Bij vorm-tweening tekent u een vectorvorm in een specifiek frame in de tijdlijn en wijzigt u deze vorm of tekent u een andere vorm in een ander specifiek frame. Animate interpoleert vervolgens de tussenliggende vormen in de tussenliggende frames, waardoor een animatie ontstaat waarbij één vorm overvloeit in een andere.
Met Animate kunt u vorm-tweens toevoegen aan uniforme effen streken en aan niet-uniforme streken met details. U kunt ook vorm-tweens toevoegen aan streken die zijn verbeterd met het gereedschap Variabele breedte. Experimenteer met de vormen die u wilt gebruiken om te controleren wat het resultaat is. U kunt ook vormhints gebruiken om Animate te laten weten welke punten op de beginvorm overeenstemmen met specifieke punten in de eindvorm.
U kunt ook de positie en de kleur van vormen in een vorm-tween tweenen.
Wanneer u vorm-tweening wilt toepassen op groepen, instanties of bitmapafbeeldingen, moet u deze elementen splitsen. Wanneer u vorm-tweening wilt toepassen op tekst, moet u de tekst tweemaal splitsen om deze om te zetten in objecten. Zie Een symboolinstantie opsplitsen.
In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een vorm-tween maakt van frame 1 tot en met frame 30 van de tijdlijn. U kunt tweens echter in elk gewenst deel van de tijdlijn maken.
Voorinstellingen zijn vooraf geconfigureerde versnellingen die u op een object in het werkgebied kunt toepassen.
Een set met veelgebruikte versnellingsvoorinstellingen is beschikbaar voor vorm-tweens. Kies een voorinstelling uit de lijst met voorinstellingen en pas deze toe op de geselecteerde eigenschap. U kunt ook een aangepaste versnelling toepassen op een vorm-tween.
-
Selecteer de gewenste voorinstelling voor versnellen in het pop-upvenster Type versnelling. Dubbelklik op het type voorinstelling dat u wilt toepassen.
Als u ervoor kiest om de klassieke versnelling toe te passen, kunt u ook de intensiteit van de versnelling verhogen of verlagen door de schuifregelaar te verplaatsen.
Verschillende typen versnellingsvoorinstellingen -
Klik op het pictogram Bewerken naast Versnelling om een aangepaste versnelling toe te passen.
In het dialoogvenster Aangepaste versnelling wordt een grafiek weergegeven waarin de mate van beweging in de loop van de tijd wordt aangegeven. De horizontale as vertegenwoordigt frames en de verticale as het percentage wijzigingen. Het eerste hoofdframe wordt voorgesteld als 0% en het laatste hoofdframe als 100%.
De helling van de curve van de grafiek geeft de wijzigingsfrequentie van het object aan. Wanneer de curve horizontaal loopt (geen helling heeft), is de snelheid nul. Wanneer de curve verticaal loopt, vindt een ogenblikkelijke wijzigingsfrequentie plaats.
Grafiek Aangepaste versnelling waarin de constante snelheid wordt weergegeven. Open dit dialoogvenster door een frame te selecteren in een vorm-tween en op de knop Bewerken te klikken in het gedeelte Versnelling in Eigenschapcontrole.U kunt een aangepaste versnelling opslaan en opnieuw gebruiken door deze te kiezen in de lijst Aangepast. Klik in de bewerkmodus op de knop Opslaan en toepassen nadat u de wijzigingen hebt doorgevoerd. In de onderstaande afbeelding vindt u de aangepaste versnellingsvoorinstelling met de naam MyEase1.
Aangepaste versnellingsvoorinstellingU kunt versnellingsvoorinstellingen toepassen op meerdere reeksen in de tijdlijn door de betreffende reeksen te selecteren en de versnelling toe te passen.
Versnellingsvoorinstelling toepassen voor meerdere reeksen
Voor complexere of onwaarschijnlijke vormwijzigingen kunt u vormhints gebruiken. Vormhints identificeren punten die overeenkomen in de begin- en eindvormen. Wanneer u bijvoorbeeld een tekening van een gezicht tweent terwijl de gezichtsuitdrukking verandert, kunt u een vormhint gebruiken om elk van beide ogen te markeren. Vervolgens blijft elk van beide ogen herkenbaar en worden de ogen afzonderlijk gewijzigd tijdens het proces, zodat het gezicht zijn vorm behoudt.

Vormhints bevatten letters (a tot en met z) die aangeven welke punten overeenkomen in de begin- en eindvorm. U kunt maximaal 26 vormhints gebruiken.
Vormhints zijn geel in een beginhoofdframe, groen in een eindhoofdframe en rood wanneer zij zich niet op een curve bevinden.
Houd u aan de volgende richtlijnen voor het beste resultaat bij het tweenen van vormen:
Bij complexe vorm-tweening maakt u tussenvormen en tweent u deze in plaats van alleen een begin- en eindvorm te definiëren.
Zorg ervoor dat vormhints logisch zijn. Wanneer u bijvoorbeeld drie vormhints gebruikt voor een driehoek, moeten deze op de driehoek die u tweent dezelfde volgorde hebben als op de oorspronkelijke driehoek. De volgorde kan niet a,b,c zijn in het eerste hoofdframe en a,c,b in het tweede.
Vormhints werken het best wanneer u deze in linksdraaiende volgorde plaatst, te beginnen bij de linkerbovenhoek van de vorm.
Met Animate CC kunt u vorm-tweens toevoegen aan streken met variabele breedte. Voorheen kon u in Animate alleen vorm-tweens maken voor effen, uniforme streken en vormen. Ontwerpers konden dus geen vorm-tweens maken voor niet-uniforme streken, zoals streken die zijn verbeterd met het gereedschap Variabele breedte. Nu het mogelijk is om streken met variabele breedte te tweenen, biedt Animate CC veel meer ontwerpmogelijkheden.
Het toevoegen van vorm-tweens aan gedetailleerde streken is hetzelfde als het tweenen van een vorm of van een effen, uniforme streek. U dient de begin- en eindvorm van de tween te definiëren, waarna Animate de tussenliggende frames van de tween maakt.
Met het gereedschap Variabele breedte kunt u van uniforme, effen streken mooie, gedetailleerde streken maken. Zie Lijnen en vormen verbeteren met het gereedschap Variabele breedte voor informatie over hoe u streken kunt verbeteren met het gereedschap Variabele breedte.
-
Gebruik het gereedschap Variabele breedte om midden in de streek breedte toe te voegen (zie de onderstaande illustratie). Zie Lijnen verbeteren met het gereedschap Variabele breedte voor informatie over het gebruik van het gereedschap Variabele breedte.
Streek met variabele breedte, gemaakt met het gereedschap Variabele breedte en met een streekwaarde van 68,0 pixels.
U kunt in Animate CC ook vorm-tweens toevoegen aan gedetailleerde streken die zijn opgeslagen als variabele breedteprofielen. U kunt breedteprofielen toepassen op de begin- en eindvormen van een tween, zodat in Animate een vloeiende vorm-tween wordt gemaakt.
Breedteprofielen zijn gedetailleerde streken die zijn gemaakt en opgeslagen met het gereedschap Variabele breedte, zodat ze gemakkelijk opnieuw kunnen worden gebruikt. Zie Breedteprofielen opslaan voor meer informatie over breedteprofielen.
Ga als volgt te werk om vorm-tweens toe te voegen aan variabele breedteprofielen: