Selecteer Bestand > Importeren > Video importeren om de videoclip te importeren in het huidige Animate-document.
- Adobe Animate-handboek
- Inleiding tot Animate
- Animatie
- Grondbeginselen voor animaties in Animate
- Frames en hoofdframes gebruiken in Animate
- Frame-voor-frame-animaties in Animate
- Werken met klassieke tussenvoegingsanimaties in Animate
- De tool Penseel
- Hulplijnen voor bewegingen
- Bewegings-tween en ActionScript 3.0
- Over tussenvoegingsanimaties met beweging
- Animaties met bewegings-tweens
- Een animatie met bewegings-tween maken
- Eigenschapshoofdframes gebruiken
- Een positie animeren met een tween
- Bewegings-tweens bewerken in de Bewegingseditor
- Het bewegingspad van een tween-animatie bewerken
- Bewegings-tweens manipuleren
- Aangepaste versnellingen toevoegen
- Voorinstellingen voor beweging maken en toepassen
- Animatietween-reeksen instellen
- Werken met als XML-bestanden opgeslagen bewegings-tweens
- Bewegings-tweens en klassieke tweens
- Tussenvoegingen met vormen
- De tool Bone-animatie gebruiken in Animate
- Werken met structuren voor personages in Animate
- Maskeerlagen gebruiken in Adobe Animate
- Werken met scènes in Animate
- Interactiviteit
- Knoppen maken met Animate
- Animate-projecten converteren naar andere documentindelingen
- HTML5 Canvas-documenten maken en publiceren in Animate
- Interactiviteit toevoegen met codefragmenten in Animate
- Aangepaste HTML5-componenten maken
- Componenten in HTML5 Canvas gebruiken
- Maken van aangepaste componenten: Voorbeelden
- Codefragmenten voor aangepaste componenten
- Tips en trucs: Adverteren met Animate
- Ontwerp en publicatie van virtual reality
- Werkruimte en workflow
- Penselen maken en beheren
- Google-lettertypen gebruiken in HTML5 Canvas-documenten
- Creative Cloud Libraries en Adobe Animate gebruiken
- Het werkgebied en het deelvenster Tools voor Animate gebruiken
- Workflow en werkruimte in Animate
- Weblettertypen gebruiken in HTML5 Canvas-documenten
- Tijdlijnen en ActionScript
- Werken met meerdere tijdlijnen
- Voorkeuren instellen
- Deelvensters voor ontwerp in Animate gebruiken
- Tijdlijnlagen maken met Animate
- Animaties exporteren voor mobiele apps en game-engines
- Objecten verplaatsen en kopiëren
- Sjablonen
- Zoeken en vervangen in Animate
- Ongedaan maken, Opnieuw en het deelvenster Historie
- Sneltoetsen
- De tijdlijn gebruiken in Animate
- HTML-extensies maken
- Optimalisatieopties voor afbeeldingen en geanimeerde GIF-bestanden
- Exportinstellingen voor afbeeldingen en GIF-bestanden
- Deelvenster Elementen in Animate
- Multimedia en video
- Grafische objecten transformeren en combineren in Animate
- Symboolinstanties maken in Animate en ermee werken
- Afbeeldingen overtrekken
- Geluid gebruiken in Adobe Animate
- SVG-bestanden exporteren
- Videobestanden maken voor gebruik in Animate
- Een video toevoegen in Animate
- Objecten tekenen en maken met Animate
- Lijnen en vormen omvormen
- Streken, verlopen en vullingen met Animate CC
- Werken met Adobe Premiere Pro en After Effects
- Deelvensters voor kleuren in Animate CC
- Flash CS6-bestanden openen met Animate
- Werken met klassieke tekst in Animate
- Illustraties opnemen in Animate
- Geïmporteerde bitmaps in Animate
- 3D-afbeeldingen
- Werken met symbolen in Animate
- Lijnen en vormen tekenen met Adobe Animate
- Werken met bibliotheken in Animate
- Geluiden exporteren
- Objecten selecteren in Animate CC
- Werken met Illustrator AI-bestanden in Animate
- Overvloeimodi toepassen
- Objecten rangschikken
- Taken automatiseren met het menu Opdrachten
