Een verloop is een geleidelijke overvloeiing van twee of meer kleuren of van twee tinten van dezelfde kleur. De manier waarop de kleuren van verlopen worden gescheiden, is afhankelijk van het uitvoerapparaat dat u gebruikt.
Verlopen kunnen het staal Papier, proceskleuren, steunkleuren of gemengde-inktkleuren bij elke kleurmodus bevatten. Verlopen worden gedefinieerd door een reeks kleurstops op de verloopbalk. Een stop is het punt waarop een verloop van de ene kleur in de volgende overgaat. Dit punt wordt aangegeven door een gekleurd vierkantje onder de verloopbalk. Verlopen beginnen standaard met twee kleuren en een middelpunt bij 50%.
Wanneer u een verloop maakt met behulp van kleuren van verschillende modi en u het verloop afdrukt of de kleuren ervan scheidt, worden alle kleuren omgezet in CMYK-proceskleuren. Mogelijk verschuiven de kleuren omdat een andere kleurmodus is geselecteerd. Voor het beste resultaat geeft u verlopen in CMYK-kleuren op.
U kunt verlopen maken, benoemen en bewerken met het deelvenster Stalen dat u ook gebruikt voor effen kleuren en tinten. Naamloze verlopen kunt u ook maken met het deelvenster Verloop.
Om een kleur te selecteren die al in het deelvenster Stalen staat, kiest u Stalen en selecteert u de kleur in de lijst.
Als u een nieuwe naamloze kleur voor het verloop wilt mengen, selecteert u een kleurmodus en geeft u de kleurwaarden op of stelt u de schuifregelaars in.
Tip: Standaard is de eerste stop van het verloop wit. Als u de kleur transparant wilt maken, past u het staal Papier toe.
Sleep de kleurstops die onder de balk staan.
Selecteer een kleurstop onder de balk en voer voor Locatie een waarde in om de positie van die kleur op te geven. Deze positie geeft het percentage van de afstand weer tussen de vorige en de volgende kleur.
Sleep het ruitje boven aan de balk.
Selecteer het ruitje boven aan de balk en voer voor Locatie een waarde in om de positie van de kleur op te geven. Deze positie geeft het percentage van de afstand weer tussen de vorige en de volgende kleur.
Hoewel het deelvenster Stalen de aanbevolen omgeving is voor het maken en opslaan van verlopen, kunt u hiervoor ook het deelvenster Verloop gebruiken (Venster > Kleur > Verloop). Dit deelvenster kent u waarschijnlijk al als u met Adobe Illustrator hebt gewerkt. U kunt het actieve verloop te allen tijde aan het deelvenster Stalen toevoegen. Met het deelvenster Verloop kunt u een naamloos verloop maken dat u niet vaak gaat gebruiken.
A. Verloopvulling B. Vervolgkeuzelijst voor het type verloop C. Knop Omkeren D. Beginkleurstop E. Middelpunt F. Eindkleurstop
Als u een object selecteert dat gebruikmaakt van een benoemd verloop en u bewerkt het verloop met het deelvenster Verloop, wordt alleen de kleur van het desbetreffende object gewijzigd. Als u een benoemd verloop overal wilt wijzigen, dubbelklikt u in het deelvenster Stalen op het staal van het verloop.
Sleep een staal vanuit het deelvenster Stalen en zet het staal op de kleurstop neer.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op een kleurenstaal in het deelvenster Stalen.
In het deelvenster Kleur maakt u een kleur met behulp van de schuifregelaars of de kleurbalk.
U kunt verlopen wijzigen door kleuren toe te voegen om verlopen met meerdere kleuren te maken en door kleurstops en middelpunten aan te passen. U kunt het beste een object vullen met het verloop dat u wilt wijzigen, zodat u tijdens het wijzigen van het verloop direct het effect daarvan op het object kunt zien.
U kunt verlopen wijzigen die vanuit Adobe Illustrator zijn geplakt, vooropgesteld dat het verloop in de AICB-indeling (Adobe Illustrator Clipboard) is geplakt. (Zie Illustrator-afbeeldingen plakken in InDesign.) Selecteer het verloop met het gereedschap Direct selecteren.
Als u een kleurenstaal bewerkt, worden alle verloopstops bijgewerkt die gebruikmaken van het desbetreffende staal waardoor ook het verloop wordt gewijzigd.
U kunt ook een nieuwe kleurstop maken door een staal vanuit het deelvenster Stalen naar de verloopbalk in het deelvenster Verloop te slepen.
Wanneer u een object met een verloop hebt gevuld, kunt u het verloop wijzigen door met het gereedschap Verloopstaal of Verloopdoezelaar
de vulling opnieuw langs een denkbeeldige lijn te "tekenen" (slepen). Met de verloopgereedschappen kunt u de richting van een verloop wijzigen, een ander begin- en eindpunt kiezen en een verloop op meerdere objecten toepassen. Met het gereedschap Verloopdoezelaar kunt u het verloop verzachten in de richting waarin u sleept.
Als u met het gereedschap Verloopdoezelaar over het verloop sleept, worden de kleuren in het verloop zachter gemaakt in het gedeelte waarin u met het gereedschap sleept.
Als u een samengesteld pad met een verloop hebt geselecteerd, hebt u alleen het deelvenster Verloop nodig om een verloop met alle onderliggende paden te bewerken, zonder dat u hierbij het gereedschap Verloop hoeft te gebruiken.
Binnen één tekstkader kunt u meerdere bereiken van verlooptekst langs de standaard zwarte tekst en gekleurde tekst maken.
De eindpunten van het verloop zijn altijd verankerd ten opzichte van het selectiekader van het verlooppad of het tekstkader. Individuele teksttekens geven het deel van het verloop aan waarop ze zijn geplaatst. Als u het tekstkader vergroot en verkleint, of op een andere manier zorgt dat de teksttekens opnieuw overlopen, worden de tekens opnieuw verdeeld over het verloop en worden de kleuren van individuele tekens gewijzigd.
A. Onderliggende verloopvulling B. Teksttekens waarop het verloop is toegepast C. Tekst toegevoegd en tekst verschoven ten opzichte van de verloopvulling
Als u een verloop wilt wijzigen zodat het complete kleurbereik een specifiek bereik van teksttekens dekt, hebt u twee mogelijkheden:
Stel met het gereedschap Verloop de eindpunten van het verloop opnieuw in, zodat ze alleen de tekens bevatten die u hebt geselecteerd bij het toepassen van het verloop.
Selecteer de tekst en zet deze om naar contouren (bewerkbare paden). Pas een verloop op de resulterende contouren toe. Dit is de beste optie voor een kort stukje weergavetekst in een eigen tekstkader. Het verloop (en niet het tekstkader) is permanent aan de contouren verankerd en de contouren blijven met de rest van de tekst overlopen. De contouren werken echter als één inline-afbeelding binnen het tekstkader. U kunt de tekst dus niet bewerken. Bovendien worden de typografische opties niet meer toegepast. Er wordt bijvoorbeeld geen woordafbreking gebruikt voor tekst die naar contouren is omgezet.
Zie Paden van tekstcontouren maken voor informatie over het omzetten van tekstcontouren naar paden.
U kunt verschillende tekstbereiken in één tekstkader selecteren en op elk bereik een uniek verloop toepassen. Elk verloop wordt aan het tekstkader toegevoegd en apart bijgehouden met de tekens die u hebt geselecteerd bij het toepassen van elk verloop. De eindpunten van elk verloop zijn echter verankerd aan het selectiekader van het tekstkader en niet aan individuele tekstblokken.
Aanmelden bij je account