Handboek Annuleren

Objecten gebruiken als symbolen voor herhaald gebruik

  1. Illustrator Handboek
  2. Kennismaken met Illustrator
    1. Inleiding tot Illustrator
      1. Nieuw in Illustrator
      2. Algemene vragen
      3. Systeemvereisten voor Illustrator
      4. Illustrator voor Apple silicon
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
      3. Documenten maken
      4. Werkbalk
      5. Standaardsneltoetsen
      6. Sneltoetsen aanpassen
      7. Inleiding in tekengebieden
      8. Tekengebieden beheren
      9. De werkruimte aanpassen
      10. Deelvenster Eigenschappen
      11. Voorkeuren instellen
      12. Werkruimte voor aanraken
      13. Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
      14. Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
      15. Weergave draaien
      16. Linialen, rasters en hulplijnen
      17. Toegankelijkheid in Illustrator
      18. Veilige modus
      19. Illustraties weergeven
      20. De Touch Bar gebruiken met Illustrator
      21. Bestanden en sjablonen
    3. Gereedschappen in Illustrator
      1. Overzicht van gereedschappen
      2. Selectiegereedschappen
        1. Selectie
        2. Direct selecteren
        3. Groep selecteren
        4. Toverstaf
        5. Lasso
        6. Tekengebied
      3. Navigatiegereedschappen
        1. Handje
        2. Weergave draaien
        3. Zoomen
      4. Schildergereedschappen
        1. Verloop
        2. Net
        3. Vormen maken
      5. Tekstgereedschappen
        1. Tekst
        2. Tekst op een pad
        3. Verticale tekst
      6. Tekengereedschappen
        1. Pen
        2. Ankerpunt-toevoegen
        3. Ankerpunt verwijderen
        4. Ankerpunt
        5. Kromming
        6. Lijnsegment
        7. Rechthoek
        8. Afgeronde rechthoek
        9. Ovaal
        10. Veelhoek
        11. Ster
        12. Penseel
        13. Klodderpenseel
        14. Potlood
        15. Shaper
        16. Segment
      7. Bewerkingsgereedschappen
        1. Roteren
        2. Spiegelen
        3. Schalen
        4. Schuin
        5. Breedte
        6. Vrije transformatie
        7. Pipet
        8. Overvloeien
        9. Gummetje
        10. Schaar
        11. Meetgereedschap
    4. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
      1. Scènes, onderwerpen en pictogrammen genereren met behulp van prompts
      2. Vectorpatronen genereren met behulp van prompts
      3. Vullingen voor vectorvormen genereren met behulp van prompts
      4. De kleuren in uw illustraties aanpassen met prompts
    5. Snelle actie
      1. Retro tekst
      2. Tekst met neon gloed
      3. Ouderwetse tekst
      4. Opnieuw kleuren
      5. Schetsen omzetten in vectoren
  3. Illustrator op het web (Beta)
    1. Overzicht van Illustrator op het web (Beta)
    2. Veelgestelde vragen over Illustrator op het web (Beta)
    3. Veelgestelde vragen over het oplossen van problemen
    4. Sneltoetsen voor Illustrator op het web (Beta)
    5. Vormen maken en combineren op het web
    6. Tekst toevoegen en bewerken op het web
    7. Kleuren en verlopen toepassen op het web
    8. Paden tekenen en bewerken op het web
    9. Werken met clouddocumenten op het web
    10. Deelnemers uitnodigen om te bewerken op het web
  4. Illustrator op de iPad
    1. Inleiding in Illustrator op de iPad
      1. Overzicht van Illustrator op de iPad
      2. Veelgestelde vragen over Illustrator op de iPad
      3. Systeemvereisten | Illustrator op de iPad
      4. Wat u wel of niet kunt doen in Illustrator op de iPad
    2. Werkruimte
      1. De werkruimte van Illustrator op de iPad
      2. Snelknoppen en bewegingen
      3. Sneltoetsen voor Illustrator op de iPad
      4. Uw app-instellingen beheren
    3. Documenten
      1. Werken met documenten in Illustrator op de iPad
