Ga naar Voorkeuren > Technology Previews om deze functie in te schakelen.
- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Gebruik de galerie Vervagen om snel verschillende fotografische vervagingseffecten te maken met intuïtieve besturingselementen in de afbeelding
Onderwerpen in dit artikel:
Elke vervagingstool biedt intuïtieve besturingselementen in de afbeelding om het vervagingseffect toe te passen en te beheren. Als de vervagingsaanpassingen klaar zijn, gebruikt u de Bokeh-besturingselementen om het algemene vervagingseffect te stileren. Photoshop beschikt over een live voorvertoning op volledige grootte wanneer u met effecten uit de galerie Vervagen werkt.
Selecteer Filter > Vervagingsgalerie en selecteer het gewenste effect.
Zie voor informatie over andere vervagingseffecten De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen.
Druk voor lensvervagingen (Veld vervagen, Iris vervagen en vervagen met Kantelen en verschuiven) op de toets M om het op de afbeelding toegepaste vervagingsmasker weer te geven. De zwarte gebieden worden niet vervaagd, terwijl de lichtere gebieden de hoeveelheid vervaging laten zien die op de afbeelding is toegepast.
U kunt de hele afbeelding verbeteren door de weergave van onscherpe of vage gebieden te bewerken. Geef de bokeh-parameters op voor een algemeen aangenaam effect.
Geef in het deelvenster Vervagingseffecten een waarde op voor het volgende:
Bokeh-licht
Hiermee maakt u onscherpe of vage gebieden in de afbeelding helderder.
Bokeh-kleur
Hiermee voegt u levendigere kleuren toe aan verlichte gebieden die niet tot wit worden geblazen.
Lichtbereik
Hiermee bepaalt u het toonbereik waarop de instellingen betrekking hebben.
(Beta) Installeer of update Photoshop (Beta) via het tabblad Beta-apps van uw Creative Cloud desktop-app om nieuwe functies te proberen die nu in ontwikkeling zijn.
Deel uw feedback rechtstreeks met ons team in de Adobe Photoshop Beta-community terwijl we de functies verder verfijnen.
De versie van Photoshop 24.0 van oktober 2022 omvat een nieuw filter, Live Gaussiaans vervagen, dat een modernere benadering is van het filter Gaussiaans vervagen. Met behulp van deze optie kunt u de focus op een specifiek gedeelte van de afbeelding verbeteren.
U kunt het filter Live Gaussiaans vervagen gebruiken om grotere artistieke vervagingseffecten toe te voegen aan uw afbeelding of meer diepte door de achtergrond te vervagen.
Hiermee kunt u vervaging toevoegen aan of verwijderen uit uw afbeelding, de vervagingshoeveelheid aanpassen en de dekking vervagen. Ook kunt u de uitvoer van de huidige laag of een nieuwe laag ophalen.
Op het canvas kunt u interactief werken met penselen en het filter Live Gaussiaans vervagen. Via het dialoogvenster en de penseeltools kunt u het filter op canvas aanbrengen en vervagingsgebieden toevoegen of verwijderen. Tegelijkertijd kunt u werken met de zichtbaarheid van lagen, overvloeimodi en dekking, en zo de vervaging vloeiender maken.
Voor meer informatie over de sneltoetsen om dit filter te gebruiken, raadpleegt u de standaard sneltoetsen in het gedeelte met sneltoetsen van de Filtergalerie.
Selectievakje Overvloeien van kleuren voorkomen
Voor enkelvoudige selecties wordt het selectievakje Overvloeien van kleuren voorkomen weergegeven in het dialoogvenster Live Gaussiaans vervagen. Hiermee voorkomt u dat de kleur buiten de grenzen van de selectie vloeit.
Test dit door een foto te maken met een kleurrijk onderwerp, zoals een bloem, tegen een andere kleur achtergrond. Keer de selectie om pas een hoge mate van vervaging toe.
De niet-geselecteerde kleuren van de bloem zullen overvloeien in de achtergrond als u het selectievakje Overvloeien van kleuren voorkomen niet inschakelt. Als deze optie is geselecteerd (standaardinstelling), is de achtergrond zuiverder en zullen de kleuren van de bloem niet overvloeien in de achtergrond.
Met de schuifregelaar Ondoorzichtigheid vervagen wijzigt u de algehele dekking van de resulterende vervaagde afbeelding. Dit komt overeen met de opdracht Bewerken > Vervagen na filters of aanpassingen.
Met het selectievakje Voorvertoning kunt u voor en na de vervaging een voorvertoning weergeven.
Als de laagtransparantie is vergrendeld, zal Live Gaussiaans vervagen alleen de afbeelding vervagen en niet de transparantie. Als de laagtransparantie is vergrendeld (de knop Transparante pixels vergrendelen naast Vergrendeling in het deelvenster Lagen), wordt de transparantie niet vervaagd door het filter.
Voer de volgende stappen uit om het filter Live Gaussiaans vervagen toe te passen:
Ruis herstellen in vervaagde gebieden
Misschien vindt u dat het vervaagde gebied van een afbeelding er kunstmatig of onnatuurlijk uitziet na het toepassen van een effect uit de galerie Vervagen. U kunt de korreligheid of ruis in zo'n vervaagd gebied herstellen en ervoor zorgen dat het er realistischer uitziet.
Nadat het aanvankelijke effect met de besturingselementen voor vervaging is bereikt, voert u de volgende stappen uit om de ruis te herstellen:
- Controleer in het deelvenster Vervagingseffecten of het selectievakje rechtsboven in het tabblad Ruis aangevinkt is. U kunt dit selectievakje op ieder moment uitschakelen om de ruis te herstellen die eerder aan het vervaagde gebied is toegevoegd.
- Selecteer het type ruis dat u wilt toepassen op het vervagende gebied:
- Uniform: gelijk aan de ruis toegevoegd via de optie Filter > Ruis > Ruis toevoegen > Uniform.
- Gaussiaans: Gelijk aan de ruis toegevoegd via de optie Filter > Ruis > Ruis toevoegen > Gaussiaans.
- Korreligheid: Gelijk aan de ruis toegevoegd via de optie Korreligheid toevoegen in Camera Raw.
- Geef de volgende instellingen op:
- Hoeveelheid: hiermee stemt u de hoeveelheid ruis af op de ruis in de niet-vervaagde gebieden van de afbeelding. Stel de schuifregelaar in op een waarde tussen 0-100%.
- Grootte : (alleen voor de korrelvormige ruis) hiermee bepaalt u de grootte van de ruisdeeltjes.
- Grofheid: (alleen beschikbaar voor korrelvormige ruis) hiermee bepaalt u de regelmaat van de korrel. Schuif naar links (onder 50%) om de korrel gelijkmatiger van vorm te maken. Schuif naar rechts (boven 50%) om de korrel minder gelijkmatig van vorm te maken.
- Kleur: Graduele schuifregelaar waarmee u de kleur van de ruis kunt instellen. Schuif de regelaar naar 0% om de ruis monochromatisch te maken, vergelijkbaar met het effect dat bereikt wordt door de optie Monochromatisch in het dialoogvenster Ruis toevoegen (Filter > Ruis > Ruis toevoegen) in te schakelen.
- Hooglicht: Hiermee vermindert u de ruis in hooglichtgebieden van de afbeelding voor een betere afstemming van schaduwen en hooglichten. Stel de schuifregelaar in op een waarde tussen 0-100%.
Zodra u de instellingen voor een ruistype hebt opgegeven, onthoudt Photoshop deze als u tussen ruistypes schakelt. Wanneer u bijvoorbeeld van korrelachtige ruis naar gaussiaanse ruis en vervolgens weer terug naar korrelachtige ruis schakelt.
Voor meer informatie raadpleegt u Snelle selecties maken.
Effecten van de galerie Vervagen toepassen als slimme filters
De vervagingseffecten in de galerie Vervagen ondersteunen nu slimme objecten en kunnen op niet-destructieve wijze als slimme filters worden toegepast. Deze functie ondersteunt ook videolagen met slimme objecten. Een effect van de galerie Vervagen toepassen als een slim filter:
-
Selecteer in het deelvenster Lagen een laag met een slim object.
