Voor nauwkeurig, consistent kleurbeheer zijn accurate ICC-compatibele profielen van al uw kleurapparaten vereist. Zonder een nauwkeurig scannerprofiel kan een perfect gescande afbeelding in een ander programma onjuist worden weergegeven, vanwege de verschillen tussen de scanner en het programma waarin de afbeelding wordt weergegeven. Deze misleidende weergave kan ertoe leiden dat u onnodig tijd verspilt aan het corrigeren van een goede afbeelding, waarbij u deze bovendien kunt beschadigen. Met een nauwkeurig profiel kan het programma waarmee u een afbeelding importeert, verschillen tussen apparaten corrigeren en de werkelijke kleuren van de scan weergeven. Een kleurbeheersysteem maakt gebruik van de volgende soorten profielen:
Monitorprofielen Beschrijven hoe de monitor de kleur momenteel verwerkt. Dit is het eerste profiel dat u moet maken. Een nauwkeurige weergave van kleuren op de monitor is immers van cruciaal belang wanneer u tijdens het ontwerpen moet beslissen over kleuren in een document. Als u op uw monitor kleuren ziet die niet representatief zijn voor de werkelijke kleuren in het document, kunt u de kleurconsistentie niet behouden.
Invoerapparaatprofielen Beschrijven welke kleuren een invoerapparaat kan vastleggen of scannen. Als u op uw digitale camera profielen kunt instellen, kunt u het beste Adobe RGB selecteren. Gebruik anders sRGB (dit is het standaardprofiel voor de meeste camera's). Ervaren gebruikers kunnen verschillende profielen voor verschillende lichtbronnen gebruiken. Voor scannerprofielen gebruiken sommige fotografen aparte profielen voor elk type of merk film dat met de scanner wordt gescand.
Uitvoerapparaatprofielen Beschrijven de kleurruimte van uitvoerapparaten, zoals desktopprinters of een drukpers. Het kleurbeheersysteem gebruikt uitvoerapparaatprofielen om de kleuren in een document op de juiste wijze te kunnen toewijzen aan de kleuren in de kleuromvang van de kleurruimte van een uitvoerapparaat. Het uitvoerprofiel moet ook rekening houden met bepaalde omstandigheden bij het afdrukken, zoals het type papier en inkt. Op glanzend papier kan bijvoorbeeld een ander kleurbereik worden afgedrukt dan op mat papier.
De meeste printerstuurprogramma's zijn voorzien van ingebouwde kleurprofielen. Probeer deze profielen eerst uit voordat u in aangepaste profielen gaat investeren.
Documentprofielen Definiëren de specifieke RGB- of CMYK-kleurruimte van een document. Door een profiel aan een document toe te wijzen of te labelen, verschaft de toepassing een definitie van werkelijke kleurwaarden in het document. R=127, G=12, B=107 is gewoon een aantal nummers dat op verschillende apparaten verschillend wordt weergegeven. Maar als deze nummers worden gelabeld aan de Adobe RGB-kleurruimte, verwijzen ze naar een werkelijke kleur of golflengte van licht, in dit geval een specifieke kleur paars. Wanneer kleurbeheer is ingeschakeld, wijzen Adobe-toepassingen automatisch een profiel aan nieuwe documenten toe op basis van werkruimteopties in het dialoogvenster Kleurinstellingen. Documenten zonder toegewezen profielen worden ook niet-gelabelde documenten genoemd en bevatten alleen Raw-kleurnummers. Wanneer u niet-gelabelde documenten gebruikt, wordt in Adobe-toepassingen het huidige werkruimteprofiel gebruikt om kleuren weer te geven en te bewerken.
A. Profielen beschrijven de kleurruimte van het invoerapparaat en het document. B. In de profielbeschrijvingen geeft het kleurbeheersysteem de werkelijke kleuren van het document aan. C. Het monitorprofiel geeft aan het kleurbeheersysteem door hoe de numerieke waarden moeten worden omgezet in de kleurruimte van de monitor. D. Aan de hand van het profiel van het uitvoerapparaat zet het kleurbeheersysteem de numerieke waarden van het document om in de kleurwaarden van het uitvoerapparaat, zodat de werkelijke kleuren worden afgedrukt.
Met profielprogramma's kunt u de monitor zowel kalibreren als karakteriseren. Door de monitor te kalibreren brengt u deze in overeenstemming met een vooraf gedefinieerde standaard. Met kalibreren kunt u een monitor zo instellen dat deze kleuren weergeeft met een witpuntkleurtemperatuur van 5000 K (Kelvin), de standaard voor de grafische industrie. Door de monitor te karakteriseren maakt u een profiel dat aangeeft hoe de monitor kleur momenteel reproduceert.
Als u een monitor kalibreert, moet u de volgende video-instellingen aanpassen:
Helderheid en contrast Het algehele niveau en bereik (respectievelijk) van weergave-intensiteit. Deze parameters werken eigenlijk net zo als op uw tv. Met een programma voor monitorkalibratie realiseert u een optimaal helderheids- en contrastbereik.