      2. Photoshop- en Fresco-documenten importeren
    4. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Herhaalde objecten maken
      2. Objecten laten overvloeien
    5. Tekenen
      1. Paden tekenen en bewerken
      2. Vormen tekenen en bewerken
    6. Tekst
      1. Werken met tekst en lettertypen
      2. Tekstontwerpen langs een pad maken
      3. Uw eigen lettertypen toevoegen
    7. Werken met afbeeldingen
      1. Rasterafbeeldingen omzetten in vectoren
    8. Kleur
      1. Kleuren en verlopen toepassen
  5. Clouddocumenten
    1. Basisbeginselen
      1. Werken met Illustrator-clouddocumenten
      2. Illustrator-clouddocumenten delen en eraan samenwerken
      3. Documenten ter beoordeling delen
      4. Cloudopslag voor Adobe Illustrator upgraden
      5. Illustrator-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Problemen oplossen
      1. Problemen met het maken of opslaan van clouddocumenten in Illustrator oplossen
      2. Problemen met clouddocumenten in Illustrator oplossen
  6. Inhoud toevoegen en bewerken
    1. Tekenen en meten
      1. Basisbeginselen van tekenen
      2. Paden bewerken
      3. Pixel-perfecte illustraties tekenen
      4. Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
      5. Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
      6. Rechthoekige rasters en poolrasters tekenen
      7. Flakkeringen tekenen en bewerken
      8. Afbeeldingen overtrekken
      9. Een pad vereenvoudigen
      10. Symboolgereedschappen en symboolsets
      11. Padsegmenten aanpassen
      12. Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
      13. Een perspectiefraster maken en bewerken
      14. Objecten op een perspectiefraster tekenen en wijzigen
      15. Objecten gebruiken als symbolen voor herhaald gebruik
      16. Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
      17. Afmetingen meten en weergeven
    2. 3D-objecten en materialen
      1. Over 3D-effecten in Illustrator
      2. 3D-afbeeldingen maken
      3. Illustraties toewijzen aan 3D-objecten
      4. 3D-tekst maken
      5. 3D-objecten maken
    3. Kleur
      1. Kleuren
      2. Kleuren selecteren
      3. Stalen gebruiken en maken
      4. Kleuren aanpassen
      5. Het deelvenster Adobe Color-thema's gebruiken
      6. Kleurgroepen (harmonieën)
      7. Deelvenster Kleurthema's
      8. Illustraties opnieuw kleuren
    4. Schilderen
      1. Informatie over schilderen
      2. Schilderen met vullingen en lijnen
      3. Groepen van Actieve verf
      4. Verlopen
      5. Penselen
      6. Transparantie- en overvloeiingsmodi
      7. Lijnen toepassen op een object
      8. Patronen maken en bewerken
      9. Netten
      10. Patronen
    5. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Objecten selecteren
      2. Lagen
      3. Objecten groeperen en uitbreiden
      4. Objecten verplaatsen, uitlijnen en verdelen
      5. Objecten magnetisch uitlijnen met glyphs
      6. Objecten uitlijnen met Japanse glyphs
      7. Objecten stapelen    
      8. Objecten vergrendelen, verbergen en verwijderen
      9. Objecten kopiëren en dupliceren
      10. Objecten roteren en spiegelen
      11. Objecten verstrengelen
      12. Realistische mock-ups maken
    6. Objecten omvormen
      1. Afbeeldingen uitsnijden
      2. Objecten transformeren
      3. Objecten combineren
      4. Objecten knippen, splitsen en verkleinen
      5. Marionet verdraaien
      6. Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
      7. Objecten laten overvloeien
      8. Omvormen met omhulsels
      9. Objecten omvormen met effecten
      10. Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
      11. Werken met actieve hoeken
      12. Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
      13. Uitknipmaskers bewerken
      14. Actieve vormen
      15. Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
