Handboek Annuleren

Aanvullende controles in Preflight (Acrobat Pro)

  1. Gebruikershandleiding voor Acrobat
  2. Inleiding tot Acrobat
    1. Acrobat openen vanaf bureaublad, mobiel apparaat, web
    2. Inleiding tot de nieuwe Acrobat-ervaring
    3. Nieuw in Acrobat
    4. Sneltoetsen
    5. Systeemvereisten
  3. Werkruimte
    1. Beginselen van de werkruimte
    2. PDF's openen en weergeven
      1. PDF's openen
      2. Bladeren door PDF-pagina's
      3. PDF-voorkeuren weergeven
      4. PDF-weergaven aanpassen
      5. Miniatuurvoorvertoning van PDF's inschakelen
      6. PDF in browser tonen
    3. Werken met onlineopslagaccounts
      1. Bestanden openen vanuit Box
      2. Bestanden openen vanuit Dropbox
      3. Bestanden openen vanuit OneDrive
      4. Bestanden openen vanuit SharePoint
      5. Bestanden openen vanuit Google Drive
    4. Acrobat en macOS
    5. Acrobat-meldingen
    6. Rasters, hulplijnen en metingen in PDF's
    7. Aziatische tekst, Cyrillische tekst en tekst van rechts naar links in PDF's
  4. PDF's maken
    1. Een overzicht van het maken van PDF's
    2. PDF's maken met Acrobat
    3. PDF's maken met PDFMaker
    4. Adobe PDF-printer gebruiken
    5. Webpagina's converteren naar PDF
    6. PDF's maken met Acrobat Distiller
    7. Conversie-instellingen voor Adobe PDF
    8. PDF-lettertypen
  5. PDF's bewerken
    1. Tekst bewerken in PDF's
    2. Afbeeldingen of objecten bewerken in een PDF
    3. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    4. Gescande PDF's bewerken
    5. Foto's in een document verbeteren die zijn gemaakt met een mobiele camera
    6. PDF's optimaliseren
    7. PDF-eigenschappen en -metagegevens
    8. Koppelingen en bijlagen in PDF's
    9. PDF-lagen
    10. Paginaminiaturen en bladwijzers in PDF's
    11. PDF's geconverteerd naar webpagina's
    12. PDF's instellen voor een presentatie
    13. PDF-artikelen
    14. Georuimtelijke PDF's
    15. Handelingen en scripts toepassen op PDF's
    16. Het standaardlettertype voor het toevoegen van tekst wijzigen
    17. Pagina's verwijderen uit een PDF
  6. Scannen en OCR
    1. Documenten naar PDF scannen
    2. Foto's in een document verbeteren
    3. Scannerproblemen oplossen bij het scanproces in Acrobat
  7. Formulieren
    1. Beginselen van PDF-formulieren
    2. Een geheel nieuw formulier maken in Acrobat
    3. PDF-formulieren maken en distribueren
    4. PDF-formulieren invullen
    5. Eigenschappen van PDF-formuliervelden
    6. PDF-formulieren invullen en ondertekenen
    7. Actieknoppen instellen in PDF-formulieren
    8. Interactieve PDF-webformulieren publiceren
    9. Beginselen van PDF-formuliervelden
    10. PDF-streepjescodeformuliervelden
    11. PDF-formuliergegevens verzamelen en beheren
    12. Formulierbeheer
    13. Help bij PDF-formulieren
    14. PDF-formulieren verzenden naar ontvangers via e-mail of een interne server
  8. Bestanden combineren
    1. Bestanden combineren of samenvoegen in één PDF
    2. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    3. Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering toevoegen aan PDF's
    4. PDF-pagina's bijsnijden
    5. Watermerken toevoegen aan PDF's
    6. Achtergronden toevoegen aan PDF's
    7. Werken met deelbestanden in een PDF-portfolio
    8. PDF-portfolio's publiceren en delen
    9. Overzicht van PDF-portfolio's
    10. PDF-portfolio's maken en aanpassen
  9. Bestanden delen, reviseren en opmerkingen plaatsen
    1. PDF's online delen en bijhouden
    2. Tekst met bewerkingen markeren
    3. Een PDF-revisie voorbereiden
    4. Een PDF-revisie starten
    5. Gedeelde revisies hosten op SharePoint- of Office 365-sites
    6. Deelnemen aan een PDF-revisie
    7. Opmerkingen toevoegen aan PDF's
    8. Een stempel aan een PDF toevoegen
    9. Goedkeuringswerkstromen
    10. Opmerkingen beheren | weergeven, erop reageren, afdrukken
    11. Opmerkingen importeren en exporteren
    12. PDF-revisies bijhouden en beheren
