Handboek Annuleren

Actieknoppen instellen in PDF-formulieren

  1. Gebruikershandleiding voor Acrobat
  2. Inleiding tot Acrobat
    1. Acrobat openen vanaf bureaublad, mobiel apparaat, web
    2. Inleiding tot de nieuwe Acrobat-ervaring
    3. Nieuw in Acrobat
    4. Sneltoetsen
    5. Systeemvereisten
  3. Werkruimte
    1. Beginselen van de werkruimte
    2. PDF's openen en weergeven
      1. PDF's openen
      2. Bladeren door PDF-pagina's
      3. PDF-voorkeuren weergeven
      4. PDF-weergaven aanpassen
      5. Miniatuurvoorvertoning van PDF's inschakelen
      6. PDF in browser tonen
    3. Werken met onlineopslagaccounts
      1. Bestanden openen vanuit Box
      2. Bestanden openen vanuit Dropbox
      3. Bestanden openen vanuit OneDrive
      4. Bestanden openen vanuit SharePoint
      5. Bestanden openen vanuit Google Drive
    4. Acrobat en macOS
    5. Acrobat-meldingen
    6. Rasters, hulplijnen en metingen in PDF's
    7. Aziatische tekst, Cyrillische tekst en tekst van rechts naar links in PDF's
  4. PDF's maken
    1. Een overzicht van het maken van PDF's
    2. PDF's maken met Acrobat
    3. PDF's maken met PDFMaker
    4. Adobe PDF-printer gebruiken
    5. Webpagina's converteren naar PDF
    6. PDF's maken met Acrobat Distiller
    7. Conversie-instellingen voor Adobe PDF
    8. PDF-lettertypen
  5. PDF's bewerken
    1. Tekst bewerken in PDF's
    2. Afbeeldingen of objecten bewerken in een PDF
    3. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    4. Gescande PDF's bewerken
    5. Foto's in een document verbeteren die zijn gemaakt met een mobiele camera
    6. PDF's optimaliseren
    7. PDF-eigenschappen en -metagegevens
    8. Koppelingen en bijlagen in PDF's
    9. PDF-lagen
    10. Paginaminiaturen en bladwijzers in PDF's
    11. PDF's geconverteerd naar webpagina's
    12. PDF's instellen voor een presentatie
    13. PDF-artikelen
    14. Georuimtelijke PDF's
    15. Handelingen en scripts toepassen op PDF's
    16. Het standaardlettertype voor het toevoegen van tekst wijzigen
    17. Pagina's verwijderen uit een PDF
  6. Scannen en OCR
    1. Documenten naar PDF scannen
    2. Foto's in een document verbeteren
    3. Scannerproblemen oplossen bij het scanproces in Acrobat
  7. Formulieren
    1. Beginselen van PDF-formulieren
    2. Een geheel nieuw formulier maken in Acrobat
    3. PDF-formulieren maken en distribueren
    4. PDF-formulieren invullen
    5. Eigenschappen van PDF-formuliervelden
    6. PDF-formulieren invullen en ondertekenen
    7. Actieknoppen instellen in PDF-formulieren
    8. Interactieve PDF-webformulieren publiceren
    9. Beginselen van PDF-formuliervelden
    10. PDF-streepjescodeformuliervelden
    11. PDF-formuliergegevens verzamelen en beheren
    12. Formulierbeheer
    13. Help bij PDF-formulieren
    14. PDF-formulieren verzenden naar ontvangers via e-mail of een interne server
  8. Bestanden combineren
    1. Bestanden combineren of samenvoegen in één PDF
    2. PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
    3. Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering toevoegen aan PDF's
    4. PDF-pagina's bijsnijden
    5. Watermerken toevoegen aan PDF's
    6. Achtergronden toevoegen aan PDF's
    7. Werken met deelbestanden in een PDF-portfolio
    8. PDF-portfolio's publiceren en delen
    9. Overzicht van PDF-portfolio's
    10. PDF-portfolio's maken en aanpassen
  9. Bestanden delen, reviseren en opmerkingen plaatsen
    1. PDF's online delen en bijhouden
    2. Tekst met bewerkingen markeren
    3. Een PDF-revisie voorbereiden
    4. Een PDF-revisie starten
    5. Gedeelde revisies hosten op SharePoint- of Office 365-sites
    6. Deelnemen aan een PDF-revisie
    7. Opmerkingen toevoegen aan PDF's
    8. Een stempel aan een PDF toevoegen
    9. Goedkeuringswerkstromen
    10. Opmerkingen beheren | weergeven, erop reageren, afdrukken
    11. Opmerkingen importeren en exporteren
    12. PDF-revisies bijhouden en beheren
