Als u een tabel in een bestaand tekstkader wilt tekenen, gebruikt u het gereedschap Tekst en plaatst u de invoegpositie waar u de tabel wilt hebben.
Een tabel bestaat uit rijen en kolommen cellen. In een cel kunt u, net als in een tekstkader, tekst, verankerde kaders of andere tabellen plaatsen. U kunt tabellen maken in Adobe InDesign CS5 of deze uit andere toepassingen exporteren.
Let erop dat u in de layoutweergave werkt wanneer u in Adobe InCopy tabellen wilt maken, bewerken en opmaken.
Een tabel bestaat uit rijen en kolommen cellen. In een cel kunt u, net als in een tekstkader, tekst, inline-afbeeldingen of andere tabellen plaatsen. U kunt geheel nieuwe tabellen maken of u kunt bestaande tekst omzetten naar tabellen. Het is bovendien mogelijk een tabel in te sluiten in een andere tabel.
Als u een nieuwe tabel maakt, vult de nieuwe tabel de breedte van het containertekstkader. Een tabel wordt op dezelfde regel ingevoegd als de invoegpositie aan het begin van de regel staat, of op de volgende regel als de invoegpositie in het midden van de regel staat.
Tabellen schuiven met de omringende tekst, net als inline-afbeeldingen. Zo loopt een tabel door gekoppelde kaders als de tekengrootte van de tekst boven de tabel wordt gewijzigd of als er tekst wordt toegevoegd of verwijderd. Een tabel kan echter niet op een kader met padtekst verschijnen.
Voor meer informatie over het maken en opmaken van tabellen leest u het artikel Mind Your Table Manners van Michael Murphy.
Jeff Witchel van InfiniteSkills.com geeft een videodemonstratie over Tabellen maken: de basis.
Wanneer u een tabel maakt in InDesign, kunt u deze desgewenst in een bestaand tekstkader maken (De optie Tabel invoegen gebruiken). U kunt ook een tabel maken en InDesign vervolgens een tekstkader eromheen laten maken (De optie Tabel maken gebruiken).
Als u een tabel in een bestaand tekstkader wilt tekenen, gebruikt u het gereedschap Tekst en plaatst u de invoegpositie waar u de tabel wilt hebben.
Kies Tabel > Tabel invoegen.
Als de cursor zich niet in een tekstkader bevindt, is de optie Tabel maken beschikbaar.
De nieuwe tabel vult de breedte van het tekstkader.
Wanneer u een tabel maakt met de optie Tabel maken, is het niet nodig om eerst een tekstkader in uw document te maken. Zodra u de tabel in het document tekent, maakt InDesign een tekstkader waarin uw tabel precies past.
Kies Tabel > Tabel maken.
Als de cursor zich in een tekstkader bevindt, is de optie Tabel invoegen beschikbaar.
Gebruik de tabelcursor om de gewenste tabel te tekenen.
InDesign maakt een tekstkader ter grootte van het getekende gebied en plaatst de tabel daarin.
De rijhoogte van een tabel wordt bepaald door de opgegeven tabelstijl. Zo kan een tabelstijl bijvoorbeeld celstijlen gebruiken voor de opmaak van verschillende delen van de tabel. Als een van deze celstijlen alineastijlen bevat, bepaalt de regelafstandwaarde van de alineastijlen de rijhoogte van dat gebied. Als er geen alineastijl wordt gebruikt, wordt de rijhoogte bepaald door de standaardwitruimte van het document (de witruimte is gebaseerd op de waarde voor de regelafstand. een witruimte rond de pagina is de geschatte hoogte van de markering in geselecteerde tekst).
Voordat u tekst naar een tabel omzet, moet u controleren of de tekst juist is opgesteld.
Als er in een rij minder items staan dan het aantal kolommen in de tabel, zijn de overige cellen leeg.
Selecteer de cellen of tabel die u wilt insluiten en kies Bewerken > Knippen of Kopiëren. Plaats de invoegpositie in de cel waar u de tabel wilt invoegen en kies Bewerken > Plakken.
Klik in een cel, kies Tabel > Tabel invoegen, geef het aantal rijen en kolommen op en klik op OK.
Als u een tabel in een cel maakt, kunt u niet met de muis dat deel van de tabel selecteren dat buiten de cel valt. Maak in plaats daarvan de rij of kolom groter of plaats de invoegpositie in het eerste deel van de tabel en verplaats met de sneltoetsen de invoegpositie en selecteer de tekst.