  10. PDF's opslaan en exporteren
    1. PDF's opslaan
    2. PDF converteren naar Word
    3. PDF converteren naar PPTX
    4. PDF converteren naar XLSX of XML
    5. PDF converteren naar JPG
    6. PDF converteren naar PNG
    7. PDF's converteren of exporteren naar andere bestandsindelingen
    8. Bestandsindelingopties voor PDF exporteren
    9. PDF-inhoud opnieuw gebruiken
  11. Beveiliging
    1. Uitgebreide beveiligingsinstelling voor PDF's
    2. PDF's beveiligen met wachtwoorden
    3. Digitale id's beheren
    4. PDF's beveiligen met certificaten
    5. Beveiligde PDF's openen
    6. Vertrouwelijke inhoud uit PDF's verwijderen
    7. Beveiligingsbeleid instellen voor PDF's
    8. Een beveiligingsmethode kiezen voor PDF's
    9. Beveiligingswaarschuwingen wanneer een PDF wordt geopend
    10. PDF's beveiligen met Adobe Experience Manager
    11. Functie Beveiligde weergave voor PDF's
    12. Overzicht van beveiliging in Acrobat en PDF's
    13. JavaScripts in PDF's als beveiligingsrisico
    14. Bijlagen als beveiligingsrisico's
    15. Koppelingen in PDF's toestaan of blokkeren
  12. Elektronische handtekeningen
    1. PDF-documenten ondertekenen
    2. Uw handtekening vastleggen op mobiele apparaten en overal gebruiken
    3. Documenten verzenden ter elektronische ondertekening
    4. Een webformulier maken
    5. Handtekeningen in bulk aanvragen
    6. Online betalingen innen
    7. Branding aan uw account toevoegen
    8. Over certificaathandtekeningen
    9. Op een certificaat gebaseerde handtekeningen
    10. Digitale handtekeningen valideren
    11. AATL-lijst (Adobe Approved Trust List)
    12. Vertrouwde identiteiten beheren
  13. Bezig met afdrukken
    1. Elementaire PDF-afdruktaken
    2. Boeken en PDF-portfolio's afdrukken
    3. Geavanceerde PDF-afdrukinstellingen
    4. Naar PDF afdrukken
    5. PDF's in kleur afdrukken (Acrobat Pro)
    6. PDF's afdrukken in aangepaste grootten
  14. Toegankelijkheid, codes en opnieuw plaatsen
    1. PDF-toegankelijkheid instellen en controleren
    2. Toegankelijkheidsfuncties in PDF's
    3. De tool Leesvolgorde voor PDF's
    4. PDF's lezen met functies voor toegankelijkheid en opnieuw plaatsen
    5. De documentstructuur bewerken met de deelvensters Inhoud en Codes
    6. Toegankelijke PDF's maken
    7. Cloudgebaseerde automatische tagging
  15. Zoeken en indexeren
    1. PDF-indexen maken
    2. Zoeken in PDF's
  16. Multimedia en 3D-modellen
    1. Audio, video en interactieve objecten toevoegen aan PDF's
    2. 3D-modellen toevoegen aan PDF's (Acrobat Pro)
    3. 3D-modellen weergeven in PDF's
    4. Interactie met 3D-modellen
    5. 3D-objecten meten in PDF's
    6. 3D-weergaven instellen in PDF's
    7. 3D-inhoud in PDF inschakelen
    8. Multimedia toevoegen aan PDF's
    9. Opmerkingen maken over 3D-ontwerpen in PDF's
    10. Video-, audio- en multimedia-indelingen in PDF's afspelen
    11. Opmerkingen toevoegen aan video's
  17. Gereedschappen voor afdrukproductie (Acrobat Pro)
    1. Overzicht van tools voor afdrukproductie
    2. Drukkermarkeringen en haarlijnen
    3. Voorbeeld van uitvoer bekijken
    4. Transparantieafvlakking
    5. Kleurconversie en inktbeheer
    6. Kleuren overvullen
  18. Preflight (Acrobat Pro)
    1. PDF/X-, PDF/A- en PDF/E-compatibele bestanden
    2. Preflight-profielen
    3. Geavanceerde Preflight-inspecties
    4. Preflight-rapporten
    5. Preflight-resultaten, objecten en bronnen weergeven
    6. Uitvoerintenties in PDF's
    7. Probleemgebieden corrigeren met Preflight
    8. Documentanalyse automatiseren met droplets of Preflight-handelingen
    9. Documenten analyseren met Preflight
    10. Aanvullende controles in de tool Preflight
    11. Preflight-bibliotheken
    12. Preflight-variabelen
  19. Kleurbeheer
    1. Kleuren consistent houden
    2. Kleurinstellingen
    3. Kleurbeheer van documenten
    4. Werken met kleurprofielen
    5. Werken met kleurbeheer