-
Kies Filter > Galerie Vervagen en kies het gewenste effect.
Meer informatie over slimme filters vindt u in Slimme filters toepassen.
Gebruik Veld vervagen om een verloop van vervagingen te maken door meerdere vervangingspunten met een verschillende mate van vervagingen op te geven. Voeg meerdere punten aan de afbeelding toe en geef voor elk punt een mate van vervaging aan.
Het uiteindelijke resultaat is een gecombineerd effect van alle vervagingspunten in de afbeelding. U kunt zelfs een punt buiten de afbeelding toevoegen om de vervaging toe te passen bij hoeken.
-
Kies Filter > Galerie Vervagen > Veld vervagen.
Er wordt een punt voor veldvervaging op de afbeelding geplaatst. Klik op de afbeelding om extra vervagingspunten toe te voegen.
-
Klik op een punt om dat te selecteren en voer een van de volgende handelingen uit:
- Sleep de vervangingshandgreep om de vervaging te vergroten of te verkleinen. U kunt het deelvenster Vervagingsgereedschappen ook gebruiken om vervagingswaarde op te geven.
- Sleep het punt naar een nieuwe locatie.
- Druk op Delete om het te verwijderen.
A. Niet-geselecteerd vervagingspunt B. Geselecteerd vervagingspunt
Gebruik Iris vervagen om een oppervlakkig scherptediepte-effect op uw afbeelding te simuleren, ongeacht de gebruikte camera of lens. U kunt meerdere focuspunten opgeven, een effect dat bijna onmogelijk kan worden bereikt met traditionele cameratechnieken.
-
Kies Filter > Galerie Vervagen > Iris vervagen.
Het standaardpunt voor Iris vervagen wordt op de afbeelding ingesteld. Klik op de afbeelding om extra vervagingspunten toe te voegen.
A. Scherp gebied B. Vaag gebied C. Vervaagd gebied
-
Sleep de handgrepen om deze te verplaatsen en de verschillende gebieden opnieuw te definiëren.
-
Sleep de vervagingshandgreep om de vervaging te vergroten of te verkleinen. U kunt het deelvenster Vervagen ook gebruiken om vervagingswaarde op te geven.
Gebruik het effect Kantelen en verschuiven om een afbeelding te simuleren die is gemaakt met een lens voor kantelen en verschuiven. Dit speciale vervagingseffect bepaalt het scherptegebied en vervaagt dan langzaam bij de randen. Gebruik het effect Kantelen en verschuiven om foto's van miniatuurvoorwerpen te simuleren.
-
Kies Filter > Vervagen Galerie > Kantelen en verschuiven.
Het standaard vervagingspunt Kantelen en verschuiven is op de afbeelding ingesteld. Klik op de afbeelding om extra vervagingspunten toe te voegen.
A. Scherp gebied B. Vaag gebied C. Vervaagd gebied
-
Sleep de vervagingshandgreep om de vervaging te vergroten of te verkleinen. U kunt ook het deelvenster Gereedschappen gebruiken om een vervagingswaarde op te geven.
-
Ga als volgt te werk om de verschillende gebieden te definiëren:
- Sleep de lijnen om deze te verplaatsen.
- Sleep de handgrepen en roteer ze.
Met de effecten van Pad vervagen kunt u bewegingsonscherpte langs paden creëren. U kunt ook de vorm en de hoeveelheid vervaging regelen. Photoshop stelt automatisch de effecten samen van meerdere vervagingen die op een afbeelding worden toegepast.
Voer de onderstaande stappen uit:
- Kies Filter > Galerie Vervagen > Pad vervagen.
- Geef in het deelvenster Vervagen onder het gedeelte Pad vervagen op of u een Basisvervaging of de vervaging Achterste flitssynchronisatie wilt toepassen. Met de vervaging Achterste flitssynchronisatie simuleert u het effect van een flits die op het einde van een belichting wordt gegenereerd.
- Gebruik de besturingselementen in de afbeelding samen met stap 4 t/m 8 van deze uitleg.
- Geef de volgende instellingen op:
Snelheid
Met de schuifregelaar Snelheid kunt u de mate van padvervaging instellen die u op de afbeelding wilt toepassen. De instelling Snelheid wordt toegepast op alle padvervagingen in de afbeelding.
Versmalling
Met de schuifregelaar kunt u een versmallingswaarde opgeven. Bij een hogere versmallingswaarde neemt de vervaging geleidelijk af.
- Schakel indien nodig het selectievakje Gecentreerd vervagen uit. U kunt deze optie uitschakelen als u een gerichtere bewegingsonscherpte wilt toepassen.
Met de optie Gecentreerd vervagen kunt u stabiele vervagingen maken door de vervagingsvorm voor elke pixel op die pixel te centreren.
- Ga naar het tabblad Effecten bewegingsonscherpte en geef de volgende instellingen op:
Stroboscopische flitsen
Het aantal belichtingen van de virtuele stroboscopische flitser instellen.
Stroboscopische sterkte
Bepaal hoeveel vervaging tussen de belichtingen van de stroboscopische flits moet worden weergegeven. Met Stroboscopische sterkte regelt u de balans tussen het omgevingslicht en het licht van de virtuele stroboscopische flits.
Er wordt geen stroboscopisch effect weergegeven als u Stroboscopische sterkte instelt op 0%; u ziet alleen doorlopende vervaging. Als u Stroboscopische sterkte daarentegen instelt op 100%, worden de stroboscopische flitsen met volle sterkte geproduceerd, maar er wordt geen doorlopende vervaging tussen flitsbelichtingen weergegeven. Tussenliggende waarden voor Stroboscopische sterkte produceren een mix van afzonderlijke stroboscopische flitsen gecombineerd met doorlopende vervaging.
- Pas zo nodig de hoeveelheid vervaging op de eindpunten aan.
- Pas desgewenst de hulplijnen van de vervagingsvorm aan. Selecteer Vorm vervagen bewerken om de hulplijnen weer te geven.
- Klik op de optiebalk van Vervagen op OK om het effect van Pad vervagen toe te passen.
Tips voor het werken met besturingselementen in de afbeelding
Met de besturingselementen in de afbeelding kunt u op eenvoudige wijze padvervagingen maken.
Gebruik de besturingselementen om als eerste een pad voor de vervaging (blauw) te definiëren. U kunt vervolgens een curve voor het pad definiëren, waarbij u nieuwe curvepunten in het pad maakt. Wanneer het pad is gedefinieerd, kunt u hulplijnen voor de vervagingsvorm definiëren.
A. Beginpunt voor het pad B. Curvepunt dat is gemaakt tijdens het definiëren van een pad C. Eindpunt voor het pad samen met het besturingselement voor de hoeveelheid vervaging
A. Hulplijnen voor vervagingsvorm
Vervagingspaden en hulplijnen voor vervagingsvorm manipuleren
- Klik op een eindpunt om het te selecteren.
- Dubbelklik op een eindpunt om de rode hulplijnen voor de vervagingsvorm weer te geven. U kunt de hulplijnen ook weergeven door Vorm vervagen bewerken in het deelvenster Vervagen te selecteren.
- Sleep eindpunten om het vervagingspad langer te maken.
- Houd Cmd of Ctrl ingedrukt en klik op een eindpunt om de bijbehorende hulplijn voor de vervagingsvorm op nul in te stellen.
- Houd de muisaanwijzer in de buurt van een geselecteerd eindpunt om het besturingselement voor het instellen van de hoeveelheid vervaging weer te geven.
- Houd Option of Alt ingedrukt en klik op een curvepunt langs het vervagingspad om dit punt om te zetten in een hoekpunt. Houd Option of Alt ingedrukt en klik op een hoekpunt om dit terug te zetten naar een curvepunt.
- Houd Shift ingedrukt en sleep de rode vervagingsvorm om beide vervagingsvormen voor het pad samen te verplaatsen.
- Houd Cmd of Ctrl ingedrukt en sleep om een padvervaging te verplaatsen.
- Houd Opt/Alt + Cmd/Ctrl ingedrukt en sleep om een padvervaging te dupliceren.
- Selecteer een eindpunt en druk op de toets Delete om een padvervaging te verwijderen.