  10. PDF's opslaan en exporteren
    1. PDF's opslaan
    2. PDF converteren naar Word
    3. PDF converteren naar PPTX
    4. PDF converteren naar XLSX of XML
    5. PDF converteren naar JPG
    6. PDF converteren naar PNG
    7. PDF's converteren of exporteren naar andere bestandsindelingen
    8. Bestandsindelingopties voor PDF exporteren
    9. PDF-inhoud opnieuw gebruiken
  11. Beveiliging
    1. Uitgebreide beveiligingsinstelling voor PDF's
    2. PDF's beveiligen met wachtwoorden
    3. Digitale id's beheren
    4. PDF's beveiligen met certificaten
    5. Beveiligde PDF's openen
    6. Vertrouwelijke inhoud uit PDF's verwijderen
    7. Beveiligingsbeleid instellen voor PDF's
    8. Een beveiligingsmethode kiezen voor PDF's
    9. Beveiligingswaarschuwingen wanneer een PDF wordt geopend
    10. PDF's beveiligen met Adobe Experience Manager
    11. Functie Beveiligde weergave voor PDF's
    12. Overzicht van beveiliging in Acrobat en PDF's
    13. JavaScripts in PDF's als beveiligingsrisico
    14. Bijlagen als beveiligingsrisico's
    15. Koppelingen in PDF's toestaan of blokkeren
  12. Elektronische handtekeningen
    1. PDF-documenten ondertekenen
    2. Uw handtekening vastleggen op mobiele apparaten en overal gebruiken
    3. Documenten verzenden ter elektronische ondertekening
    4. Een webformulier maken
    5. Handtekeningen in bulk aanvragen
    6. Online betalingen innen
    7. Branding aan uw account toevoegen
    8. Over certificaathandtekeningen
    9. Op een certificaat gebaseerde handtekeningen
    10. Digitale handtekeningen valideren
    11. AATL-lijst (Adobe Approved Trust List)
    12. Vertrouwde identiteiten beheren
  13. Bezig met afdrukken
    1. Elementaire PDF-afdruktaken
    2. Boeken en PDF-portfolio's afdrukken
    3. Geavanceerde PDF-afdrukinstellingen
    4. Naar PDF afdrukken
    5. PDF's in kleur afdrukken (Acrobat Pro)
    6. PDF's afdrukken in aangepaste grootten
  14. Toegankelijkheid, codes en opnieuw plaatsen
    1. PDF-toegankelijkheid instellen en controleren
    2. Toegankelijkheidsfuncties in PDF's
    3. De tool Leesvolgorde voor PDF's
    4. PDF's lezen met functies voor toegankelijkheid en opnieuw plaatsen
    5. De documentstructuur bewerken met de deelvensters Inhoud en Codes
    6. Toegankelijke PDF's maken
    7. Cloudgebaseerde automatische tagging
  15. Zoeken en indexeren
    1. PDF-indexen maken
    2. Zoeken in PDF's
  16. Multimedia en 3D-modellen
    1. Audio, video en interactieve objecten toevoegen aan PDF's
    2. 3D-modellen toevoegen aan PDF's (Acrobat Pro)
    3. 3D-modellen weergeven in PDF's
    4. Interactie met 3D-modellen
    5. 3D-objecten meten in PDF's
    6. 3D-weergaven instellen in PDF's
    7. 3D-inhoud in PDF inschakelen
    8. Multimedia toevoegen aan PDF's
    9. Opmerkingen maken over 3D-ontwerpen in PDF's
    10. Video-, audio- en multimedia-indelingen in PDF's afspelen
    11. Opmerkingen toevoegen aan video's
  17. Gereedschappen voor afdrukproductie (Acrobat Pro)
    1. Overzicht van tools voor afdrukproductie
    2. Drukkermarkeringen en haarlijnen
    3. Voorbeeld van uitvoer bekijken
    4. Transparantieafvlakking
    5. Kleurconversie en inktbeheer
    6. Kleuren overvullen
  18. Preflight (Acrobat Pro)
    1. PDF/X-, PDF/A- en PDF/E-compatibele bestanden
    2. Preflight-profielen
    3. Geavanceerde Preflight-inspecties
    4. Preflight-rapporten
    5. Preflight-resultaten, objecten en bronnen weergeven
    6. Uitvoerintenties in PDF's
    7. Probleemgebieden corrigeren met Preflight
    8. Documentanalyse automatiseren met droplets of Preflight-handelingen
    9. Documenten analyseren met Preflight
    10. Aanvullende controles in de tool Preflight
    11. Preflight-bibliotheken
    12. Preflight-variabelen
  19. Kleurbeheer
    1. Kleuren consistent houden
    2. Kleurinstellingen
    3. Kleurbeheer van documenten
    4. Werken met kleurprofielen
    5. Werken met kleurbeheer

Ontdek hoe u met Acrobat actieknoppen in PDF-formulieren instelt.

Knoppen

Knoppen worden meestal gekoppeld aan formulieren, maar u kunt ze aan elk document toevoegen. Met knoppen kunnen gebruikers een bestand openen, een geluidsfragment of filmclip afspelen, gegevens naar een webserver verzenden, enzovoort. Wanneer u bepaalt hoe een handeling wordt gestart, moet u rekening houden met de volgende verschillen tussen knoppen en bladwijzers:

  • Met een knop kan één handeling of reeks handelingen worden geactiveerd.

  • De weergave van een knop kan worden gewijzigd in reactie op muishandelingen.

  • Een knop kan gemakkelijk naar allerlei pagina's worden gekopieerd.

  • Muishandelingen kunnen verschillende knophandelingen activeren. De handelingen Muisknop indrukken (klikken), Muisknop loslaten (loslaten na klikken), Cursor binnen gebied (aanwijzer boven de knop plaatsen) en Cursor buiten gebied (aanwijzer bij de knop vandaan verplaatsen) kunnen bijvoorbeeld allemaal een andere handeling beginnen voor dezelfde knop.

    Met een knop kunnen gebruikers op een eenvoudige, intuïtieve manier een handeling starten in PDF-documenten. Knoppen kunnen een combinatie van labels en pictogrammen bevatten. Als bij het verplaatsen van de muis het uiterlijk van de knop verandert, helpt dit gebruikers bij een reeks handelingen of gebeurtenissen. U kunt bijvoorbeeld knoppen maken met de labels Afspelen, Onderbreken en Stoppen en de daarbij behorende pictogrammen. Vervolgens kunt u handelingen voor deze knoppen instellen voor het afspelen, onderbreken of stoppen van een filmclip. U kunt voor een knop naar eigen inzicht een combinatie van muisgedrag selecteren en voor een muisgedrag een combinatie van handelingen opgeven.

Een knop toevoegen aan een Acrobat PDF-formulier

  1. Zorg dat u in de bewerkingsmodus werkt door Gereedschappen > Formulier voorbereiden te selecteren en vervolgens Knop te kiezen op de werkbalk. De aanwijzer verandert in een kruisaanwijzer.

