Door het aantal pixels op de verschillende kleurintensiteitsniveaus uit te zetten in een histogram kunt u zien hoe de pixels over een afbeelding worden verdeeld. Het histogram toont detail in de schaduwen (weergegeven in het linkergedeelte van het histogram), middentonen (weergegeven in het midden), en hooglichten (weergegeven in het rechtergedeelte). Een histogram kan u helpen bepalen of een afbeelding genoeg detail bevat om een goede correctie te kunnen maken.
Het histogram geeft ook snel inzicht in het toonbereik van een afbeelding. Bij een afbeelding met een laag bereik is het detail geconcentreerd in de schaduwen, bij een afbeelding met een hoog bereik in de hooglichten en bij een afbeelding met een middenbereik in de middentonen. Een afbeelding met een volledig toonbereik heeft in alle gebieden een aantal pixels. Het vaststellen van het toonbereik helpt bij het bepalen van de juiste tooncorrecties.
A. Overbelichte foto B. Juist belichte foto met volledige tonaliteit C. Onderbelichte foto
Het deelvenster Histogram bevat veel opties waarmee u de toon- en kleurinformatie over een afbeelding kunt bekijken. In het histogram wordt standaard het toonbereik van de gehele afbeelding weergegeven. Als u histogramgegevens wilt weergeven voor een deel van de afbeelding, selecteert u eerst dat deel.
U kunt een afbeeldingshistogram bekijken als een bedekking in het dialoogvenster Curven door de histogramoptie te selecteren onder Opties voor curveweergave en in het deelvenster Eigenschappen of door Opties voor curveweergave te kiezen in het deelvenstermenu, en vervolgens Histogram te kiezen.
A. Het menu Kanaal B. Deelvenstermenu C. De knop Buiten cache vernieuwen D. Waarschuwingspictogram voor gegevens uit cache E. Statistieken
Uitgebreide weergave
Hiermee wordt het histogram weergegeven met statistieken. Het histogram wordt ook weergegeven met regelaars om het kanaal te selecteren dat door het histogram wordt weergegeven, de opties in het deelvenster Histogram te bekijken, de weergave van het histogram te vernieuwen om gegevens buiten de cache weer te geven en een bepaalde laag te selecteren van een document met meerdere lagen.
Compacte weergave
Hiermee verschijnt er een histogram zonder regelaars of statistieken. Het histogram bevat gegevens over de hele afbeelding.
Alle kanalen weergeven
Hiermee worden de afzonderlijke histogrammen van alle kanalen weergegeven, plus alle opties van de uitgebreide weergave. De afzonderlijke histogrammen bevatten geen alfakanalen, steunkleurkanalen of maskers.
Als u kiest voor Uitgebreide weergave of Alle kanalen weergeven, kunt u een instelling kiezen in het menu Kanaal. De kanaalinstelling gaat in Photoshop niet verloren als u van Uitgebreide weergave of Alle kanalen weergeven overschakelt naar Compacte weergave.
Als u een keuze maakt in het menu Kanaal in de weergave Alle kanalen weergeven heeft dit alleen invloed op het bovenste histogram in het deelvenster.
Kies in de weergave Alle kanalen tonen de optie Kanalen in kleur tonen in het deelvenstermenu.
Kies in de Uitgebreide weergave of in de weergave Alle kanalen weergeven een afzonderlijk kanaal in het menu Kanaal en kies Kanalen in kleur tonen in het deelvenstermenu. Als u overschakelt naar de compacte weergave, wordt het kanaal nog steeds in kleur weergegeven.
Kies in de uitgebreide weergave of de weergave Alle kanalen weergeven de optie Kleuren uit het menu Kanaal om een samengesteld histogram van de kanalen in kleur weer te geven. Als u overschakelt op de compacte weergave, wordt het samengestelde histogram nog steeds in kleur weergegeven.
Standaard geeft het deelvenster Histogram de statistieken weer in de uitgebreide weergave en in de weergave Alle kanalen weergeven.
Als u de gegevens van een bepaalde pixelwaarde wilt zien, plaatst u de aanwijzer in het histogram.
U kunt gegevens van een reeks waarden bekijken door in het histogram te slepen en de reeks te accentueren.
In het deelvenster worden de volgende statistieken in het histogram weergegeven:
Gemiddeld
De gemiddelde intensiteitswaarde.
Std.deviatie (Standaarddeviatie)
De mate van variatie tussen de intensiteitswaarden.
Mediaan
De middelste waarde in het bereik van intensiteitswaarden.
Pixels
Het totale aantal pixels dat is gebruikt voor berekening van het histogram.
Niveau
Het intensiteitsniveau van het gebied onder de aanwijzer.
Aantal
Het totale aantal pixels dat overeenkomt met het intensiteitsniveau onder de aanwijzer.
Percentage
Het cumulatieve aantal pixels op of onder het niveau onder de aanwijzer. Deze waarde wordt uitgedrukt als een percentage van alle pixels in de afbeelding, van 0% helemaal links tot 100% helemaal rechts.