Wanneer u een Microsoft Word-document met tabellen of een Microsoft Excel-spreadsheet importeert met de opdracht Plaatsen, krijgen de geïmporteerde gegevens de vorm van een bewerkbare tabel. U kunt de opmaak bepalen met gebruik van het dialoogvenster Importopties.
U kunt ook gegevens vanuit een Excel-spreadsheet of een Word-tabel in een InDesign- of InCopy-document plakken. De voorkeursinstellingen voor Klembordafhandeling bepalen hoe tekst die uit een andere toepassing is geplakt wordt opgemaakt. Wanneer u Alleen tekst hebt geselecteerd, worden de gegevens weergegeven als niet-opgemaakte tekst met tabs die u vervolgens kunt omzetten naar een tabel. Wanneer u Alle informatie hebt geselecteerd, wordt de geplakte tekst in een opgemaakte tabel weergegeven.
Als u tekst uit een andere toepassing naar een bestaande tabel plakt, dient u voldoende rijen en kolommen voor de geplakte tekst in te voegen. Selecteer de optie Alleen tekst bij de voorkeuren voor Klembordafhandeling en zorg ervoor dat er minstens één cel is geselecteerd (tenzij u de geplakte tabel in een cel wilt insluiten).
Als u meer controle over de opmaak van de geïmporteerde tabel wilt hebben of de opmaak van de spreadsheet wilt behouden, gebruikt u de opdracht Plaatsen om de tabel te importeren. Als u een koppeling naar de spreadsheet wilt behouden, selecteert u de optie Koppelingen maken bij het plaatsen van tekst- en spreadsheetbestanden in de voorkeursinstellingen bij Bestandsafhandeling.
U kunt tekst met tabs ook kopiëren en plakken in geselecteerde tabelcellen. Dit is een goede manier om inhoud te vervangen met behoud van de opmaak. Veronderstel bijvoorbeeld dat u de inhoud van een opmaaktabel in een maandblad wilt bijwerken. U zou de inhoud kunnen koppelen aan een Excel-spreadsheet. Als de inhoud echter afkomstig is uit een andere bron, kunt u de tekst met tabs met de nieuwe inhoud kopiëren, het celbereik in de opgemaakte InDesign-tabel selecteren en vervolgens de tekst plakken.
U kunt tekst, verankerde objecten, XML-labels en andere tabellen aan tabelcellen toevoegen. De hoogte van een tabelrij wordt aangepast als er extra tekstregels worden toegevoegd, tenzij u een vaste rijhoogte hebt ingesteld. U kunt geen voetnoten toevoegen aan tabellen.
Plaats de invoegpositie in een cel en voer tekst in. Druk op Enter of Return om een nieuwe alinea in dezelfde cel te maken. Druk op Tab om voorwaarts door cellen te gaan (als u in de laatste cel op Tab drukt, wordt een nieuwe rij ingevoegd). Druk op Shift+Tab om achterwaarts door cellen te gaan.
Kopieer de tekst, plaats de invoegpositie in een cel en kies Bewerken > Plakken.
Plaats de invoegpositie op de plaats in een cel waar u tekst wilt toevoegen, kies Bestand > Plaatsen en dubbelklik op een tekstbestand.
Plaats de invoegpositie in de tabelcel waaraan u de afbeelding wilt toevoegen.
De afbeelding of afbeeldingen zijn beschikbaar in het gereedschap Plaatsen.
Klik in elke tabelcel om de afbeelding(en) te plaatsen.
Het is niet mogelijk om InDesign-fragmenten uit de categorie Afbeeldingen in het deelvenster CC Libraries te slepen.
Als u een afbeelding toevoegt die groter is dan de cel, wordt de celhoogte aan de afbeelding aangepast. De breedte wijzigt niet, waardoor de afbeelding aan de rechterkant van de cel kan uitsteken. Als de rij waarin de afbeelding is geplaatst, een vaste hoogte heeft, loopt de cel over als er een afbeelding wordt geplaatst die groter is dan de rijhoogte.
Om te voorkomen dat een cel overloopt, plaatst u de afbeelding buiten de tabel, wijzigt u de grootte van de afbeelding en plakt u deze vervolgens in de tabelcel.