Voordat u begint

We brengen een nieuwe, meer intuïtieve productervaring uit. Als het scherm dat hier wordt weergegeven, niet overeenkomt met uw productinterface, selecteert u Help voor uw huidige ervaring.

In de nieuwe interface staan de tools aan de linkerkant van het scherm.

Aanvullende controles en eigenschappen

De tool Preflight bevat een verzameling aanvullende controles (zogenaamde regels in lagere versies van Acrobat) die u aan een profiel kunt toevoegen. Deze controles zijn beschikbaar in de sectie Aangepaste controles van elk profiel. U kunt deze controles op verschillende manieren wijzigen, afhankelijk van de PDF-eigenschap die ze beschrijven. U kunt ook enkelvoudige controles maken die snel kunnen worden uitgevoerd zonder deel uit te maken van een profiel. Als enkelvoudige controles worden uitgevoerd, wordt alle gemarkeerde inhoud in de resultaten weergegeven als fout.

Sommige eigenschappen worden gedefinieerd door een eenvoudige verklaring die waar of onwaar is voor een bepaald object in een PDF, bijvoorbeeld 'Lettertype is niet ingesloten' of 'Kleurgestuurde kleur gebruikt'. Met sommige eigenschapinstructies worden relaties opgegeven tussen de werkelijke waarde van een eigenschap (bijvoorbeeld tekstgrootte of steunkleurnaam) en de waarde die u invoert in het dialoogvenster (bijvoorbeeld 12 of Donkerblauw). Met andere instructies worden numerieke waarden vergeleken.

Relatie tussen waarde van eigenschap en opgegeven waarde

Relatie tussen numerieke waarden

Booleaanse eigenschappen

gelijk aan

niet gelijk aan

is kleiner dan

waar

bevat

bevat niet

is kleiner dan of gelijk aan

niet waar

begint met

begint niet met

gelijk aan

eindigt met

eindigt niet met

niet gelijk aan

opgenomen in

niet opgenomen in

is groter dan

is groter dan of gelijk aan

Groepen eigenschappen

De eigenschappen voor het definiëren van een controle zijn gegroepeerd in categorieën. In het dialoogvenster Controle bewerken kunt u een lijst met alle groepen eigenschappen weergeven. Bovendien kunt u de afzonderlijke eigenschappen bekijken waaruit elke groep bestaat, en een uitleg weergeven van de manier waarop de eigenschappen in Preflight worden gebruikt.

