Handboek Annuleren

PDF's weergeven en weergavevoorkeuren

  1. Gebruikershandleiding voor Acrobat
  2. Inleiding tot Acrobat
    1. Acrobat openen vanaf bureaublad, mobiel apparaat, web
    2. Inleiding tot de nieuwe Acrobat-ervaring
    3. Nieuw in Acrobat
    4. Sneltoetsen
    5. Systeemvereisten
  3. Werkruimte
    1. Beginselen van de werkruimte
    2. PDF's openen en weergeven
      1. PDF's openen
      2. Bladeren door PDF-pagina's
      3. PDF-voorkeuren weergeven
      4. PDF-weergaven aanpassen
      5. Miniatuurvoorvertoning van PDF's inschakelen
      6. PDF in browser tonen
    3. Werken met onlineopslagaccounts
      1. Bestanden openen vanuit Box
      2. Bestanden openen vanuit Dropbox
      3. Bestanden openen vanuit OneDrive
      4. Bestanden openen vanuit SharePoint
      5. Bestanden openen vanuit Google Drive
    4. Acrobat en macOS
    5. Acrobat-meldingen
    6. Rasters, hulplijnen en metingen in PDF's
    7. Aziatische tekst, Cyrillische tekst en tekst van rechts naar links in PDF's
  4. PDF's maken
    1. Een overzicht van het maken van PDF's
    2. PDF's maken met Acrobat
    3. PDF's maken met PDFMaker
    4. Adobe PDF-printer gebruiken
    5. Webpagina's converteren naar PDF
    6. PDF's maken met Acrobat Distiller
    7. Conversie-instellingen voor Adobe PDF
    8. PDF-lettertypen
  5. PDF's bewerken
    1. Tekst bewerken in PDF's
    2. Afbeeldingen of objecten bewerken in een PDF
    3. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    4. Gescande PDF's bewerken
    5. Foto's in een document verbeteren die zijn gemaakt met een mobiele camera
    6. PDF's optimaliseren
    7. PDF-eigenschappen en -metagegevens
    8. Koppelingen en bijlagen in PDF's
    9. PDF-lagen
    10. Paginaminiaturen en bladwijzers in PDF's
    11. PDF's geconverteerd naar webpagina's
    12. PDF's instellen voor een presentatie
    13. PDF-artikelen
    14. Georuimtelijke PDF's
    15. Handelingen en scripts toepassen op PDF's
    16. Het standaardlettertype voor het toevoegen van tekst wijzigen
    17. Pagina's verwijderen uit een PDF
  6. Scannen en OCR
    1. Documenten naar PDF scannen
    2. Foto's in een document verbeteren
    3. Scannerproblemen oplossen bij het scanproces in Acrobat
  7. Formulieren
    1. Beginselen van PDF-formulieren
    2. Een geheel nieuw formulier maken in Acrobat
    3. PDF-formulieren maken en distribueren
    4. PDF-formulieren invullen
    5. Eigenschappen van PDF-formuliervelden
    6. PDF-formulieren invullen en ondertekenen
    7. Actieknoppen instellen in PDF-formulieren
    8. Interactieve PDF-webformulieren publiceren
    9. Beginselen van PDF-formuliervelden
    10. PDF-streepjescodeformuliervelden
    11. PDF-formuliergegevens verzamelen en beheren
    12. Formulierbeheer
    13. Help bij PDF-formulieren
    14. PDF-formulieren verzenden naar ontvangers via e-mail of een interne server
  8. Bestanden combineren
    1. Bestanden combineren of samenvoegen in één PDF
    2. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    3. Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering toevoegen aan PDF's
    4. PDF-pagina's bijsnijden
    5. Watermerken toevoegen aan PDF's
    6. Achtergronden toevoegen aan PDF's
    7. Werken met deelbestanden in een PDF-portfolio
    8. PDF-portfolio's publiceren en delen
    9. Overzicht van PDF-portfolio's
    10. PDF-portfolio's maken en aanpassen
  9. Bestanden delen, reviseren en opmerkingen plaatsen
    1. PDF's online delen en bijhouden
    2. Tekst met bewerkingen markeren
    3. Een PDF-revisie voorbereiden
    4. Een PDF-revisie starten
    5. Gedeelde revisies hosten op SharePoint- of Office 365-sites
    6. Deelnemen aan een PDF-revisie
    7. Opmerkingen toevoegen aan PDF's
    8. Een stempel aan een PDF toevoegen
    9. Goedkeuringswerkstromen
    10. Opmerkingen beheren | weergeven, erop reageren, afdrukken
    11. Opmerkingen importeren en exporteren
    12. PDF-revisies bijhouden en beheren