- Meertalige tekst
- De camera gebruiken in Animate
- Grafische filters
- Geluid en ActionScript
- Tekenvoorkeuren
- Tekenen met de pen
- Platforms
- Animate-projecten converteren naar andere documentindelingen
- Ondersteuning voor aangepaste platforms
- HTML5 Canvas-documenten maken en publiceren in Animate
- Een WebGL-document maken en publiceren
- Toepassingen verpakken voor AIR voor iOS
- AIR voor Android-toepassingen publiceren
- Publiceren voor Adobe AIR voor desktop
- Publicatie-instellingen voor ActionScript
- Tips en trucs: ActionScript organiseren in een toepassing
- ActionScript gebruiken met Animate
- Toegankelijkheid in de Animate-werkruimte
- Scripts schrijven en beheren
- Ondersteuning voor aangepaste platforms inschakelen
- Overzicht van ondersteuning voor aangepaste platforms
- Werken met plug-in voor ondersteuning voor aangepaste platforms
- Foutopsporing in ActionScript 3.0
- Ondersteuning voor aangepaste platforms inschakelen
- Exporteren en publiceren
- Bestanden exporteren uit Animate CC
- OAM-publicatie
- SVG-bestanden exporteren
- Afbeeldingen en video's exporteren met Animate
- AS3-documenten publiceren
- Animaties exporteren voor mobiele apps en game-engines
- Geluiden exporteren
- Tips en trucs: Tips voor het maken van inhoud voor mobiele apparaten
- Tips en trucs: Videoconventies
- Tips en trucs: Richtlijnen voor het ontwerpen van SWF-toepassingen
- Tips en trucs: Structuur geven aan FLA-bestanden
- Beste werkwijzen voor het optimaliseren van FLA-bestanden voor Animate
- Publicatie-instellingen voor ActionScript
- Publicatie-instellingen opgeven voor Animate
- Projectorbestanden exporteren
- Afbeeldingen en geanimeerde GIF-bestanden exporteren
- HTML-publicatiesjablonen
- Werken met Adobe Premiere Pro en After Effects
- Snel uw animaties delen en publiceren
- Problemen oplossen
Animate biedt verschillende methoden om video in uw Animate-document op te nemen en af te spelen voor gebruikers.
Voordat u begint
Het is belangrijk dat u eerst de volgende informatie leest voordat u in Animate met video's begint te werken:
Animate kan alleen specifieke video-indelingen afspelen.
Dit zijn onder andere FLV, F4V en MPEG video. Zie Video maken voor gebruik in Animate voor instructies voor het converteren van video's naar andere indelingen.
Gebruik de toepassing Adobe Media Encoder (opgenomen in Animate) om andere video-indelingen te converteren naar F4V. Zie Video maken voor gebruik in Animate voor instructies.
Er zijn verschillende manieren om video's aan Animate toe te voegen. Elke manier heeft in bepaalde situaties zijn voor- en nadelen. Zie de onderstaande lijst met deze methoden.
Animate bevat de wizard Video importeren die wordt geopend wanneer u Bestand > Importeren > Video importeren kiest.
Met de component FLVPlayback kunt u snel en eenvoudig video's afspelen in een Animate-bestand.
Zie Video progressief downloaden met een webserver voor instructies.
Methoden voor het gebruik van video in Animate
U kunt video's in Animate op verschillende manieren gebruiken.
Progressief downloaden van een webserver
Via deze methode blijft het videobestand een extern bestand dat niet in het Animate-bestand en het resulterende SWF-bestand wordt ingesloten. Met deze methode blijft het SWF-bestand klein. Dit is de methode die doorgaans in Animate wordt gebruikt voor het toepassen van video.
Video streamen met Adobe Media Server.
Ook via deze methode wordt de video niet ingesloten in uw Animate-bestand. Adobe Media Streaming Server biedt naast prima streamingresultaten ook een goede beveiliging van uw video-inhoud.
