Handboek Annuleren

Laagdekking en overvloeien

De overvloeimodus van een laag bepaalt hoe pixels overvloeien in een afbeelding. Leer hoe u overvloeimodi kunt gebruiken om adembenemende speciale effecten in uw afbeeldingen aan te brengen. 

De algemene dekking en de opvuldekking voor geselecteerde lagen opgeven

De algemene dekking van een laag bepaalt in welke mate de onderliggende laag wordt verborgen of zichtbaar is. Een laag met een dekking van 1% is vrijwel transparant, terwijl een laag met een dekking van 100% volledig ondoorzichtig is.

U kunt niet alleen de algemene dekking instellen, die van invloed is op alle laagstijlen en overvloeimodi die zijn toegepast op de laag, maar ook een vuldekking. De vuldekking heeft alleen invloed op pixels, vormen of tekst op een laag. Deze instelling heeft geen invloed op de dekking van laageffecten, zoals slagschaduwen.

Opmerking:

U kunt de dekking van een achtergrondlaag of een vergrendelde laag niet wijzigen. Zie Achtergrondlagen omzetten als u de achtergrondlaag wilt omzetten in een gewone laag met ondersteuning voor transparantie.

  1. Selecteer in het deelvenster Lagen een of meer lagen of groepen.

  2. Wijzig de waarden voor Dekking en Vulling. (Als u een groep selecteert, is alleen Dekking beschikbaar.)

    Opmerking:

    Kies Opties voor overvloeien via het pictogram Laagstijl toevoegen () onder in het deelvenster Lagen als u alle opties voor overvloeien wilt weergeven.

Een modus voor overvloeien opgeven voor een laag of een groep

Standaard is de overvloeimodus van een laaggroep ingesteld op Doorheen halen. Dit betekent dat de groep geen eigen overvloei-eigenschappen heeft.

Als u een andere overvloeimodus voor een groep kiest, kunt u de volgorde wijzigen waarin de componenten van de afbeelding worden samengesteld. Alle lagen in de groep worden eerst samengebracht. Vervolgens wordt de samengestelde groep als één afbeelding verwerkt en samengevoegd met de rest van de afbeelding op basis van de geselecteerde overvloeimodus.

Als u dus een andere overvloeimodus dan Doorheen halen kiest voor de groep, wordt geen enkele aanpassingslaag of overvloeimodus van een laag binnen de groep toegepast op lagen buiten de groep.

Opmerking:

De overvloeimodus Wissen is niet beschikbaar voor lagen. Voor Lab-afbeeldingen zijn de modi Kleur tegenhouden, Kleur doordrukken, Donkerder maken, Lichter maken, Verschil, Uitsluiting, Aftrekken en Verdelen niet beschikbaar. Zie voor HDR-afbeeldingen Functies die afbeeldingen met 32 bits per kanaal HDR ondersteunen.

  1. Selecteer een laag of een groep in het deelvenster Lagen.

  2. Kies een modus voor overvloeien:
    • Kies in het deelvenster Lagen een optie in het pop-upmenu Overvloeimodus.

    • Kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien en kies vervolgens een optie in het pop-upmenu Overvloeimodus.

    Opmerking:

    In het pop-upmenu Overvloeimodus schuift u over andere opties om te controleren hoe ze eruit zien op uw afbeelding. Photoshop geeft een live voorvertoning van overvloeimodi op het canvas.

Zie Overvloeimodi voor een beschrijving en voorbeelden van elke overvloeimodus.

Overvloeieffecten groeperen

Standaard vloeien de lagen in een uitknipmasker over met de onderliggende lagen op basis van de overvloeimodus van de onderste laag in de groep. U kunt echter de overvloeimodus van de onderste laag ook uitsluitend op de onderste laag toepassen, zodat u de oorspronkelijke overvloeimodus en de oorspronkelijke vormgeving van de uitkniplagen kunt behouden. (Zie Lagen met uitknipmaskers tonen.)

U kunt de overvloeimodus van een laag ook toepassen op laageffecten waarmee gedekte pixels worden aangepast, zoals Gloed binnen of Kleurbedekking, zonder dat u laageffecten wijzigt waarmee alleen transparante pixels worden aangepast, zoals Gloed buiten of Slagschaduw.

  1. Selecteer de laag die u wilt beïnvloeden.
  2. Dubbelklik op een laagminiatuur, kies Opties voor overvloeien in het menu van het deelvenster Lagen of kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien.

    Opmerking:

    Als u de opties voor overvloeien voor een tekstlaag wilt weergeven, kiest u Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of kiest u Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder in het deelvenster Lagen.

  3. Geef het bereik op voor overvloei-effecten:
    • Schakel Binneneffecten overvloeien als groep in om de overvloeimodus van de laag toe te passen op laageffecten waarmee gedekte pixels worden aangepast, zoals Gloed binnen, Satijn, Kleurbedekking en Verloopbedekking.

    • Schakel Uitkniplagen overvloeien als groep in om de overvloeimodus van de basislaag toe te passen op alle lagen in het uitknipmasker. Als u deze optie, die standaard is ingeschakeld, uitschakelt, blijven de oorspronkelijke overvloeimodus en de oorspronkelijke vormgeving van elke laag in de groep behouden.