  2. Klik op de positie op de pagina waar u de knop wilt toevoegen, waarna een knop met de standaardgrootte wordt gemaakt. Als u een knop met een aangepaste grootte wilt maken, sleept u een rechthoek om de grootte van de knop aan te geven.
  3. Dubbelklik op het knopveld en geef een naam, knopinfo en andere eigenschappen op.
  4. Klik op het tabblad Weergave en geef opties op om te bepalen hoe de knop er op de pagina uitziet. Houd er rekening mee dat als u een achtergrondkleur selecteert, afbeeldingen achter de knop niet zichtbaar zijn. De tekstopties zijn van invloed op het label dat u opgeeft op het tabblad Opties, niet op de knopnaam op het tabblad Algemeen.
    Opmerking:

    Als het selectievakje Opties inschakelen voor talen die van rechts naar links worden geschreven is ingeschakeld in Voorkeuren Internationaal, bevat het tabblad Algemeen opties voor het wijzigen van de cijferstijl en de tekstrichting voor knoppen.

  5. Klik op het tabblad Opties en selecteer opties om te bepalen hoe labels en pictogrammen worden weergegeven op de knop.
  6. Klik op het tabblad Handelingen. Geef opties op om te bepalen wat er gebeurt wanneer op de knop wordt geklikt, bijvoorbeeld naar een andere pagina gaan of een mediaclip afspelen.
  7. Klik op Sluiten.

    Opmerking:

    Als u een set knoppen maakt, kunt u het object uitlijnen op rasterlijnen of hulplijnen.

  8. Als u een voorbeeld van de knop wilt bekijken en testen, klikt u op Voorbeeld rechts op de werkbalk. Wanneer u klaar bent, klikt u op Bewerken om terug te gaan naar het gereedschap Formulier voorbereiden, of op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk om het gereedschap te sluiten.

Een verzendknop toevoegen

Wanneer u een formulier verspreidt, controleert Acrobat het formulier automatisch. Als het formulier geen verzendknop bevat, wordt de knop Formulier verzenden toegevoegd aan de documentberichtenbalk. Gebruikers kunnen klikken op de knop Formulier verzenden om ingevulde formulier naar u terug te sturen. Als u de knop Formulier verzenden die Acrobat maakt, niet wilt gebruiken, kunt u een aangepaste verzendknop aan het formulier toevoegen.

  1. Kies Gereedschappen > Formulier voorbereiden als de bewerkingsmodus voor formulieren niet actief is.

  2. Sleep met het gereedschap Knop over het gebied waar u de knop wilt plaatsen. Dubbelklik op de knop en stel opties in op de tabbladen Algemeen en Opties.

  3. Kies in het tabblad Opties een optie in het menu Indeling voor het label en/of de afbeelding van het pictogram. Voer een of beide van de volgende handelingen uit:

    • Typ tekst in het vak Label om de knop aan te duiden als een verzendknop

    • Klik op Pictogram kiezen en typ het pad naar een afbeeldingsbestand of klik op Bladeren en zoek het afbeeldingsbestand dat u wilt gebruiken.

  4. Kies in het tabblad Handelingen de optie Een formulier verzenden in het menu Een handeling selecteren en klik op Toevoegen.

  5. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Formulierselecties verzenden:
    • Als u formuliergegevens op een server wilt verzamelen, typt u de locatie in het vak Geef een URL op voor deze koppeling. Bijvoorbeeld: http://www.[domein] / [map] / [submap] / voor een internetadres of \\ [server] \ [map] \ [submap] \ voor een locatie in een lokaal netwerk.

    • Als u formuliergegevens wilt verzamelen als bijlagen bij e-mail, typt u mailto:, gevolgd door het e-mailadres. Bijvoorbeeld: mailto:niemand@adobe.com.

  6. Selecteer opties bij Exportindeling, Veldselectie en Datumopties en klik op OK.

  7. Klik op Sluiten.

  8. Als u een voorbeeld van de knop wilt bekijken en testen, klikt u op Voorbeeld rechts op de werkbalk. Wanneer u klaar bent, klikt u op Bewerken om terug te gaan naar het gereedschap Formulier voorbereiden, of op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk om het gereedschap te sluiten.

Opmerking:

Als de gegevens worden teruggestuurd in FDF- of XFDF-indeling, moet de URL van de server eindigen op het achtervoegsel #FDF, bijvoorbeeld http://mijnserver/cgi-bin/mijnscript#FDF.