Videogegevens direct insluiten in een Animate-bestand
Deze methode resulteert in zeer grote Animate-bestanden en wordt alleen aangeraden voor korte videoclips. Zie Video in een Animate-bestand insluiten voor instructies.
Video progressief downloaden met gebruikmaking van een webserver
Met progressief downloaden kunt u de FLVPlayback-component of ActionScript die u schrijft, gebruiken voor het laden of afspelen van externe FLV- of F4V-bestanden in een SWF-bestand tijdens de uitvoering.
De video-inhoud wordt extern gehouden van de andere Animate-inhoud. Het is dan ook relatief eenvoudig om video-inhoud bij te werken zonder het SWF-bestand opnieuw te publiceren.
Progressief downloaden biedt de volgende voordelen ten opzichte van het insluiten van video in de tijdlijn:
Tijdens het ontwerpen kunt u alleen uw SWF-bestand publiceren om een voorvertoning te zien van (een deel van) de Animate-inhoud of om deze te testen. Dit zorgt voor snellere voorvertoningstijden en snellere afhandeling van terugkerende experimenten.
Tijdens het afspelen start de video als zodra het eerste segment is gedownload en in de cache van het schijfstation van de lokale computer is geplaatst.
Tijdens uitvoering worden videobestanden door Flash Player van het schijfstation van de computer in het SWF-bestand geladen, zonder beperking van grootte of duur. Er doen zich geen problemen met de synchronisatie van het geluid of geheugenrestricties voor.
De framesnelheid van het videobestand kan afwijken van de framesnelheid van het SWF-bestand. Dit biedt grotere flexibiliteit bij het ontwerpen van uw Animate-inhoud.
Video importeren voor progressief downloaden
U kunt een videobestand dat lokaal op uw computer is opgeslagen, importeren en het videobestand vervolgens uploaden naar een server nadat u het in het FLA-bestand hebt geïmporteerd. Wanneer u video's importeert in Animate voor progressief downloaden, voegt u alleen maar een verwijzing naar het videobestand toe. Animate gebruikt de verwijzing om het bestand op uw lokale computer of op de webserver te zoeken.
U kunt ook een videobestand importeren dat al is geüpload naar een standaardwebserver, een Adobe Media Server (AMS) of Flash Video Streaming Service (FVSS).
-
-
Selecteer de videoclip die u wilt importeren. U kunt een videoclip op uw lokale computer selecteren of de URL invoeren van een video die u al hebt geüpload naar een webserver of Adobe Media Server.
Als u video wilt importeren die op uw lokale computer staat, selecteert u Externe video laden met afspeelcomponent.
Als u video wilt importeren die al is geïmplementeerd op een webserver, Adobe Media Server of Flash Video Streaming Service, selecteert u Is al geïmplementeerd op een webserver, Flash Video Streaming Service of Streamen vanaf Adobe Media Server en voert u de URL van de videoclip in.
De URL voor een videoclip op een webserver gebruikt het http-communicatieprotocol. De URL voor een videoclip op een Adobe Media Server of Flash Streaming Service gebruikt het RTMP-communicatieprotocol.
-
Selecteer een skin voor uw videoclip.
U hebt de volgende opties:
- Selecteer Geen als u niet een skin met de FLVPlayback-component wilt gebruiken.
Selecteer één van de vooraf gedefinieerde skins van de FLVPlayback-component. Animate kopieert de skin naar dezelfde map als het FLA-bestand.
De skins van de FLVPlayback-component verschillen enigszins, afhankelijk van of u een AS2- of AS3-gebaseerd Animate-document maakt.
- Selecteer een door u zelf ontworpen aangepaste skin door de URL van de skin op de server in te voeren.
Als u een aangepaste skin wilt gebruiken die is aangeroepen vanaf een externe locatie, zal de live voorvertoning niet beschikbaar zijn voor de video in het werkgebied.
-
De wizard Video importeren maakt een FLVPlayback-videocomponent in het werkgebied die u kunt gebruiken om de videoweergave lokaal te testen. Wanneer u uw Animate-document hebt gemaakt en u het SWF-bestand en de videoclip wilt implementeren, laadt u de volgende elementen naar de webserver of Adobe Media Server die uw video host:
Als u een lokale kopie van de videoclip gebruikt, uploadt u de videoclip (die zich in dezelfde map bevindt als de bronvideoclip die u hebt geselecteerd met een extensie .flv).
