Typ een waarde in het tekstvak en druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS).
Sleep de regelaar.
Plaats de aanwijzer op de titel van een regelaar of pop-upregelaar. Als de aanwijzer verandert in een handje, sleept u de miniregelaar naar links of rechts. Deze functie is alleen beschikbaar voor de geselecteerde regelaars en pop-upregelaars.
Sleep de schijf.
Klik op de pijlknoppen in het deelvenster om de waarde te verhogen of te verlagen.
(Windows) Klik in het tekstvak en gebruik vervolgens de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag om de waarde te verhogen of te verlagen.
Selecteer een waarde in het menu van het tekstvak.
A. Menupijl B. Miniregelaar C. Tekstvak D. Schijf E. Regelaar
Bepaalde deelvensters, dialoogvensters en optiebalken stelt u in met pop-upregelaars (bijv. de optie Dekking in het deelvenster Lagen). Als er naast het tekstvak een driehoek staat, kunt u de pop-upregelaar activeren door op de driehoek te klikken. Plaats de aanwijzer op de driehoek naast de instelling, houd de muisknop ingedrukt en sleep de regelaar of hoekstraal tot de gewenste waarde is bereikt. Als u het vak met de regelaar wilt sluiten, klikt u buiten het vak of drukt u op Enter. Als u wijzigingen wilt annuleren, drukt u op de Escape-toets.
Als u in het geopende vak van de pop-upregelaar de waarden wilt verhogen of verlagen met veelvouden van 10%, houdt u Shift ingedrukt en drukt u op pijl-omhoog of pijl-omlaag.
A. Klik om het vak met de pop-upregelaar te openen B. Sleep de regelaar of hoekstraal.
U kunt bepaalde pop-upregelaars ook minimaliseren. Als u bijvoorbeeld de aanwijzer boven Vullen of Dekking in het deelvenster Lagen houdt, verandert de aanwijzer in een handje. Vervolgens kunt u de aanwijzer naar links of naar rechts slepen om het vullings- of dekkingspercentage te wijzigen.
In bepaalde deelvensters, dialoogvensters en optiebalken kunt u waarden wijzigen door miniregelaars te slepen. Miniregelaars zijn verborgen totdat u de aanwijzer plaatst op de titel van de regelaar of pop-upregelaar. Als de aanwijzer verandert in een handje, sleept u de regelaar naar links of rechts. Als u Shift ingedrukt houdt tijdens het slepen, zal de waarde met een factor 10 toenemen.
Met pop-updeelvensters krijgt u snel toegang tot de beschikbare opties voor penselen, stalen, verlopen, stijlen, patronen, contouren en vormen. U kunt pop-updeelvensters aanpassen door items te hernoemen of te verwijderen en door bibliotheken te laden, op te slaan en te vervangen. U kunt de weergave van een pop-updeelvenster aanpassen, zodat van de items alleen de naam, alleen een miniatuur of zowel de naam als een miniatuur worden weergegeven.
Klik op een miniatuur van een gereedschap in de optiebalk om het bijbehorende pop-updeelvenster weer te geven. Klik op een item in het pop-updeelvenster om het te selecteren.
A. Klik om het pop-updeelvenster weer te geven. B. Klik om het menu van het pop-updeelvenster weer te geven.
Naam van voorinstellingen voor gereedschap wijzigen
Hiermee kunt u een nieuwe naam aan het item geven.
Voorinstelling gereedschap verwijderen
Hiermee verwijdert u een item uit het pop-updeelvenster.
U kunt een item ook uit een pop-updeelvenster verwijderen door Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt te houden en op het item te klikken.
Kies de opdracht Voorinstellingen gereedschap laden als u een bibliotheek wilt toevoegen aan de huidige lijst. Selecteer vervolgens het bibliotheekbestand dat u wilt gebruiken en klik op Laden.
Kies de opdracht Voorinstellingen gereedschap vervangen als u de huidige lijst door een andere bibliotheek wilt vervangen. Selecteer vervolgens het bibliotheekbestand dat u wilt gebruiken en klik op Laden.
Kies een bibliotheekbestand (onder aan het deelvenstermenu). Klik vervolgens op OK om de huidige lijst te vervangen of op Toevoegen om de bibliotheek aan de huidige lijst toe te voegen.
(Mac OS) Voer ook de extensie van het bibliotheekbestand in, zodat u de bibliotheken gemakkelijk kunt delen tussen besturingssystemen. Selecteer Altijd bestandsextensie toevoegen in Voorkeuren bestandsbeheer om extensies achter bestandsnamen te zetten.
In contextmenu's worden opdrachten weergegeven die betrekking hebben op het actieve gereedschap of deelvenster of op de actieve selectie. Ze verschillen van de menu's boven in de werkruimte.
Kies Bewerken > Menu's.
Kies Venster > Werkruimte > Sneltoetsen en menu's en klik op het tabblad Menu's.
Toepassingsmenu's
Hiermee kunt u kleur tonen in, verbergen in of toevoegen aan opdrachten in toepassingsmenu's.
Deelvenstermenu's
Hiermee kunt u kleur tonen of verbergen in of toevoegen aan opdrachten in deelvenstermenu's.
Klik op de knop Zichtbaarheid om een menuopdracht te verbergen.
Als u een menuopdracht wilt tonen, klikt u op de lege knop Zichtbaarheid.
Als u kleur wilt toevoegen aan een menuopdracht, klikt u op het kleurstaal (als er geen kleur is toegewezen, wordt Geen weergegeven) en kiest u een kleur.
Als u alle wijzigingen wilt opslaan in de huidige set menu's, klikt u op de knop voor het opslaan van de set . Wijzigingen in een aangepaste set worden dan opgeslagen. Wanneer u de wijzigingen opslaat naar de set Photoshop standaardinstellingen, wordt het dialoogvenster Opslaan geopend. Typ een naam voor de nieuwe set en klik op Opslaan.
Om een nieuwe set te maken die is gebaseerd op de huidige set menu's, klikt u op de knop Set opslaan als .
Als u de huidige wijzigingen niet hebt opgeslagen, kunt u op Annuleren klikken om geen wijzigingen door te voeren en het dialoogvenster te sluiten.
Kies Bewerken > Menu's.
Kies Venster > Werkruimte > Sneltoetsen en menu's en klik op het tabblad Menu's.
Het is mogelijk om tijdelijk opdrachten te tonen die u hebt verborgen in een menu. Nadat u het menu sluit, wordt de opdracht weer verborgen.
In een menu met verborgen opdrachten kiest u Alle menuopdrachten tonen.
Houd Ctrl ingedrukt en klik (Windows) of houd Command ingedrukt en klik (Mac OS) op een menu met verborgen opdrachten.
Selecteer Venster > Werkruimte > Essentiële elementen om alle menuopdrachten permanent weer te geven.
Aanmelden bij je account