Cacheniveau
Dit is de huidige afbeeldingscache die is gebruikt om het histogram te maken. Als het cacheniveau hoger is dan 1, wordt het histogram sneller weergegeven. In dit geval wordt het histogram afgeleid van een representatieve selectie pixelmonsters van de afbeelding (gebaseerd op de vergroting). De oorspronkelijke afbeelding is cacheniveau 1. Bij ieder niveau hoger dan 1 wordt het gemiddelde van vier aangrenzende pixels genomen om op een enkele pixelwaarde uit te komen. Dit betekent dat ieder niveau de helft van de afmetingen bedraagt (een kwart van het aantal pixels bevat) van het lagere niveau. Wanneer in Photoshop een snelle schatting wordt gemaakt, kan een van de hoogste niveaus worden gebruikt. Klik op de knop Buiten cache vernieuwen om het histogram opnieuw samen te stellen met de daadwerkelijke afbeeldingslaag.
Hele afbeelding
Hiermee kunt u een histogram weergeven van de hele afbeelding, inclusief alle lagen.
Geselecteerde laag
Hiermee kunt u een histogram weergeven van de laag die in het deelvenster Lagen is geselecteerd.
Correctie samenstelling
Hiermee kunt u een histogram weergeven van een aanpassingslaag die is geselecteerd in het deelvenster Lagen, met inbegrip van alle lagen onder de aanpassingslaag.
U kunt het effect van willekeurige kleur- en toonaanpassingen in het histogram van tevoren bekijken.
Als Voorbeeld is geselecteerd, wordt in het deelvenster Histogram weergegeven hoe de aanpassing van invloed is op het histogram.
Als u aanpassingen maakt via het deelvenster Aanpassingen, worden wijzigingen automatisch weergegeven in het deelvenster Histogram.
A. Oorspronkelijk histogram B. Aangepast histogram C. Schaduwen D. Middentonen E. Hooglichten
Als een histogram wordt gelezen uit een cache in plaats van uit de huidige staat van het document, ziet u het pictogram Waarschuwing: gegevens uit cache in het deelvenster Histogram. Histogrammen die gebaseerd zijn op het cachegeheugen van de afbeelding worden sneller weergegeven en zijn gebaseerd op een representatieve selectie pixelmonsters van de afbeelding. U kunt het maximale cacheniveau instellen (tussen twee en acht) in de Prestaties-voorkeuren.
Een hoger cacheniveau zal de snelheid voor het opnieuw samenstellen van grote, uit meerdere lagen bestaande bestanden vergroten, maar vereist extra gebruik van systeem-RAM. Als de hoeveelheid RAM beperkt is, of als u vooral met kleinere afbeeldingen werkt, maakt u gebruik van lagere cacheniveau-instellingen
Dubbelklik op een willekeurige plaats in het histogram.
Klik op het pictogram Waarschuwing: gegevens uit cache .
Klik op de knop Buiten cache vernieuwen .
Kies Buiten cache vernieuwen uit het menu van het deelvenster Histogram.
Zie Overzicht van het deelvenster Histogram voor meer informatie over cacheniveaus.
U kunt het deelvenster Info gebruiken om de kleurwaarden van pixels te bekijken terwijl u kleurcorrecties doorvoert. Wanneer u met het deelvenster Eigenschappen werkt, worden in het deelvenster Info twee sets kleurwaarden voor de pixels onder de aanwijzer weergegeven. De waarde in de linkerkolom is de oorspronkelijke kleurwaarde. De waarde in de rechterkolom is de kleurwaarde na het aanbrengen van de aanpassing.
U kunt de kleur van één locatie weergeven met de tool Pipet . U kunt ook gebruikmaken van maximaal vier Kleurenpipetten
om kleurinformatie weer te geven voor een of meer locaties in de afbeelding. Deze kleurenpipetten worden in de afbeelding opgeslagen. Dit betekent dat u deze herhaaldelijk kunt raadplegen terwijl u werkt, zelfs als u de afbeelding sluit en opnieuw opent.
U kunt kleurinformatie voor specifieke pixels in de afbeelding bekijken terwijl u de kleur aanpast in het deelvenster Eigenschappen.
Aanpassingen aanbrengen in het deelvenster Eigenschappen. Terwijl u aanpassingen aanbrengt, bekijkt u de kleurwaarden voor en na de aanpassing in het deelvenster Info. Verplaats de aanwijzer over de afbeelding om kleurwaarden te bekijken op de positie van de aanwijzer.
Als u gebruikmaakt van een opdracht uit het menu Afbeelding > Aanpassingen, wordt de tool Pipet geactiveerd (en worden overige tools tijdelijk uitgeschakeld) wanneer u de aanwijzer over de afbeelding verplaatst. Via sneltoetsen hebt u nog steeds toegang tot de schuifknoppen en de tools Handje en Zoomen
.
Nadat u een kleurenpipet hebt toegevoegd, kunt u het desbetreffende pipet verplaatsen, verwijderen of verbergen of de informatie over het monsterpunt in het deelvenster Info wijzigen.
Als u een kleurenpipet wilt verplaatsen, sleept u het pipet naar de nieuwe locatie.
Als u een kleurenpipet wilt verwijderen, sleept u het pipet buiten het documentvenster. U kunt ook Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt houden tot de aanwijzer verandert in een schaar. Vervolgens klikt u op het pipet.
U kunt alle kleurenpipetten verwijderen door op Wissen op de optiebalk te klikken.
Als u een kleurenpipet wilt verwijderen terwijl een dialoogvenster voor aanpassing is geopend, houdt u Alt+Shift (Windows) of Option+Shift (Mac OS) ingedrukt terwijl u op het pipet klikt.
Aanmelden bij je account