Handboek Annuleren

Inhoud bewerken in Dreamweaver-sjablonen

 

 

Bewerk inhoud in een op sjablonen gebaseerd document in Dreamweaver, pas sjablooneigenschappen aan en gebruik herhalingsgebieden.

Dreamweaver-sjablonen geven voor op een sjabloon gebaseerde documenten gebieden aan die zijn vergrendeld (niet-bewerkbaar), en andere die wel bewerkbaar zijn.

Op sjablonen gebaseerde pagina's kunnen sjabloongebruikers alleen inhoud in bewerkbare gebieden bewerken. Voor het bewerken van inhoud kunt u bewerkbare gebieden gemakkelijk herkennen en selecteren. Sjabloongebruikers kunnen geen inhoud in vergrendelde gebieden bewerken.

Opmerking:

Als u probeert om een vergrendeld gebied te bewerken in een document dat is gebaseerd op een sjabloon terwijl markering is uitgeschakeld, verandert de muisaanwijzer van vorm om aan te geven dat u niet in een vergrendeld gebied kunt klikken.

Sjabloongebruikers kunnen ook eigenschappen wijzigen en ingangen voor een herhalingsgebied in op een sjabloon gebaseerde documenten bewerken.

Sjablooneigenschappen wijzigen

Als sjabloonauteurs parameters in een sjabloon maken, nemen documenten die op de sjabloon zijn gebaseerd automatisch de parameters en hun instellingen voor aanvankelijke waarden over. Een sjabloongebruiker kan bewerkbare tagkenmerken en andere sjabloonparameters (zoals instellingen van het optionele gebied) bijwerken.

Een bewerkbaar tagkenmerk wijzigen

  1. Open het op een sjabloon gebaseerde document.
  2. Selecteer Bewerken > Sjablooneigenschappen.

    Het dialoogvenster Sjablooneigenschappen wordt geopend en geeft een lijst van beschikbare eigenschappen weer. Het dialoogvenster toont optionele gebieden en bewerkbare tagkenmerken.

  3. Selecteer de eigenschap in de lijst Naam.

    Het onderste gedeelte van het dialoogvenster wordt bijgewerkt om de label en de daaraan toegekende waarde van de geselecteerde eigenschap te tonen.

  4. Bewerk in het veld rechts naast de label van de eigenschap de waarde om de eigenschap in het document te wijzigen.
    Opmerking:

    De veldnaam en waarden die kunnen worden bijgewerkt, worden gedefinieerd in de sjabloon. Kenmerken die niet in de lijst Naam staan, kunnen niet worden bewerkt in het op een sjabloon gebaseerde document.

  5. Selecteer Geneste sjablonen toestaan voor de aansturing hiervan als u de bewerkbare eigenschap wilt doorgeven aan documenten die op de geneste sjabloon zijn gebaseerd.

Sjabloonparameters van optionele gebieden wijzigen

  1. Open het op een sjabloon gebaseerde document.
  2. Selecteer Bewerken > Sjablooneigenschappen.

    Het dialoogvenster Sjablooneigenschappen wordt geopend en geeft een lijst van beschikbare eigenschappen weer. Het dialoogvenster toont optionele gebieden en bewerkbare tagkenmerken.

  3. Selecteer een eigenschap in de lijst Naam.

    Het dialoogvenster wordt bijgewerkt om het label en de daaraan toegekende waarde van de geselecteerde eigenschap te tonen.

  4. Selecteer Tonen om het optionele gebied in het document weer te geven, of schakel de optie Tonen uit om het optionele gebied te verbergen.
    Opmerking:

    De veldnaam en standaardinstelling worden gedefinieerd in de sjabloon.

  5. Selecteer Geneste sjablonen toestaan voor de aansturing hiervan als u de bewerkbare eigenschap wilt doorgeven aan documenten die op de geneste sjabloon zijn gebaseerd.

De gegevens van een herhalingsgebied toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen

Gebruik besturingselementen van herhalingsgebieden om gegevens in op een sjabloon gebaseerde documenten toe te voegen, te verwijderen of de volgorde ervan te wijzigen. Als u de gegevens van een herhalingsgebied toevoegt, wordt er een kopie van het gehele herhalingsgebied toegevoegd. Voor het bijwerken van de inhoud in de herhalingsgebieden moet de oorspronkelijke sjabloon een bewerkbaar gebied in het herhalingsgebied bevatten.

Een herhalingsgebied toevoegen, verwijderen of de volgorde ervan wijzigen

  1. Open het op een sjabloon gebaseerde document.
  2. Plaats de invoegpositie in het herhalingsgebied om het te selecteren.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Klik op de plusknop (+) om gegevens voor een herhalingsgebied toe te voegen onder de op dat moment geselecteerde gegevens.

    • Klik op de minknop (–) om de gegevens van het geselecteerde herhalingsgebied te verwijderen.

    • Klik op de knop pijl-omlaag om de geselecteerde gegevens één positie naar beneden te verplaatsen.

    • Klik op de knop pijl-omhoog om de geselecteerde gegevens één positie naar boven te verplaatsen.

    Opmerking:

    Desgewenst kunt u ook Wijzigen > Sjabloon selecteren en vervolgens een van de opties voor zich herhalende gegevens onder aan het contextmenu selecteren. U kunt dit menu gebruiken om nieuwe, zich herhalende gegevens in te voegen of om de positie van de zich herhalende gegevens te wijzigen.

Gegevens knippen, kopiëren en verwijderen

  1. Open het op een sjabloon gebaseerde document.
  2. Plaats de invoegpositie in het herhalingsgebied om het te selecteren.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Selecteer Bewerken > Herhalingsingangen > Herhalingsingang knippen om zich herhalende gegevens te verwijderen.

    • Selecteer Bewerken > Herhalingsingangen > Herhalingsingang kopiëren om zich herhalende gegevens te kopiëren.

    • Selecteer Bewerken > Herhalingsingangen > Herhalingsingang verwijderen om zich herhalende gegevens te verwijderen.

    • Als u zich herhalende gegevens wilt plakken, selecteert u Bewerken > Plakken.

    Opmerking:

    Bij plakken worden nieuwe gegevens ingevoegd; deze bewerking is niet bedoeld om bestaande gegevens te vervangen.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?