Handboek Annuleren

Werken met de kopinhoud van pagina's

 

 

Bekijk en bewerk inhoud in een Dreamweaver-webpagina, stel de meta-eigenschappen en de paginatitel in, geef trefwoorden en beschrijvingen voor een pagina op enzovoort.

Pagina's bevatten elementen die de informatie op de pagina beschrijven en die door zoekmachines worden gebruikt. U kunt de eigenschappen van head-elementen instellen om te bepalen hoe uw pagina's worden geïdentificeerd.

Kopinhoud weergeven en bewerken

U kunt de elementen in de head-sectie van een document weergeven in de codeweergave of door gebruik te maken van de codecontrole.

Een element invoegen in de head-sectie van een document

  1. Selecteer een head-tag via Invoegen > HTML.

  2. Stel opties voor het element in in het dialoogvenster dat verschijnt of in de eigenschappencontrole.

Een element in de kopsectie van een document bewerken

U kunt head-elementen bewerken door rechtstreeks code te typen in de codeweergave of in de eigenschappencontrole.

Als u elementen in de head-sectie wilt bewerken met de eigenschappencontrole, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer het head-element in het deelvenster DOM (Venster > Deelvenster DOM). 

    In de eigenschappencontrole worden de eigenschappen voor het geselecteerde element weergegeven.

  2. Wijzig de eigenschappen van het element in de eigenschappencontrole of stel ze in:

De meta-eigenschappen voor de pagina instellen

Een metatag is een kopelement waarin informatie over de huidige pagina wordt vastgelegd, zoals tekencodering, auteur, copyright of trefwoorden. Deze tags kunnen ook worden gebruikt om informatie door te geven aan de server, zoals de vervaldatum, het vernieuwingsinterval en de POWDER-classificatie voor de pagina. (POWDER, het Protocol for Web Description Resources, biedt een methode om classificaties toe te wijzen aan webpagina's, vergelijkbaar met filmclassificaties.)

Een meta-tag toevoegen

  1. Selecteer Invoegen > HTML > Meta.

  2. Geef de eigenschappen op in het dialoogvenster dat wordt weergegeven.

Een bestaande meta-tag bewerken

U kunt meta-elementen bewerken door rechtstreeks code te typen in de codeweergave of in de eigenschappencontrole.

Als u elementen in de metasectie wilt bewerken met de eigenschappencontrole, gaat u als volgt te werk:

  1. Selecteer het head-element in het deelvenster DOM (Venster > Deelvenster DOM). 

    In de eigenschappencontrole worden de eigenschappen voor het geselecteerde element weergegeven.

  2. Selecteer een meta-tag in het deelvenster DOM.

  3. Geef de eigenschappen op in de eigenschappencontrole.

    Kenmerk

    Hiermee geeft u op of de meta-tag beschrijvende informatie bevat over de pagina (name) of HTTP-koptekstinformatie (http-equiv).

    Waarde

    Hiermee geeft u het type informatie aan dat u in deze tag verstrekt. Sommige waarden, zoals description, keywords en refresh, zijn al goed gedefinieerd (en hebben hun eigen eigenschappencontroles in Dreamweaver), maar u kunt nagenoeg elke waarde opgeven (bijvoorbeeld creationdate, documentID of level).

    Inhoud

    Hier kunt u de daadwerkelijke informatie opgeven. Als u bijvoorbeeld bij Waarde niveau hebt opgegeven, kunt u bij Inhoudbeginner, gevorderde of expert opgeven.

De paginatitel instellen

Er is slechts één titeleigenschap: de titel van de pagina. U kunt de paginatitel bewerken met een van de volgende methoden:

  • De titel rechtstreeks in de code bewerken (in de codeweergave)
  • Selecteer de title-tag in het deelvenster DOM en bewerk de titel in de eigenschappencontrole

Trefwoorden opgeven voor de pagina

Veel robots van zoekmachines (programma's die automatisch op het web zoeken om informatie te verzamelen die zoekmachines kunnen indexeren) lezen de inhoud van de meta-tag Keywords (trefwoorden) en gebruiken die informatie om uw pagina's in hun databases te indexeren. Aangezien sommige zoekmachines het aantal trefwoorden of tekens dat ze indexeren, beperken of alle trefwoorden negeren als u de limiet overschrijdt, is het aan te raden slechts enkele goedgekozen trefwoorden te gebruiken.

De meta-tag Trefwoorden toevoegen

  1. Selecteer Invoegen > HTML > Trefwoorden.

  2. Geef de trefwoorden, gescheiden door komma's, op in het dialoogvenster dat wordt weergegeven.

De meta-tag Trefwoorden bewerken

U kunt de metabeschrijvingen van trefwoorden bewerken met een van de volgende methoden:

  • Het trefwoord rechtstreeks in de code bewerken (in de codeweergave)
  • Selecteer de meta-tag voor het trefwoord in het deelvenster DOM en bekijk, wijzig of verwijder de trefwoorden in de eigenschappencontrole.
Opmerking:

De trefwoorden moeten van elkaar worden gescheiden door komma's.

Beschrijvingen opgeven voor de pagina

Veel robots van zoekmachines (programma's die automatisch op het web zoeken om informatie te verzamelen die zoekmachines kunnen indexeren) lezen de inhoud van de meta-tag Beschrijving. Sommige gebruiken de informatie om uw pagina's in hun databases te indexeren, andere geven de informatie ook weer op de pagina met zoekresultaten (in plaats van de eerste paar regels van het document). Sommige zoekmachines beperken het aantal tekens dat ze indexeren, dus het is verstandig om uw beschrijving tot een paar woorden te beperken (bijvoorbeeld catering sportevenementen in Haarlem, Noord-Holland of webpagina's ontwerpen tegen redelijke prijzen voor klanten wereldwijd).