      16. Algemene bewerking
    7. Tekst
      1. Tekst en ander werk toevoegen met tekstobjecten
      2. Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
      3. Tekstgebied beheren
      4. Lettertypen en typografie
      5. Tekst in afbeeldingen omzetten in bewerkbare tekst
      6. Basisopmaak toevoegen aan tekst
      7. Geavanceerde opmaak toevoegen aan tekst
      8. Tekst importeren en exporteren
      9. Alinea's opmaken
      10. Speciale tekens
      11. Tekst op een pad maken
      12. Teken- en alineastijlen
      13. Tabs
      14. Ontbrekende lettertypen zoeken (Typekit-workflow)
      15. Arabische en Hebreeuwse tekst
      16. Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
      17. Een 3D-teksteffect maken
      18. Creatieve typografische ontwerpen
      19. Tekst schalen en roteren
      20. Regelafstand en tekenafstand
      21. Woordafbreking en regelafbreking
      22. Spelling- en taalwoordenboeken
      23. Aziatische tekens opmaken
      24. Composers voor Aziatische schriften
      25. Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
      26. Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
    8. Speciale effecten maken
      1. Werken met effecten
      2. Afbeeldingsstijlen
      3. Vormgevingskenmerken
      4. Schetsen en mozaïeken maken
      5. Slagschaduw, gloed en doezeleffect
      6. Overzicht van effecten
    9. Webafbeeldingen
      1. Aanbevolen procedures voor het maken van webafbeeldingen
      2. Grafieken
      3. SVG
      4. Segmenten en afbeeldingen met hyperlinks
  7. Importeren, exporteren en opslaan
    1. Importeren
      1. Meerdere bestanden plaatsen
      2. Gekoppelde en ingesloten bestanden beheren
      3. Informatie over koppelingen
      4. Het insluiten van afbeeldingen ongedaan maken
      5. Illustraties importeren uit Photoshop
      6. Bitmapafbeeldingen importeren
      7. Adobe PDF-bestanden importeren
      8. EPS-, DCS- en AutoCAD-bestanden importeren
    2. Creative Cloud Libraries in Illustrator 
      1. Creative Cloud Libraries in Illustrator
    3. Opslaan en exporteren
      1. Illustraties opslaan
      2. Een illustratie exporteren
      3. Adobe PDF-bestanden maken
      4. Adobe PDF-opties
      5. Illustrator-illustraties gebruiken in Photoshop
      6. Assets verzamelen en exporteren in batches
      7. Bestanden in een pakket opnemen
      8. CSS extraheren | Illustrator CC
      9. Deelvenster Documentinfo
  8. Afdrukken
    1. Voorbereiden op afdrukken
      1. Documenten instellen voor afdrukken
      2. Het paginaformaat en de afdrukstand wijzigen
      3. Snijtekens opgeven voor bijsnijden of uitlijnen
      4. Aan de slag met een groot canvas
    2. Afdrukken
      1. Overdrukken
      2. Afdrukken met kleurbeheer
      3. Afdrukken met PostScript
      4. Afdrukvoorinstellingen
      5. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      6. Transparante illustraties afdrukken en opslaan
      7. Overvullen
      8. Kleurscheidingen afdrukken
      9. Verlopen, netten en kleurovervloeiingen afdrukken
      10. Witte overdruk
  9. Taken automatiseren
    1. Gegevens samenvoegen met behulp van het deelvenster Variabelen
    2. Automatiseren met behulp van scripts
    3. Automatiseren met behulp van handelingen
  10. Problemen oplossen 
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen
    3. Crashproblemen
    4. Bestanden herstellen na een crash
    5. Problemen met bestanden
    6. Ondersteunde bestandsindelingen
    7. Problemen met GPU-stuurprogramma's
    8. Problemen met Wacom-apparaten
    9. Problemen met DLL-bestanden
    10. Geheugenproblemen
    11. Problemen met voorkeurenbestanden
    12. Lettertypeproblemen
    13. Printerproblemen
    14. Foutrapport delen met Adobe
    15. De prestaties van Illustrator verbeteren