In Animate wordt een relatief pad gebruikt om naar het FLV- of F4V-bestand te verwijzen (relatief ten opzichte van het SWF-bestand), zodat u lokaal dezelfde mapstructuur kunt gebruiken als op de server. Als de video al eerder is geïmplementeerd op de FMS of FVSS die als host fungeert voor uw video, kunt u deze stap overslaan.
De videoskin (als u een skin wilt gebruiken)
Bij het gebruik van een vooraf gedefinieerde skin wordt de skin in Animate gekopieerd naar dezelfde map als het FLA-bestand.
De FLVPlayback-component
Als u in het URL-veld van de FLVPlayback-component de URL wilt opnemen van de webserver of Adobe Media Server waarnaar u de video uploadt, gebruikt u de Componentcontrole (Venster > Componentcontrole) om de parameter contentPath te bewerken.
Video streamen met Adobe Media Server
Adobe Media Server streamt media in real-time naar Flash Player en AIR. Adobe Media Server past bandbreedtedetectie toe om video- of audio-inhoud te leveren op basis van de beschikbare bandbreedte van de gebruiker.
Streaming video met Adobe Media Server biedt de volgende voordelen boven ingesloten en progressief gedownloade video:
Het afspelen van video begint eerder dan bij andere methoden waarbij video wordt geïntegreerd.
Streaming gebruikt minder geheugen en vrije ruimte van de client, omdat de client niet het hele bestand hoeft te downloaden.
Netwerkbronnen worden efficiënter gebruikt omdat alleen die onderdelen van de video naar de client worden verzonden die worden weergegeven.
De levering van media is veiliger omdat media bij het streamen niet in de cache worden opgeslagen.
Streaming video biedt betere mogelijkheden voor bijhouden, rapporteren en vastleggen.
Streaming zorgt voor de levering van live video- en audiopresentaties, of vastlegging van video van een webcam of digitale videocamera.
Adobe Media Server maakt streaming voor meerdere kanalen en gebruikers mogelijk voor videochatten, videoberichten en videoconferentietoepassingen.
Door serverscripts te gebruiken voor het beheren van video- en audiostreams kunt u afspeellijsten op de server en gesynchroniseerde streams maken, plus intelligentere leveringsopties op basis van de verbindingssnelheid van de client.
Zie www.adobe.com/go/flash_media_server_nl voor meer informatie over Adobe Media Server.
Zie www.adobe.com/go/fvss_nl voor meer informatie over Flash Video Streaming Service.
Een videobestand in een Animate-bestand insluiten
Wanneer u een videobestand insluit, worden alle gegevens van het videobestand toegevoegd aan het Animate-bestand. Dit resulteert in een veel groter Animate-bestand en aansluitend SWF-bestand. De video wordt geplaatst in de tijdlijn waarin u de afzonderlijke videoframes kunt bekijken die worden weergegeven in de tijdlijnframes. Aangezien elk videoframe wordt weergegeven door een frame in de tijdlijn, moet de framesnelheid van de filmclip gelijk zijn aan de framesnelheid van het SWF-bestand. Als u verschillende framesnelheden gebruikt voor het SWF-bestand en de ingesloten filmclip, verloopt het afspelen niet consistent.
Opmerking: Als u variabele framesnelheden wilt gebruiken, streamt u de video door progressief downloaden of met Adobe Media Server. Wanneer u videobestanden importeert met een van deze methoden, zijn de FLV- of F4V-bestanden op zichzelf staand en worden ze afgespeeld met een framesnelheid die verschilt van alle andere tijdlijnframesnelheden die in het -SWF-bestand zijn opgenomen.
Ingesloten video werkt het beste voor kleinere videoclips, met een afspeeltijd van maximaal 10 seconden. Als u videoclips gebruikt met langere afspeeltijden, kunt u beter progressief gedownloade video gebruiken of streaming video met behulp van Adobe Media Server.
