4. Scripting
  9. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen
    3. Crashes bij starten
    4. Probleem met alleen-lezen van map Voorkeuren
    5. Problemen met bestanden oplossen
    6. Kan InDesign-bestand niet exporteren naar PDF
    7. InDesign-documenten herstellen
Opmerking:

Inclusieve taal: vanaf InDesign 2022 (versie 17.0) vervangen we niet-inclusieve taal om de kernwaarden van Adobe van inclusiviteit te weerspiegelen. Verwijzingen naar 'Master'-pagina's worden vervangen door 'Parent'-pagina's in onze Help-artikelen voor de Engelse, Deense, Hongaarse, Spaanse, Italiaanse, Braziliaanse, Portugese en Japanse landinstellingen.

Tekstkaders verbinden

Tekst in een kader kan onafhankelijk zijn van andere kaders of kan lopen tussen verbonden kaders. Als u tekst in verbonden kaders (ook wel tekstkaders genoemd) wilt laten doorlopen, moet u de kaders eerst met elkaar verbinden. Verbonden kaders kunnen zich op dezelfde pagina of spread bevinden, of op een andere pagina in het document. Tekst die doorloopt in meerdere kaders, heet tekst met verbindingen. Het laten doorlopen van tekst in kaders wordt ook wel het koppelen van tekstkaders of het koppelen van tekstvakken genoemd.

Elk tekstkader heeft een inpoort en een uitpoort waarmee het aan andere tekstkaders kan worden gekoppeld. Een lege in- of uitpoort geeft het begin respectievelijk het einde van een artikel aan. Een pijl in een poort geeft aan dat het kader is gekoppeld aan een ander kader. Een rood plusteken (+) in een uitpoort geeft aan dat er nog meer tekst in het artikel is die moet worden geplaatst, maar dat er geen tekstkader meer is waarin de tekst kan worden geplaatst. Deze verborgen tekst wordt overlopende tekst genoemd.

Verbonden kaders

A. Inpoort aan begin van artikel B. Uitpoort die koppeling met volgend tekstkader aangeeft C. Verbonden tekst D. Inpoort die verbinding met vorig kader aangeeft E. Uitpoort die overlopende tekst aangeeft 

Kies Weergave > Extra's > Tekstverbindingen tonen voor een visuele weergave van de verbonden kaders. U kunt tekstkaders met elkaar verbinden, ongeacht of ze daadwerkelijk tekst bevatten.

Een nieuw kader toevoegen aan de verbinding

  1. Selecteer een tekstkader met het gereedschap Selecteren  en klik op de inpoort of de uitpoort om een tekstpictogram te laden.

    Als u klikt op de inpoort, kunt u een kader toevoegen vóór het geselecteerde kader; klikt u op de uitpoort dan kunt u een kader toevoegen na het geselecteerde kader.

  2. Plaats het geladen-tekstpictogram  op de gewenste plaats voor een nieuw tekstkader en klik of sleep om een nieuw tekstkader te maken.
Opmerking:

Als het geladen-tekstpictogram actief is, kunt u verschillende handelingen uitvoeren, zoals pagina's omslaan, nieuwe pagina's maken en in- en uitzoomen. Als u bent begonnen met het verbinden van twee kaders, kunt u de verbinding altijd annuleren door te klikken op een willekeurig gereedschap in de gereedschapsset. Er gaat dan geen tekst verloren.

Een bestaand kader toevoegen aan de verbinding

  1. Selecteer een tekstkader met het selectiegereedschap en klik op de inpoort of de uitpoort om een tekstpictogram te laden.
  2. Plaats het geladen-tekstpictogram op het kader dat u wilt toevoegen aan de verbinding. Het geladen-tekstpictogram verandert nu in een verbindingspictogram.
    Een bestaand kader aan een verbinding toevoegen

  3. Klik binnen het tweede kader om dit met het eerste te verbinden.

Wanneer u een kaderraster verbindt met een kader met onbewerkte tekst of met een ander kaderraster met andere rasterinstellingen, wordt het tekstkader van het verbonden kader opnieuw gedefinieerd om de instellingen van het kaderraster af te stemmen op die van het kaderraster van waaruit de verbinding tot stand wordt gebracht

Opmerking:

U kunt automatisch 'vervolg op'- of 'vervolg van'-sprongregels toevoegen die verbonden artikelen zoeken die van het ene kader naar het andere overgaan. (Zie Automatische paginanummers toevoegen voor artikelsprongen.)

