Handboek Annuleren

Optionele gebieden in sjablonen gebruiken

 

 

Gebruik optionele gebieden in sjablonen in Dreamweaver wanneer u de voorwaarden voor de weergave van inhoud in een document wilt instellen.

Een optioneel gebied is een gebied in een sjabloon dat door gebruikers kan worden ingesteld op weergeven of verbergen in een op een sjabloon gebaseerd document. Gebruik een optioneel gebied wanneer u de voorwaarden voor de weergave van inhoud in een document wilt instellen.

Als u een optioneel gebied invoegt, kunt u specifieke waarden voor een sjabloonparameter instellen of voorwaardelijke instructies (“if...else”-instructies) voor sjabloongebieden definiëren. Gebruik eenvoudige true (waar)-/false (onwaar)-bewerkingen of definieer complexere voorwaardelijke instructies en expressies. U kunt het optionele gebied desgewenst later wijzigen. Op basis van de voorwaarden die u definieert, kunnen sjabloongebruikers de parameters in op een sjabloon gebaseerde, door hun gemaakte documenten bewerken en bepalen of het optionele gebied wordt weergegeven.

U kunt meerdere optionele gebieden koppelen aan een benoemde parameter. In het op een sjabloon gebaseerde document worden beide gebieden als een eenheid weergegeven of verborgen. Zo kunt u een “close-out”-afbeelding en tekstgebied voor de verkoopprijs van een artikel weergeven.

Een optioneel gebied invoegen

Gebruik een optioneel gebied om de inhoud te bepalen die al dan niet wordt weergegeven in een op een sjabloon gebaseerd document. Er zijn twee typen optionele gebieden:

  • Niet-bewerkbare optionele gebieden, waarmee sjabloongebruikers speciaal aangeduide gebieden kunnen weergeven en verbergen zonder dat ze de inhoud ervan kunnen bewerken.

    De sjabloontab van een optioneel gebied wordt voorafgegaan door het woord if. Op basis van de in de sjabloon ingestelde voorwaarde kunnen sjabloongebruikers definiëren of het gebied kan worden bekeken op pagina's die ze maken.

  • Bewerkbare optionele gebieden, waarmee sjabloongebruikers kunnen instellen of het gebied wordt weergegeven of verborgen en waarmee ze de inhoud in het gebied kunnen bewerken.

    Als het optionele gebied bijvoorbeeld een afbeelding of tekst omvat, kan de sjabloongebruiker zowel instellen of de inhoud wordt weergegeven, als desgewenst wijzigingen aanbrengen in de inhoud. Een bewerkbaar gebied wordt aangestuurd door een voorwaardelijke instructie.

Een niet-bewerkbaar optioneel gebied invoegen

  1. Selecteer in het documentvenster het element dat u wilt instellen als een optioneel gebied.
  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer Invoegen > Sjabloon > Optioneel gebied.

    • Ga naar de categorie Algemeen van het deelvenster Invoegen, selecteer Sjablonen in het vervolgkeuzemenu en selecteer vervolgens de Optioneel gebied.

  3. Geef een naam voor het optionele gebied op, klik op het tabblad Geavanceerd als u waarden voor het optionele gebied wilt instellen, en klik vervolgens op OK.

Een bewerkbaar optioneel gebied invoegen

  1. Plaats de invoegpositie in het documentvenster op de plaats waar u het optionele gebied wilt invoegen.
    Opmerking:

    Bij een selectie kunt u geen omloop gebruiken om een bewerkbaar optioneel gebied te maken. Voeg het gebied in en voeg vervolgens de inhoud in het gebied in.

  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer Invoegen > Sjabloon > Bewerkbaar optioneel gebied.

    • Selecteer in de categorie Sjablonen of het deelvenster Bewerkbaar optioneel gebied.

  3. Geef een naam voor het optionele gebied op, klik op het tabblad Geavanceerd als u waarden voor het optionele gebied wilt instellen, en klik op OK.

Waarden voor een optioneel gebied instellen

U kunt instellingen van het optionele gebied bewerken nadat u het gebied hebt ingevoegd in een sjabloon. Zo kunt u wijzigen of de standaardinstelling van de inhoud moet worden weergegeven of niet, een parameter koppelen aan een optioneel gebied of een sjabloonexpressie wijzigen.