De meta-tag Beschrijving toevoegen

  1. Selecteer Invoegen > HTML > Beschrijving.

  2. Voer een beschrijvende tekst in in het dialoogvenster dat verschijnt.

De meta-tag Beschrijving bewerken

U kunt de metabeschrijvingen bewerken met een van de volgende methoden:

  • De beschrijving rechtstreeks in de code bewerken (in de codeweergave)
  • Selecteer de meta-tag voor de beschrijving in het DOM-deelvenster en bewerk de beschrijving in de eigenschappencontrole.

De eigenschappen voor het vernieuwen van de pagina instellen

U gebruikt het element Refresh (vernieuwen) om op te geven dat de browser de pagina na een bepaalde tijd automatisch moet vernieuwen door de huidige pagina opnieuw te laden of naar een andere pagina te gaan. Dit element wordt vaak gebruikt om gebruikers van de ene URL om te leiden naar een andere URL, vaak nadat een bericht wordt weergegeven dat de URL is gewijzigd.

De meta-tag Vernieuwen toevoegen

  1. Selecteer Invoegen > HTML > Meta.

  2. Geef als volgt de eigenschappen op in het dialoogvenster dat wordt weergegeven:

    Kenmerk

    Hiermee kunt u opgeven dat de meta-tag HTTP-headergegevens bevat (http-equivalent).

    Waarde

    Hiermee geeft u op dat het type informatie dat u verstrekt in deze tag refresh is.

    Inhoud

    Geef op in seconden hoe lang de browser moet wachten voordat deze de pagina vernieuwt. Als u wilt dat de browser de pagina direct vernieuwt nadat deze is geladen, typt u 0 in dit vak.

De meta-tag voor vernieuwen bewerken

U kunt de meta-tag voor vernieuwen bewerken met een van de volgende methoden:

  • U kunt de eigenschappen rechtstreeks in de code bewerken (in de codeweergave)
  • Selecteer de meta-tag voor vernieuwen in het deelvenster DOM of in de code en bewerk de eigenschappen in de eigenschappencontrole.

De meta-tag Base bewerken

U kunt het element Base bewerken dat is gebruikt om de basis-URL in te stellen. Alle relatieve paden op de pagina zijn relatief ten opzichte van de basis-URL.

  1. Selecteer het element Base in het deelvenster DOM.

  2. Stel in de eigenschappencontrole de eigenschappen van de meta-tag Base in.

    Href

    Geef hier de basis-URL op. Klik op de knop Bladeren om een bestand te selecteren of typ een pad in het vak.

    Doel

    Hier kunt u het frame of venster opgeven waarin alle gekoppelde documenten moeten worden geopend. Selecteer een van de frames in de huidige frameset of een van de volgende gereserveerde namen:

    • Met _blank wordt het gekoppelde document in een nieuw naamloos browservenster geladen.

    • Met _parent wordt het gekoppelde document geladen in het bovenliggende frame of venster van het frame dat de koppeling bevat. Als het frame dat de koppeling bevat niet is genest, is dit equivalent met _top, en wordt het gekoppelde document geladen in het volledige browservenster.

    • Met _self wordt het gekoppelde document geladen in het frame of venster waarin de koppeling zich bevindt. Dit doel is de standaardinstelling, zodat u deze instelling gewoonlijk niet hoeft te definiëren.

    • Met _top wordt het gekoppelde document in het volledige browservenster geladen en worden daarbij alle frames verwijderd.

U kunt een link-tag bewerken die de relatie tussen het huidige document en een ander bestand definieert.

Opmerking:

De link-tag in de head-sectie is niet hetzelfde als een HTML-koppeling tussen documenten in de head-sectie.

  1. Selecteer het element Link in het deelvenster DOM of de codeweergave.

  2. Stel in de eigenschappencontrole de eigenschappen van de meta-tag Link in.

    Href

    Hier kunt u de URL opgeven van het bestand waarvan u de relatie met het huidige document definieert. Klik op de knop Bladeren om een bestand te selecteren of typ een pad in het vak. Bedenk wel dat dit kenmerk geen bestand aangeeft waarnaar u een koppeling maakt in de gebruikelijke zin van het woord in de HTML-context. De relaties die in een element Koppeling worden gedefinieerd, zijn complexer.

    ID

    Hiermee kunt u een unieke id opgeven voor de koppeling.

    Titel

    Hiermee kunt u de relatie beschrijven. Dit kenmerk heeft een speciale betekenis voor gekoppelde stijlpagina's. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte External Style Sheets van de HTML-specificatie op de website van het World Wide Web Consortium op www.w3.org/TR/REC-html40/present/styles.html#style-external.

    Rel

    Hier kunt u de relatie tussen het huidige document en het document in het tekstvak Href opgeven. De mogelijke waarden zijn: Alternate, Stylesheet, Start, Next, Prev, Contents, Index, Glossary, Copyright, Chapter, Section, Subsection, Appendix, Help en Bookmark. Als u meer dan één relatie wilt opgeven, scheidt u de waarden met een spatie.

    Rev

    Hier kunt u een omgekeerde (reverse) relatie opgeven (het tegenovergestelde van Rel) tussen het huidige document en het document in het tekstvak Href. De mogelijke waarden zijn gelijk aan die voor Rel.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?