Een kader toevoegen binnen een reeks verbonden kaders

  1. Klik met het selectiegereedschap op de uitpoort op het punt in het artikel waar u een kader wilt toevoegen. Als u de muisknop loslaat, verschijnt het geladen-tekstpictogram.
  2. Sleep om een nieuw kader te maken of selecteer een ander tekstkader. InDesign verbindt nu het kader met de reeks gekoppelde kaders waarin het artikel zich bevindt.
Kader toevoegen binnen een verbinding (boven) en resultaat (onder)

De verbinding van tekstkaders verbreken

Wanneer u een tekstkader loskoppelt, verbreekt u de verbinding tussen het kader en alle volgende kaders in de verbinding. De tekst die in de kaders stond, wordt overlopende tekst (er wordt geen tekst verwijderd). Alle volgende kaders zijn leeg.

  1. Doe het volgende met het selectiegereedschap:
    • De verbinding tussen kaders kan ook worden verbroken door te dubbelklikken op een inpoort of een uitpoort.
    • Klik op de inpoort of de uitpoort die een verbinding met een ander kader aangeeft. In een verbinding met twee kaders klikt u bijvoorbeeld op de uitpoort van het eerste kader of de inpoort van het tweede kader. Plaats het geladen-tekstpictogram op het vorige of volgende kader om het pictogram voor het verbreken van de verbinding weer te geven . Klik in het kader dat u uit de verbinding wilt verwijderen.
    Kader uit verbinding verwijderen

Opmerking:

Als u een artikel in twee artikelen wilt opsplitsen, knipt u de tekst die in het tweede artikel moet komen te staan, verbreekt u de verbinding tussen de kaders en plakt u de tekst in het eerste kader van het tweede artikel.

Verbonden tekstkaders knippen of verwijderen

Wanneer u tekstkaders knipt of verwijdert, wordt er geen tekst verwijderd en de tekst blijft in de verbinding.

Een kader uit een verbinding loskoppelen

U kunt een kader uit een verbinding knippen en ergens anders in de verbinding plakken. Hoewel het kader is verwijderd met een kopie van de tekst, wordt er geen tekst verwijderd uit het oorspronkelijke artikel. Als u een reeks verbonden tekstkaders tegelijk knipt en plakt, behouden de geplakte kaders hun onderlinge verbinding, maar de verbinding met andere kaders in het oorspronkelijke artikel gaat verloren.

  1. Selecteer een of meer kaders met het selectiegereedschap (houd Shift ingedrukt en klik om meerdere objecten te selecteren).
  2. Kies Bewerken > Knippen. Het kader verdwijnt en alle tekst in het kader loopt door naar het volgende kader in het artikel. Als u het laatste kader in een artikel verwijdert, wordt de tekst opgeslagen als overlopende tekst in het vorige kader.
  3. Als u het ontkoppelde kader elders in het document wilt gebruiken, gaat u naar de pagina waar u de ontkoppelde tekst wilt opnemen en kiest u Bewerken > Plakken.

Een kader uit een verbinding verwijderen

Wanneer u een tekstkader uit een verbinding verwijdert, wordt er geen tekst verwijderd. De tekst loopt over of loopt door in het volgende kader. Als het tekstkader niet met een ander kader is verbonden, worden het kader en de tekst verwijderd.

  1. U verwijdert een tekstkader door een van de volgende handelingen uit te voeren:
    • Klik met een selectiegereedschap op het kader.
    • Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik met het tekstgereedschap op het kader.
  2. Druk op Backspace of Delete.

Tekst handmatig of automatisch laten doorlopen

De aanwijzer neemt de vorm van een geladen-tekstpictogram  aan als u de tekst hebt geplaatst of op een in- of uitpoort hebt geklikt. Met het geladen-tekstpictogram kunt u tekst op pagina's laten doorlopen. Door een wijzigingstoets ingedrukt te houden kunt u aangeven hoe de tekst moet doorlopen. Het geladen-tekstpictogram krijgt een andere vorm afhankelijk van waar het wordt geplaatst.

Als u het geladen-tekstpictogram op een tekstkader plaatst, wordt het pictogram  tussen haakjes geplaatst. Wanneer u het geladen-tekstpictogram bij een hulplijn of een magnetisch rasterpunt plaatst, wordt de zwarte aanwijzer wit .

U kunt tekst op de volgende vier manieren laten doorlopen:

Methode

Beschrijving

Handmatige tekstdoorloop 

Voegt per keer aan één kader tekst toe. U moet het tekstpictogram opnieuw laden om door te gaan met de tekstdoorloop.