Maak sjabloonparameters en definieer voorwaardelijke instructies (“if...else”-instructies) voor sjabloongebieden. U kunt eenvoudige true (waar)-/false (onwaar)-bewerkingen gebruiken of complexere voorwaardelijke instructies en expressies definiëren.

Op het tabblad Geavanceerd kunt u meerdere optionele gebieden koppelen aan een benoemde parameter. In het op een sjabloon gebaseerde document worden beide gebieden als een eenheid weergegeven of verborgen. Zo kunt u een “close-out”-afbeelding en tekstgebied voor de verkoopprijs van een artikel weergeven.

U kunt het tabblad Geavanceerd ook gebruiken om een sjabloonexpressie te schrijven die een waarde voor het optionele gebied beoordeelt en het op basis van deze waarde weergeeft of verbergt.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit in het documentvenster:
    • Klik in de ontwerpweergave op de sjabloontab van het optionele gebied dat u wilt wijzigen.

    • Plaats in de ontwerpweergave de invoegpositie in het sjabloongebied; selecteer vervolgens in de tagkiezer onder aan het documentvenster de sjabloontag, <mmsjabloon:if>.

    • Klik in de codeweergave op de commentaartag van het sjabloongebied dat u wilt wijzigen.

  2. Klik in de eigenschappencontrole (Venster > Eigenschappen) op Bewerken.
  3. Geef op het tabblad Standaard een naam voor de parameter op in het vakje Naam.
  4. Selecteer het keuzevakje Standaard tonen om in te stellen dat het geselecteerde gebied moet worden weergegeven in het document. Schakel het keuzevakje uit om de standaardwaarde in te stellen op false (onwaar).

    Opmerking:

    Als u een andere waarde voor de parameter wilt instellen, zoekt u in de codeweergave naar de parameter in het gedeelte van het document en bewerkt u de waarde.

  5. (Optioneel) Klik op het tabblad Geavanceerd en stel vervolgens de volgende opties in:
    • Als u parameters voor optionele gebieden wilt koppelen, klikt u op het tabblad Geavanceerd, selecteert u Parameter gebruiken en selecteert u vervolgens in het pop-upmenu de bestaande parameter die u wilt koppelen aan de geselecteerde inhoud.

    • Als u een sjabloonexpressie wilt schrijven om de weergave van een optioneel gebied aan te sturen, klikt u op het tabblad Geavanceerd, selecteert u Expressie opgeven en geeft u vervolgens de expressie op in het tekstvak.

    Opmerking:

    Dreamweaver voegt dubbele aanhalingstekens in om de tekst die u opgeeft.

  6. Klik op OK.

    Als het sjabloonobject Optioneel gebied gebruikt, voegt Dreamweaver sjablooncommentaren in de code in. Een sjabloonparameter wordt gedefinieerd in het gedeelte head (zie het volgende voorbeeld):<!-- TemplateParam name="departmentImage" type="boolean" value="true" -->

    op de plaats waar het optionele gebied is ingevoegd, wordt code die lijkt op de onderstaande code, weergegeven:

    <!-- TemplateParam name="departmentImage" type="boolean" value="true" -->
    <!-- TemplateParam name="departmentImage" type="boolean" value="true" -->
    <!-- TemplateParam name="departmentImage" type="boolean" value="true" -->
    <!-- TemplateBeginIf cond="departmentImage" -->
    <p><img src="/images/airfare_on.gif" width="85" height="22"> </p>
    <!-- TemplateEndIf -->
    <!-- TemplateBeginIf cond="departmentImage" --> <p><img src="/images/airfare_on.gif" width="85" height="22"> </p> <!-- TemplateEndIf -->
    <!-- TemplateBeginIf cond="departmentImage" --> 
    <p><img src="/images/airfare_on.gif" width="85" height="22"> </p> 
    <!-- TemplateEndIf -->

    U kunt sjabloonparameters openen en bewerken in het op een sjabloon gebaseerde document.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?