Handboek Annuleren

Illustraties weergeven

  1. Illustrator Handboek
  2. Kennismaken met Illustrator
    1. Inleiding tot Illustrator
      1. Nieuw in Illustrator
      2. Algemene vragen
      3. Systeemvereisten voor Illustrator
      4. Illustrator voor Apple silicon
      5. GPU-prestaties
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Documenten maken
      3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
      4. Workflows versnellen met de contextuele taakbalk
      5. Werkbalk
      6. Standaardsneltoetsen
      7. Sneltoetsen aanpassen
      8. Inleiding in tekengebieden
      9. Tekengebieden beheren
      10. De werkruimte aanpassen
      11. Deelvenster Eigenschappen
      12. Voorkeuren instellen
      13. Werkruimte voor aanraken
      14. Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
      15. Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
      16. Weergave draaien
      17. Linialen, rasters en hulplijnen
      18. Toegankelijkheid in Illustrator
      19. Illustraties weergeven
      20. De Touch Bar gebruiken met Illustrator
      21. Bestanden en sjablonen
    3. Gereedschappen in Illustrator
      1. Overzicht van gereedschappen
      2. Selectiegereedschappen
        1. Selectie
        2. Direct selecteren
        3. Groep selecteren
        4. Toverstaf
        5. Lasso
        6. Tekengebied
      3. Navigatiegereedschappen
        1. Handje
        2. Weergave draaien
        3. Zoomen
      4. Schildergereedschappen
        1. Verloop
        2. Net
        3. Vormen maken
      5. Tekstgereedschappen
        1. Tekst
        2. Tekst op een pad
        3. Verticale tekst
      6. Tekengereedschappen
        1. Pen
        2. Ankerpunt-toevoegen
        3. Ankerpunt verwijderen
        4. Ankerpunt
        5. Kromming
        6. Lijnsegment
        7. Rechthoek
        8. Afgeronde rechthoek
        9. Ovaal
        10. Veelhoek
        11. Ster
        12. Penseel
        13. Klodderpenseel
        14. Potlood
        15. Shaper
        16. Segment
      7. Bewerkingsgereedschappen
        1. Roteren
        2. Spiegelen
        3. Schalen
        4. Schuin
        5. Breedte
        6. Vrije transformatie
        7. Pipet
        8. Overvloeien
        9. Gummetje
        10. Schaar
        11. Meetgereedschap
    4. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
      1. Scènes, onderwerpen en pictogrammen genereren met behulp van opdrachten
      2. Vectorpatronen genereren met behulp van opdrachten
      3. Vullingen voor vectorvormen genereren met behulp van opdrachten
      4. De kleuren in uw illustraties aanpassen met opdrachten
    5. Snelle actie
      1. Retro tekst
      2. Tekst met neon gloed
      3. Ouderwetse tekst
      4. Opnieuw kleuren
      5. Schetsen omzetten in vectoren
  3. Illustrator op de iPad
    1. Inleiding in Illustrator op de iPad
      1. Overzicht van Illustrator op de iPad
      2. Veelgestelde vragen over Illustrator op de iPad
      3. Systeemvereisten | Illustrator op de iPad
      4. Wat u wel of niet kunt doen in Illustrator op de iPad
    2. Werkruimte
      1. De werkruimte van Illustrator op de iPad
      2. Snelknoppen en bewegingen
      3. Sneltoetsen voor Illustrator op de iPad
      4. Uw app-instellingen beheren
    3. Documenten
      1. Werken met documenten in Illustrator op de iPad
      2. Photoshop- en Fresco-documenten importeren
    4. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Herhaalde objecten maken
      2. Objecten laten overvloeien
    5. Tekenen
      1. Paden tekenen en bewerken
      2. Vormen tekenen en bewerken
    6. Tekst
      1. Werken met tekst en lettertypen
      2. Tekstontwerpen langs een pad maken
      3. Uw eigen lettertypen toevoegen
    7. Werken met afbeeldingen
      1. Rasterafbeeldingen omzetten in vectoren
    8. Kleur
      1. Kleuren en verlopen toepassen
  4. Clouddocumenten
    1. Basisbeginselen
      1. Werken met Illustrator-clouddocumenten
      2. Illustrator-clouddocumenten delen en eraan samenwerken
      3. Documenten ter beoordeling delen
      4. Cloudopslag voor Adobe Illustrator upgraden
      5. Illustrator-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Problemen oplossen
      1. Problemen met het maken of opslaan van clouddocumenten in Illustrator oplossen
      2. Problemen met clouddocumenten in Illustrator oplossen
  5. Inhoud toevoegen en bewerken
    1. Tekenen
      1. Basisbeginselen van tekenen
      2. Paden bewerken
      3. Pixel-perfecte illustraties tekenen
      4. Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
      5. Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
      6. Rechthoekige rasters en poolrasters tekenen
      7. Flakkeringen tekenen en bewerken
      8. Afbeeldingen overtrekken
      9. Een pad vereenvoudigen
      10. Symboolgereedschappen en symboolsets
      11. Padsegmenten aanpassen
      12. Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
      13. Een perspectiefraster maken en bewerken
      14. Objecten op een perspectiefraster tekenen en wijzigen
      15. Objecten gebruiken als symbolen voor herhaald gebruik
      16. Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
    2. Metingen
      1. Afmetingen meten en weergeven
    3. 3D-objecten en materialen
      1. Over 3D-effecten in Illustrator
      2. 3D-afbeeldingen maken
      3. Illustraties toewijzen aan 3D-objecten
      4. 3D-tekst maken
      5. 3D-objecten maken
    4. Kleur
      1. Kleuren
      2. Kleuren selecteren
      3. Stalen gebruiken en maken
      4. Kleuren aanpassen
      5. Het deelvenster Adobe Color-thema's gebruiken
      6. Kleurgroepen (harmonieën)
      7. Deelvenster Kleurthema's
      8. Illustraties opnieuw kleuren
    5. Schilderen
      1. Informatie over schilderen
      2. Schilderen met vullingen en lijnen
      3. Groepen van Actieve verf
      4. Verlopen
      5. Penselen
      6. Transparantie- en overvloeiingsmodi
      7. Lijnen toepassen op een object
      8. Patronen maken en bewerken
      9. Netten
      10. Patronen
    6. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Objecten selecteren
      2. Lagen
      3. Objecten uitbreiden, groeperen en degroeperen
      4. Objecten verplaatsen, uitlijnen en verdelen
      5. Objecten op een pad uitlijnen, rangschikken en verplaatsen
      6. Objecten magnetisch uitlijnen met glyphs
      7. Objecten uitlijnen met Japanse glyphs
      8. Objecten stapelen    
      9. Objecten vergrendelen, verbergen en verwijderen
      10. Objecten kopiëren en dupliceren
      11. Objecten roteren en spiegelen
      12. Objecten verstrengelen
      13. Realistische mock-ups maken
    7. Objecten omvormen
      1. Afbeeldingen uitsnijden
      2. Objecten transformeren
      3. Objecten combineren
      4. Objecten knippen, splitsen en verkleinen
      5. Marionet verdraaien
      6. Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
      7. Objecten laten overvloeien
      8. Omvormen met omhulsels
      9. Objecten omvormen met effecten
      10. Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
      11. Werken met actieve hoeken
      12. Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
      13. Uitknipmaskers bewerken
      14. Actieve vormen
      15. Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
      16. Algemene bewerking
    8. Tekst
      1. Tekst toevoegen en werken met tekstobjecten
      2. Reflow-viewer
