U kunt uw Photoshop-afbeeldingsbestanden eenvoudig opslaan in vele verschillende populaire afbeeldingsindelingen.
- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
- Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Opslaan in de TIFF-indeling
TIFF is een flexibele indeling voor rasterafbeeldingen (bitmapafbeeldingen), die door vrijwel alle teken-, beeldbewerkings- en paginaopmaakprogramma’s wordt ondersteund.
-
Kies Bestand > Opslaan als, kies TIFF in het menu Indeling en klik op Opslaan.
-
In het dialoogvenster TIFF-opties selecteert u de gewenste opties en klikt u op OK.
Bitdiepte (alleen 32‑bits)
Hiermee geeft u de bitdiepte van de opgeslagen afbeelding op (16, 24 of 32 bits).
Compressie afbeelding
Hiermee geeft u een methode op voor het comprimeren van de samengestelde afbeeldingsgegevens. Als u een 32‑bits TIFF-bestand opslaat, kunt u opgeven dat het bestand wordt opgeslagen met voorspelde compressie, maar u kunt niet kiezen voor JPEG-compressie. Voorspelde compressie werkt met zowel LZW- als met ZIP-compressie en leidt tot verbeterde compressie, omdat zwevende puntwaarden opnieuw worden gerangschikt.
Opmerking:JPEG-compressie is alleen beschikbaar voor dekkende RGB- en grijswaardenafbeeldingen met acht bits per kanaal en van maximaal 30.000 pixels breed of hoog.
Pixelvolgorde
Hiermee slaat u het TIFF-bestand op met de kanaalgegevens in een afwisselende volgorde of ingedeeld per kanaal. Voorheen werden in Photoshop de kanaalgegevens van TIFF-bestanden altijd in een afwisselende volgorde opgeslagen. In theorie kan een bestand met een vlakke configuratie sneller worden gelezen en opgeslagen en zijn de compressiemogelijkheden iets beter. Beide kanaalvolgordes zijn neerwaarts compatibel met oudere versies van Photoshop.
Bytevolgorde
Hiermee selecteert u het platform waarop het bestand kan worden gelezen. Deze optie is handig als u niet weet in welk programma het bestand geopend gaat worden. Photoshop en de meeste recente toepassingen kunnen bestanden lezen met zowel de bytevolgorde voor IBM PC of voor Macintosh.
Afb.piramide opslaan
Hiermee behoudt u de gegevens over multiresolutie. Photoshop heeft geen opties voor het openen van bestanden met meerdere resoluties. Dergelijke afbeeldingsbestanden worden geopend met de hoogste resolutie in het bestand. Deze bestanden worden echter wel ondersteund door Adobe InDesign en door bepaalde grafische servers.
Transparantie opslaan
Hiermee behoudt u de in de afbeelding gebruikte transparantie als een aanvullend alfakanaal wanneer het bestand in een andere toepassing wordt geopend. Transparantie blijft altijd behouden wanneer het bestand opnieuw wordt geopend in Photoshop.
Compressie van laag
Hiermee geeft u een methode op voor het comprimeren van gegevens voor pixels in lagen (in tegenstelling tot samengestelde gegevens). Veel toepassingen kunnen geen laaggegevens lezen en slaan deze over bij het openen van een TIFF-bestand. Photoshop kan echter wel laaggegevens lezen in TIFF-bestanden. Bestanden die laaggegevens bevatten zijn groter dan bestanden die deze gegevens niet bevatten. Als u de laaggegevens in een bestand opslaat, hoeft u echter geen afzonderlijk PSD-bestand (met daarin de laaggegevens) op te slaan en te beheren. Kies Lagen negeren en een kopie opslaan om de afbeelding in één laag samen te voegen.
Opmerking:Als u in Photoshop gewaarschuwd wilt worden voordat u een afbeelding met meerdere lagen opslaat, selecteert u Vragen voor opslaan van gelaagde TIFF-bestanden in het gedeelte Bestandsbeheer van het dialoogvenster Voorkeuren.
Opslaan in de JPEG-indeling
Via de opdracht Opslaan als kunt u CMYK- en RGB-afbeeldingen en afbeeldingen in grijswaarden opslaan in de JPEG-indeling. (*.jpg). JPEG-bestanden worden gecomprimeerd door gegevens op selectieve wijze te verwijderen. U kunt een afbeelding ook als een of meerdere JPEG's opslaan met de opdracht Bestand > Exporteren > Opslaan voor web (verouderd).
JPEG biedt alleen ondersteuning voor 8-bits afbeeldingen. Als u een 16-bits afbeelding opslaat in deze indeling, verlaagt Photoshop automatisch de bitdiepte.
Als u snel een JPEG-bestand van standaardkwaliteit wilt opslaan, speelt u de handeling Opslaan als JPEG-Medium af op het bestand. U vindt deze optie wanneer u Productie kiest in het menu van het deelvenster Handelingen.
-
Selecteer Bestand > Opslaan als en kies vervolgens JPEG in het menu Indeling.
-
In het dialoogvenster JPEG-opties selecteert u de gewenste opties en klikt u op OK.
Randkleur
Hiermee kunt u verschillende kleuren toekennen aan de rand om achtergrondtransparantie na te bootsen in afbeeldingen die transparantie bevatten.
Afbeeldingsopties
Hiermee geeft u de afbeeldingskwaliteit op. Kies een optie in de lijst Kwaliteit, sleep met de schuifregelaar of geef een waarde tussen 0 en 12 op in het tekstvak Kwaliteit.