  10. PDF's opslaan en exporteren
    1. PDF's opslaan
    2. PDF converteren naar Word
    3. PDF converteren naar PPTX
    4. PDF converteren naar XLSX of XML
    5. PDF converteren naar JPG
    6. PDF converteren naar PNG
    7. PDF's converteren of exporteren naar andere bestandsindelingen
    8. Bestandsindelingopties voor PDF exporteren
    9. PDF-inhoud opnieuw gebruiken
  11. Beveiliging
    1. Uitgebreide beveiligingsinstelling voor PDF's
    2. PDF's beveiligen met wachtwoorden
    3. Digitale id's beheren
    4. PDF's beveiligen met certificaten
    5. Beveiligde PDF's openen
    6. Vertrouwelijke inhoud uit PDF's verwijderen
    7. Beveiligingsbeleid instellen voor PDF's
    8. Een beveiligingsmethode kiezen voor PDF's
    9. Beveiligingswaarschuwingen wanneer een PDF wordt geopend
    10. PDF's beveiligen met Adobe Experience Manager
    11. Functie Beveiligde weergave voor PDF's
    12. Overzicht van beveiliging in Acrobat en PDF's
    13. JavaScripts in PDF's als beveiligingsrisico
    14. Bijlagen als beveiligingsrisico's
    15. Koppelingen in PDF's toestaan of blokkeren
  12. Elektronische handtekeningen
    1. PDF-documenten ondertekenen
    2. Uw handtekening vastleggen op mobiele apparaten en overal gebruiken
    3. Documenten verzenden ter elektronische ondertekening
    4. Een webformulier maken
    5. Handtekeningen in bulk aanvragen
    6. Online betalingen innen
    7. Branding aan uw account toevoegen
    8. Over certificaathandtekeningen
    9. Op een certificaat gebaseerde handtekeningen
    10. Digitale handtekeningen valideren
    11. AATL-lijst (Adobe Approved Trust List)
    12. Vertrouwde identiteiten beheren
  13. Bezig met afdrukken
    1. Elementaire PDF-afdruktaken
    2. Boeken en PDF-portfolio's afdrukken
    3. Geavanceerde PDF-afdrukinstellingen
    4. Naar PDF afdrukken
    5. PDF's in kleur afdrukken (Acrobat Pro)
    6. PDF's afdrukken in aangepaste grootten
  14. Toegankelijkheid, codes en opnieuw plaatsen
    1. PDF-toegankelijkheid instellen en controleren
    2. Toegankelijkheidsfuncties in PDF's
    3. De tool Leesvolgorde voor PDF's
    4. PDF's lezen met functies voor toegankelijkheid en opnieuw plaatsen
    5. De documentstructuur bewerken met de deelvensters Inhoud en Codes
    6. Toegankelijke PDF's maken
    7. Cloudgebaseerde automatische tagging
  15. Zoeken en indexeren
    1. PDF-indexen maken
    2. Zoeken in PDF's
  16. Multimedia en 3D-modellen
    1. Audio, video en interactieve objecten toevoegen aan PDF's
    2. 3D-modellen toevoegen aan PDF's (Acrobat Pro)
    3. 3D-modellen weergeven in PDF's
    4. Interactie met 3D-modellen
    5. 3D-objecten meten in PDF's
    6. 3D-weergaven instellen in PDF's
    7. 3D-inhoud in PDF inschakelen
    8. Multimedia toevoegen aan PDF's
    9. Opmerkingen maken over 3D-ontwerpen in PDF's
    10. Video-, audio- en multimedia-indelingen in PDF's afspelen
    11. Opmerkingen toevoegen aan video's
  17. Gereedschappen voor afdrukproductie (Acrobat Pro)
    1. Overzicht van tools voor afdrukproductie
    2. Drukkermarkeringen en haarlijnen
    3. Voorbeeld van uitvoer bekijken
    4. Transparantieafvlakking
    5. Kleurconversie en inktbeheer
    6. Kleuren overvullen
  18. Preflight (Acrobat Pro)
    1. PDF/X-, PDF/A- en PDF/E-compatibele bestanden
    2. Preflight-profielen
    3. Geavanceerde Preflight-inspecties
    4. Preflight-rapporten
    5. Preflight-resultaten, objecten en bronnen weergeven
    6. Uitvoerintenties in PDF's
    7. Probleemgebieden corrigeren met Preflight
    8. Documentanalyse automatiseren met droplets of Preflight-handelingen
    9. Documenten analyseren met Preflight
    10. Aanvullende controles in de tool Preflight
    11. Preflight-bibliotheken
    12. Preflight-variabelen
  19. Kleurbeheer
    1. Kleuren consistent houden
    2. Kleurinstellingen
    3. Kleurbeheer van documenten
    4. Werken met kleurprofielen
    5. Werken met kleurbeheer