      3. Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
      4. Tekstgebied beheren
      5. Lettertypen en typografie
      6. Tekst in afbeeldingen omzetten in bewerkbare tekst
      7. Basisopmaak toevoegen aan tekst
      8. Geavanceerde opmaak toevoegen aan tekst
      9. Tekst importeren en exporteren
      10. Alinea's opmaken
      11. Speciale tekens
      12. Tekst op een pad maken
      13. Teken- en alineastijlen
      14. Tabs
      15. Ontbrekende lettertypen toevoegen vanuit Adobe Fonts
      16. Arabische en Hebreeuwse tekst
      17. Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
      18. Creatieve typografische ontwerpen
      19. Tekst schalen en roteren
      20. Regelafstand en tekenafstand
      21. Woordafbreking en regeleinden
      22. Spelling- en taalwoordenboeken
      23. Aziatische tekens opmaken
      24. Composers voor Aziatische schriften
      25. Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
      26. Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
    9. Speciale effecten maken
      1. Werken met effecten
      2. Afbeeldingsstijlen
      3. Vormgevingskenmerken
      4. Schetsen en mozaïeken maken
      5. Slagschaduw, gloed en doezeleffect
      6. Overzicht van effecten
    10. Webafbeeldingen
      1. Aanbevolen procedures voor het maken van webafbeeldingen
      2. Grafieken
      3. SVG
      4. Segmenten en afbeeldingen met hyperlinks
  6. Importeren, exporteren en opslaan
    1. Importeren
      1. Meerdere bestanden plaatsen
      2. Gekoppelde en ingesloten bestanden beheren
      3. Informatie over koppelingen
      4. Het insluiten van afbeeldingen ongedaan maken
      5. Afbeeldingen importeren uit Photoshop
      6. Bitmapafbeeldingen importeren
      7. Adobe PDF-bestanden importeren
      8. EPS-, DCS- en AutoCAD-bestanden importeren
    2. Creative Cloud Libraries in Illustrator 
      1. Creative Cloud Libraries in Illustrator
    3. Opslaan en exporteren
      1. Illustraties opslaan
      2. Een illustratie exporteren
      3. Adobe PDF-bestanden maken
      4. Adobe PDF-opties
      5. Illustrator-illustraties gebruiken in Photoshop
      6. Assets verzamelen en exporteren in batches
      7. Bestanden in een pakket opnemen
      8. CSS extraheren | Illustrator CC
      9. Deelvenster Documentinfo
  7. Afdrukken
    1. Voorbereiden op afdrukken
      1. Documenten instellen voor afdrukken
      2. Het paginaformaat en de afdrukstand wijzigen
      3. Snijtekens opgeven voor bijsnijden of uitlijnen
      4. Aan de slag met een groot canvas
    2. Afdrukken
      1. Overdrukken
      2. Afdrukken met kleurbeheer
      3. Afdrukken met PostScript
      4. Afdrukvoorinstellingen
      5. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      6. Transparante illustraties afdrukken en opslaan
      7. Overvullen
      8. Kleurscheidingen afdrukken
      9. Verlopen, netten en kleurovervloeiingen afdrukken
      10. Witte overdruk
  8. Taken automatiseren
    1. Gegevens samenvoegen met behulp van het deelvenster Variabelen
    2. Automatiseren met behulp van scripts
    3. Automatiseren met behulp van handelingen
  9. Problemen oplossen 
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen
    3. Crashproblemen
    4. Bestanden herstellen na een crash
    5. Veilige modus
    6. Problemen met bestanden
    7. Ondersteunde bestandsindelingen
    8. Problemen met GPU-stuurprogramma's
    9. Problemen met Wacom-apparaten
    10. Problemen met DLL-bestanden
    11. Geheugenproblemen
    12. Problemen met voorkeurenbestanden
    13. Lettertypeproblemen
    14. Printerproblemen
    15. Foutrapport delen met Adobe
    16. De prestaties van Illustrator verbeteren

