Voordat u begint
We brengen een nieuwe, meer intuïtieve productervaring uit. Als het scherm dat hier wordt weergegeven, niet overeenkomt met uw productinterface, selecteert u Help voor uw huidige ervaring.
Voordat u begint
We brengen een nieuwe, meer intuïtieve productervaring uit. Als het scherm dat hier wordt weergegeven, niet overeenkomt met uw productinterface, selecteert u Help voor uw huidige ervaring.
Het succes van een Preflight-inspectie is afhankelijk van een goede definitie van criteria voor de inspectie. De inspectiecriteria bevinden zich in een pakket dat een Preflight-profiel wordt genoemd. Een Preflight-profiel bevat een of meer controles, correcties of zowel controles als correcties. Elke controle bevat een of meer eigenschapinstructies die de PDF-inhoud valideren. Er wordt alleen een fout weergegeven als alle eigenschapinstructies in de controle een fout opleveren. In het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken kunt u opgeven welke waarden u wilt gebruiken en hoe u problemen met overeenkomsten wilt afhandelen. U kunt bijvoorbeeld een profiel kiezen waarmee gemiste overeenkomsten eenvoudig worden gemeld, of een profiel waarmee een gemiste overeenkomst automatisch wordt opgelost op basis van de opgegeven parameters. Een profiel met een correctie bevat het opgevulde grijze moersleutelpictogram.
Adobe Acrobat bevat verschillende vooraf gedefinieerde profielen die in groepen zijn ingedeeld, zoals Digitaal afdrukken, PDF-analyse, Afdrukvoorbereiding en PDF/A-, PDF/E- of PDF/X-compatibiliteit. U kunt de vooraf gedefinieerde profielen ongewijzigd gebruiken of wijzigen om aangepaste profielen te maken. De controles waaruit de profielen bestaan (regels genoemd in eerdere versies van Acrobat), zijn ingedeeld in categorieën zoals Document, Pagina's, Afbeeldingen, enzovoort. Elke controle in een categorie betreft een bepaalde documenteigenschap.
Als u wilt weten welke documenteigenschappen door het Preflight-profiel worden geanalyseerd, raadpleegt u de informatie over elke geselecteerde controle in het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken. In deze informatie wordt beschreven welke criteria tijdens de controle worden gebruikt om een documenteigenschap te analyseren en mogelijk te corrigeren.
Selecteer in de startweergave van Acrobat Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het dialoogvenster Preflight het tabblad Profielen als er een ander paneel wordt weergegeven.
Schakel over naar de gewenste bibliotheek met de vervolgkeuzelijst. De standaardinstelling is Essentials.
De lijst bevat alle vooraf gedefinieerde profielen en eventuele aangepaste profielen die u hebt gemaakt.
Selecteer in de startweergave van Acrobat Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het dialoogvenster Preflight het tabblad Profielen als er een ander deelvenster wordt weergegeven.
Selecteer een profiel en de markering naast de profielnaam en vervolgens Favoriet.
In het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken worden alle beschikbare profielen weergegeven en wordt aangegeven welke documenteigenschappen worden geanalyseerd. Vanuit dit dialoogvenster kunt u een profiel ontgrendelen en vergrendelen, een nieuwe groep maken om profielen te ordenen en inspectiecriteria opgeven. U hebt toegang tot aanvullende opties en gegevens door het profiel uit te vouwen.
Als u het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken wilt openen, selecteert u de knop Profielen selecteren in het dialoogvenster Preflight. Vervolgens kunt u een profielgroep uitvouwen en Bewerken selecteren.
A. Profiel B. Vooraf gedefinieerde set controles C. Meer opties D. Profielgroepen
U kunt uw zelf aangepaste Preflight-profielen maken. Voordat u een nieuw profiel maakt, kunt u kijken of er bestaande profielen zijn die ongeveer het gewenste resultaat leveren. Dupliceer indien mogelijk een bestaand profiel en wijzig alleen het relevante deel.
Een Preflight-profiel moet tenminste één controle of correctie bevatten en één eigenschap waarmee de PDF-inhoud wordt gevalideerd. U kunt bestaande eigenschappen gebruiken of nieuwe eigenschappen maken wanneer u een geheel nieuwe controle maakt. Als u profielen maakt en bewerkt, krijgt u het beste resultaat door alleen de controles toe te voegen die u nodig hebt om de PDF-inhoud te valideren, en door de controles en eigenschappen eenvoudig te houden. U kunt bijvoorbeeld een PDF/X-profiel gebruiken om te controleren op bepaalde criteria en vervolgens controles toevoegen voor niet-PDF/X-criteria, zoals afbeeldingsresolutie.