Voordat u begint

We brengen een nieuwe, meer intuïtieve productervaring uit. Als het scherm dat hier wordt weergegeven, niet overeenkomt met uw productinterface, selecteert u Help voor uw huidige ervaring.

In de nieuwe interface worden de tools aan de linkerkant van het scherm weergegeven.

De openingsweergave van de PDF is afhankelijk van de documenteigenschappen die de maker heeft ingesteld. Een document kan bijvoorbeeld op een bepaalde pagina worden geopend of met een bepaalde vergroting.

PDF's weergeven in de Leesmodus

Als u een document leest, kunt u alle werkbalken en taakvensters verbergen om het weergavegebied op het scherm te maximaliseren.

De basisfuncties voor lezen, zoals paginanavigatie en zoomen, worden weergegeven in een halftransparante werkbalk onderin het venster.

  • Als u de Leesmodus wilt openen, gaat u naar   (Windows) > Weergeven of Weergeven (macOS). Selecteer vervolgens Leesmodus. U kunt ook de knop Leesmodus op de zwevende werkbalk selecteren.

  • Als u het werkgebied wilt herstellen naar de vorige weergave, kiest u   (Windows) > Weergeven of Weergeven (macOS) en selecteert u vervolgens weer de Leesmodus. U kunt ook de knop voor samenvouwen selecteren op de zwevende werkbalk.

Zwevende werkbalk in de Leesmodus
Leesmodus met zwevende werkbalk

PDF's weergeven in de modus Volledig scherm

In de modus Volledig scherm wordt alleen het document weergegeven. De menubalk, werkbalken, taakvensters en vensterbalken zijn verborgen. De maker van een PDF kan een PDF zo instellen dat deze in de modus Volledig scherm wordt geopend. U kunt ook zelf de weergave instellen.De modus Volledig scherm wordt vaak gebruikt voor presentaties, soms in combinatie met automatisch schuiven en paginaovergangen.

In de modus Volledig scherm blijft de muisaanwijzer actief, zodat u koppelingen kunt selecteren en notities kunt openen. Er zijn twee manieren om een PDF-bestand te doorlopen in de modus Volledig scherm. U kunt sneltoetsen gebruiken voor navigatie- en vergrotingsopdrachten, en u kunt een voorkeur voor Volledig scherm instellen om navigatieknoppen voor Volledig scherm weer te geven, die u selecteert om van pagina te wisselen of de modus Volledig scherm uit te schakelen.

U kunt het bekijken van PDF-bestanden ook in de modus Volledig scherm openen om de focus te houden op de content en de opmerkingen die u hebt ontvangen. U kunt omschakelen naar de modus Volledig scherm door op de sneltoets Ctrl + L te drukken.

De navigatiebalkvoorkeuren instellen in de weergave Volledig scherm

  1. Selecteer Volledig scherm onder Categorieën in het dialoogvenster Voorkeuren.
  2. Selecteer Navigatiebalk tonen en selecteer vervolgens OK.

  3. Kies het hamburgermenu   (Windows) > Weergeven of het menu Weergeven (macOS) en selecteer de modus. Volledig scherm.

Op de navigatiebalk Volledig scherm vindt u de knoppen Vorige pagina , Volgende pagina en Volledig scherm sluiten . Deze knoppen worden linksonder in het werkgebied weergegeven.

Een document lezen in de modus Volledig scherm

Als de navigatiebalk niet wordt weergegeven in de modus Volledig scherm, kunt u met sneltoetsen door de PDF navigeren.

Opmerking:

Als u twee monitoren hebt geïnstalleerd, is het mogelijk dat de modus Volledig scherm van een pagina maar op één scherm wordt weergegeven. Klik op het scherm waarop de pagina in de modus Volledig scherm wordt weergegeven om door het document te bladeren.

  1. Kies het hamburgermenu   (Windows) > Weergeven of het menu Weergeven (macOS) en selecteer de modus Volledig scherm.

  2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u naar de volgende pagina wilt gaan, drukt u op Enter, PgDn, Pijl-omlaag of Pijl-rechts.

    • Als u naar de vorige pagina wilt gaan, drukt u op Shift+Enter, PgUp, Pijl-omhoog of Pijl-links.

  3. U sluit de modus Volledig scherm met Ctrl+L of Esc. (Als u wilt afsluiten met Esc, moet dit zijn ingesteld in het venster Volledig scherm van Voorkeuren.)
Opmerking:

Als u de tool Volledig scherm wilt tonen op de werkbalk Algemene tools, klikt u met de rechtermuisknop op het werkbalkgebied en kiest u Tools voor paginaweergave tonen > Modus Volledig scherm. Vervolgens kunt u de modus Volledig scherm inschakelen door de tool Volledig scherm te selecteren.

De huidige status van het deelvenster Tools in Acrobat Reader behouden

Weergavegrootte in Acrobat

U kunt de weergavegrootte van uw PDF aanpassen zodat u deze gemakkelijker kunt lezen op het apparaat dat u gebruikt. 
Kies het hamburgermenu   (Windows) > Weergeven. Selecteer vervolgens de modus Weergavegrootte en kies Klein, Standaard of Groot zoals vereist.
 

Weergavethema's in Acrobat

Ga naar Weergeven > Weergavethema,

U kunt het algemene uiterlijk van Acrobat wijzigen door de weergavethema's in te stellen. Als u het thema wilt kiezen, selecteert u het hamburgermenu   (Windows) > Weergeven of het menu Weergeven (macOS) en selecteert u Weergavethema. Selecteer daarna een van de onderstaande thema's:

  • Systeemthema - wanneer u Systeemthema kiest, wordt de Acrobat-gebruikersinterface aangepast aan het thema van het besturingssysteem. Als het thema van het besturingssysteem wordt gewijzigd terwijl Acrobat actief is, wordt het Acrobat-thema ook bijgewerkt.
  • Lichtgrijs - het thema dat Acrobat standaard gebruikt, is Lichtgrijs. Alle gebruikersinterface-elementen en de documentachtergrond worden lichtgrijs weergegeven.
  • Donkergrijs - wanneer u het thema op Donkergrijs instelt, wordt de visuele ergonomie verbeterd door minder vermoeidheid van de ogen en verbeterd schermgebruik in donkere omgevingen, terwijl er energie wordt bespaard. Het donkere thema wordt nu ook toegepast op het bovenste menu, het contextmenu, de schuifbalk en het deelvenster voor opmerkingen.

