Open of plaats een rasterafbeelding in uw Illustrator-document.
- Illustrator Handboek
- Kennismaken met Illustrator
- Inleiding tot Illustrator
- Werkruimte
- Basisbeginselen van de werkruimte
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
- Documenten maken
- Werkbalk
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Inleiding in tekengebieden
- Tekengebieden beheren
- De werkruimte aanpassen
- Deelvenster Eigenschappen
- Voorkeuren instellen
- Werkruimte voor aanraken
- Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
- Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
- Weergave draaien
- Linialen, rasters en hulplijnen
- Toegankelijkheid in Illustrator
- Veilige modus
- Illustraties weergeven
- De Touch Bar gebruiken met Illustrator
- Bestanden en sjablonen
- Gereedschappen in Illustrator
- Overzicht van gereedschappen
- Selectiegereedschappen
- Navigatiegereedschappen
- Schildergereedschappen
- Tekstgereedschappen
- Tekengereedschappen
- Bewerkingsgereedschappen
- Snelle actie
- Illustrator op de iPad
- Inleiding in Illustrator op de iPad
- Werkruimte
- Documenten
- Objecten selecteren en rangschikken
- Tekenen
- Tekst
- Werken met afbeeldingen
- Kleur
- Clouddocumenten
- Basisbeginselen
- Problemen oplossen
- Inhoud toevoegen en bewerken
- Tekenen
- Grondbeginselen van tekenen
- Paden bewerken
- Pixel-perfecte illustraties tekenen
- Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
- Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
- Afbeeldingen overtrekken
- Een pad vereenvoudigen
- Perspectiefrasters definiëren
- Symboolgereedschappen en symboolsets
- Padsegmenten aanpassen
- Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
- Perspectief tekenen
- Symbolen
- Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
- 3D-objecten en materialen
- Kleur
- Schilderen
- Objecten selecteren en rangschikken
- Objecten omvormen
- Afbeeldingen uitsnijden
- Objecten transformeren
- Objecten combineren
- Objecten knippen, splitsen en verkleinen
- Marionet verdraaien
- Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
- Objecten laten overvloeien
- Omvormen met omhulsels
- Objecten omvormen met effecten
- Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
- Werken met actieve hoeken
- Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
- Uitknipmaskers bewerken
- Actieve vormen
- Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
- Algemene bewerking
- Tekst
- Tekst en ander werk toevoegen met tekstobjecten
- Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
- Tekstgebied beheren
- Lettertypen en typografie
- Tekst opmaken
- Tekst importeren en exporteren
- Alinea's opmaken
- Speciale tekens
- Tekst op een pad maken
- Teken- en alineastijlen
- Tabs
- Informatie over tekst
- Ontbrekende lettertypen zoeken (Typekit-workflow)
- Tekst uit Illustrator 10 bijwerken
- Arabische en Hebreeuwse tekst
- Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
- Een 3D-teksteffect maken
- Creatieve typografische ontwerpen
- Tekst schalen en roteren
- Regelafstand en tekenafstand
- Woordafbreking en regelafbreking
- Tekstverbeteringen
- Spelling- en taalwoordenboeken
- Aziatische tekens opmaken
- Composers voor Aziatische schriften
- Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
- Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
- Speciale effecten maken
- Webafbeeldingen
- Tekenen
- Importeren, exporteren en opslaan
- Importeren
- Creative Cloud Libraries in Illustrator
- Opslaan
- Exporteren
- Afdrukken
- Voorbereiden op afdrukken
- Afdrukken
- Taken automatiseren
- Problemen oplossen
- Crashproblemen
- Bestanden herstellen na een crash
- Problemen met bestanden
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Problemen met GPU-stuurprogramma's
- Problemen met Wacom-apparaten
- Problemen met DLL-bestanden
- Geheugenproblemen
- Problemen met voorkeurenbestanden
- Lettertypeproblemen
- Printerproblemen
- Foutrapport delen met Adobe
- De prestaties van Illustrator verbeteren
Met Afbeeldingen overtrekken kunt u rasterafbeeldingen (JPEG, PNG, PSD, enz.) omzetten in vectorillustraties. Met deze functie kunt u een nieuwe tekening gemakkelijk baseren op een bestaande illustratie door deze over te trekken. U kunt bijvoorbeeld met Afbeeldingen overtrekken de afbeelding van een potloodschets die u op papier hebt getekend omzetten in een vectorillustratie. U kunt een reeks voorinstellingen voor overtrekken kiezen om snel het gewenste resultaat te bereiken.