De beperkingen van ingesloten video zijn onder meer:
U kunt problemen ondervinden als de resulterende SWF-bestanden uitzonderlijk groot worden. In Flash Player wordt een grote hoeveelheid geheugen gereserveerd voor het downloaden en afspelen van grote SWF-bestanden met ingesloten video. Dit kan tot fouten leiden in Flash Player.
Bij langere videobestanden (van meer dan 10 seconden) treden vaak synchronisatieproblemen op tussen de video- en audiogedeelten van een videoclip. De audiotrack begint na enige tijd uit de pas te lopen met de video, hetgeen storend werkt.
Voor het afspelen van een video die is ingesloten in een SWF-bestand, moet het hele videobestand zijn gedownload voordat de video wordt afgespeeld. Als u een uitzonderlijk groot videobestand insluit, kan het lang duren voordat het SWF-bestand helemaal is gedownload en kan worden afgespeeld.
Nadat een videoclip is geïmporteerd, kunt u deze niet meer bewerken. In plaats daarvan kunt u de clip opnieuw bewerken en importeren.
Wanneer u uw SWF-bestand via het web publiceert, moet de gehele video worden gedownload op de computer van de gebruiker voordat het afspelen van de video kan starten.
Tijdens de uitvoering moet de gehele video passen in het lokale geheugen van de afspelende computer.
De lengte van een geïmporteerd videobestand mag niet groter zijn dan 16.000 frames.
De videoframesnelheid en de framesnelheid van de Animate-tijdlijn moeten hetzelfde zijn. Stel de framesnelheid van uw Animate-bestand in overeenkomstig de framesnelheid van de ingesloten video.
U kunt voorbeeldframes van een ingesloten video bekijken door de afspeelkop langs de tijdlijn te slepen (Scrubbing). Denk erom dat het geluidsspoor van de video niet wordt afgespeeld bij een Scrubbing. Gebruik de opdracht Film testen als u een voorvertoning van de video met geluid wilt weergeven.
Een video insluiten in een Animate-bestand
-
Selecteer Bestand > Importeren > Video importeren om de videoclip te importeren in het huidige Animate-document.
-
Kies een van de volgende opties:
Externe video laden met afspeelcomponent laden: Hiermee wordt de video geïmporteerd en een instantie van de FLVPlayback-component gemaakt om het afspelen te controleren.
FLV insluiten in SWF en afspelen in tijdlijn: Hiermee wordt het FLV-bestand ingesloten in het Animate-document en in de tijdlijn geplaatst.
H.264-video's insluiten in tijdlijn: Hiermee worden H.264-video's ingesloten in het Animate-document. Wanneer u een video importeert met deze optie, kan de video op het werkgebied worden geplaatst en gebruikt als geleider voor uw animatie tijdens de ontwerpfase. Frames van de video worden op het werkgebied gerenderd terwijl u de afspeelkop langs de tijdlijn verplaatst, of de tijdlijn afspeelt. De audio voor de desbetreffende frames wordt ook afgespeeld.
Wanneer u uw FLA-bestand wilt publiceren met de H264-video-inhoud op een laag die geen geleidelaag en ook geen verborgen laag is, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven als het publicatieplatform geen ondersteuning biedt voor ingesloten H.264-video's.
-
Klik op Bladeren, selecteer het videobestand op uw computer en klik op Volgende.
Optioneel: Als Adobe Media Encoder is geïnstalleerd op uw computer en wilt de video converteren naar een andere indeling met behulp van AME, klikt u op Video converteren.
-
Kies het symbooltype waarmee u de video wilt insluiten.
Ingesloten video
Als u de videoclip gebruikt voor lineair afspelen in de tijdlijn, is het importeren van de video in de tijdlijn het meest geschikt.
Filmclip
De beste manier is om de video in een filmclipinstantie te plaatsen, waardoor u de meeste controle hebt over de inhoud. De tijdlijn van de video wordt onafhankelijk van de hoofdtijdlijn afgespeeld. U hoeft de hoofdtijdlijn niet met vele frames uit te breiden om plaats te maken voor de video, hetgeen het werken met het FLA-bestand lastig kan maken.