Voorkeuren voor het weergeven van PDF's

In het dialoogvenster Voorkeuren kunt u een standaardpagina-indeling definiëren en de applicatie ook op andere manieren aanpassen. Voor het weergeven van PDF's bekijkt u de voorkeuropties voor Documenten, Volledig scherm, Algemeen, Paginaweergave en 3D en multimedia.

De voorkeurinstellingen bepalen het gedrag van de toepassing. De instellingen zijn niet gekoppeld aan een specifiek PDF-document. Kies het hamburgermenu   (Windows) > Voorkeuren  of Acrobat / Adobe Acrobat Reader Voorkeuren (macOS) om het dialoogvenster Voorkeuren te openen.

Opmerking:

Als u insteekmodules van derden installeert, kunt u de voorkeuren hiervoor instellen met Voorkeuren van derden.

Het dialoogvenster Voorkeuren in Acrobat

Voorkeuren voor Documenten

Instellingen bij openen

  • Instellingen voor laatste weergave herstellen bij opnieuw openen van documenten: hiermee geeft u aan of documenten automatisch moeten worden geopend op de pagina die het laatst is weergegeven tijdens een sessie.
  • Documentkruisverwijzingen openen in hetzelfde venster: hiermee sluit u het huidige document en opent u het document waarnaar de koppeling verwijst in hetzelfde venster. Op deze wijze beperkt u het aantal geopende vensters. Als u het document waarnaar de koppeling verwijst, al in een ander venster hebt geopend, wordt het huidige document niet gesloten. Als u deze optie niet selecteert, wordt elke keer een nieuw venster geopend wanneer u op een koppeling naar een ander document klikt.
  • Laagstatus door gebruikersgegevens instellen toestaan: hiermee kan de auteur van een gelaagd PDF-document de zichtbaarheid van lagen instellen op basis van gebruikersgegevens.
  • Toestaan dat documenten menubalk, werkbalken en vensterbalk verbergen: hiermee staat u toe dat de PDF bepaalt of de menubalk, werkbalk en vensterbesturingselementen zijn verborgen wanneer de PDF wordt geopend.
  • Bestandsnaam altijd gebruiken als documenttitel: hiermee kunt u de bestandsnaam als documenttitel gebruiken. (Standaard uitgeschakeld.)
  • Documenten in lijst met meest recente bestanden: hiermee stelt u in hoeveel documenten er maximaal in het menu Bestand kunnen worden vermeld.

Instellingen voor opslaan

  • Documentwijzigingen automatisch opslaan in tijdelijk bestand elke _ minuten: bepaalt hoe vaak de wijzigingen in een geopend document worden opgeslagen in Acrobat.
  • 'Opslaan als' optimaliseert voor snelle webweergave: hiermee deelt u een PDF-document opnieuw in, zodat het per pagina kan worden gedownload van webservers.
  • Bestandsgrootte altijd verkleinen voor bestanden die groter zijn dan 10 MB: hiermee wordt de grootte van de PDF automatisch verkleind als het bestand groter is dan 10 MB.

Weergavemodus PDF/A

  • Met Documenten weergeven in modus PDF/A bepaalt u wanneer deze weergavemodus wordt gebruikt: Nooit of Alleen voor PDF/A-documenten.

Verborgen gegevens

Hiermee doorzoekt u de PDF op items die niet direct waarneembaar zijn, zoals metagegevens, bestandsbijlagen, opmerkingen, verborgen tekst en verborgen lagen. De zoekresultaten worden in een dialoogvenster weergegeven waarin u elk type item desgewenst kunt verwijderen.

  • Verborgen gegevens verwijderen bij het sluiten van het document (Standaard niet geselecteerd.)
  • Verborgen gegevens verwijderen bij het verzenden van een document per e-mail (Standaard niet geselecteerd.)

Redactie

  • De bestandsnaam aanpassen bij het opslaan van toegepaste redactiemarkeringen: verwijst naar een voor- of achtervoegsel dat moet worden gebruikt bij het opslaan van een bestand waarop redactiemarkeringen zijn toegepast.
  • Kies lokalisatie voor Tekstpatronen zoeken en verwijderen: bepaalt welke geïnstalleerde taalversie van Acrobat moet worden gebruikt voor de patronen. Als u bijvoorbeeld zowel de Engelse als de Duitse versie hebt geïnstalleerd, kunt u voor de patronen uit deze talen kiezen. De optie Patronen wordt weergegeven in de dialoogvensters Zoeken en Redigeren.

Voorkeuren voor volledig scherm

Instellingen voor volledig scherm

  • Alleen huidig document: hiermee bepaalt u of deze weergave wordt beperkt tot één PDF.
  • Pagina's een voor een op scherm weergeven: hiermee stelt u de paginaweergave in op maximaal één pagina per scherm.
  • Waarschuwen als voor document volledig scherm nodig is: hiermee verschijnt er een bericht voordat de modus Volledig scherm wordt geactiveerd. Als u deze optie selecteert, overschrijft u de eerdere selectie van Dit bericht niet meer weergeven in dat bericht.
  • Gebruik monitor: hiermee selecteert u de monitor voor de weergave Volledig scherm (voor gebruikers die met meerdere monitoren werken).