De volgende groepen eigenschappen zijn beschikbaar:

Tekst

Deze groep bevat informatie over de rendering van tekst, of deze anamorf of schuin wordt geschaald en of de tekst kan worden toegewezen aan Unicode en dus correct kan worden gekopieerd of geëxporteerd.

Font

Deze groep bevat een beschrijving van alle aspecten van een font voor de rendering van tekst. Overigens is tekstgrootte een teksteigenschap, geen fonteigenschap, omdat een font in allerlei grootten in een PDF-document kan worden gebruikt. Tekstgrootte is opgenomen in de groep eigenschappen Tekst.

Afbeelding

Deze groep omvat de resolutie, de bitdiepte, het aantal pixels, de rendering intent en meer afbeeldingsgegevens.

Kleuren

Deze groep bevat kleurkenmerken, zoals kleurruimten, alternatieve kleurruimten, patronen en steunkleuren. Met alternatieve kleurruimten kunnen in Acrobat bepaalde steunkleuren en steunkleuren met meerdere componenten (DeviceN) worden weergegeven of afgedrukt. Als u bijvoorbeeld de kleur oranje wilt produceren op een monitor of printer, vereist de PDF een alternatieve kleurruimte (bestaande uit RGB- of CMYK-kleuren) waarmee wordt gedefinieerd hoe de steunkleur eruitziet.

ICC-kleurruimten

Deze groep bevat eigenschappen voor het krijgen van toegang tot kenmerken in de ingesloten ICC-profielen, waarmee de ICC-kleurruimten worden gedefinieerd. ICC-profielen bevatten gegevens voor het omzetten van apparaatafhankelijke kleur naar een apparaatonafhankelijke kleurruimte, zoals Lab. Hierdoor kunt u kleuren consistent reproduceren op verschillende platforms, apparaten en ICC-compatibele toepassingen (zoals Adobe Illustrator en InDesign). Een document met objecten in verschillende kleurruimten (zoals RGB, CMYK en grijstinten) kan verschillende ICC-profielen hebben voor het kalibreren van elke kleurruimte.

Eigenschappen van grafische status voor vulling

Deze groep omvat grafische informatie over de manier waarop gebieden worden gevuld en met name over de kleurwaarden van de actuele kleurruimte.

Eigenschappen van grafische status voor lijn

Deze groep bevat grafische informatie over de manier waarop lijnen worden getekend en vooral over de kleurwaarden van de huidige kleurruimte. De groep omvat ook lijnspecifieke eigenschappen, zoals dikte.

Algemene eigenschappen van grafische status

Deze groep bevat instellingen waarmee wordt bepaald hoe tekst of afbeeldingen worden weergegeven op een PDF-pagina. In deze groep zijn bijvoorbeeld overdrukinstellingen opgenomen.

Halftoon

Deze groep bevat grafische instellingen die van belang zijn voor prepress-bewerkingen, zoals schermhoek, frequentie en steunvorm.

Paginabeschrijving

Deze groep bevat algemene informatie over objecten op een PDF-pagina, zoals het type object (bijvoorbeeld een afbeelding, een stuk tekst of een vloeiende schaduw), of het zich binnen of buiten het gebied bevindt dat kan worden weergegeven of hoe ver het zich bevindt van het bijsnijdvak.

OPI

Deze groep bevat eigenschappen voor het analyseren van alle bestaande OPI-koppelingen (opmerkingen), ongeacht of het gaat om OPI-versie 1.3 of 2.0. De mogelijke OPI-items in een PDF zijn dezelfde als in PostScript-bestanden.

Ingesloten PostScript

Deze groep verwijst naar de PostScript-code die in de PDF kan worden ingesloten. Er zijn drie eigenschappen: een voor een PostScript-operator die rechtstreeks in een paginabeschrijving wordt gebruikt, een voor PostScript-code die is ingesloten in een PostScript XObject en een voor een PostScript Form XObject (een vroege vorm van een PostScript XObject).