Opties voor het verzenden van formulierselecties

De volgende opties zijn beschikbaar in het dialoogvenster Formulierselecties verzenden:

Geef een URL op voor deze koppeling

Hiermee wordt de URL voor het verzamelen van formuliergegevens opgegeven.

FDF

Hiermee wordt de gebruikersinvoer teruggestuurd zonder het onderliggende PDF-bestand. U kunt opties selecteren om Veldgegevens, opmerkingen en Incrementele wijzigingen op te nemen in het PDF-bestand.

Opmerking:

De optie voor incrementele wijzigingen is handig voor het ontvangen van digitale handtekeningen op een manier die eenvoudig kan worden gelezen en gereconstrueerd door een server.

HTML

Hiermee wordt het formulier teruggestuurd in HyperText Markup Language.

XFDF

Hiermee worden de door de gebruiker ingevulde gegevens teruggestuurd als een XML-bestand. U kunt opmerkingen opnemen of alleen de veldgegevens verzenden.

PDF

Hiermee wordt het gehele PDF-bestand met de gebruikersinvoer teruggestuurd.

Veldselectie

Hiermee wordt opgegeven welke velden worden teruggestuurd. Als u alleen gegevens van bepaalde ingevulde velden wilt ontvangen, selecteert u Alleen deze, klikt u op Velden selecteren en selecteert u de velden die u wilt opnemen in het dialoogvenster Veldselectie.

Op deze manier kunt u bijvoorbeeld bepaalde berekende of gedupliceerde velden uitsluiten die voor het gemak van de gebruiker in het formulier worden weergegeven, maar die geen nieuwe gegevens toevoegen.

Datumopties

Hiermee wordt de indeling gestandaardiseerd voor datums die de gebruiker invoert.

Weergave van knoppen wijzigen

Een knop kan een label, een pictogram of beide bevatten. U kunt de weergave van de knop voor elke muisstatus (Loslaten, Indrukken en Contact) wijzigen. U kunt bijvoorbeeld een knop maken met het label 'Startpagina', dat wanneer de aanwijzer op de knop wordt geplaatst, verandert in het label 'Klik hier om terug te gaan naar de startpagina'.

U kunt knoppictogrammen maken in elke indeling die in Acrobat kan worden weergegeven, zoals PDF, JPEG, GIF en andere afbeeldingsindelingen. Welke indeling u ook selecteert, de gehele pagina wordt gebruikt. Als u dus slechts een deel van een pagina als pictogram wilt gebruiken, moet u de afbeelding of pagina uitsnijden voordat u deze procedure uitvoert. De kleinste toegestane PDF-pagina is 2,54 bij 2,54 cm (1 bij 1 inch) groot. Als u wilt dat het pictogram kleiner is dan 1 bij 1 inch, moet u de grootte ervan aanpassen aan het kader dat u tekent met het gereedschap Knop. Ga naar het dialoogvenster Eigenschappen van knop en klik op Geavanceerd op het tabblad Opties, als u wilt bepalen hoe een knoppictogram wordt geschaald zodat het op een knop past.

Knopindeling
Knopindeling

A. Alleen label B. Alleen pictogram C. Pictogram boven, label eronder D. Label boven, pictogram eronder E. Pictogram links, label rechts F. Label links, pictogram rechts G. Label over pictogram heen 

Een knop bewerken

  1. Kies Gereedschappen > Formulier voorbereiden als de bewerkingsmodus voor formulieren niet actief is.

  2. Selecteer het veld Knop en voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u de eigenschappen van het knopveld wilt bewerken, dubbelklikt u op de knop.

    • Als u het uiterlijk van knoppen wilt wijzigen, gebruikt u de weergaveopties op het tabblad Weergave van het dialoogvenster Eigenschappen van knop.

    • Als u de knop wilt uitlijnen, centreren of verspreiden ten opzichte van andere formuliervelden of als u de knop wilt vergroten, verkleinen of dupliceren, klikt u met de rechtermuisknop op de knop en kiest u een optie in het contextmenu.