Navigatie in volledig scherm

  • Afsluiten met Esc-toets: hiermee kunt u de modus Volledig scherm afsluiten door op de toets Esc te drukken. Als deze optie niet is geselecteerd, kunt u afsluiten met Ctrl+L.
  • Navigatiebalk tonen: hiermee kunt u een minimale navigatiebalk weer laten geven, onafhankelijk van de documentinstellingen.
  • Linkermuisknop voor de volgende pagina en rechtermuisknop voor de vorige pagina: hiermee kunt u in een Adobe PDF-document bladeren door met de muis te klikken. U kunt een document ook doorlopen met Return, Shift+Return (om terug te gaan) of met de pijltoetsen.
  • Vooraan beginnen na laatste pagina: hiermee kunt u doorlopend door een PDF-document bladeren. Als u doorbladert op de laatste pagina, komt u weer op de eerste pagina terecht. Deze optie wordt doorgaans gebruikt voor kioskweergaven.
  • Doorgaan elke _ seconden: hiermee bepaalt u of u na een bepaald aantal seconden automatisch naar een volgende pagina wilt gaan. Als u deze optie hebt geselecteerd, kunt u nog steeds met muis- of toetsenbordopdrachten door een document bladeren.

Weergave van volledig scherm

  • Achtergrondkleur: bepaalt de achtergrondkleur van het venster in de modus Volledig scherm. U kunt een kleur selecteren in het kleurenpalet om de achtergrondkleur aan te passen.
  • Muiscursor: hiermee geeft u aan of u in de modus Volledig scherm de muisaanwijzer wilt weergeven.

Overgangen voor volledig scherm

  • Alle paginaovergangen uitschakelen: hiermee verwijdert u de overgangseffecten uit presentaties die u bekijkt in de modus Volledig scherm.
  • Standaardovergang: hiermee geeft u aan welk overgangseffect u wilt gebruiken wanneer u in de modus Volledig scherm naar een andere pagina gaat en er geen overgangseffect is ingesteld in het document.
  • Richting: hiermee bepaalt u de richting van de geselecteerde standaardovergang op het scherm, zoals Omlaag, Links, Horizontaal, enzovoort. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de overgang. Wanneer de geselecteerde standaardovergang niet wordt beïnvloed door richtingsopties, is deze optie niet beschikbaar.
  • Navigatie regelt richting: hiermee wordt de voortgang van de gebruiker door de presentatie gesimuleerd: de overgang gaat van boven naar beneden als de gebruiker naar de volgende pagina gaat en van beneden naar boven als de gebruiker naar de vorige pagina gaat. Deze mogelijkheid is alleen beschikbaar voor overgangen met richtingsopties.

 

Algemene voorkeuren

Basistools

  • Sneltoetsen van één toets gebruiken om opties te openen: hiermee kunt u tools selecteren met één toetsaanslag. Deze optie is standaard uitgeschakeld.
  • Webkoppelingen van URL's maken: hiermee geeft u aan of koppelingen die niet met Acrobat zijn gemaakt, automatisch worden herkend in het PDF-document en klikbare koppelingen worden.
  • Tekst en afbeeldingen selecteren met tool Handje: hiermee functioneert de tool Handje als de tool Selectie wanneer er tekst mee wordt aangewezen in een Adobe PDF.
  • Artikelen lezen met tool Handje: hiermee wijzigt u het uiterlijk van de aanwijzer van de tool Handje als deze zich op een artikelthread bevindt. Als u voor de eerste keer klikt, vult het artikel het documentvenster horizontaal. Als u daarna klikt, wordt de thread van het artikel gevolgd.
  • Muiswielzoomen met tool Handje: hiermee wijzigt u de actie van het muiswiel van schuiven naar zoomen.
  • Afbeeldingen vóór tekst selecteren met tool Selectie: hiermee wijzigt u de selectievolgorde voor de tool Selectie.
  • Snelle acties weergeven bij tekstselectie: hiermee wordt de werkbalk Snelle actie weergegeven wanneer tekst of afbeeldingen worden geselecteerd.
  • Online-opslag tonen bij openen van bestanden: geef de cloudopslag weer in het dialoogvenster Bestand openen.
  • Online-opslag tonen bij opslaan van bestanden: geef de cloudopslag weer bij het opslaan van het bestand.
  • PDF's van de laatste sessie openen bij starten van Acrobat: PDF's uit de vorige sessie weer openen wanneer Acrobat wordt gestart.
  • Documenten openen als nieuwe tabbladen in hetzelfde venster (opnieuw opstarten vereist): groepeert meerdere documenten in tabbladen wanneer deze worden geopend. U kunt tabbladen ook als aparte vensters weergeven. Selecteer een tabblad en sleep de miniatuur die dan verschijnt van de werkbalk. Laat het tabblad vervolgens los. 
  • Vragen alvorens meerdere tabbladen te sluiten: vraagt de gebruiker om bevestiging voordat Acrobat wordt gesloten.
  • Bestanden met ster weergeven op tabblad Recent: toont de bestanden waaraan een ster is toegekend als kaarten in de weergave Start.
  • Vaste resolutie gebruiken voor afbeeldingen van tool Momentopname: hier kunt u de resolutie instellen waarmee een met Momentopname vastgelegde afbeelding wordt gekopieerd.
  • Voorbeelden van PDF-miniaturen inschakelen in Windows Verkenner: selecteer deze optie om PDF's weer te geven als een miniatuurvoorvertoning in Windows Verkenner.
  • Aanraakmodus: u kunt instellen of en hoe de aanraakmodus van Acrobat wordt geactiveerd op apparaten met aanraakfunctionaliteit. De werkbalkknoppen, deelvensters en menu's verschuiven in de aanraakmodus iets, waardoor u ze met uw vingers kunt selecteren. De aanraakmodus optimaliseert de weergave en ondersteunt de meest gebruikte bewegingen.
  • Schaal instellen voor schermresolutie (opnieuw opstarten vereist): de schermresolutie wordt automatisch gedetecteerd en de PDF wordt hierop geschaald. U kunt ook de PDF ongewijzigd weergeven, ongeacht de schermresolutie.

 

Waarschuwingen

  • Bewerkingswaarschuwingen niet tonen: hiermee schakelt u waarschuwingen uit die normaal worden weergegeven wanneer u items verwijdert, zoals koppelingen, pagina's, miniaturen en bladwijzers.
  • Alle waarschuwingen opnieuw instellen: herstelt de standaardinstellingen voor waarschuwingen.

 

Berichten van Adobe

  • Berichten tonen bij starten van Adobe Acrobat: hiermee staat u toe dat in-product marketingberichten van Adobe in het Welkomstscherm verschijnen wanneer u de toepassing start zonder dat er een document is geopend. Klik op een bericht voor meer informatie over functies, updates of online services, of om een element in de toepassing te openen, zoals een taakvenster. Schakel de optie uit als u niet wilt dat er in-product marketingberichten verschijnen. 
Opmerking:

Transactieberichten die de Adobe Online Services faciliteren, kunnen niet worden uitgeschakeld.

Toepassing starten

  • Alleen gecertificeerde insteekmodules gebruiken: hiermee zorgt u ervoor dat er alleen insteekmodules van andere fabrikanten worden geladen die zijn gecertificeerd door Adobe. De notatie voor de optie Momenteel in gecertificeerde modus is Ja of Nee, afhankelijk van de status.
  • 2D grafische accelerator controleren (alleen Windows): (deze optie is alleen beschikbaar als de computerhardware 2D-versnelling voor afbeeldingen ondersteunt). Wanneer deze optie is geselecteerd, kan de hardwareversnelling worden gebruikt wanneer het eerste document wordt geopend. Wanneer deze optie niet is geselecteerd, wordt de hardwareversnelling gestart nadat het eerste document is geopend. Deze optie kan het opstarten vertragen en daarom is deze optie standaard uitgeschakeld.
Opmerking:

Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optie 2D-versnelling voor afbeeldingen gebruiken in de voorkeuren voor Paginaweergave is geselecteerd.

  • Standaardversie van PDF-handler selecteren (alleen Windows): deze instelling geeft aan welke toepassing wordt gebruikt - Reader of Acrobat - om PDF's te openen. Deze is van toepassing als zowel Acrobat als Reader op uw computer is geïnstalleerd.
  • Waarschuwen als Adobe Acrobat niet mijn standaard-PDF-toepassing is (alleen Windows): als Acrobat niet is ingesteld als standaard PDF-handler, verschijnt er een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd of u Adobe Acrobat als standaard PDF-toepassing wilt instellen wanneer u Acrobat start.

Voorkeuren voor paginaweergave

Standaardindeling en -zoomfactor

  • Pagina-indeling: hiermee stelt u de pagina-indeling voor schuiven in wanneer u een document voor het eerst opent. De standaardinstelling is Automatisch. De instelling voor Pagina-indeling in Bestand > Eigenschappen > Weergave bij openen overschrijft deze waarde.
  • Zoomen: hiermee stelt u de zoomfactor in voor PDF-documenten wanneer ze voor het eerst worden geopend. De standaardinstelling is Automatisch. De vergroting in Bestand > Eigenschappen > Weergave bij openen overschrijft deze waarde.
Opmerking:

Twee voorwaarden kunnen paginaopmaak en zoomen beïnvloeden. 1) Iemand heeft al een afzonderlijke PDF ingesteld op een andere oorspronkelijke weergave in Bestand > Eigenschappen. 2) U hebt de optie Instellingen voor laatste weergave herstellen bij opnieuw openen van documenten geselecteerd in Bewerken > Voorkeuren > Documentcategorie.

Resolutie

  • Gebruik systeeminstelling: hiermee gebruikt u de systeeminstellingen voor de schermresolutie.
  • Eigen resolutie: hiermee stelt u de schermresolutie in.

Renderen

  • Tekst vloeiend maken: hiermee geeft u op welke methode u wilt gebruiken voor het vloeiend maken van tekst.
  • Gladde lijnen: hiermee verzacht u abrupte hoeken in lijnen.
  • Gladde afbeeldingen: hiermee minimaliseert u abrupte wijzigingen in afbeeldingen.
  • Lokale fonts gebruiken: hiermee bepaalt u of de toepassing lokale fonts gebruikt of dat lokale fonts op het systeem moeten worden genegeerd. Wanneer u deze optie niet selecteert, worden vervangende fonts gebruikt voor fonts die niet in de PDF zijn ingesloten. Als een lettertype niet kan worden vervangen, verschijnt de tekst als opsommingstekens en ziet u een waarschuwing.
  • Dunne lijnen verbeteren: wanneer deze optie is geselecteerd, worden dunne lijnen in de weergave duidelijker zichtbaar.
  • Paginacache gebruiken: hiermee wordt de volgende pagina in een buffer geplaatst voordat de huidige pagina wordt weergegeven. Hierdoor kunt u sneller door een document bladeren.
  • 2D-versnelling voor afbeeldingen gebruiken (alleen Windows): (deze optie is alleen beschikbaar als de computerhardware 2D-versnelling voor afbeeldingen ondersteunt). Hiermee versnelt u het zoomen, schuiven en opnieuw tekenen van pagina-inhoud. Verder wordt de rendering en bewerking van 2D PDF-inhoud versneld. Deze optie is standaard geselecteerd.  
Opmerking:

Als deze optie niet beschikbaar is in de voorkeuren voor Paginaweergave, moet u mogelijk het stuurprogramma van de GPU-kaart bijwerken om deze hardwarefunctie in te schakelen. Neem contact op met de verkoper van de kaart of met de computerfabrikant voor een bijgewerkt stuurprogramma.

Pagina-inhoud en -informatie

  • Grote afbeeldingen weergeven: geeft grote afbeeldingen weer. Schakel deze optie uit als het veel tijd kost om pagina's met veel afbeeldingen weer te geven.
  • Vloeiend zoomen (alleen Windows): wanneer u deze optie niet selecteert, worden animatie-effecten uitgeschakeld, zodat het systeem sneller is.
  • Illustratievak, bijsnijdvak en doorloopvak tonen: hiermee geeft u alle illustratie-, bijsnijd- of overloopvakken weer die voor een document zijn gedefinieerd.
  • Transparantieraster weergeven: hiermee kunt u het raster achter transparante objecten weergeven.
  • Logische paginanummers gebruiken: hiermee schakelt u de opdracht Pagina's nummeren in om de positie van pagina in de PDF gelijk te maken aan het nummer dat op de pagina is afgedrukt. Op de werkbalk Paginanavigatie en in de dialoogvensters Ga naar pagina en Afdrukken wordt een paginanummer weergegeven, gevolgd door de paginapositie tussen haakjes. Bijvoorbeeld, i (1 van 1) als het afgedrukte nummer van de eerste pagina i is. Als u deze optie niet selecteert, worden de pagina's genummerd met Arabische cijfers die beginnen bij 1. Als u deze optie selecteert, voorkomt u onverwacht gedrag wanneer u in de webbrowser op Vorige of Terug klikt.
  • Altijd formaat van documentpagina weergeven: hiermee geeft u de pagina-afmetingen weer naast de horizontale schuifbalk.
  • Overdrukvoorbeeld: hiermee stelt u in of de modus Overdrukvoorbeeld alleen is ingeschakeld voor PDF/X-bestanden, nooit is ingeschakeld, altijd is ingeschakeld of automatisch wordt ingesteld. Wanneer u deze optie instelt op Automatisch en een document bevat overdruk, wordt de modus Overdrukvoorbeeld geactiveerd. In de modus Overdrukvoorbeeld kunt u (op het scherm) zien wat de effecten zijn van inkt-aliasing op de afgedrukte uitvoer. Een drukker of prepress-serviceprovider kan bijvoorbeeld een inkt-alias maken als een document twee steunkleuren bevat terwijl er maar één nodig is.
  • Standaardkleurruimte voor transparantiemenging: hiermee wordt de standaardkleurruimte, de Werkruimte RGB of de Werkruimte CMYK ingesteld voor overvloeiing van transparantie.

Weergavemodus Reference XObjects

  • Doelen van Reference XObjects: hiermee geeft u het type document op waarin referentie-XObjects kunnen worden weergegeven.
  • Locatie van gerefereerde bestanden (optioneel): hiermee geeft u een locatie op voor de bestanden waarnaar wordt verwezen.

Aanraakmodus voor tablets en mobiele apparaten

De aanraakmodus is handig als u Acrobat en Acrobat Reader gebruikt op apparaten met aanraakfunctionaliteit. De werkbalkknoppen, deelvensters en menu's verschuiven iets, waardoor u ze met uw vingers kunt selecteren. De aanraakmodus optimaliseert de weergave en ondersteunt de meest gebruikte bewegingen. Acrobat en Acrobat Reader schakelen automatisch naar de aanraakmodus op apparaten met aanraakfunctionaliteit. U kunt de standaard voorkeursinstelling voor de aanraakmodus wijzigen.