Documentinstellingen opgeven

U kunt op elk moment de standaardinstellingen van een document wijzigen voor maateenheden, weergave van het transparantieraster, achtergrondkleur en tekstinstellingen zoals taal, stijl van aanhalingstekens, grootte van superscript en subscript, afloopgebied en exporteerbaarheid. Met de knop Tekengebieden bewerken sluit u dit dialoogvenster en activeert u het gereedschap Tekengebied.

  1. Kies Bestand > Documentinstellingen of klik op de knop Documentinstellingen in het deelvenster Beheer. (Deze knop is beschikbaar wanneer er niets is geselecteerd.)
  2. Geef de gewenste opties op.
  3. Als u tekengebieden wilt bewerken (bijvoorbeeld om de richting te wijzigen van Staand in Liggend), klikt u op Tekengebieden bewerken om over te schakelen op de modus voor het bewerken van tekengebieden.

    Opmerking:

    De optie Gekleurd papier simuleren is handig als u het document wilt afdrukken op gekleurd papier. Als u bijvoorbeeld een blauw object op een gele achtergrond tekent, wordt het object groen weergegeven. De simulatie wordt alleen uitgevoerd wanneer het transparantieraster niet wordt weergegeven.

Informatie over afdrukverdeling

Standaard wordt elk tekengebied in Illustrator afgedrukt op één vel papier. Als de illustratie echter groter is dan de papierformaten die op uw printer beschikbaar zijn, kunt u de illustratie afdrukken op meerdere vellen papier.

U kunt een tekengebied opsplitsen op basis van de beschikbare paginaformaten van een printer. Dit wordt verdeling genoemd. In het gedeelte Algemeen van het dialoogvenster Afdrukken kunt u een verdelingsoptie selecteren. Kies Weergave > Afdrukverdeling tonen om de grenzen van de afdrukverdeling in het tekengebied weer te geven.

Tekengebied met meerdere paginadelen
Tekengebied met meerdere paginadelen

Wanneer u het tekengebied opsplitst in meerdere delen, worden de pagina's genummerd van links naar rechts en van boven naar beneden, waarbij de nummering begint bij pagina 1. Deze paginanummers worden alleen op het scherm weergegeven en worden niet afgedrukt. Aan de hand van de nummers kunt u alle pagina's in het bestand of alleen bepaalde pagina's afdrukken.

In- of uitzoomen op de illustratie

Er zijn verschillende manieren waarop u kunt in- of uitzoomen.

  • Selecteer het gereedschap Zoomen . De aanwijzer verandert in een vergrootglas met een plusteken in het midden. Klik in het midden van het gebied dat u wilt vergroten of houd Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en klik in het midden van het gebied dat u wilt verkleinen. Bij elke muisklik wordt de weergave naar het vorige vooraf ingestelde percentage vergroot of verkleind.
Opmerking:

Wanneer u in- of uitzoomt (met het gereedschap Zoomen of de sneltoetsen voor dit gereedschap) terwijl u een illustratie bewerkt, plaatst Illustrator de geselecteerde illustratie in het midden van de weergave. Als de selectie ankerpunten of segmenten bevat, worden deze ankerpunten ook midden in de weergave geplaatst wanneer u in- of uitzoomt. Als u Inzoomen op selectie wilt uitschakelen, gaat u naar Voorkeuren > Weergave selectie en anker. Schakel vervolgens de optie Inzoomen op selectie uit.

  • Selecteer het gereedschap Zoomen en sleep een gestippelde driehoek, een selectiekader, rond het gebied dat u wilt vergroten. Als u het selectiekader rond de illustratie wilt verplaatsen, houdt u de spatiebalk ingedrukt en sleept u het selectiekader naar een andere plaats.
  • Kies Weergave > Inzoomen of Weergave > Uitzoomen. Bij elke muisklik wordt de weergave naar het volgende vooraf ingestelde percentage vergroot of verkleind.
  • Stel het zoomniveau in de linkerbenedenhoek van het hoofdvenster of in het deelvenster Navigator in.
  • Als u een bestand op een grootte van 100% wilt weergeven kiest u Weergave > Ware grootte of dubbelklikt u op het gereedschap Zoomen.
  • Als u het venster wilt vullen met het geselecteerde tekengebied, kiest u Weergave > Tekengebied passend in venster of dubbelklikt u op het handje.
  • Kies Weergave > Weergave passend in venster om alles weer te geven in het venster.