Met het effect Draaien vervagen kunt u de afbeelding rond een of meer punten draaien en vervagen. Draaien vervagen is een radiale vervaging die in graden wordt gemeten. In Photoshop kunt u werken met middelpunten, vervagingsgrootte en -vorm en andere instellingen. Bovendien kunt u telkens een live voorvertoning van de wijzigingen bekijken.
A. Oorspronkelijke afbeelding B. Draaien vervagen (Hoek vervagen: 15°; Stroboscopische sterkte: 50%; Stroboscopische flitsen: 2; Duur stroboscopische flits: 10°) C. Draaien vervagen (Hoek vervagen: 60°; Stroboscopische sterkte: 100%; Stroboscopische flitsen: 4; Duur stroboscopische flits: 10°)
Voer de volgende stappen uit:
- Kies Filter > Galerie Vervagen > Draaien vervagen.
- Gebruik in het deelvenster Vervagen in het gedeelte Draaien vervagen het besturingselement Hoek vervagen om de mate van vervaging in te stellen. U kunt een hoekwaarde (0-360°) opgeven of de schuifregelaar gebruiken. U kunt de mate van vervaging ook instellen met de bedekkingsbesturingselementen.
- Ga in het deelvenster Vervagingseffecten naar het tabblad Effecten bewegingsonscherpte en geef de volgende instellingen op:
Stroboscopische flitsen
Het aantal belichtingen van de virtuele stroboscopische flitser instellen
Stroboscopische sterkte
Bepaal hoeveel vervaging tussen de belichtingen van de stroboscopische flits moet worden weergegeven. Met Stroboscopische sterkte regelt u de balans tussen het omgevingslicht en het licht van de virtuele stroboscopische flits.
Er wordt geen stroboscopisch effect weergegeven als u Stroboscopische sterkte instelt op 0%; u ziet alleen doorlopende vervaging. Als u Stroboscopische sterkte daarentegen instelt op 100%, worden de stroboscopische flitsen met volle sterkte geproduceerd, maar er wordt geen doorlopende vervaging tussen flitsbelichtingen weergegeven. Tussenliggende waarden voor Stroboscopische sterkte produceren een mix van afzonderlijke stroboscopische flitsen gecombineerd met doorlopende vervaging.
Duur stroboscopische flits
Hiermee kunt u de lengte van een stroboscopische flitsbelichting in graden instellen. Met Duur stroboscopische flits stelt u de lengte van de vervaging voor elke flitsbelichting in, uitgedrukt in hoekrichting langs de omtrek.
- Klik op de optiebalk van Vervagen op OK om het effect van Draaien vervagen toe te passen.
U kunt de voorvertoning uitschakelen vanuit de optiebalk van de vervagingstool.
Photoshop laat automatisch de effecten in elkaar overlopen van meerdere instanties van Draaien vervagen die voor een afbeelding zijn gedefinieerd.
Tips voor het werken met bedekkingsbesturingselementen
De bedekkingsbesturingselementen in onderstaande afbeelding zijn beschikbaar voor het effect Draaien vervagen.
A. Rotatiepunt B. Ring vervagen C. Hendels doezelaar D. Hendels ovaal
- Als u een nieuw effect Draaien vervagen wilt toevoegen, klikt u op de gewenste locatie in de afbeelding.
- Met de volgende toetscombinaties kunt u een effect Draaien vervagen dupliceren:
(Windows) Alt+Ctrl+slepen
(Mac) Opt+Cmd+slepen - Sleep de grens van een ovaal als u de ovaal gelijkmatig van grootte wilt veranderen.
- Als u een instantie van Draaien vervagen wilt verwijderen, druk dan op Delete terwijl de instantie van Draaien vervagen is geselecteerd.
- Gebruik de volgende toetscombinatie als u een rotatiepunt buiten het midden wilt verplaatsen:
(Windows) Alt+slepen
(Mac) Opt+slepen
Het opnieuw plaatsen van het rotatiepunt is handig wanneer u werkt met objecten die vanuit een hoek worden weergegeven. - Houd de toets H ingedrukt als u de bedekkingsbesturingselementen tijdelijk wilt verbergen.