U kunt afbeeldingen ook op de volgende manieren in tabelcellen plaatsen:
Wanneer u een lange tabel maakt, kan deze groter zijn dan één kolom, kader of pagina. Met kop- of voetteksten kunt u bepaalde gegevens boven of onder aan elk gedeelte van de tabel herhalen.
Tijdens het maken van de tabel kunt u een rij voor de kop- en voettekst toevoegen. Met het dialoogvenster Tabelopties voegt u kop- en voettekstrijen toe en wijzigt u de vormgeving van deze rijen. U kunt bodyrijen omzetten naar kop- en voettekstrijen.
Als u tabellen doorlopend wilt nummeren (bijvoorbeeld Tabel 1A, Tabel 1B), voegt u een variabele toe aan de kop- of voettekst van de tabel (zie Doorlopende bijschriften maken voor figuren en tabellen).
De optie Overslaan: eerste is vooral handig wanneer u wilt aangeven dat de kop- of voettekst wordt vervolgd. Zo wilt u bij een tabel die meerdere pagina's beslaat, mogelijk de koptekst "Tabel 2 (vervolg)" gebruiken. In dat geval wilt u niet dat "(vervolg)" aan het begin van de tabel wordt weergegeven, dus u selecteert Overslaan: eerste en u typt Tabel 2 in de eerste rij van de tabel.
U kunt een aantal functies uitvoeren om soortgelijke rijen en kolommen te maken of om ze te dupliceren.
Primair kunt u de volgende functies uitvoeren op tabelrijen en -kolommen:
U kunt tabelrijen en -kolommen verplaatsen van de ene naar een andere positie binnen dezelfde tabel. Voer de volgende stappen uit om rijen/kolommen te slepen en neer te zetten of te dupliceren.
Selecteer de rij of kolom die u naar een andere rij of kolom wilt slepen en neerzetten. Let erop dat u de volledige rij of kolom selecteert. Rijen of kolommen waarvan slechts een deel is geselecteerd, kunnen niet worden gesleept en neergezet.
Plaats de muisaanwijzer boven de geselecteerde rijen. Er wordt dan een speciale cursor weergegeven, ten teken dat de selectie kan worden verplaatst.
De itemrij kan worden gesleept en neergezet. U kunt kolommen en rijen wisselen. Een gesleepte rij kan alleen als rij worden neergezet en een gesleepte kolom kan alleen als kolom worden neergezet.
Wanneer u een rij van de ene locatie naar een andere verplaatst, blijft het totale aantal rijen hier gelijk: drie.
Slepen en neerzetten is uitsluitend mogelijk binnen dezelfde tabel.
Wilt u een rij of kolom dupliceren, dan selecteert u een rij of kolom en drukt u op Alt (Windows) of houdt u Option (Mac) ingedrukt. U kunt meerdere geselecteerde rijen of kolommen slepen en neerzetten, mits het een aaneengesloten selectie betreft.
Sleep de geselecteerde rij of kolom en zet deze neer op de gewenste positie. Wanneer het geselecteerde item wordt gedupliceerd, krijgt u een groter aantal rijen of kolommen.
U kunt ook de inhoud van koptekst- en voettekstrijen naar bodyrijen kopiëren (door te drukken op de Alt-/Opt-toets). Bodyrijen kunnen op dezelfde manier worden gedupliceerd en in kop- of voettekstrijen worden omgezet.
Koptekstrijen kunnen alleen binnen koptekstsecties worden gesleept en neergezet (als er meerdere koptekstrijen zijn), tenzij de rijen zijn gedupliceerd met behulp van Alt/Opt. Bodyrijen kunnen niet naar een koptekstsectie worden gesleept en neergezet, tenzij de rijen zijn gedupliceerd met behulp van Alt/Opt.
U kunt rijen kopiëren en vóór of na een geselecteerde rij plakken. Met de optie Plakken voor/Plakken na kunt u rijen of kolommen in een tabel kopiëren en deze ook in een andere tabel plakken.
Selecteer een rij of een kolom.
Selecteer de kolom of rij.
Kies Tabel > Plakken voor/Plakken na.
Plaats de invoegpositie in de kop- of voettekstrij en kies Tabel > Rijen omzetten > Naar body.
Kies Tabel > Tabelopties > Kopteksten en voetteksten en geef een verschillend aantal kop- of voettekstrijen op.
Aanmelden bij je account