Handboek Annuleren

Elementen selecteren en weergeven in het documentvenster

 

 

Selecteer en toon elementen in Dreamweaver, toon of verberg markeringspictogrammen voor onzichtbare elementen en stel voorkeuren voor onzichtbare elementen in.

Als u een element wilt selecteren in de ontwerpweergave van het documentvenster, klikt u op het element. Als een element onzichtbaar is, moet u het zichtbaar maken voordat u het kunt selecteren.

Sommige HTML-code heeft geen zichtbare weergave in een browser. Comment-tags worden bijvoorbeeld niet weergegeven in browsers. Als u een pagina maakt, kan het echter handig zijn om dergelijke onzichtbare elementen te kunnen selecteren, bewerken, verplaatsen en verwijderen.

Met Dreamweaver kunt u opgeven of er pictogrammen moeten worden weergegeven waarmee de locatie van onzichtbare elementen wordt gemarkeerd in de ontwerpweergave van het documentvenster. Om aan te geven welke elementmarkeringen worden weergegeven, kunt u opties instellen in de voorkeuren voor onzichtbare elementen. U kunt bijvoorbeeld opgeven dat benoemde ankerpunten wel zichtbaar zijn, maar regeleinden niet.

U kunt bepaalde onzichtbare elementen (zoals opmerkingen en benoemde ankers) maken en deze elementen wijzigen via Voorkeuren > deelvenster Onzichtbare elementen.

Elementen selecteren

  • Als u een zichtbaar element wilt selecteren in het documentvenster, klikt u op het element of sleept u over het element.

  • Als u een onzichtbaar element wilt selecteren, selecteert u in de ontwerpweergave Weergave > Opties voor ontwerpweergave > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare elementen (als dat menu-item nog niet is geselecteerd) en klikt u vervolgens op de markering van het element in het documentvenster.

    Sommige objecten worden op de pagina op een andere plaats weergegeven dan waar de code is ingevoegd. In de ontwerpweergave is een AP-element (met absolute positie) overal op de pagina zichtbaar, maar in de codeweergave bevindt de code die het AP-element definieert, zich op een vaste locatie. Als onzichtbare elementen worden weergegeven, worden in Dreamweaver markeringen weergegeven in het documentvenster waarmee de locatie van de code voor dergelijke elementen wordt aangegeven. Als u een markering selecteert, wordt het hele element geselecteerd. Als u bijvoorbeeld de markering voor een AP-element selecteert, wordt het hele AP-element geselecteerd.

  • Als u een volledige tag (inclusief de eventuele inhoud) wilt selecteren, klikt u op een tag in de tagkiezer linksonder in het documentvenster. (De tagkiezer wordt zowel in de ontwerpweergave als in de codeweergave weergegeven.) In de tagkiezer worden altijd de tags weergegeven die de huidige selectie of invoegpositie bevatten. De meest linkse tag is de buitenste tag die de huidige selectie of invoegpositie bevat. De volgende tag bevindt zich binnen die buitenste tag, enzovoort. De meest rechtse tag is de binnenste tag die de huidige selectie of invoegpositie bevat.

HTML-code weergeven

  1. Als u de HTML-code voor de geselecteerde tekst of het geselecteerde object wilt weergeven, gaat u op een van de volgende manieren te werk:

    • Klik in de werkbalk Document op Code.

    • Selecteer Weergave > Code.

    • Selecteer Weergave > Splitsen > Code-Live, Code-Design of Code-Code.

    • Selecteer Venster > Codecontrole.

      Als u iets selecteert in een van de code-editors (de codeweergave of de codecontrole), wordt dit in het algemeen ook geselecteerd in het documentvenster. U moet de twee weergaven mogelijk synchroniseren voordat de selectie wordt weergegeven.

Markeerpictogrammen voor onzichtbare elementen weergeven of verbergen

  1. Selecteer Weergeven> Opties voor ontwerpweergave > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare Elementen.

    Opmerking:

    Als u onzichtbare elementen weergeeft, kan dat een kleine invloed hebben op de indeling van een pagina doordat andere elementen met een paar pixels worden verschoven. Als u de indeling nauwkeurig wilt weergeven, moet u daarom de onzichtbare elementen verbergen.

Voorkeuren voor onzichtbare elementen instellen

Via de voorkeuren voor onzichtbare elementen kunt u opgeven welke soorten elementen zichtbaar zijn als u Beeld > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare elementen selecteert.