Metagegevens van object

Deze groep bevat informatie die in het object is ingesloten, zoals de auteur, de resolutie, de kleurruimte, het copyright en de trefwoorden die erop zijn toegepast. Als een Photoshop-afbeelding met metagegevens bijvoorbeeld in een InDesign-document wordt geplaatst en het document wordt geconverteerd naar PDF, kan deze informatie worden opgehaald en gecontroleerd door eigenschappen in deze groep.

Annotaties

Deze groep bevat de meeste kenmerken van opmerkingen en tekeningmarkeringen, overvullingen en drukkermarkeringen.

Formuliervelden

Deze groep bevat eigenschappen voor formuliervelden.

Lagen

Deze groep controleert op optionele inhoud die soms de weergave van een pagina wijzigt.

Pagina's

Bevat paginanummers en paginaformaten die de verschillende documentvakken vertegenwoordigen die worden ondersteund door de technologie van Adobe PDF 1.3 en hoger (mediavak, afloopvak, bijsnijdvak en kunstvak). Daarnaast bevat deze groep plaatnamen voor PDF-pagina's die behoren tot een voorgescheiden PDF.

Document

Deze groep bevat alle informatie die op de hele PDF van toepassing is, bijvoorbeeld of het document is versleuteld en of het formuliervelden of bladwijzers bevat.

Documentinfo

In deze groep vindt u alle standaardgegevens die ook toegankelijk zijn via het dialoogvenster Documentinfo in Acrobat en informatie die is gestandaardiseerd middels de ISO 15930-norm (PDF/X).

Metagegevens document

Deze groep bevat informatie die in het document is ingesloten, zoals de titel, de auteur, het copyright en de trefwoorden die erop zijn toegepast. Deze informatie is ook beschikbaar in de sectie Metadata document van het dialoogvenster Documenteigenschappen in Acrobat. Als u deze informatie wilt openen, selecteert u Bestand > Documenteigenschappen, selecteert u het tabblad Beschrijving en selecteert u vervolgens Aanvullende metadata.

Handtekeningen

Hiermee neemt u gegevens op over de handtekeningen in het document.

Gestructureerde PDF

Deze groep bevat verschillende basiseigenschappen voor de codestructuur in een gecodeerde PDF, waarvoor de PDF/A-standaard beperkingen definieert.

Uitvoerintenties voor PDF/X, PDF/A of PDF/E

Met deze groep wordt gedefinieerd voor welk uitvoerproces de PDF is voorbereid. Een PDF die is bedoeld voor afgedrukte uitvoer met hoge resolutie, bevat meestal een uitvoerintentie met een ingesloten ICC-profiel, die wordt gebruikt door een proefdrukapparaat of de RIP van een apparaat (Raster Image Processor).

Uitvoerintenties voor PDF/X, PDF/A of PDF/E (ICC-profieleigenschappen)

Deze groep bevat eigenschappen voor de toegang tot gegevens in een ICC-profiel dat is ingesloten in de uitvoerintentie. Deze groep bevat dezelfde eigenschappen als ICC-profielen voor objecten, zoals de profielnaam en het type. Met het ICC-profiel wordt de uitvoervoorwaarde beschreven van het apparaat waarop het document wordt weergegeven.

Efficiëntie van PDF-inhoudsstroom

Deze groep helpt u bepalen hoe efficiënt paginabeschrijvingen zijn gecodeerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de tekst Hallo op te nemen als tekstoperator voor het hele woord of als meerdere tekstoperatoren voor elk teken in het woord. Dat laatste is minder efficiënt en zorgt ervoor dat de rendering van pagina's minder snel verloopt. De efficiëntiecontroles geven u percentages voor verschillende operatortypen. In de meeste gevallen is een kleinere waarde beter dan een hogere waarde.

Fouten in PDF-syntaxis

Deze groep geeft informatie over specifieke fouten in de syntaxis van een PDF. Als bepaalde sleutels die door de PDF-specificatie worden vereist, bijvoorbeeld niet zijn inbegrepen, is rendering van het bestand in Acrobat wellicht toch mogelijk. Voor voorspelbare PDF-rendering is het echter aan te raden alle PDF's strikt in overeenstemming met de PDF-specificatie te coderen.