A. Oorspronkelijke afbeelding B. Resultaten van overtrekken met verschillende voorinstellingen
Een afbeelding overtrekken
Probeer het in de app!
Verander een handgetekende schets direct in vectorillustraties in Illustrator.
-
-
Selecteer de geplaatste afbeelding en voer een van de volgende stappen uit:
- Kies Object > Afbeeldingen overtrekken > Maken om over te trekken met de standaardinstellingen. Illustrator zet de afbeelding standaard om in een zwart-wit overtrekresultaat.
- Klik op de knop Afbeeldingen overtrekken in het regelpaneel of het deelvenster Eigenschappen, of selecteer een voorinstelling via de knop Voorinstellingen voor overtrekken (
).
- Kies Venster > Afbeeldingen overtrekken of activeer de werkruimte Overtrekken om het deelvenster Afbeeldingen overtrekken te openen en voer een van de volgende stappen uit:
- Kies een van de standaardvoorinstellingen door op de pictogrammen bovenaan in het deelvenster te klikken. Zie Opties voor overtrekken opgeven | Voorinstelling voor meer informatie.
- Kies een voorinstelling in het vervolgkeuzemenu Voorinstelling.
- Geef de overtrekopties op. Zie Opties voor overtrekken opgeven voor meer informatie.
Opmerking:- Schakel in het deelvenster Afbeeldingen overtrekken de optie Voorvertoning in om de resultaten van uw wijzigingen te bekijken.
- De resolutie van de geplaatste afbeelding bepaalt de snelheid van het overtrekken.
-
(Optioneel) Pas de overtrekresultaten aan in het deelvenster Afbeeldingen overtrekken (Venster > Afbeeldingen overtrekken).
-
Kies Object > Afbeeldingen overtrekken > Uitbreiden om het overtrekobject om te zetten in paden en de vectorillustratie handmatig te bewerken.
Bekijk deze instructievideo over Afbeeldingen overtrekken voor een video hierover.
Opties voor overtrekken opgeven
Wanneer de afbeelding is geselecteerd, ziet u dat de opties beschikbaar zijn in het deelvenster Afbeeldingen overtrekken. Boven aan het deelvenster ziet u de basisopties; maar u kunt meer opties tonen door op het driehoekje naast het label Geavanceerd te klikken.
Standaardbesturingselementen

Voorinstelling
In het deelvenster Afbeeldingen overtrekken kunt u een voorinstelling voor uw afbeelding selecteren. De pictogrammen bovenin het deelvenster zijn voorinstellingen die zijn vernoemd naar populaire workflows.

Pictogram |
Naam van de voorinstelling |
Definitie |
---|---|---|
|
Automatisch inkleuren |
Maakt een afbeelding met beperkte waarden van een foto of illustratie |
|
Veel kleur |
Maakt fotorealistische en bijzonder waarheidsgetrouwe illustraties |
|
Weinig kleur |
Maakt vereenvoudigde fotorealistische illustraties |
|
Grijswaarden |
Trekt de illustratie over in grijstinten |
|
Zwart-wit |
Vereenvoudigt de afbeelding tot een zwart-witillustratie |
|
Omtrek |
Vereenvoudigt de afbeelding tot zwarte omtrekken |
Er zijn meer voorinstellingen beschikbaar in het vervolgkeuzemenu bovenaan in het venster.

A. 3 kleuren B. 6 kleuren C. Foto met hoge getrouwheid
Klik op het menupictogram () om de huidige instellingen als een nieuwe voorinstelling op te slaan of om bestaande voorinstellingen te verwijderen of een nieuwe naam te geven. Zie Een voorinstelling voor overtrekken opslaan voor meer informatie.
Weergave
Hiermee past u de weergave van het overgetekende object aan. Een overtrekobject bestaat uit twee componenten: de oorspronkelijke bronafbeelding en het overtrekresultaat (de vectorillustratie). U kunt kiezen om het overtrekresultaat, de bronafbeelding, omtrekken en andere opties weer te geven. Klik op het oogpictogram om de geselecteerde weergave als een overlay over de bronafbeelding te plaatsen.

A. Overtrekresultaat B. Overtrekresultaat met omtrekken C. Omtrekken D. Omtrekken met bronafbeelding E. Bronafbeelding
Modus
Hiermee geeft u een kleurmodus voor het overtrekresultaat op. De beschikbare opties bepalen de basiskleurmodus of grijswaardenmodus voor uw overgetrokken illustratie.
De volgende kleurinstellingen worden weergegeven op basis van de instellingen voor de optie Modus:
Hiermee geeft u het aantal kleuren op dat moet worden gebruikt in een overtrekresultaat met kleur. Als u Documentbibliotheek hebt gekozen als palet, kunt u een staal kiezen. (Deze optie is alleen beschikbaar als Modus is ingesteld op Kleur.)