Zet de objecten die u hergebruikt in een document om in symbolen en gebruik verschillende kant-en-klare symbolen om tijd te besparen en de bestandsgrootte te verkleinen.

Met symbolen kunt u herbruikbare grafische elementen maken. U kunt symbolen maken van uiteenlopende objecten, zoals vormen, paden, tekst, netobjecten en zelfs rasterafbeeldingen.

Met dynamische symbolen kunt u elk symboolexemplaar bovendien een uniek uiterlijk geven terwijl dit toch een gemeenschappelijke basisvorm deelt. Wijzigingen in de basisvorm worden automatisch toegepast op elk exemplaar, terwijl hun unieke uiterlijk behouden blijft.

Adobe Illustrator-deeplink

Probeer het in de app
U krijgt een voorbeeldbestand om mee te doen terwijl u leert hoe u het deelvenster Symbolen gebruikt.

Het deelvenster Symbolen verkennen

Maak uzelf vertrouwd met het deelvenster Symbolen (Venster > Symbolen) voordat u met symbolen aan de slag gaat. In het deelvenster Symbolen kunt u symbolen in uw document maken en beheren. Het deelvenster Symbolen bevat zowel kant-en-klare symbolen als symbolen die u maakt. U kunt ook meer symbolen uit bibliotheken toevoegen aan het deelvenster Symbolen.

Kant-en-klare symbolen uit symboolbibliotheken gebruiken

Nadat u het menu Symboolbibliotheken hebt geselecteerd, wordt de symboolbibliotheek met pijlen geopend.
U kunt kant-en-klare symbolen uit symboolbibliotheken toevoegen aan het deelvenster Symbolen.

Symboolbibliotheken zijn verzamelingen met kant-en-klare symbolen. Als u een ​​symboolbibliotheek wilt openen, selecteert u Menu Symboolbibliotheken in het deelvenster Symbolen en selecteert u vervolgens een bibliotheek in de lijst. Als u een symbool uit de bibliotheek wilt toevoegen aan het deelvenster Symbolen, selecteert u dat symbool.

U kunt items in een symboolbibliotheek sorteren en weergeven, zoals in het deelvenster Symbolen. U kunt echter geen items toevoegen aan, verwijderen uit of bewerken in een symboolbibliotheek. Als u een bibliotheek automatisch wilt openen wanneer u Illustrator start, selecteert u Blijvend in het deelvenstermenu van de bibliotheek.

Een aangepaste symboolbibliotheek maken

  1. Voeg alle benodigde symbolen uit bibliotheken toe aan het deelvenster Symbolen. Als u meerdere symbolen uit een bibliotheek wilt toevoegen aan het deelvenster Symbolen, houdt u Shift ingedrukt en selecteert u de symbolen. Selecteer vervolgens Toevoegen aan symbolen in het bibliotheekmenu.

  2. Verwijder symbolen die u niet nodig hebt in de nieuwe bibliotheek uit het deelvenster Symbolen. Selecteer de ongewenste symbolen en selecteer Symbool verwijderen in het deelvenster Symbolen.

    Als u alle symbolen wilt verwijderen die niet in uw document worden gebruikt, selecteert u Ongebruikte selecteren in het menu van het deelvenster Symbolen en selecteert u vervolgens Symbool verwijderen.

  3. Selecteer Symboolbibliotheek opslaan in het menu van het deelvenster Symbolen en sla de nieuwe bibliotheek op in de standaardmap Symbolen. Nadat u de bibliotheek hebt gemaakt, wordt de bibliotheeknaam automatisch weergegeven in het menu Door gebruiker gedefinieerd van de lijst met symboolbibliotheken.

  4. Als u de nieuwe bibliotheek hebt opgeslagen in een andere map dan de standaardmap Symbolen, kunt u deze openen door Andere bibliotheek te selecteren in de lijst met symboolbibliotheken. Zodra u de bibliotheek opent, verschijnt deze in de lijst met symboolbibliotheken.

Een symboolbibliotheek importeren uit een ander document

  1. Selecteer Andere bibliotheek in de lijst met symboolbibliotheken.

  2. Selecteer het bestand waaruit u symbolen wilt importeren en selecteer Openen.

    De bibliotheek verschijnt in de lijst met symboolbibliotheken.