Selecteer in de startweergave van Acrobat Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het deelvenster Profilelen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen selecteren.
Selecteer Opties > Profiel maken.
Voer een naam en een doel voor het nieuwe profiel in en geef desgewenst andere opties op. Selecteer OK.
Nieuw gemaakte profielen worden standaard weergegeven onder Aangepaste profielen, tenzij u ze aan een andere groep toewijst.
U kunt controles wijzigen (voor zover beschikbaar) en extra controles en correcties toevoegen door het profiel in de kolom links uit te vouwen.
Selecteer in de startweergave van Acrobat Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het deelvenster Profilelen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen selecteren.
Selecteer een bestaand profiel en selecteer Opties > Profiel dupliceren.
Het duplicaatprofiel wordt toegevoegd aan dezelfde groep als het oorspronkelijke profiel.
Selecteer in de startweergave van Acrobat Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer op het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen selecteren .
Selecteer Bewerken naast het profiel waarvoor u een Preflight-profielgroep wilt maken.
Selecteer in het dialoogvenster PreflightProfiel bewerken de optie Nieuwe groep in de vervolgkeuzelijst Groep.
Voer een naam in voor de groep en selecteer OK.
Als u een groep profielen selecteert, worden alle profielen verplaatst naar de nieuwe groep. U kunt meerdere profielen selecteren om in een groep toe te voegen met Ctrl-selecteren (Windows) of met opdracht-selecteren (macOS).
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer op het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen selecteren .
Selecteer het profiel dat u wilt verwijderen en selecteer vervolgens Opties in de rechterbovenhoek.
Selecteer Profiel verwijderen.
Preflight-profielen kunnen worden gedeeld met andere gebruikers. Afdrukservicebureaus kunnen Preflight-profielen bijvoorbeeld aan hun klanten aanbieden om ervoor te zorgen dat afdruktaken goed zijn gespecificeerd voordat deze worden aangeboden voor productie. Gebruikers in een werkgroep kunnen hun eigen profielen maken om een document te controleren voordat ze dit naar het web uploaden of op een speciale printer afdrukken, of om de interne productie te controleren.
Een profiel dat u wilt uitwisselen, neemt u op in een pakket voor importeren en exporteren. Het pakket bevat alle controles en eigenschappen voor het geselecteerde profiel.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het dialoogvenster Preflight Opties en vervolgens Profiel importeren.
Zoek in het dialoogvenster dat wordt weergegeven, het Preflight-pakketbestand (extensie .kfp) en selecteer Openen. Het profiel wordt in de lijst met Profielen weergegeven in de groep Geïmporteerde profielen.
Als het geïmporteerde profiel is vergrendeld, kun je vergrendelen uit het dialoogvenster Preflight profiel bewerken.Open het dialoogvenster Preflight en selecteer Bewerken naast het geïmporteerde Preflight-profiel. Selecteer Ontgrendeld in het vervolgkeuzemenu. Je kunt een profiel bewerken nadat het is ontgrendeld. Voer desgevraagd het wachtwoord in.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het dialoogvenster Preflight de optie Profiel exporteren in het menu Opties.
Geef een locatie op voor het pakket en selecteer Opslaan. Verander de naam van het bestand niet.
Als u het profiel wilt vergrendelen voordat u het exporteert, selecteert u Vergrendeld in het vervolgkeuzemenu van het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken. U kunt ook Met wachtwoord beveiligd selecteren en een wachtwoord invoeren.
Geef het profiel zo nodig een andere naam in het dialoogvenster Preflight: Profiel bewerken voordat u het exporteren start.
U kunt ongeautoriseerde wijzigingen in Preflight-profielen voorkomen door profielen te vergrendelen en met een wachtwoord te beveiligen. Dat kan nuttig zijn als Preflight-profielen worden gedeeld door meerdere gebruikers. Het is mogelijk om Preflight-profielen te vergrendelen of met een wachtwoord te beveiligen wanneer u deze maakt of opslaat. Standaard zijn alle vooraf gedefinieerde Preflight-profielen vergrendeld.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen .
Selecteer Bewerken naast het profiel dat u wilt vergrendelen.
Kies in het dialoogvenster Preflight-profiel bewerken de optie Vergrendeld in het pop-menu linksboven in het dialoogvenster.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen .
Selecteer Bewerken naast het profiel dat u met een wachtwoord wilt beveiligen.
Kies Met wachtwoord beveiligd in het vervolgkeuzemenu, linksboven in het dialoogvenster.
Typ het wachtwoord en selecteer OK. U kunt hoofdletters en kleine letters, cijfers en leestekens gebruiken.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen .
Selecteer Bewerken naast het profiel dat u wilt ontgrendelen.
Selecteer in het dialoogvenster Preflight-profiel bewerken de optie Ontgrendeld in het vervolgkeuzemenu linksboven in het dialoogvenster.
Typ desgevraagd het juiste wachtwoord en selecteer OK.
U kunt de instellingen van één profiel wijzigen.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen .
Selecteer Bewerken naast de profielgroep waarvoor u de algemene instellingen wilt wijzigen.
Vouw zo nodig de profielgroep uit en selecteer een profiel.
Als het profiel is vergrendeld, selecteert u Ontgrendeld in het vevolgkeuzemenu.
Voer een nieuwe naam in voor het profiel en beschrijf het in het vak Doel.
Selecteer Met wachtwoord beveiligd in het vervolgkeuzemenu als u wachtwoordbeveiliging op het profiel wilt toepassen. Typ desgevraagd het wachtwoord, voer het opnieuw in en selecteer OK. U kunt ook Ontgrendeld kiezen.
Voer uw naam en e-mailadres in.
Wijs het profiel toe aan een groep. Selecteer een bestaande groep in het menu of selecteer Nieuwe groep, voer een naam en selecteer OK. Groepen worden alfabetisch gesorteerd.
Selecteer Vergrendeld in het vervolgkeuzemenu wanneer u klaar bent met het bewerken van een met wachtwoord beveiligd profiel. U kunt het profiel ook opnieuw met een wachtwoord beveiligen.
Selecteer OK om uw wijzigingen op te slaan zonder het dialoogvenster te sluiten.
Als het profiel is vergrendeld, selecteert u Ontgrendeld in het vervolgkeuzemenu.
Selecteer een waarschuwingsoptie in het vervolgkeuzemenu om op te geven hoe tijdens de inspectie problemen met overeenkomsten moeten worden afgehandeld.
Selecteer OK om uw wijzigingen op te slaan zonder het dialoogvenster af te sluiten.
Voor elke controle in een profiel geeft u op hoe u problemen tijdens de inspectie wilt afhandelen. U kunt een keuze maken in het menu naast elk waarschuwingspictogram. Het pictogram voor de waarschuwing wordt naast de controle weergegeven in het dialoogvenster Preflight.
Fout
Hiermee wordt een foutbericht gegenereerd voor deze controle (of voor andere controles in deze categorie). Kies deze optie voor problemen die u moet corrigeren voordat u kunt verdergaan met het volgende stadium in de werkstroom.
Waarschuwing
Hiermee wordt een waarschuwingsbericht gegenereerd voor deze controle (of voor andere controles in deze categorie). Selecteer deze optie voor problemen bij mismatches waarover u wilt worden geïnformeerd en die u mogelijk moet corrigeren vóór de definitieve output.
Info
Hiermee wordt een eenvoudige notitie gegenereerd voor deze controle (of voor andere controles in deze categorie). Selecteer deze optie voor problemen bij mismatches waarover u wilt worden geïnformeerd, maar die u niet hoeft te corrigeren vóór de definitieve output.
Niet actief
Hiermee wordt nooit een waarschuwingsbericht gegenereerd voor deze controle (of voor andere controles in deze categorie). Kies deze optie voor problemen die geen invloed hebben op de uitvoerkwaliteit van het PDF-document. Als u de tekstvakken beschikbaar wilt maken, moet u de status wijzigen van Niet actief in een andere status.
Als u een profieloverzicht maakt, kunt u een beschrijving van elke controle en de bijbehorende inspectiecriteria in het profiel bekijken.
Selecteer in de startweergave van Acrobat de optie Alle tools weergeven > Afdrukproductie gebruiken. Selecteer vervolgens in het deelvenster Afdrukproductie gebruiken de optie Preflight.
Selecteer in het tabblad Profielen van het dialoogvenster Preflight de knop Profielen .
Selecteer een profiel in het dialoogvenster Preflight en vervolgens Profieloverzicht maken in het menu Opties.
Er wordt een profieloverzicht gemaakt dat u op uw apparaat kunt opslaan.