  3. Sluit alle geopende dialoogvensters, indien aanwezig. Klik op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk Formulier voorbereiden om het gereedschap te sluiten.

Weergaveopties van Acrobat-knoppen opgeven

  1. Kies Gereedschappen > Formulier voorbereiden als de bewerkingsmodus voor formulieren niet actief is.

  2. Dubbelklik op een bestaande knop en klik vervolgens op het tabblad Opties in het dialoogvenster Knopeigenschappen.
  3. Kies bij Indeling het gewenste type labelweergave. Zie de volgende procedure voor informatie over het schalen van knoppictogrammen.
  4. Geef bij Gedrag de weergave van de knop op wanneer erop wordt geklikt.
  5. Als u het label of het pictogram op de knop wilt definiëren, gaat u als volgt te werk:
    • Als een labeloptie is geselecteerd in het menu Indeling, typt u de tekst in het vak Label.

    • Als een pictogramoptie is geselecteerd in het menu Indeling, klikt u achtereenvolgens op Pictogram kiezen en Bladeren. Daarna selecteert u het bestand. (Klik op Wissen om het geselecteerde pictogram te verwijderen.)

  6. Sluit alle geopende dialoogvensters, indien aanwezig. Klik op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk Formulier voorbereiden om het gereedschap te sluiten.

Opties voor gedrag van knop

Geen

Hiermee blijft de weergave van de knop hetzelfde.

Ingedrukt

Hiermee wordt de weergave gedefinieerd voor de muisstatuswaarden Loslaten, Ingedrukt en Contact. Selecteer een optie onder Status en geef een label- of een pictogramoptie op:

Actief

Hiermee bepaalt u hoe de knop eruitziet wanneer de muisknop niet is ingedrukt.

Niet actief

Hiermee bepaalt u hoe de knop eruitziet wanneer met de muis op de knop wordt geklikt, maar voordat de muisknop wordt losgelaten.

Cursor eroverheen

Hiermee bepaalt u hoe de knop eruitziet wanneer de aanwijzer op de knop wordt geplaatst.

Contour

Hiermee wordt de knoprand gemarkeerd.

Negatief

Hiermee worden de donkere en de lichte schakeringen van de knop omgekeerd.

Knoppen schalen en plaatsen

  1. Kies Gereedschappen > Formulier voorbereiden als de bewerkingsmodus voor formulieren niet actief is.

  2. Dubbelklik op een bestaande knop om het dialoogvenster Eigenschappen van knop te openen.
  3. Klik op het tabblad Opties, selecteer een van de pictogramopties in het menu Indeling en klik op Geavanceerd.

    Opmerking:

    De knop Geavanceerd is niet beschikbaar als u Alleen label kiest in het menu Indeling.

  4. Selecteer een optie in het menu Wanneer schalen:

    Altijd

    Hiermee wordt het pictogram geschaald zoals gedefinieerd, ongeacht de grootte van het pictogram in verhouding tot de knopgrootte.

    Nooit

    Hiermee blijft de oorspronkelijke grootte van het pictogram behouden. Als het pictogram niet past, wordt de knoprand uitgesneden. Als Nooit is geselecteerd, zijn er geen schaalopties beschikbaar.

    Pictogram is te groot

    Hiermee wordt het pictogram alleen geschaald zoals gedefinieerd als het groter is dan de knop.

    Pictogram is te klein

    Hiermee wordt het pictogram alleen geschaald zoals gedefinieerd als het kleiner is dan de knop.

  5. Definieer in het menu Schalen of u het pictogram proportioneel wilt schalen. Een pictogram dat niet proportioneel wordt geschaald, wordt mogelijk vervormd.

  6. Selecteer Aanpassen aan grenzen om ervoor te zorgen dat ofwel de boven- en onderzijde ofwel de linker- en rechterzijde van het pictogram evenwijdig lopen aan de randen van de knop.