Een symbool in de illustratie plaatsen

  1. Selecteer een symbool in het deelvenster Symbolen of in een symboolbibliotheek.

  2. Sleep het symbool naar de positie in het tekengebied waar u het symbool wilt plaatsen.

Een symbool dat ergens in de illustratie is geplaatst, wordt een symboolexemplaar genoemd.

Een symbool maken

Sleep een object naar het deelvenster Symbolen om een ​​symbool te maken.

  1. Selecteer het object dat u als symbool wilt gebruiken.

  2. Sleep het object naar het deelvenster Symbolen

    Het geselecteerde object wordt standaard een exemplaar van het nieuwe symbool. Als u niet wilt dat het object een exemplaar wordt, drukt u op Shift terwijl u de illustratie sleept.

  3. Doe het volgende in het dialoogvenster Symboolopties:

    Als u niet wilt dat het dialoogvenster Symboolopties wordt weergegeven wanneer u een nieuw symbool maakt, drukt u op Alt (Windows) of Options (macOS) en sleept u het object naar het pictogram Nieuw symbool pictogram in het deelvenster Symbolen. Illustrator gebruikt een standaardnaam voor het symbool, zoals Nieuw symbool 1.

In het deelvenster Symbolen worden dynamische symbolen aangegeven met een klein plusteken in de rechterbenedenhoek.

Huidige beperkingen

  • U kunt geen symbool maken van een gekoppelde illustratie of van bepaalde groepen, zoals groepen grafieken.
  • Wanneer u dynamische symbolen maakt, kunt u geen tekst, geplaatste afbeeldingen of netobjecten opnemen.

Een symbool bewerken of opnieuw definiëren

U kunt een symbool bewerken door de illustratie van het symbool te wijzigen of door het symbool opnieuw te definiëren door het te vervangen door een nieuwe illustratie. Als u een symbool bewerkt of opnieuw definieert, worden zowel de vormgeving ervan in het deelvenster Symbolen als alle exemplaren van het symbool in het tekengebied gewijzigd.

Een symbool bewerken

  1. Dubbelklik op een exemplaar van het symbool en selecteer OK om het symbool te openen in de isolatiemodus.

  2. Bewerk het object.

  3. Verlaat de isolatiemodus door te selecteren in de linkerbovenhoek van de werkruimte.

Een symbool opnieuw definiëren met een ander object

  1. Selecteer het object dat u wilt gebruiken om een bestaand symbool opnieuw te definiëren. Let erop dat u een origineel object selecteert en geen symboolexemplaar.

  2. Selecteer in het deelvenster Symbolen het symbool dat u opnieuw wilt definiëren en selecteer Symbool opnieuw definiëren in het deelvenstermenu.

Het geselecteerde object wordt automatisch een exemplaar van dat symbool. Als u niet wilt dat het geselecteerde object een symboolexemplaar wordt, drukt u op Shift terwijl u Symbool opnieuw definiëren selecteert in het deelvenstermenu.

Symboolexemplaren transformeren en wijzigen

U kunt symboolexemplaren transformeren (verplaatsen, schalen, roteren, schuintrekken of spiegelen) op dezelfde manier als waarop u andere objecten transformeert. U kunt ook de bewerkingen in de deelvensters Transparantie, Vormgeving en Afbeeldingsstijlen uitvoeren en de effecten in het menu Effect toepassen. Als u echter de afzonderlijke componenten van een symboolexemplaar wilt wijzigen, moet u het exemplaar eerst uitbreiden. Wanneer u een symboolexemplaar uitbreidt, wordt de koppeling tussen het symbool en het symboolexemplaar verbroken en wordt het exemplaar omgezet in een normaal object. Als u een dynamisch symbool opent in een oudere versie van Illustrator, wordt het symbool uitgebreid.

Een symboolexemplaar uitbreiden en wijzigen

Nadat u een symboolexemplaar hebt uitgebreid en gewijzigd, kunt u het originele symbool opnieuw definiëren in het deelvenster Symbolen. Als u een symbool opnieuw definieert, volgen alle bestaande symboolexemplaren de nieuwe definitie.

  1. Selecteer het symboolexemplaar.

  2. Selecteer Koppeling naar symbool verbreken in het deelvenster Symbolen om het symboolexemplaar uit te breiden. Het symboolexemplaar verandert in een normaal object.

