- Klik op Venster > Gereedschappen > Werkbalken beheren.
- Selecteer Werkbalken beheren in het vervolgmenu van de lade.
Lees meer over de standaard en geavanceerde werkbalken en lees hoe u een werkbalk kunt aanpassen, een nieuwe werkbalk kunt maken en meerdere werkbalken kunt beheren.
Wanneer u Illustrator start, verschijnt links in het scherm een werkbalk met verschillende gereedschappen die u kunt gebruiken als u uw document bewerkt. Met de gereedschappen in de werkbalk kunt u verschillende taken uitvoeren, zoals objecten maken, selecteren en bewerken, en afbeeldingen selecteren, schilderen, tekenen, bewerken en verplaatsen. Ook kunt u tekst in afbeeldingen typen.
Illustrator beschikt over de volgende soorten werkbalken:
De standaardwerkbalk wordt vervangen door de geavanceerde werkbalk.
(Voor MENA-landen) Als u de MENA-tekstgereedschappen niet kunt zien op de standaardwerkbalk, die standaard wordt getoond, kunt u een van de volgende gereedschappen gebruiken:
A. Standaardwerkbalk B. Geavanceerde werkbalk C. Lade Alle tools D. Vervolgmenu E. Gereedschapscategorie F. Gereedschap beschikbaar in de werkbalk G. Gereedschap beschikbaar in de lade
In Illustrator zijn de gereedschappen grotendeels georganiseerd in de volgende categorieën:
U kunt de werkbalk aanpassen door gereedschappen te verplaatsen tussen de werkbalk en de lade. U kunt meer gereedschappen uit de lade toevoegen aan de werkbalk of gereedschappen uit de werkbalk verwijderen.
Gereedschappen kunnen alleen worden toegevoegd, verwijderd of herschikt als de lade openstaat. De werkbalk kan niet worden bewerkt als de lade is gesloten.
U kunt vanuit de lade Alle tools één gereedschap of meerdere gereedschappen tegelijk als een groep toevoegen aan de werkbalk.
Als u een gereedschap van de werkbalk wilt verwijderen, sleept u het gereedschap van de werkbalk naar een willekeurige locatie in de lade. Het gereedschap wordt automatisch toegevoegd aan de juiste categorie.
Als u de oorspronkelijke instellingen wilt herstellen, klikt u op Herstellen in het pop-upmenu van de lade.
A. Een gereedschap als een groep toevoegen aan de werkbalk B. Een gereedschap afzonderlijk toevoegen aan de werkbalk
U kunt meerdere gereedschappen in de lade selecteren, ongeacht de categorie waartoe deze behoren, en ze als één gereedschapsgroep toevoegen aan de werkbalk.
Ga als volgt te werk om meerdere gereedschappen tegelijk te selecteren en als een aangepaste groep toe te voegen:
Het pictogram voor het gereedschap dat u als eerste selecteert, wordt weergegeven in de werkbalk.
Als u meerdere gereedschappen tegelijk wilt verwijderen, kunt u deze selecteren terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt en sleept u ze vervolgens van de werkbalk naar de lade.
A. Meerdere gereedschappen als een groep toevoegen aan een gereedschap op de werkbalk B. Meerdere gereedschappen als een afzonderlijke groep toevoegen aan de werkbalk
Ga als volgt te werk om een lijst te bekijken van alle gereedschappen in een gereedschapsgroep:
Houd Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en klik op een gereedschap om de gereedschappen in de groep te doorlopen en te selecteren.
Druk op de sneltoets van een gereedschap. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo en in de lade Alle tools. U kunt bijvoorbeeld het gereedschap Verplaatsen selecteren door op de letter V te drukken.
Tip: Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (macOS) en schakel Knopinfo tonen uit om de knopinfo te verbergen.
Als u gereedschappen van derden installeert, worden deze standaard weergegeven op de werkbalk. Als u meer aangepaste werkbalken hebt toegevoegd, verschijnen de gereedschappen van derden in de desbetreffende lades.
U kunt de volgende besturingselementen op de werkbalk tonen of verbergen door de desbetreffende pictogrammen te selecteren in de sectie Tonen onder aan de lade:
Klik op de pictogrammen onder aan de werkbalk om de tekenmodus Normaal tekenen () te wijzigen in Tekenen achter (
) of Tekenen binnen (
).
U kunt de schermmodus ook wijzigen door op het pictogram Schermmodus wijzigen () onder aan de werkbalk te klikken en de gewenste schermmodus te selecteren.
Voer een van de volgende stappen uit om over te schakelen naar de geavanceerde werkbalk, een volwaardige werkbalk met alle gereedschappen:
De standaardwerkbalk wordt vervangen door de geavanceerde werkbalk.
Ga als volgt te werk om uw eigen aangepaste werkbalken te maken:
Typ een naam en klik op OK, waarna er een lege werkbalk wordt gemaakt. Klik op de knop Werkbalk bewerken om de lade te openen en gereedschappen toe te voegen aan de werkbalk.
Als er meerdere werkbalken beschikbaar zijn, kunt u deze als volgt beheren:
Voer een van de volgende stappen uit in het dialoogvenster Werkbalken beheren:
U kunt bepaalde gereedschappen uitvouwen, zodat verborgen onderliggende gereedschappen zichtbaar worden. Een kleine driehoek rechtsonder in het pictogram van het gereedschap geeft aan dat er verborgen gereedschappen zijn. Houd de muisknop ingedrukt op het zichtbare gereedschap om de verborgen onderliggende gereedschappen weer te geven.
Sommige gereedschappen in de werkbalk hebben opties die in het deelvenster Eigenschappen worden weergegeven. U kunt ook dubbelklikken op een gereedschap in de werkbalk om de instellingen van dat gereedschap weer te geven en te wijzigen.
U kunt de werkbalk verplaatsen door deze aan de titelbalk te verslepen.
Klik op de dubbele pijl op de titelbalk om te schakelen tussen de weergave van de werkbalk met twee kolommen en met één kolom.
Voer een van de volgende stappen uit om de werkbalk weer te geven of te verbergen:
Voer een van de volgende stappen uit om een gereedschap te selecteren:
Klik op een gereedschap in de werkbalk. Als u rechts onder het gereedschap een driehoekje ziet, houdt u de muisknop ingedrukt om de verborgen gereedschappen weer te geven en vervolgens klikt u op het gereedschap dat u wilt selecteren.
Houd Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en klik op een gereedschap om verborgen gereedschappen te doorlopen en te selecteren.
Druk op de sneltoets voor het gereedschap. De sneltoets wordt weergegeven in de knopinfo. U kunt bijvoorbeeld het gereedschap Verplaatsen selecteren door op de letter V te drukken.
Tip: Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (macOS) en schakel Knopinfo tonen uit om knopinfo te verbergen.
De aanwijzer van de meeste gereedschappen komt overeen met het pictogram van het desbetreffende gereedschap. Elke aanwijzer heeft een andere hotspot, het punt waar een effect of handeling begint. Bij de meeste gereedschappen kunt u overschakelen op nauwkeurige cursors, die worden weergegeven als een dradenkruis dat is gecentreerd rond de hotspot en waarmee u nauwkeuriger kunt werken bij illustraties met veel details. Voer een van de volgende stappen uit:
Een werkbalk blijft behouden in de werkruimte waarin deze is gemaakt. Als u overschakelt naar een andere werkruimte en vervolgens terugkeert naar de oorspronkelijke werkruimte, blijven alle gemaakte werkbalken behouden en worden deze weer geopend.
Aanmelden bij je account