Voorvertoning op ware grootte

Als ontwerper van drukwerk wilt u uw illustraties waarschijnlijk op ware grootte bekijken voordat u ze afdrukt. Hiervoor kunt u een afdrukvoorvertoning van het document genereren op ware grootte met 100% zoom.

Kies Weergave > Ware grootte om schermelementen op ware grootte te bekijken, ongeacht de grootte en resolutie van uw monitor. Als u nu 100% inzoomt op een document, weerspiegelen de afmetingen van elk object in het document de feitelijke fysieke grootte van het object. Als u bijvoorbeeld een nieuw tekengebied van A4-formaat opent en op Ware grootte klikt, krijgt het tekengebied het formaat van een echt A4-vel.

De ware grootte werkt voor alle resoluties, schaalfactoren en weergavemodi, met uitzondering van de modus Voorvertoning pixels.

Opmerking:

Als u meer dan één monitor gebruikt, wordt de ware grootte alleen op de primaire monitor getoond.

Opmerking:

De optie Ware grootte is standaard ingeschakeld, waardoor het document met 100% zoom altijd wordt weergegeven in ware grootte. Als u echter wilt dat de weergave van uw document onveranderd blijft als u 100% bent ingezoomd, kunt u de optie Ware grootte uitschakelen. Dit doet u als volgt:

  1. Kies Bewerken Voorkeuren Algemeen (Windows) of kies Illustrator Voorkeuren Algemeen (macOS).
  2. Deselecteer Afdrukgrootte weergeven met 100% zoom.

Zie Documenten instellen voor afdrukken voor meer informatie over het instellen van documenten die worden afgedrukt.

Het weergavegebied wijzigen

Voer een van de volgende stappen uit als u een ander deel van het tekengebied wilt weergeven:

  • Kies Weergave Alles passend in venster om uit te zoomen, zodat alle tekengebieden zichtbaar zijn in het scherm.
  • Kies Weergave Tekengebied passend in venster om in te zoomen op het actieve tekengebied.
  • Klik in het deelvenster Navigator op het gebied van de miniatuurweergave dat u in het illustratievenster wilt weergeven. U kunt ook het voorvertoningsgebied (het gekleurde vak) naar een ander deel van de miniatuurweergave verplaatsen.
  • Selecteer het handje  en sleep in de richting waarin u de illustratie wilt verplaatsen.

Met het deelvenster Navigator (Venster > Navigator) wijzigt u snel de weergave van de illustratie met behulp van een miniatuur. Het gekleurde vak in het deelvenster Navigator (het voorvertoningsgebied genoemd) komt overeen met het op dat moment zichtbare gebied in het illustratievenster.

Deelvenster Navigator
Deelvenster Navigator

A. Miniatuurweergave van illustratie B. De knop voor het deelvenstermenu C. Zoomvak D. Knop Uitzoomen E. Voorvertoningsgebied F. Zoomschuifregelaar G. Knop Inzoomen 

U kunt het deelvenster Navigator op de volgende manieren aanpassen:

  • Als u illustraties buiten de grenzen van het tekengebied in het deelvenster Navigator wilt weergeven, klikt u op Alleen inhoud van tekengebied weergeven in het deelvenstermenu om deze optie uit te schakelen.
  • Als u de kleur van het voorvertoningsgebied wilt wijzigen, selecteert u Deelvensteropties in het deelvenstermenu. Selecteer een vooraf ingestelde kleur in het menu Kleur of dubbelklik in het kleurvak om een eigen kleur te kiezen.
  • Als u onderbroken lijnen in het document als doorgetrokken lijnen wilt weergeven in het deelvenster Navigator, kiest u Deelvensteropties in het deelvenstermenu en selecteert u Onderbroken lijnen als dichte lijnen tekenen.