Gamma De helderheid van de waarden voor middentonen. Een monitor produceert niet-lineaire waarden van zwart naar wit. Als u de waarden in een grafiek zet, vormen ze geen rechte lijn, maar een curve. Gamma definieert de waarde in het midden van die curve tussen zwart en wit.
Fosforkleuren De stoffen die door CRT-monitoren worden gebruikt voor het uitstralen van licht. Verschillende fosforkleuren hebben verschillende karakteristieken.
Wit punt De kleur en intensiteit van het helderste wit dat de monitor kan produceren.
Bij het kalibreren van de monitor past u de monitor aan, zodat deze voldoet aan een bekende specificatie. Nadat de monitor is gekalibreerd, kunt u met het profielhulpprogramma een kleurprofiel opslaan. Het profiel beschrijft hoe de kleuren van de monitor zich gedragen: welke kleuren wel en welke niet kunnen worden weergegeven en hoe de numerieke kleurwaarden in een afbeelding worden omgezet, zodat de kleuren correct worden weergegeven.
De prestaties van de monitor veranderen en verslechteren in de loop der tijd. Kalibreer daarom de monitor bijvoorbeeld elke maand en maak dan ook een nieuw profiel. Als het moeilijk of onmogelijk is de monitor naar een standaard te kalibreren, is deze waarschijnlijk te oud.
De meeste profielprogramma's wijzen automatisch het nieuwe profiel als het standaardmonitorprofiel toe. Zie de Help van het besturingssysteem voor aanwijzingen over het handmatig toewijzen van het monitorprofiel.
Kleurprofielen worden vaak geïnstalleerd wanneer u een apparaat aan uw systeem toevoegt. De precisie van deze profielen (vaak algemene profielen of ingesloten profielen genoemd) verschilt per fabrikant. U kunt apparaatprofielen ook aanvragen bij uw servicebureau of downloaden van internet, of u kunt aangepaste profielen maken met professionele apparatuur.
Nadat u de kleurprofielen hebt geïnstalleerd, moet u de Adobe-toepassingen opnieuw starten.
U moet een kleurprofiel dat u wilt insluiten in een document dat u hebt gemaakt in Illustrator, InDesign of Photoshop, opslaan in of exporteren naar een indeling die ICC-profielen ondersteunt.
U kunt een kleurprofiel insluiten in een object of een gehele PDF. Acrobat koppelt het profiel dat is opgegeven in het dialoogvenster Kleuren converteren aan de geselecteerde kleurruimte in het PDF-bestand. Raadpleeg de onderwerpen over kleuromzetting in de Help van Acrobat voor meer informatie.
Het komt zelden voor dat u het kleurprofiel voor een document moet wijzigen. Dit komt omdat de toepassing het kleurprofiel automatisch toewijst op basis van de instellingen die u in het dialoogvenster Kleurinstellingen hebt geselecteerd. U moet een kleurprofiel alleen handmatig wijzigen wanneer u een document voor een ander uitvoerdoel voorbereidt of wanneer u beleidsregels wijzigt die u niet meer in het document wilt gebruiken. Wijzig het profiel alleen als u precies weet wat u moet doen.
Ga op een van de volgende manieren te werk om het kleurprofiel voor een document te wijzigen:
Kleuren in dit document niet wijzigen Hiermee verwijdert u het bestaande profiel van het document. Selecteer deze optie alleen als u zeker weet dat u geen kleurbeheer wilt toepassen op het document. Nadat u het profiel uit een document hebt verwijderd, wordt de weergave van kleuren bepaald door de werkruimteprofielen van de toepassing.
Werkruimte [kleurmodel: werkruimte] Hiermee wijst u het werkruimteprofiel toe aan het document.
Profiel Hiermee kunt u een ander profiel selecteren. Het nieuwe profiel wordt aan het document toegewezen zonder dat de kleuren worden omgezet in de profielruimte. Hierdoor kan de weergave van de kleuren op uw monitor aanzienlijk veranderen.
Multikanaal Profielen die ondersteuning bieden voor meer dan vier kleurkanalen. Dat is handig als u met meer dan vier inkten afdrukt.
Apparaatkoppeling Profielen die de kleurruimte van een apparaat omzetten in de kleurruimte van een ander apparaat, zonder gebruik te maken van een tussenliggende kleurruimte. Dit is handig wanneer specifieke toewijzingen van apparaatwaarden (bijvoorbeeld 100% zwart) zijn vereist.
Abstract Profielen die aangepaste afbeeldingseffecten mogelijk maken. Abstracte profielen kunnen LAB/XYZ-waarden hebben voor zowel de in- als uitvoer, zodat een aangepaste opzoektabel voor een speciaal effect kan worden gegenereerd.
Opmerking: De kleurprofielen Grijs, RGB, LAB en CMYK worden op categorie gegroepeerd in de weergave Geavanceerd. In de standaardweergave worden ze gecombineerd in het menu Profiel.
U kunt kleuren in een PDF omzetten met Tools > Afdrukproductie > Kleuren converteren. Raadpleeg de onderwerpen over kleuromzetting in de Help van Acrobat voor meer informatie.
Aanmelden bij je account