  3. Wijzig het object.

  4. Vervang het originele symbool door de gewijzigde versie of maak een nieuw symbool:

    • Als u het originele symbool wilt vervangen door de gewijzigde versie, houdt u Alt (Windows) of Option (macOS) ingedrukt en sleept u het gewijzigde object boven op het originele symbool in het deelvenster Symbolen.

    • Als u een nieuw symbool wilt maken, sleept u het gewijzigde object naar het deelvenster Symbolen.

Het registratiepunt gebruiken als referentie om symboolexemplaren te transformeren

Een huis met rechtsboven een registratiepunt.
Gebruik het registratiepunt als referentie om symboolexemplaren te schalen, te verplaatsen, te roteren of te spiegelen.

Wanneer u een symbool maakt, kunt u een van de negen registratiepunten selecteren als referentie om symboolexemplaren te transformeren. Een registratiepunt wordt weergegeven als een vizier in de isolatiemodus en in de normale modus wanneer u een symboolexemplaar selecteert. In de isolatiemodus kunt u het symbool verplaatsen ten opzichte van het registratiepunt.

In het menu van het deelvenster Transformeren (Venster > Transformeren) selecteert u Registratiepunt gebruiken voor symbool als u transformaties van symboolexemplaren op basis van het opgegeven registratiepunt wilt toepassen. Als u deze optie niet selecteert, worden transformaties van symboolexemplaren in plaats daarvan gebaseerd op het normale referentiepunt. Als dit is ingeschakeld, kunt u de coördinaten van het registratiepunt zien in het deelvenster Transformeren wanneer u een symboolexemplaar selecteert.

Gebruik de optie Transformatie herstellen om de transformaties te herstellen die op een symbool zijn toegepast.

Transformaties herstellen

Als u alle transformaties (verplaatsen, schalen, roteren, schuintrekken of spiegelen) die op een symbool zijn toegepast, wilt herstellen, selecteert u het symbool en selecteert u vervolgens Herstellen in het regelpaneel.

Opmerking:

Wanneer een symbool in perspectief is geplaatst, verbreken de opties om een symboolexemplaar te vervangen door een ander symbool, de koppeling met het originele symbool en kunnen transformaties niet worden hersteld.

Een symboolexemplaar vervangen door een ander symbool

  1. Selecteer het symboolexemplaar in het tekengebied.

  2. Selecteer een nieuw symbool in het menu Vervangen in het regelpaneel.

Als u alle symboolexemplaren in een document wilt selecteren, selecteert u een symbool in het deelvenster Symbolen en selecteert u Alle exemplaren selecteren in het deelvenstermenu.

Verhoudingen behouden tijdens het schalen met behulp van 9-delige hulplijnen

Als u 9-delige hulplijnen inschakelt, verdelen vier rasterlijnen (twee horizontale en twee verticale) het symbool conceptueel in negen secties. Wanneer u het symbool schaalt, worden de delen van het symbool die niet binnen de hulplijnen liggen, niet geschaald.

9-delige hulplijnen inschakelen

  1. Selecteer het symbool in het deelvenster Symbolen en selecteer Symboolopties in het deelvenstermenu.

  2. Selecteer in het dialoogvenster Symboolopties de optie Hulplijnen voor 9-delige schaling inschakelen.

Hulplijnen voor 9-delige schaling aanpassen

  1. Dubbelklik op het symboolexemplaar in het tekengebied om de isolatiemodus te openen.

  2. Beweeg met de aanwijzer over een van de vier hulplijnen. Wanneer de aanwijzer verandert in de verplaatsingsaanwijzer, sleept u de hulplijn.

  3. Verlaat de isolatiemodus door te selecteren in de linkerbovenhoek van de werkruimte.

Praat met ons

Als u een vraag wilt stellen of een idee wilt delen, sluit u dan aan bij de Adobe Illustrator-community. We horen graag van u.

Verwante informatie

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX 2024

Adobe MAX
De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online

Adobe MAX

De creativiteitsconferentie

14–16 oktober Miami Beach en online