Afbeelding
Wanneer u een videoclip insluit als een grafisch symbool, is geen interactie met de video mogelijk met behulp van ActionScript (u gebruikt grafische symbolen doorgaans voor statische afbeeldingen en het maken van opnieuw te gebruiken animatiefragmenten die verbonden zijn aan de hoofdtijdlijn).
-
Importeer de videoclip rechtstreeks in het werkgebied (en de tijdlijn) of als een bibliotheekitem.
In Animate wordt de geïmporteerde video standaard in het werkgebied geplaatst. Als u de video alleen in de bibliotheek wilt importeren, heft u de selectie van Instantie in werkgebied plaatsen op.
Als u een eenvoudige videopresentatie maakt met lineaire tekst en weinig of geen interactie, accepteert u de standaardinstelling en importeert u de video in het werkgebied. Voor een meer dynamische presentatie, het werken met meerdere videoclips of toevoegen van dynamische overgangen of andere elementen met behulp van ActionScript, importeert u de video in de bibliotheek. Nadat een videoclip in de bibliotheek is opgenomen, kunt u de clip aanpassen door deze om te zetten in een MovieClip-object dat u gemakkelijker met ActionScript kunt besturen.
In Animate wordt de tijdlijn automatisch uitgebreid en aangepast aan de afspeelduur van de ingesloten videoclip.
Als het videobestand audio bevat die u niet wilt importeren, schakelt u het selectievakje Inclusief audio uit.
-
Klik op Volgende. Bekijk de bevestigingsberichten en klik op Voltooien.
De wizard Video importeren sluit de video in het SWF-bestand in. De video wordt in het werkgebied of in de bibliotheek weergegeven, afhankelijk van de insluitopties die u hebt gekozen.
-
Geef in Eigenschapcontrole (Venster > Eigenschappen) een instantienaam op voor de videoclip en pas de eigenschappen van de videoclip zo nodig aan.
Videobestanden importeren in de bibliotheek
Als u video's met de indeling FLV, F4V of H.264 wilt importeren, gebruikt u de opdracht Importeren > Video importeren of Importeren naar bibliotheek.
Plaats uw video in een filmclipsymbool om uw eigen videospeler te maken, waarna FLV- of F4V-bestanden van een externe bron worden gedownload. Wanneer u FLV- of F4V-bestanden dynamisch laadt, past u de afmetingen van de filmclip aan de werkelijke afmeting van het videobestand aan en schaalt u de video door de filmclip te schalen.
De beste manier is om de video in een filmclipinstantie te plaatsen. Dit geeft u de meeste controle over de inhoud. De tijdlijn van de video wordt onafhankelijk van de hoofdtijdlijn afgespeeld. U hoeft de hoofdtijdlijn niet met vele frames uit te breiden om plaats te maken voor de video, hetgeen het werken met het FLA-bestand lastig kan maken.
-
U kunt als volgt een videobestand met de indeling FLV, F4V of H.264 importeren in de bibliotheek:
Selecteer Bestand > Importeren > Importeren naar bibliotheek.
Selecteer een bestaande videoclip in het deelvenster Bibliotheek en selecteer Eigenschappen in het menu van het deelvenster Bibliotheek. U kunt ook rechtsklikken op het videobestand en Eigenschappen in het pop-upmenu kiezen. Klik op Importeren. Zoek het te importeren bestand op en klik op Openen.
De eigenschappen van een videoclip wijzigen
Met Eigenschapcontrole kunt u eigenschappen wijzigen voor een instantie van een ingesloten videoclip in het werkgebied, de instantie een instantienaam geven en de breedte, hoogte en positie ervan in het werkgebied wijzigen. U kunt een instantie van een videoclip ook omwisselen: een ander symbool toewijzen aan een instantie van een videoclip. Door het toewijzen van een ander symbool aan een instantie wordt een andere instantie in het werkgebied weergegeven. Alle andere instantie-eigenschappen blijven echter wel intact (zoals de afmetingen en het registratiepunt).