    • Schakel Vormlaag met transparantie in om de laageffecten en uitnamen te beperken tot dekkende gebieden van de laag. Als u deze standaard ingeschakelde optie uitschakelt, worden deze effecten op de gehele laag toegepast.

    • Schakel Laagmasker verbergt effecten in om laageffecten te beperken tot het gebied dat door het laagmasker wordt aangegeven.

    • Schakel Vectormasker verbergt effecten in om laageffecten te beperken tot het gebied dat door het vectormasker wordt aangegeven.

  4. Selecteer OK.

Kanalen uitsluiten bij het overvloeien

Als u een laag of een groep wilt laten overvloeien, kunt u de overvloeieffecten beperken tot een bepaald kanaal. Standaard worden alle kanalen geselecteerd. Wanneer u bijvoorbeeld een RGB-afbeelding gebruikt, kunt u het rode kanaal uitsluiten van overvloeiing, zodat in de samengestelde afbeelding alleen het groene en het blauwe kanaal worden beïnvloed.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Dubbelklik op een miniatuur van een laag.

    • Kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien.

    • Kies Opties voor overvloeien via het pictogram Laagstijl toevoegen onder in het deelvenster Lagen.

    Opmerking:

    Als u de overvloeiopties voor een tekstlaag wilt weergeven, kiest u Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of u kiest Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder in het menu van het deelvenster Lagen.

  2. Schakel in het gedeelte Geavanceerd overvloeien van het dialoogvenster Laagstijl alle kanalen uit die u niet wilt betrekken bij het overvloeien van de laag.

Een toonbereik opgeven voor het overvloeien van lagen

Met de schuifregelaars in het dialoogvenster Opties voor overvloeien bepaalt u welke pixels uit de actieve laag en de onderliggende zichtbare lagen overvloeien en in de uiteindelijke afbeelding verschijnen.

U kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat donkere pixels uit de actieve laag verdwijnen of dat heldere pixels uit de onderliggende lagen door de actieve laag heen zichtbaar worden. U kunt ook een bereik van deels overvloeiende pixels instellen om een geleidelijke overgang te creëren tussen gebieden met en gebieden zonder overvloeiing.

  1. Dubbelklik op een laagminiatuur en kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of kies Laagstijl toevoegen > Opties voor overvloeien in het menu van het deelvenster Lagen.

    Opmerking:

    Als u de overvloeiopties voor een tekstlaag wilt weergeven, kiest u Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of u kiest Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder in het menu van het deelvenster Lagen.

  2. Kies in het gedeelte Geavanceerd overvloeien van het dialoogvenster Laagstijl een optie in het pop-upmenu Overvloeien als.

    • Kies Grijs om een overvloeibereik op te geven voor alle kanalen.

    • Selecteer een afzonderlijk kleurkanaal (bijvoorbeeld rood, groen of blauw in een RGB-afbeelding) om overvloeiing voor dat kanaal op te geven.

  3. Stel met de schuifregelaars van Deze laag en Onderliggende laag het helderheidsbereik van de pixels die overvloeien in. De schaal loopt van 0 (zwart) tot 255 (wit). Sleep de witte schuifregelaar om de hoogste waarde van het bereik in te stellen. Sleep de zwarte schuifregelaar om de laagste waarde van het bereik in te stellen.

    Opmerking:

    Als u een bereik wilt instellen voor deels overvloeiende pixels, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u een helft van een driehoekje op de schuifregelaar. Het bereik van de deels overvloeiende pixels wordt aangegeven door de twee waarden boven de gesplitste schuifregelaar.

    Neem de volgende richtlijnen in acht bij het instellen van een overvloeibereik:

    • Met de schuifregelaars bij Deze laag bepaalt u voor de actieve laag het bereik van pixels die overvloeien en dus in de uiteindelijke afbeelding verschijnen. Als u bijvoorbeeld de witte schuifregelaar instelt op 235, vloeien pixels met hogere helderheidswaarden dan 235 niet over en worden deze dus niet opgenomen in de uiteindelijke afbeelding.

    • Met de schuifregelaars van Onderliggende laag bepaalt u het bereik van pixels in de onderliggende zichtbare lagen die overvloeien in de uiteindelijke afbeelding. Overvloeiende pixels worden met pixels van de actieve laag gecombineerd tot samengestelde pixels, terwijl pixels die niet overvloeien zichtbaar worden door bovenliggende gebieden van de actieve laag heen. Als u bijvoorbeeld de zwarte schuifregelaar instelt op 19, vloeien pixels met lagere helderheidswaarden dan 19 niet over en worden ze door de actieve laag heen in de uiteindelijke afbeelding zichtbaar.

Nieuwe lagen vullen met een neutrale kleur

U kunt bepaalde filters (zoals het filter Belichtingseffecten) niet gebruiken op lagen zonder pixels. Als u de optie Vullen met (modus)-neutrale kleur in het dialoogvenster Nieuwe laag selecteert, kunt u dit probleem omzeilen door de laag eerst met een vooraf gedefinieerde, neutrale kleur te vullen. Deze onzichtbare, neutrale kleur wordt toegewezen op basis van de overvloeimodus van de laag.

Als er geen effect wordt toegepast, heeft het vullen met een neutrale kleur geen invloed op de overige lagen. De optie Vullen met neutrale kleur is niet beschikbaar als u een laag maakt met de modus Normaal, Verspreiden, Harde mix, Kleurtoon, Verzadiging, Kleur of Lichtsterkte.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?