  1. Selecteer Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Dreamweaver > Voorkeuren (Macintosh) en klik vervolgens op Onzichtbare elementen.
  2. Selecteer welke elementen zichtbaar gemaakt moeten worden en klik op OK.
    Opmerking:

    Een vinkje naast de naam van het element in het dialoogvenster betekent dat het element zichtbaar is als Beeld > Visuele hulpmiddelen > Onzichtbare elementen wordt geselecteerd.

    Benoemde ankers

    Geeft een pictogram weer dat de locatie markeert van elk benoemd anker (een naam = "") in het document.

    Scripts

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van JavaScript- of VBScript-code in de hoofdtekst van het document wordt aangegeven. Selecteer het pictogram om het script te bewerken in de eigenschappencontrole of om een koppeling te maken naar een extern scriptbestand.

    Commentaren

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van HTML-commentaren wordt aangegeven. Selecteer het pictogram om het commentaar weer te geven in de eigenschappencontrole.

    Regeleinden

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van elk regeleinde wordt gemarkeerd (BR). Deze optie is standaard niet geselecteerd.

    Afbeeldingen met hyperlinks op de client

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van elke afbeelding met hyperlinks aan de client-kant in het document wordt aangegeven.

    Ingesloten stijlen

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van CSS-stijlen die zijn ingesloten in de hoofdsectie van het document wordt aangegeven. Als CSS-stijlen in de hoofdsectie van een document worden geplaatst, worden ze niet weergegeven in het documentvenster.

    Verborgen formuliervelden

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie van formuliervelden wordt aangegeven waarvoor het kenmerk type op "verborgen" is ingesteld.

    Formulierscheidingsteken

    Geeft een rand weer rond een formulier, zodat u kunt zien waar u formulierelementen moet invoegen. De rand toont de omvang van de form-tag, zodat alle formulierelementen binnen die rand in de form-tags worden ingesloten.

    Ankerpunten voor AP-elementen

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie wordt aangegeven van code waarmee een AP-element wordt gedefinieerd. Het AP-element zelf kan zich overal op de pagina bevinden. (AP-elementen zijn geen onzichtbare elementen. Alleen de code die AP-elementen definieert, is onzichtbaar.) Selecteer het pictogram om het AP-element te selecteren. Vervolgens kunt u de inhoud van het AP-element zien, ook als het AP-element is gemarkeerd als verborgen.

    Ankerpunten voor uitgelijnde elementen

    Geeft een pictogram weer waarmee de locatie wordt aangegeven van HTML-code voor elementen die het kenmerk uitlijnen accepteren. Dit zijn afbeeldingen, tabellen, ActiveX-objecten, insteekmodules en applets. In sommige gevallen is de code voor het element gescheiden van het zichtbare object.

    Visuele serveropmaakcodes

    Geeft de locatie weer van serveropmaaktags (zoals tags voor Active Server-pagina's en ColdFusion-tags), waarvan de inhoud niet kan worden weergegeven in het documentvenster. Met deze tags wordt in het algemeen HTML gegenereerd als de tags worden verwerkt door een server. Met de tag <CFGRAPH> wordt bijvoorbeeld een HTML-tabel gegenereerd als deze wordt verwerkt door een ColdFusion-server. In Dreamweaver wordt de tag vertegenwoordigd door een onzichtbaar ColdFusion-element, omdat Dreamweaver de uiteindelijke, dynamische uitvoer van de pagina niet kan bepalen.

    Niet-visuele serveropmaakcodes

    Geeft de locatie weer van serveropmaaktags (zoals tags voor Active Server-pagina's en ColdFusion-tags), waarvan de inhoud niet kan worden weergegeven in het documentvenster. Deze tags zijn in het algemeen tags voor instellingen, verwerking of logica (bijvoorbeeld <CFSET>, <CFWDDX> en <CFXML>) waarmee geen HTML-tags worden gegenereerd.

    CSS-weergave: geen

    Geeft een pictogram weer dat de locatie weergeeft van inhoud die wordt verborgen op het scherm:geen eigenschap in de gekoppelde of ingesloten stijlpagina.

    Dynamische tekst weergeven als

    Geeft standaard alle dynamische tekst op uw pagina weer in de indeling van {Recordset:Veld}. Als de lengte van deze waarden lang genoeg is om de opmaak van uw pagina te verstoren, kunt u de weergave veranderen in {}.

    Include-bestanden op de server

    Geeft de feitelijke inhoud van elk include-bestand op de server weer.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?