Halfautomatische doorloop  door Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt te houden als u klikt.

Halfautomatische tekstdoorloop werkt net als handmatige tekstdoorloop, maar de aanwijzer verandert in een geladen-tekstpictogram als het einde van een kader is bereikt, totdat u alle tekst hebt laten doorlopen in het document.

Automatische doorloop  door Shift ingedrukt te houden en te klikken.

Voegt pagina's en kaders toe totdat u alle tekst in het document hebt laten doorlopen.

Automatische doorloop met vaste pagina's  door Shift+Alt (Windows) of Shift+Option (Mac OS) ingedrukt te houden als u klikt.

Laat alle tekst doorlopen in het document en voegt indien nodig kaders toe zonder pagina's toe te voegen. Eventuele resterende tekst loopt over.

Voor het laten doorlopen van tekst in kaders stelt InDesign vast of tekst horizontaal of verticaal is. Bij halfautomatische of automatische tekstdoorloop laat InDesign de tekst doorlopen op basis van het kadertype en de richting die zijn ingesteld in het deelvenster Artikel. Het pictogram biedt gebruikers visuele feedback over de richting waarin de tekst zal doorlopen.

Tekst handmatig laten doorlopen

  1. Selecteer een bestand met de opdracht Plaatsen of klik op de uitpoort  van een geselecteerd tekstkader.
  2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Plaats het geladen-tekstpictogram ergens in een bestaand kader of pad en klik. De tekst loopt nu door in het kader en eventuele hiermee verbonden kaders. De tekstdoorloop begint altijd boven aan de linkerkolom, zelfs als u in een andere kolom hebt geklikt.
    • Plaats het geladen-tekstpictogram in een kolom om een tekstkader te maken met de breedte van die kolom. De bovenkant van het kader verschijnt op de plaats waar u klikt.
    • Sleep het geladen-tekstpictogram om een tekstkader te maken met de breedte en hoogte van het gebied dat u definieert.
  3. Als er meer tekst moet worden geplaatst, klikt u op de uitpoort en herhaalt u stap 1 en 2 totdat alle tekst is geplaatst.
Opmerking:

Als u tekst plaatst in een kader dat is verbonden met andere kaders, loopt de tekst automatisch door in de verbonden kaders, ongeacht de gekozen tekstdoorloopmethode.

Tekst halfautomatisch laten doorlopen

  1. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik met een geladen-tekstpictogram op een pagina of kader.

De tekst loopt in iedere kolom afzonderlijk door, net als bij handmatige tekstdoorloop, maar het geladen-tekstpictogram wordt automatisch geladen nadat iedere kolom is geplaatst.

Tekst automatisch laten doorlopen

  1. Als het geladen-tekstpictogram wordt weergegeven, houdt u Shift ingedrukt en voert u een van de volgende handelingen uit:
    • Klik met het geladen-tekstpictogram in een kolom om een kader te maken met de breedte van die kolom. InDesign maakt nieuwe tekstkaders en documentpagina's totdat alle tekst is toegevoegd aan het document.
    • Klik binnen een tekstkader dat is gebaseerd op een stramientekstkader. De tekst loopt automatisch door het kader op de documentpagina en indien nodig worden nieuwe pagina's gemaakt aan de hand van de kenmerken van het stramienkader. (Zie Over stramienen, stapelvolgorde en lagen.)

Tekst automatisch laten doorlopen zonder pagina's toe te voegen

  1. Houd Shift+Alt (Windows) of Shift+Option (Mac OS) ingedrukt met het geladen-tekstpictogram.

Slim opnieuw tekst plaatsen gebruiken

Met de functie Slim opnieuw tekst plaatsen kunt u tijdens het invoeren of bewerken van tekst pagina's toevoegen of verwijderen. Deze functie is handig als u InDesign als teksteditor gebruikt en u een nieuwe pagina wilt toevoegen wanneer u meer tekst hebt getypt dan op de huidige pagina past. De functie komt ook goed van pas als u overlopende tekst of lege pagina's wilt voorkomen in gevallen waarbij de tekstdoorloop verandert doordat de tekst wordt bewerkt, voorwaardelijke tekst wordt getoond of verborgen, of andere wijzigingen in de tekstdoorloop worden aangebracht.

Slim opnieuw tekst plaatsen is standaard beperkt tot stramientekstkaders (tekstkaders die zijn gebaseerd op een stramienpagina). Als het document pagina's naast elkaar bevat, moeten stramientekstkaders zowel op de linker- als de rechterstramienpagina worden weergegeven. Slim opnieuw tekst plaatsen kan bovendien alleen worden gebruikt als de stramientekstkaders verbonden zijn.