Illustraties voorvertonen als omtrekken

Standaard worden alle illustraties in Adobe Illustrator in kleur weergegeven. U kunt illustraties echter zo weergeven dat alleen de omtrekken (of paden) zichtbaar zijn. Wanneer u met ingewikkelde illustraties werkt en deze zonder kleurkenmerken worden weergegeven, kan het scherm sneller worden opgebouwd.

In de omtrekmodus worden gekoppelde bestanden standaard weergegeven als omlijnde vakken die een X bevatten. Als u de inhoud van gekoppelde bestanden wilt weergeven, kiest u Bestand Documentinstellingen en selecteert u Afbeeldingen tonen in omtrekmodus.

U kunt uw illustraties in Illustrator als omtrekken weergeven in de modus GPU-voorvertoning op beeldschermen met een resolutie van 2000 of meer pixels breed of hoog. Als u illustraties weergeeft in de modus GPU-contour, zijn de paden vloeiender en worden complexe illustraties sneller vernieuwd op beeldschermen met een hoge dichtheid.

  • Als u alle illustraties als omtrekken wilt weergeven, kiest u Weergave > Omtrek of drukt u op Ctrl+E (Windows) of Command+E (macOS). Kies Weergave > Voorvertoning als u de illustraties weer in kleur wilt weergeven.
  • Als u alle illustraties in een laag als omtrekken wilt weergeven, houdt u Ctrl (Windows) of Command (macOS) ingedrukt terwijl u in het deelvenster Lagen op het oogpictogram voor de laag klikt. Klik nogmaals terwijl u Ctrl (Windows) of Command (macOS) ingedrukt houdt om de illustraties weer in kleur weer te geven. Het oogpictogram wordt als  weergegeven wanneer de weergave Omtrek is ingeschakeld en als  wanneer de weergave Voorvertoning is ingeschakeld.
  • Als u alle items in niet-geselecteerde lagen als omtrekken wilt weergeven, houdt u Alt+Ctrl (Windows) of Option+Command (macOS) ingedrukt terwijl u op het oogpictogram voor de geselecteerde laag klikt. Ook kunt u Overige omtrekken selecteren in het menu van het deelvenster Lagen.

    Tip: U kunt alle items in het deelvenster Lagen weer voorvertonen door Voorvertoning alle lagen te kiezen in het menu van het deelvenster Lagen.

Meerdere vensters en weergaven gebruiken

U kunt hetzelfde document in meerdere vensters tegelijk openen. Voor elk venster kunnen andere weergave-instellingen gelden. U kunt een venster bijvoorbeeld aanzienlijk vergroten voor gedetailleerd werk met bepaalde objecten en een minder vergroot venster maken voor de lay-out van die objecten op de pagina.

Opmerking:

(Windows) Met de opties in het menu Venster kunt u naar wens meerdere geopende vensters rangschikken. Met Trapsgewijs worden vensters gestapeld en aflopend van linksboven naar rechtsonder op het scherm weergegeven. Met Naast elkaar worden de vensters naast elkaar geschikt. Met Pictogrammen schikken worden de geminimaliseerde vensters binnen het programmavenster geordend.

In plaats van meerdere vensters kunt u ook meerdere weergaven maken. Voor elk document kunt u maximaal 25 weergaven maken en opslaan.

Meerdere vensters verschillen in de volgende opzichten van meerdere weergaven:

  • Meerdere weergaven worden bij het document opgeslagen, meerdere vensters niet.

  • Meerdere vensters kunnen gelijktijdig worden weergegeven.

  • Meerdere weergaven kunnen alleen gelijktijdig worden weergegeven als er meerdere vensters zijn geopend waarin ze kunnen worden weergegeven. Als u de weergave wijzigt, wordt het actieve venster gewijzigd. Er wordt geen nieuw venster geopend.

Een nieuw venster maken

  1. Kies Venster > Nieuw venster.

Een nieuwe weergave maken

  1. Stel de weergave naar wens in, kies Weergave > Nieuwe weergave, voer een naam voor de nieuwe weergave in en klik op OK.