Voorkeuren voor de aanraakmodus wijzigen

  1. U kunt uw voorkeuren openen door het hamburgermenu   > Voorkeuren (Windows) of Acrobat/Adobe Acrobat Reader > Voorkeuren (macOS) te selecteren.

  2. Selecteer onder Categorieën de optie Algemeen.

  3. In Tools van werkbalk Basis kiest u de gewenste standaardinstelling in het menu Aanraakmodus.

De PDF/A-weergavemodus wijzigen

PDF/A is een ISO-norm voor langetermijnarchivering en -opslag van elektronische documenten. Documenten die u naar PDF scant, zijn PDF/A-compatibel. U kunt opgeven of u documenten in deze weergavemodus wilt weergeven.

Als u een PDF/A-compatibel document opent in de PDF/A-weergavemodus, wordt het document geopend in de Leesmodus om te voorkomen dat het bewerkt wordt. Er wordt een bericht weergegeven in de documentberichtenbalk. U kunt geen veranderingen aanbrengen in het document of annotaties toevoegen. Als u de PDF/A-modus uitschakelt, kunt u het document bewerken.

  1. Selecteer Documenten onder Categorieën in het dialoogvenster Voorkeuren.

  2. Kies een optie bij Documenten weergeven in modus PDF/A: Nooit of Alleen voor PDF/A-documenten.

    U kunt de weergavemodus PDF/A in- of uitschakelen door deze voorkeursinstelling te wijzigen.

PDF's bekijken in de weergave Lijndikte

In de weergave Lijndikte worden lijnen weergegeven met de dikten die zijn gedefinieerd in de PDF. Als de weergave Lijndikte is uitgeschakeld, hebben lijnen een constante dikte (1 pixel), ongeacht de zoominstelling. Als u het document afdrukt, wordt de lijn met de ware dikte afgedrukt.

  1. Selecteer   (Windows) > Weergeven of Weergeven (macOS), selecteer vervolgens > Tonen/verbergen > Linialen en rasters > Lijndikten. Als u de weergave Lijndikten wilt uitschakelen, kiest u weer   > Weergeven (Windows), Weergeven (macOS) > Tonen/verbergen > Linialen en rasters > Lijndikten.

Opmerking:

U kunt de weergave Lijndikte niet uitschakelen als u PDF's bekijkt in een webbrowser.

Het navigatiedeelvenster, het deelvenster Tools, werkbalkitems en meer tonen of verbergen

Terwijl u een PDF bekijkt, kunt u de volgende elementen selecteren voor weergave in Acrobat. Hiervoor kiest u het menu Weergeven > Tonen/Verbergen:

  • Navigatievensters: het navigatievenster is een gedeelte van de werkruimte waarin u verschillende navigatiedeelvensters kunt weergeven. Selecteer de items die u in het navigatiemenu wilt weergeven of verbergen. Zie PDF-pagina's doorbladeren voor meer informatie over het navigatievenster.
  • Deelvenster Tools: in het rechterdeelvenster van Acrobat worden veelgebruikte tools weergegeven. Kies Weergeven > Tonen/Verbergen > Deelvenster Tools om het rechtervenster met tools samen te vouwen.
  • Werkbalkitems: als u alle werkbalken wilt verbergen, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Werkbalkitems > Werkbalken verbergen. Als u werkbalken wilt terugzetten naar de standaardconfiguratie, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Werkbalkitems > Werkbalken opnieuw instellen.
  • Paginabesturingselementen: u kunt ervoor kiezen om de besturingselementen van een pagina al dan niet te verbergen, zoals de besturingselementen voor het aanpassen aan schuiven in de breedte, het aanpassen aan één volledige pagina, de zwevende werkbalk en meer. Kies Weergeven > Tonen/Verbergen > Paginabesturingselementen > Paginabesturingselementen tonen. Als u de zwevende werkbalk wilt verbergen, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Paginabesturingselementen > Loskoppelen.
  • Menubalk: als u de menubalk wilt tonen of verbergen, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Menubalk. U kunt ook de toetsenbordfunctie F9 gebruiken.
  • Knoplabels: hiermee geeft u de knoplabels van de geselecteerde tool weer. Als u de knoplabels wilt tonen of verbergen, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Knoplabels.
  • Linialen en rasters: met rasters kunt u tekst en objecten in een document nauwkeurig uitlijnen. Als u het raster wilt weergeven of verbergen, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Linialen en rasters > Raster. Als het raster wordt weergegeven, ziet u een vinkje naast de opdracht. Zie voor meer informatie Rasters, hulplijnen en metingen in PDF's. 
  • Cursorcoördinaten: in het venster Cursorcoördinaten ziet u de coördinaten van de aanwijzerpositie in het documentvenster. Als u de x- en y-coördinaten wilt weergeven, kiest u Weergeven > Tonen/Verbergen > Cursorcoördinaten. Zie Cursorcoördinaten weergeven voor meer informatie.

Een gereviseerde PDF vergelijken met een eerdere versie (Acrobat Pro)

Met de functie Bestanden vergelijken kunt u zien wat de verschillen zijn tussen twee versies van een PDF. U kunt een groot aantal weergaveopties aanpassen voor de resultaten van de vergelijking. Zie Twee versies van een PDF-bestand vergelijken voor meer informatie.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?