Fouten in gestructureerde PDF

Deze groep geeft informatie over fouten in de codestructuur van een gecodeerde PDF. Er wordt bijvoorbeeld een fout gemeld als het type van een gecodeerd object niet duidelijk is. De eigenschappen in deze groep helpen u fouten op te sporen in de codestructuur.

Fouten in PDF-inhoudsstroom

Deze groep geeft informatie over fouten in de paginabeschrijvingen van een PDF. Er zijn bijvoorbeeld drie numerieke operanden nodig om RGB-kleur te definiëren. Als er minder dan drie operatoren zijn, is rendering van de pagina niet mogelijk. De eigenschappen in deze groep helpen u bepalen waarom rendering van een PDF-pagina niet wordt uitgevoerd.

Overzicht van het Preflight-dialoogvenster Profiel bewerken (Aangepaste controles)

De lijst Profielen in het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken bevat vooraf gedefinieerde profielen die bij Acrobat worden geleverd, en eventuele aangepaste profielen die u hebt gemaakt. Als u Aangepaste controles selecteert, ziet u meer opties voor het selecteren en wijzigen van items. Met de knoppen onder de kolom voert u elementaire bewerkingsfuncties uit, zoals dupliceren, verwijderen en maken. Het zoekvak helpt u een specifieke controle te zoeken.

Het dialoogvenster Preflight wordt weergegeven en de kenmerken van aangepaste controles worden gemarkeerd.
Aangepaste controles

A. Zoeken B. Beschrijving C. Waarschuwingen D. Controle inschakelen  E. Nieuwe controle maken en opnemen in huidige profiel F. Controle dupliceren en toewijzen aan huidige profiel G. Controle bewerken  H. Controle uit profiel verwijderen I. Opnemen in profiel J. Nieuwe controle  K. Dubbele controle  L. Controle bewerken  M. Controle verwijderen  

Controles toevoegen aan een profiel

Acrobat bevat verschillende vooraf gedefinieerde Preflight-profielen die u ongewijzigd kunt gebruiken of kunt veranderen om aangepaste profielen te maken. Een profiel dat redelijk aan uw wensen voldoet, kunt u wijzigen door een of meer controles toe te voegen om het document met andere criteria te analyseren. Een bestaande controle kan bijvoorbeeld alle tekst detecteren die niet gewoon zwart is, dat wil zeggen tekst waarin zwart wordt gebruikt plus een bepaalde hoeveelheid cyaan, magenta en geel. Omdat dit mogelijk een probleem oplevert bij het afdrukken van kleine tekst, kunt u de controle wijzigen zodat tekstobjecten worden gemarkeerd die meerdere kleuren gebruiken en een tekstgrootte van 12 of kleiner hebben.

U kunt in elk profiel controles desgewenst opnieuw gebruiken. Houd er echter rekening mee dat als u een controle aanpast die in meerdere profielen wordt gebruikt, deze wordt aangepast in elk profiel dat deze controle gebruikt. Als u wilt voorkomen dat u overbodige wijzigingen aanbrengt, wijzigt u de naam van de controle voor een bepaald profiel. Voordat u een Preflight-profiel kunt wijzigen, moet u het ontgrendelen.

  1. Selecteer in het dialoogvenster Preflight het tabblad Profielen en selecteer vervolgens een profiel. Selecteer Bewerken naast de profielnaam.

  2. Selecteer Ontgrendeld in het pop-upmenu linksboven.

  3. Selecteer Aangepaste controles uit de lijst met items die worden weergegeven onder de profielnaam in het linkerdeelvenster.

  4. Om een controle toe te voegen aan het profiel, selecteert u de controle in de sectie Alle beschikbare aangepaste controles, selecteert u de pijl naar links en past u indien nodig het waarschuwingstype aan in het pop-upmenu linksonder in het dialoogvenster.

    Opmerking:

    Het waarschuwingstype, dat standaard Fout is, geeft aan welk soort waarschuwing de Preflight-tool weergeeft als er een niet-overeenkomend probleem wordt gevonden. U kunt zo veel controles toevoegen als u nodig hebt.