U kunt instellingen zodanig aanpassen dat pagina's kunnen worden toegevoegd of verwijderd wanneer u werkt in tekstkaders die niet op stramienpagina's zijn gebaseerd. Een tekstkader moet echter wel met ten minste één ander tekstkader op een andere pagina verbonden zijn voordat u Slim opnieuw tekst plaatsen kunt gebruiken.

De instellingen voor Slim opnieuw tekst plaatsen worden weergegeven in de voorkeuren voor tekst. Deze instellingen gelden voor het actieve document. Als u de standaardinstellingen voor alle nieuwe documenten wilt wijzigen, sluit u alle documenten en geeft u de gewenste instellingen op.

  1. Kies Bewerken > Voorkeuren > Tekst (Windows) of InDesign > Voorkeuren > Tekst (Mac OS).

  2. Selecteer Slim opnieuw tekst plaatsen.

  3. Stel de gewenste optie(s) in en klik op OK.

Pagina's toevoegen aan

Met deze optie bepaalt u waar de nieuwe pagina wordt gemaakt. Stel dat u een document van drie pagina's hebt met tekstkaders op de eerste twee pagina's en een paginagrote afbeelding op de derde pagina. Als u bij het typen het einde van de tweede pagina bereikt, kunt u bepalen of de nieuwe pagina vóór of na de derde pagina met de paginagrote afbeelding wordt ingevoegd. Kies Einde van artikel als u een nieuwe pagina na de tweede pagina wilt invoegen. Kies Einde van document als u een nieuwe pagina na de pagina met de paginagrote afbeelding wilt invoegen.

In een document dat uit meerdere secties bestaat, kunt u Einde van sectie kiezen om de pagina aan het einde van de sectie in te voegen.

Beperken tot stramientekstkaders

Als deze optie is uitgeschakeld, kunt u ook pagina's toevoegen of verwijderen bij het bewerken van tekstkaders die niet op stramienpagina's zijn gebaseerd. Slim opnieuw tekst plaatsen kan alleen worden gebruikt wanneer het tekstkader dat u bewerkt met minstens één ander tekstkader op een andere pagina verbonden is. Hiermee wordt ongewenste tekstdoorloop voorkomen.

Opmerking: Als u Slim opnieuw tekst plaatsen gebruikt in tekstkaders die niet op stramienpagina's zijn gebaseerd, worden pagina's toegevoegd met paginagrote tekstkaders die bestaan uit één kolom, ongeacht de kenmerken van het tekstkader waarmee het nieuwe kader is verbonden.

Spreads met pagina's naast elkaar behouden

Met deze optie bepaalt u of spreads met pagina's naast elkaar behouden blijven wanneer tekst opnieuw wordt geplaatst in het midden van een document. Als deze optie is geselecteerd wanneer tekst opnieuw wordt geplaatst in het midden van het document, wordt een nieuwe spread van twee pagina's toegevoegd. Als de optie niet is geselecteerd, wordt één nieuwe pagina toegevoegd en wordt de volgorde van de volgende pagina's gewijzigd.

Schakel deze optie in als uw layout ontwerpelementen bevat die specifiek bestemd zijn voor de linker- of rechterzijde van de spread. U kunt de optie uitschakelen als de linker- en rechterpagina onderling verwisselbaar zijn. Deze optie is grijs als het document geen pagina's naast elkaar heeft.

Lege pagina's verwijderen

Selecteer deze optie om pagina's te verwijderen als u tekst bewerkt of voorwaarden verbergt. Pagina's worden alleen verwijderd als het lege tekstkader het enige object op de pagina is.

Opmerking:

Als u wilt zien hoe u InDesign als teksteditor kunt gebruiken met behulp van Slim opnieuw tekst plaatsen, maakt u een document met de optie Pagina's naast elkaar uitgeschakeld en Stramientekstkader geselecteerd. Controleer of in de voorkeuren voor tekst de opties Slim opnieuw tekst plaatsen en Lege pagina's verwijderen zijn geselecteerd. Ga naar de eerste pagina, houd Ctrl+Shift (Windows) of Command+Shift (Mac OS) ingedrukt en klik op het stramientekstkader om dit te overschrijven. Zodra u dit eerste tekstkader volledig met tekst hebt gevuld, worden automatisch een nieuwe pagina en een nieuw tekstkader toegevoegd. Als u voldoende tekst wist, wordt een pagina verwijderd.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?