Hiermee geeft u het aantal grijstinten op dat moet worden gebruikt in een overtrekresultaat met grijstinten. (Deze optie is alleen beschikbaar als Modus is ingesteld op Grijswaarden.)

Hiermee geeft u een waarde op voor het genereren van een zwart-wit overtrekresultaat aan de hand van de oorspronkelijke afbeelding. Alle pixels lichter dan de drempelwaarde worden omgezet in wit en alle pixels donkerder dan de drempelwaarde worden omgezet in zwart. (Deze optie is alleen beschikbaar als Modus is ingesteld op Zwart-wit.)

Palet
Hiermee geeft u een palet op voor het genereren van een kleuren- of grijswaardenovertrek aan de hand van de oorspronkelijke afbeelding. (Deze optie is alleen beschikbaar als Modus is ingesteld op Kleur of Grijswaarden.)
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Schakelt automatisch tussen het beperkte kleurenpalet en alle kleurtonen voor het overtrekken, afhankelijk van de invoerafbeelding. Als u Automatisch selecteert als palet, kunt u de schuifregelaar Kleuren aanpassen om de vectoreenvoud en -nauwkeurigheid in het overtrekken te wijzigen. De waarde 0 betekent een vereenvoudiging die ten koste gaat van de nauwkeurigheid en de waarde 100 betekent een nauwkeurige of fotorealistische afbeelding die ten koste gaat van de eenvoud.

Gebruikt een beperkt aantal kleuren voor het overtrekpalet. U kunt de schuifregelaar Kleur gebruiken om de geselecteerde kleuren verder te beperken.

Gebruikt de volledige set kleuren voor het overtrekpalet. Deze optie is het beste voor het overtrekken van foto's en zo ontstaan fotorealistische illustraties. Wanneer deze optie is geselecteerd, bepaalt de schuifregelaar Kleur de variabiliteit van de pixels waaruit elk vulgebied bestaat. Wanneer de schuifregelaar Kleur meer naar rechts staat, is er sprake van een lagere variabiliteit. Dat betekent dat meer paden worden gedefinieerd door kleinere kleurgebieden. Als de schuifregelaar daarentegen meer naar links is geplaatst, zijn er minder en grotere vulgebieden.

Gebruik een bestaande kleurgroep voor het overtrekpalet. Met deze optie kunt u de exacte kleuren voor de overgetrokken illustratie opgeven. U kunt voor uw overtrekpalet elke gewenste kleurenbibliotheek kiezen die u hebt geladen via het deelvenster Stalen.

Kleurenbibliotheken toevoegen aan het deelvenster Stalen via het menu Staalbibliotheken
- Kies Venster > Stalen om het deelvenster Stalen te openen.
- Klik op het pictogram Menu Staalbibliotheken linksonder in het deelvenster Stalen. U kunt ook de optie Staalbibliotheek openen kiezen in het menu van het deelvenster.
- Kies een bibliotheek in de lijst.
- Klik op de knop Kleurgroep opslaan in deelvenster Stalen om de gewenste kleurgroep toe te voegen aan het deelvenster Stalen. Zie Staalbibliotheken gebruiken voor meer informatie.


Kleurenbibliotheken toevoegen aan het deelvenster Stalen via het deelvenster Adobe Color-thema’s
- Kies Venster > Kleurthema’s om het deelvenster Adobe Color-thema's te openen.
- Ontdek de vele openbare kleurthema's op het tabblad Verkennen of maak uw eigen kleurthema's. Voeg het kleurthema vervolgens toe aan het deelvenster Stalen. Zie Het deelvenster Adobe Color-thema’s gebruiken voor meer informatie.