  5. Als u een controle wilt verwijderen uit het profiel, selecteert u deze in het deelvenster Aangepaste controles in dit profiel en selecteert u de pijl naar rechts.

    Dubbelklik op een controle als u deze wilt bewerken.

Om snel een specifieke controle te vinden, voert u de naam geheel of gedeeltelijk in het zoekvak onder de sectie Alle beschikbare aangepaste controles in. Alleen items die de zoekterm bevatten, worden weergegeven. Als u de naam uit het zoekvak verwijdert, worden alle controles weer weergegeven.

Aangepaste controles maken of wijzigen

U kunt een ontgrendelde, vooraf gedefinieerde controle wijzigen, maar het is beter om de vooraf gedefinieerde controles intact te laten. In plaats daarvan kunt u een nieuwe controle maken of een controle baseren op een bestaande controle.

Opmerking:

Controles met vergendelingen bevinden zich in vergrendelde profielen en kunnen niet worden bewerkt totdat alle profielen die de controle gebruiken, zijn ontgrendeld.

Een aangepaste controle maken voor een profiel

  1. Ga in het deelvenster Profielen van het dialoogvenster Preflight naar Profielen selecteren.

  2. Selecteer een profiel en selecteer vervolgens Bewerken naast de profielnaam.

  3. Selecteer indien nodig Ontgrendeld in het pop-upmenu.

  4. Selecteer Aangepaste controles in het linkerdeelvenster van het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken.

  5. In het dialoogvenster Preflight-profiel bewerken selecteert u onder Aangepaste controles in dit profiel het pictogram Nieuw  om een nieuwe controle te maken of selecteert u een controle en selecteert u het pictogram Dupliceren om de nieuwe controle op een bestaande te baseren.

  6. Voer in het linkerdeelvenster van het dialoogvenster Preflight: Nieuwe controle of Preflight: Controle dupliceren een van de volgende handelingen uit:

    • Voer het bericht in dat u wilt weergeven wanneer de controle een probleem constateert (wordt geactiveerd) en wanneer er geen probleem wordt gevonden. Als u bijvoorbeeld een controle definieert op het gebruik van steunkleuren, kan uw bericht zijn dat het document geen steunkleuren heeft als er geen discrepantie wordt gevonden.

    • Typ een toelichting voor de controle.

    • Selecteer de items waarop u de controle wilt toepassen.

  7. Selecteer een groep, selecteer een eigenschap voor de groep en selecteer vervolgens Toevoegen. Klik op OK om de toevoeging te bevestigen.

Een enkelvoudige controle maken

  1. Ga in het deelvenster Profielen van het dialoogvenster Preflight naar Enkelvoudige controles selecteren.

  2. Selecteer Opties > Controle maken.

  3. Selecteer een groep, selecteer een eigenschap voor de groep en selecteer Toevoegen. Selecteer OK om de toevoeging te bevestigen.

    De nieuwe enkelvoudige controle wordt weergegeven in de groep die hoort bij de groep en eigenschap van de controle.

Een enkelvoudige controle dupliceren

  1. Ga in het deelvenster Profielen van het dialoogvenster Preflight naar Enkelvoudige controles selecteren.

  2. Selecteer een bestaande controle en selecteer Opties > Controle dupliceren.

  3. Selecteer een groep, selecteer een eigenschap voor de groep en selecteer Toevoegen. Selecteer OK om de toevoeging te bevestigen.

Favoriete enkelvoudige controles instellen

  1. Ga in het deelvenster Profielen van het dialoogvenster Preflight naar Enkelvoudige controles selecteren.

  2. Vouw de gewenste groepen uit.
  3. Selecteer een enkele controle, selecteer de vlag naast de naam en selecteer Favoriet.

Bepalen waar een controle of eigenschap wordt gebruikt

Dubbelklik in het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken op een controle en selecteer vervolgens Gebruik in het dialoogvenster Controle bewerken om te zien welke profielen de controle gebruiken.

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online