Handboek Annuleren

Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen

Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren

De opdracht Schaduw/hooglicht is een methode voor het corrigeren van foto's met silhouetten als gevolg van sterk tegenlicht of voor correctie van objecten die enigszins vaag zijn omdat ze te dicht bij de flits van de camera stonden. De aanpassing is ook handig voor het helderder maken van gebieden met schaduw in een verder goedbelichte afbeelding. Met de opdracht Schaduw/hooglicht maakt u een afbeelding niet simpelweg lichter of donkerder. De afbeelding wordt lichter of donkerder op basis van de omliggende pixels (lokale omgeving) in de schaduwen of hooglichten. Daarom zijn er aparte regelaars voor schaduwen en hooglichten. De standaardwaarden zijn ingesteld voor het corrigeren van afbeeldingen met tegenlichtproblemen.

De opdracht Schaduw/hooglicht bevat ook een schuifregelaar voor het contrast van middentonen, en de opties Zwartgrens en Witgrens waarmee u het algemene contrast van de afbeelding kunt aanpassen, en een schuifregelaar voor kleurcorrectie voor het aanpassen van verzadiging.

Opmerking:

Houd er rekening mee dat u met de opdracht Schaduw/hooglicht aanpassingen rechtstreeks toepast op de afbeelding en dat u afbeeldingsgegevens verwijdert. Voor niet-destructieve beeldbewerkingen dient u aanpassingslagen of Camera Raw te gebruiken. Zie Aanpassings- en opvullagen en Kennismaken met Camera RAW.

Photoshop - Schaduw-/hooglichtcorrectie
Oorspronkelijke afbeelding en met de opdracht Schaduw/hooglicht gecorrigeerde afbeelding

Schaduwen en hooglichten in een afbeelding aanpassen

  1. Kies Afbeelding > Aanpassingen > Schaduw/hooglicht.

    Controleer of de optie Voorvertoning is geselecteerd in het dialoogvenster, als de afbeelding moet worden bijgewerkt terwijl u de aanpassingen aanbrengt.

  2. Pas de lichtcorrectie aan door de schuifregelaar Hoeveel te verplaatsen of door waarden in te voeren in de vakken voor de percentages van schaduwen en hooglichten. Hogere waarden geven lichtere schaduwen of donkerder hooglichten. U kunt zowel de schaduwen als de hooglichten van een afbeelding aanpassen.
  3. Selecteer Meer opties tonen als u de schaduwen en hooglichten nauwkeuriger wilt kunnen aanpassen.
    Opmerking:

    Als u schaduwdetail wilt verhogen in een overigens goed belichte afbeelding, probeert u waarden in het 0-25% bereik uit voor Hoeveelheid schaduwen en Toonbreedte schaduwen.

  4. (Optioneel) Klik op de knop Opslaan als standaardinstellingen om de huidige instellingen op te slaan als de standaardinstellingen voor de opdracht Schaduw/hooglicht. Als u de oorspronkelijke standaardinstellingen wilt herstellen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de knop Opslaan als standaardinstellingen klikt.
    Opmerking:

    U kunt de instellingen van Schaduw/hooglicht opnieuw gebruiken door op de knop Opslaan te klikken om de huidige instellingen in een bestand op te slaan en deze op een later tijdstip opnieuw te laden met de knop Laden. Zie Aanpassingsinstellingen opslaan voor meer informatie over het opslaan en laden van instellingen.

  5. Klik op OK.

De opties van de opdracht Schaduw/hooglicht

Hoeveelheid

Hiermee regelt u (afzonderlijk voor de hooglicht- en schaduwwaarden in de afbeelding) de mate van correctie die moet worden toegepast.

Opmerking:

Een extreme waarde voor Hoeveelheid kan leiden tot een crossover, waarbij oorspronkelijke hooglichten donkerder kunnen worden dan oorspronkelijke schaduwen. Dit kan de aangepaste afbeeldingen 'onnatuurlijk' maken.

Toonbreedte

Hiermee regelt u het toonbereik in de schaduwen of de hooglichten die worden gewijzigd. Lagere waarden beperken de aanpassingen tot de donkerste gedeelten bij schaduwcorrectie en tot de lichtste gedeelten bij hooglichtcorrectie. Hogere waarden verhogen het toonbereik dat wordt aangepast tot verder in de middentonen. Bijvoorbeeld, bij 100% is de schuifregelaar voor de schaduwtoonbreedte het meest van invloed op de schaduwen, worden de middentonen gedeeltelijk beïnvloed en worden de helderste hooglichten helemaal niet beïnvloed. De toonbreedte varieert van afbeelding tot afbeelding. Als de waarde te hoog is, verschijnen er mogelijk kransen rond donkere of lichte randen. Met de standaardinstellingen wordt geprobeerd deze ongewenste artefacten te beperken. Er doen zich mogelijk ook kransen voor wanneer de waarden voor Schaduwen en Hooglichten te hoog zijn.

Opmerking:

De toonbreedte wordt standaard op 50% ingesteld. Als u een donker object lichter wilt maken, maar de middentonen of lichte gebieden daardoor te veel veranderen, kunt u de toonbreedte van de schaduw proberen te verkleinen in de richting van nul, zodat alleen de donkerste gebieden lichter worden gemaakt. Als u echter zowel de middentonen als de schaduwen lichter wilt maken, verhoogt u de toonbreedte van de schaduwen naar 100%.

Straal

Hiermee regelt u de grootte van de lokale omgeving om iedere pixel. Om te bepalen of een pixel zich in een schaduwgebied of een hooglichtgebied bevindt, worden aangrenzende pixels gebruikt. Als u de schuifregelaar naar links verplaatst, geeft u een kleiner gebied op, terwijl verplaatsing naar rechts een groter gebied geeft. De optimale grootte van de lokale omgeving is afhankelijk van de afbeelding. U kunt het beste experimenteren met deze instelling. Als de straal te groot is, wordt met de aanpassing de hele afbeelding lichter of donkerder in plaats van alleen het gewenste object. U kunt de straal het beste instellen op grofweg de grootte van het object in de afbeelding. Experimenteer met verschillende instellingen voor Straal voor het beste evenwicht tussen het contrast van het onderwerp en het lichter of donkerder maken van het onderwerp in vergelijking met de achtergrond.

Helderheid

Hiermee past u de helderheid in een grijswaardenafbeelding aan. Deze aanpassing is alleen beschikbaar in grijswaardenafbeeldingen. Als u de schuifregelaar Helderheid naar links verplaatst, wordt de grijswaardenafbeelding donkerder, terwijl deze lichter wordt als u de schuifregelaar naar rechts verplaatst.

Contrast middentonen

Hiermee past u het contrast in de middentonen aan. Schuif de regelaar naar links voor minder contrast of naar rechts voor meer contrast. U kunt ook een waarde invoeren in het vak Contrast middentonen. Een negatieve waarde verkleint het contrast en een positieve waarde vergroot het contrast. Een hogere waarde voor het contrast van de middentonen geeft een groter contrast in de middentonen, waarbij de schaduwen donkerder worden en de hooglichten lichter.

Zwartgrens en Witgrens

Hiermee geeft u op hoeveel van de schaduwen en hooglichten wordt uitgeknipt tot de nieuwe uiterste schaduwkleuren (niveau 0) en hooglichtkleuren (niveau 255) in de afbeelding. Hogere waarden geven een afbeelding met groter contrast. Zorg dat deze waarden niet te groot zijn, want dan kunnen er details in de schaduwen of de hooglichten verloren gaan. De intensiteitswaarden worden uitgeknipt en gegenereerd als zuiver zwart of wit.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?