Handboek Annuleren

Werk met aanpassingslagen

Leer aanpassingslagen te gebruiken, een van de meest krachtige, niet-destructieve bewerkingstools in Photoshop op de iPad.

Werk met aanpassingslagen als u composities in Photoshop op niet-destructieve wijze wilt bewerken. Net als in Photoshop voor desktop kunt u met aanpassingslagen in Photoshop op de iPad bewerkingen aanbrengen zonder de originele compositie aan te tasten. Deze blijft beschikbaar en kan dus worden hersteld. Als u aanpassingslagen gebruikt, hebt u meer flexibiliteit bij het bewerken, aangezien u niet rechtstreeks de pixels van uw compositie wijzigt. 

Een aanpassingslaag toevoegen

Ga als volgt te werk om een aanpassingslaag toe te passen:

  1. Houd  in de taakbalk ingedrukt om meer laagopties weer te geven, zoals Nieuwe laagAanpassingslaagNieuwe lege groep en Plakken als nieuwe laag. Selecteer Aanpassingslaag.

    Aanvullende opties voor het toevoegen van lagen weergeven.
    Meer opties voor het toevoegen van lagen weergeven.

  2. Bij Aanpassingen kunt u een of meerdere aanpassingsopties selecteren, namelijk Helderheid/contrast, Zwart-wit, Kleurbalans, Curven, Belichting, Kleurtoon/verzadiging, Niveaus en Levendigheid.

    Verschillende aanpassingsopties weergeven
    Verschillende opties voor aanpassingslagen weergeven.

    Er worden een aanpassingslaag en -masker gemaakt voor het geselecteerde type aanpassing.

  3. (Optioneel) U kunt in de detaillaagweergave op een aanpassingslaag tikken om de naam van deze laag te wijzigen. Tik op het pictogram Laagzichtbaarheid op de taakbalk of in de detaillaagweergave om de aanpassingslaag te verbergen.

  4. Tik op  op de taakbalk om het deelvenster Handelingen voor lagen te openen. Selecteer Laag verwijderen om de actieve aanpassingslaag te verwijderen.

Een bijgesneden aanpassingslaag toevoegen

Een aanpassingslaag is standaard van invloed op alle onderliggende lagen in het deelvenster Lagen. Met bijgesneden aanpassingen kunt u ervoor zorgen dat een aanpassingslaag alleen van invloed is op de laag direct onder de aanpassingslaag in de laagstapel.

Ga als volgt te werk om bijgesneden aanpassingen toe te passen:

1. Tik op het aanpassingspictogram Laageigenschappen
op de taakbalk om de laageigenschappen te openen. 

2. Tik bij Laageigenschappen op Bijgesneden aanpassing toevoegen.

3. Het deelvenster Bijgesneden aanpassingslaag wordt geopend. Selecteer in dit venster een of meerdere aanpassingsopties: Helderheid/contrast, Zwart-wit, Kleurbalans, Curven, Belichting, Kleurtoon/verzadiging, Niveaus en Levendigheid

Met het bijsnijdpictogram naast de miniatuur van een aanpassingslaag in het deelvenster Lagen wordt aangegeven dat de toegepaste aanpassing is bijgesneden tot de onderliggende laag.

Bijgesneden aanpassingen toepassen

Selectieve aanpassingen toepassen

U kunt aanpassingen toepassen op selectieve delen van een compositie. Elke aanpassingslaag bevat een laagmasker. Het witte gedeelte van het laagmasker toont de aanpassing op de laag of past deze erop toe en het zwarte gedeelte verbergt of maskeert de aanpassing op de overeenkomende gebieden in de laag. Kies het penseel op de werkbalk om op het aanpassingslaagmasker te kunnen tekenen in tinten variërend van wit (alle aanpassingen zijn zichtbaar) tot zwart (alle aanpassingen worden verborgen).

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?