Een weergave verwijderen of de naam ervan wijzigen

  1. Kies Weergave > Weergave wijzigen.

Overschakelen op een andere weergave

  1. Selecteer een weergavenaam onderin het menu Weergave.

Illustraties voorvertonen in het uiteindelijke uitvoermedium

In Illustrator kunt u op de volgende manieren bekijken hoe aspecten van illustraties eruit zien in gedrukte vorm of bij weergave op het web of op een mobiel apparaat:

Modus Voorvertoning overdruk (Weergave > Voorvertoning overdruk)

Hiermee wordt een 'voorvertoning met inkt' weergegeven waarin wordt geschat hoe het overvloeien, de transparantie en het overdrukken eruit zullen zien bij uitvoer met kleurscheiding.

Modus Voorvertoning pixels (Weergave > Voorvertoning pixels)

Hiermee wordt geschat hoe de illustraties worden weergegeven wanneer de illustraties in een webbrowser worden gerasterd en weergegeven.

Modus Verkleinweergave (Weergave > Verkleinweergave)

Hiermee wordt de weergave tot de grenzen van de illustratie verkleind. In deze modus worden alle niet-afdrukbare objecten in de illustratie verborgen, zoals rasters, hulplijnen en elementen die buiten de rand van het tekengebied vallen. Alle illustraties die buiten het tekengebied vallen, worden uitgeknipt. U kunt in deze schermmodus illustraties blijven maken en bewerken.

Opmerking:

Deze modus is geschikt voor het weergeven van illustraties, zoals posters.

De oorspronkelijke weergave en de verkleinde weergave

Voorvertoning van afvlakker (Venster > Voorvertoning van afvlakker)

Hiermee worden gebieden in de illustratie gemarkeerd die voldoen aan bepaalde criteria voor afvlakking wanneer de illustratie wordt opgeslagen of afgedrukt.

Elektronische proefdrukken

Hiermee wordt geschat hoe de kleuren van een document op een bepaald type beeldscherm of uitvoerapparaat worden weergegeven.

Anti-aliasing

Hiermee worden vectorobjecten vloeiender weergegeven op het scherm en krijgt u een beter idee hoe vectorillustraties eruit zullen zien wanneer deze met een PostScript®-printer worden afgedrukt. Anti-aliasing is handig omdat de schermresolutie relatief beperkt is terwijl vectorillustraties vaak met een hoge resolutie worden afgedrukt. Kies Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS), selecteer Anti-aliased illustratie en klik op OK als u anti-aliasing wilt inschakelen.

Device Central (Bestand > Device Central)

Hiermee kunt u een voorvertoning bekijken van hoe uw document eruit ziet op een bepaalde mobiele telefoon of een bepaald apparaat.

Illustraties weergeven in de presentatiemodus

In de presentatiemodus neemt het actieve tekengebied van het actuele Illustrator-document het hele scherm in beslag. In deze modus zijn het applicatiemenu, de deelvensters, hulplijnen, rasters en alle selecties verborgen. Het is een niet-bewerkbare modus waarin alleen de illustratie in het tekengebied wordt weergegeven. Deze modus is geschikt voor het presenteren van ontwerpideeën.

Ga op een van de volgende manieren te werk om de presentatiemodus te activeren:

  • Kies Weergave > Presentatiemodus.
  • Druk op Shift+F.
  • Klik op het pictogram  op de werkbalk en kies Presentatiemodus in de vervolgkeuzelijst.
  • (alleen macOS) Druk op de toets Navigatie in het aanraakscherm. Klik op de pijlknoppen om te schakelen tussen het volgende en het vorige tekengebied.

Om te navigeren tussen de tekengebieden, drukt u op de pijltoets links of rechts om naar respectievelijk het vorige of volgende tekengebied te gaan. U kunt ook op een willekeurige plaats klikken om door te gaan naar het volgende tekengebied.

Druk op de Esc-toets om deze modus te sluiten.

Opmerking:

 De andere sneltoetsen werken niet in de presentatiemodus.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?