In het dialoogvenster Video-eigenschappen kunt u het volgende doen:
Informatie bekijken over een geïmporteerde videoclip, zoals naam, pad, aanmaakdatum, pixelafmetingen, lengte en bestandsgrootte.
De naam van de videoclip wijzigen
De videoclip bijwerken als u de clip in een externe editor hebt bewerkt
Een FLV- of F4V-bestand importeren om de geselecteerde clip te vervangen
Een videoclip exporteren als een FLV- of F4V-bestand
Eigenschappen voor de video-instantie wijzigen in Eigenschapcontrole
-
Selecteer een instantie van een ingesloten of gekoppelde videoclip in het werkgebied.
-
Selecteer Venster > Eigenschappen en ga op een van de volgende manieren te werk:
Voer een instantienaam in het tekstveld Naam in aan de linkerkant van Eigenschapcontrole.
Voer waarden in voor de breedte en de hoogte om de afmetingen van de video-instantie te wijzigen.
Voer waarden in voor X en Y om de positie van de linkerbovenhoek van de instantie in het werkgebied te wijzigen.
Klik op Wisselen. Selecteer een videoclip waarmee u de videoclip wilt vervangen die momenteel aan de instantie is toegewezen.
U kunt een ingesloten videoclip alleen wisselen met een andere ingesloten videoclip en een gekoppelde videoclip alleen wisselen met een andere gekoppelde videoclip.
Videoclipeigenschappen weergeven in het dialoogvenster Video-eigenschappen
-
Selecteer een videoclip in het deelvenster Bibliotheek.
-
Selecteer Eigenschappen in het menu van het deelvenster Bibliotheek of klik op de knop Eigenschappen onderin het deelvenster Bibliotheek. Het dialoogvenster Video-eigenschappen wordt weergegeven.
Een video hernoemen, bijwerken of vervangen
-
Selecteer de videoclip in het deelvenster Bibliotheek en selecteer Eigenschappen in het menu van het deelvenster Bibliotheek.
-
Ga als volgt te werk:
Voer een nieuwe naam in het tekstveld Naam in als u een nieuwe naam wilt toewijzen.
Navigeer naar het bijgewerkte videobestand en klik op Openen als u een video wilt bijwerken.
Als u een video wilt vervangen, klikt u op Importeren, gaat u naar het FLV-, F4V- of H.264-bestand waardoor de huidige clip moet worden vervangen, en klikt u op Openen.
Afspelen van video besturen met de tijdlijn
U kunt het afspelen van een ingesloten videobestand besturen met behulp van de tijdlijn met de video. U kunt een video die in de hoofdtijdlijn wordt afgespeeld bijvoorbeeld pauzeren door een handeling stop() aan te roepen die gericht is op die tijdlijn. Zo kunt u ook een video-object besturen in een filmclipsymbool door het afspelen in de tijdlijn voor dat symbool te beheren.
U kunt de volgende handelingen uitvoeren op geïmporteerde video-objecten in filmclips: goTo, play, stop, toggleHighQuality, stopAllSounds, getURL, FScommand, loadMovie, unloadMovie, ifFrameLoaded en onMouseEvent. U moet een object Video omzetten in een filmclip voordat u handelingen uitvoert op het object.
Met ActionScript kunt u een live videostream van een camera weergeven. Eerst plaatst u een video-object in het werkgebied en selecteert u Nieuwe video in het menu van het deelvenster Bibliotheek. Vervolgens gebruikt u Video.attachVideo om de videostream aan het video-object te koppelen.
Zie ook Video en attachVideo (methode Video.attachVideo) in de Naslaggids voor ActionScript 2.0 en fl.video in de Naslaggids voor ActionScript® 3.0 voor Adobe® Flash® Professional CS5.
Een ingesloten video bijwerken nadat het bronbestand ervan is bewerkt
-
Selecteer de videoclip in het deelvenster Bibliotheek.
-
Selecteer Eigenschappen en klik op Bijwerken.
De ingesloten videoclip wordt bijgewerkt met het ingesloten bestand. De geselecteerde compressie-instellingen bij de aanvankelijke import van de video worden opnieuw toegepast op de bijgewerkte clip.