  7. Als u wilt definiëren waar het pictogram binnen de knop wordt geplaatst, versleept u de pijlen van de schuifregelaar. Hoe het pictogram wordt geplaatst, is afhankelijk van het percentage ruimte dat wordt behouden tussen het pictogram en de linkergrens van het veld en tussen het pictogram en de ondergrens van het veld. Bij de standaardinstelling (50, 50) wordt het pictogram in het midden van een veld geplaatst. U kunt op elk gewenst moment op Opnieuw instellen klikken om de standaardinstelling voor plaatsing te herstellen.

  8. Klik achtereenvolgens op OK en op Sluiten.

  9. Als u een voorbeeld van de knop wilt bekijken en testen, klikt u op Voorbeeld rechts op de werkbalk. Wanneer u klaar bent, klikt u op Bewerken om terug te gaan naar het gereedschap Formulier voorbereiden, of op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk om het gereedschap te sluiten.

Een Acrobat-knop verbergen, behalve tijdens muiscontact

In sommige gevallen wilt u dat het knopgebied onzichtbaar is totdat de aanwijzer erop wordt geplaatst. Door een knop afwisselend weer te geven en te verbergen, kunt u interessante visuele effecten creëren in een document. Wanneer u een aanwijzer bijvoorbeeld op een stad op een landkaart plaatst, kan er een gedetailleerde plattegrond van de stad worden weergegeven. Deze plattegrond verdwijnt weer wanneer de aanwijzer buiten de stad wordt geplaatst.

Pictogrammen tonen en verbergen
Pictogrammen tonen en verbergen

A. Aanwijzer niet boven knopgebied B. Aanwijzer komt in knopgebied C. Aanwijzer verlaat knopgebied 

  1. Kies Gereedschappen > Formulier voorbereiden als de bewerkingsmodus voor formulieren niet actief is.

  2. Sleep met het gereedschap Knop over het gebied waar u de pop-upknop wilt plaatsen. Als het PDF-bestand bijvoorbeeld een kaart van Frankrijk bevat, sleept u over het gebied waar u een gedetailleerde plattegrond van Parijs als pop-up wilt laten verschijnen.

  3. Dubbelklik op de knop, klik op het tabblad Opties en kies Alleen pictogram in het menu Indeling.

  4. Kies Ingedrukt in het menu Gedrag en kies Cursor eroverheen in de lijst Status.

  5. Klik op Pictogram kiezen en klik vervolgens op Bladeren. Selecteer het bestandstype bij Bestandstype, navigeer naar de locatie van het afbeeldingsbestand en dubbelklik op het bestand. In dit voorbeeld zou u een plattegrond van Parijs selecteren. Klik op OK om de voorbeeldafbeelding te accepteren als de knop.

  6. Klik op het tabblad Weergave. Hef, indien noodzakelijk, de selectie op van Randkleur en Vulkleur. Klik op Sluiten.

  7. Als de bewerkingsmodus actief is, klikt u op Voorbeeld. Het afbeeldingsveld dat u hebt gedefinieerd, wordt weergegeven wanneer de aanwijzer op het knopgebied komt en verdwijnt als de aanwijzer het gebied weer verlaat.

    Opmerking:

    Als u wilt dat de afbeelding groter is dan het muiscontactgebied of als u wilt dat de afbeelding zich op een andere plaats bevindt dan de afbeeldingsknop die als pop-up wordt weergegeven, gebruikt u de handeling Een veld tonen/verbergen. Eerst geeft u een pictogram op voor de knop die wordt weergegeven en verborgen. Vervolgens maakt u een tweede knop die als selectiegebied fungeert wanneer de muis erboven komt. U wijst geen pictogram toe voor de weergave van de tweede knop. In plaats daarvan geeft u op het tabblad Handelingen op dat de eerste knop wordt weergegeven wanneer de aanwijzer op de tweede knop komt en wordt verborgen wanneer de aanwijzer daarbuiten komt.

  8. Wanneer u klaar bent, klikt u op Bewerken om terug te gaan naar het gereedschap Formulier voorbereiden, of op het pictogram met het kruisje rechts op de werkbalk om het gereedschap te sluiten.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?