Geavanceerde instellingen

Paden
Hiermee stelt u de afstand in tussen de overgetrokken vorm en de oorspronkelijke pixelvorm. Bij lagere waarden is het pad losser. Bij hogere waarden sluit het pad strakker aan.
Hoeken
Legt de nadruk op hoeken, waarbij de kans bestaat dat een scherpe bocht verandert in een hoekpunt. Een hogere waarde resulteert in meer hoeken.
Ruis
Hiermee geeft u een gebied in pixels op dat tijdens het overtrekken wordt genegeerd. Een hogere waarde resulteert in minder ruis.
Tip: Verplaats de schuifregelaar Ruis voor een hogeresolutieafbeelding naar een hogere waarde (bijvoorbeeld tussen 20 en 50) om het effect te kunnen zien. Stel een lagere waarde in (1-10) voor een lageresolutieafbeelding.
Methode
Hiermee geeft u een methode voor overtrekken op. U kunt kiezen uit de volgende opties:
Pictogram |
Naam van de voorinstelling |
Definitie |
---|---|---|
|
Aangrenzend |
Hiermee wordt een knipselpad gemaakt. De rand van een pad is precies hetzelfde als de rand van het aangrenzende pad. |
|
Overlappend |
Hiermee worden gestapelde paden gemaakt. Elk pad overlapt het aangrenzende pad enigszins. |
Vullingen
Hiermee maakt u gevulde gebieden in het overtrekresultaat.
Lijnen
Hiermee maakt u paden met lijnen in het overtrekresultaat.
Lijn
Hiermee geeft u de maximale breedte aan van onderdelen van de oorspronkelijke afbeelding waaraan lijnen kunnen worden toegevoegd. Onderdelen waarvan de breedte groter is dan deze waarde, worden gebieden met een omtrek in het overtrekresultaat.
Magnetische lijnen voor curves
Bepaalt of iets gebogen lijnen worden vervangen door rechte lijnen en of lijnen van bijna 0 of 90 graden worden uitgelijnd op precies 0 of 90 graden.
Tip: U kunt deze optie kiezen voor geometrische illustraties of als de vormen in uw bronafbeelding iets zijn gedraaid.
Wit negeren
Hiermee geeft u aan of witte vulling in een gebied wordt vervangen door geen vulling.
Bekijk deze instructievideo over Afbeeldingen overtrekken voor een video hierover.
Een voorinstelling voor overtrekken opslaan
-
Open het deelvenster Afbeeldingen overtrekken door Venster > Afbeeldingen overtrekken te kiezen.
-
Stel overtrekopties voor de voorinstelling in via het deelvenster Afbeeldingen overtrekken.
Opmerking:U kunt de standaardvoorinstellingen niet bewerken of verwijderen (standaardvoorinstellingen worden weergegeven tussen vierkante haken []). U kunt echter wel een kopie van een standaardvoorinstelling maken die u kunt bewerken. Selecteer hiervoor eerst de voorinstelling en kies daarna Opslaan als nieuwe voorinstelling in het deelvenstermenu.
-
Klik op het menupictogram (
) en kies Opslaan als nieuwe voorinstelling.
-
Voer een naam in voor de voorinstelling en klik op OK.
-
(Optioneel) Als u de naam van uw opgeslagen voorinstelling wilt wijzigen, klikt u op het menupictogram (
) en kiest u Naam wijzigen. Voer een naam in voor de voorinstelling en klik op OK.
-
(Optioneel) Als u de opgeslagen voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op het menupictogram (
) en kiest u Verwijderen.
Het overtrekresultaat bewerken
Wanneer u tevreden bent met de resultaten van het overtrekken, kunt u het overtrekobject omzetten in paden. Wanneer u deze laatste stap uitvoert, kunt u het overtrekresultaat op dezelfde manier gebruiken als andere vectorillustraties. Nadat u het overtrekobject hebt omgezet, kunt u de overtrekopties niet meer aanpassen.
-
Selecteer het overtrekresultaat.
-
Voer een van de volgende stappen uit om het overtrekresultaat om te zetten in paden:
- Klik op Uitbreiden in het regelpaneel of in het deelvenster Eigenschappen.
- Kies Object > Afbeeldingen overtrekken > Uitbreiden.
De gevormde paden zijn samen gegroepeerd.
-
Als u de gegroepeerde paden wilt degroeperen, klikt u op Degroeperen in het deelvenster Eigenschappen. U kunt ook Object > Degroeperen kiezen.
-
(Optioneel) Als u paden wilt vereenvoudigen door overbodige ankerpunten te verwijderen, kiest u Object > Pad > Vereenvoudigen. Zie Een pad vereenvoudigen voor meer informatie.
U kunt paden ook bewerken of de vorm ervan wijzigen. Zie Padsegmenten aanpassen voor meer informatie.
-
Als u het overtrekresultaat wilt inkleuren, zet u het om in groepen van Actieve verf door de gewenste paden te selecteren en Object > Actieve verf > Maken te kiezen. Zie Groepen van Actieve verf voor meer informatie.
Een overtrekobject opheffen
Als u een overtrekillustratie wilt verwijderen maar de oorspronkelijke geplaatste afbeelding wilt behouden, kunt u het overtrekobject opheffen.
-
Selecteer het overtrekobject.
-
Kies Object > Afbeeldingen overtrekken > Geen.
Aanmelden bij je account