Indelingsopties
Hiermee geeft u de indeling van uw JPEG-bestand op. Basislijnen ('Standaard') gebruikt een indeling die door de meeste webbrowsers wordt herkend. Met Basislijn optimaal genereert u een bestand met geoptimaliseerde kleur en een iets kleinere bestandsgrootte. Met Progressief wordt tijdens het downloaden een serie met steeds gedetailleerdere versies van de afbeelding weergegeven (u geeft zelf aan hoeveel). (Niet alle webbrowsers ondersteunen geoptimaliseerde en progressieve JPEG-afbeeldingen.)
Opmerking:In JPEG-indeling opgeslagen CMYK-afbeeldingen kunnen in sommige toepassingen niet worden gelezen. Als u merkt dat een Java-toepassing een JPEG-bestand niet kan lezen, slaat u het bestand zonder miniatuurvoorvertoning op.
Opslaan in de PNG-indeling
Via de opdracht Opslaan als kunt u RGB-afbeeldingen en afbeeldingen in geïndexeerde kleuren, grijswaarden en bitmapmodus opslaan in de PNG-indeling.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens PNG in het menu Indeling.
-
Selecteer de gewenste vorm van interliniëring:
Geen
De afbeelding wordt pas weergegeven wanneer het downloaden is voltooid.
Interliniëring
Hiermee worden voorlopige versies van de afbeelding in lage resolutie weergegeven in de browser terwijl de afbeelding wordt gedownload. Door het gebruik van interliniëring lijkt de laadtijd korter, maar de bestanden worden wel groter.
-
Klik op OK.
U kunt tekengebieden, lagen, laaggroepen of documenten als JPEG-, GIF- of PNG-afbeelding exporteren. Selecteer de items in het deelvenster Lagen, klik met de rechtermuisknop op de selectie en selecteer vervolgens Snel exporteren of Exporteren als in het contextmenu.
Opslaan in GIF-indeling
U kunt de opdracht Opslaan als gebruiken om een Photoshop-document met een of meerdere frames op te slaan als geanimeerde GIF.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens GIF in de lijst Indeling.
-
Geef opties op in het dialoogvenster Opties voor opslaan van GIF's.
-
Klik op OK.
Opslaan in de Photoshop EPS-indeling
Bijna alle paginaopmaakprogramma's, tekstverwerkingsprogramma's en grafische toepassingen ondersteunen geïmporteerde of geplaatste EPS (Encapsulated PostScript)-bestanden. Voor het afdrukken van EPS-bestanden hebt u een PostScript-printer nodig. Op andere printers wordt alleen de voorvertoning met de resolutie van het scherm afgedrukt.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens Photoshop EPS in het menu Indeling.
-
In het dialoogvenster EPS-opties selecteert u de gewenste opties en klikt u op OK:
Voorvertoning
Hiermee maakt u een afbeelding met een lage resolutie in de doeltoepassing. Als u een EPS-bestand zowel onder Windows als onder Mac OS wilt kunnen gebruiken, kiest u de TIFF-indeling. Een voorvertoning in 8 bits is in kleur en een voorvertoning in 1 bit is in kartelig zwart-wit. Een voorvertoning in 8 bits genereert een groter bestand dan een voorvertoning in 1 bit. Zie ook Bitdiepte.
Codering
Hiermee bepaalt u de manier waarop afbeeldingsgegevens worden geleverd aan een PostScript-apparaat. Hieronder worden de coderingsopties beschreven.
Inclusief raster en Inclusief bijstelfuncties
Hiermee stelt u afdrukspecificaties in voor professionele afdruktaken. Raadpleeg de printerdocumentatie voordat u deze opties selecteert.
Transparant wit
Hiermee worden witte gebieden transparant weergegeven. Deze optie is alleen beschikbaar voor afbeeldingen in bitmapmodus.
Kleurbeheer voor PostScript
Hiermee zet u bestandsgegevens om naar de kleurruimte van de printer. Deze optie kan niet worden gebruikt als u de afbeelding wilt opnemen in een ander document met kleurbeheer.
Opmerking:Alleen Level 3 PostScript-printers ondersteunen kleurbeheer voor PostScript bij CMYK-afbeeldingen. Als u een CMYK-afbeelding op een Level 2-printer wilt afdrukken en u toch gebruik wilt maken van kleurbeheer voor PostScript, moet u de afbeelding eerst omzetten in de Lab-modus en deze vervolgens opslaan in de EPS-indeling.
Inclusief vectorgegevens
Hiermee blijven vectorafbeeldingen (zoals vormen en tekst) in het bestand behouden. In EPS- en DCS-bestanden zijn vectorgegevens echter alleen beschikbaar voor andere programma’s. Als u het bestand opnieuw opent in Photoshop, worden de vectorgegevens omgezet in pixels. Deze optie is alleen beschikbaar als uw bestand vectorgegevens bevat.
Interpolatie van afbeeldingen
Hiermee wordt bicubische interpolatie toegepast om een voorvertoning in lage resolutie beter af te drukken.
Photoshop EPS-coderingsopties
ASCII of ASCII85
De methode om te decoderen als u afdrukt op een Windows-systeem of als u problemen met afdrukken of andere moeilijkheden ondervindt.
Binair
Hiermee krijgt u kleinere uitvoerbestanden en blijven de oorspronkelijke gegevens intact. Binaire Photoshop EPS-bestanden worden echter niet door alle paginaopmaakprogramma’s ondersteund en ze zijn ook niet geschikt voor alle software voor printspooling en afdrukken via een netwerk.
JPEG
Hiermee wordt het bestand gecomprimeerd door gegevens te verwijderen. U kunt de compressiegraad voor JPEG-compressie instellen van heel laag (JPEG (hoogste kwaliteit)) tot hoog (JPEG (lage kwaliteit)). Bestanden met JPEG-codering kunnen alleen afgedrukt worden op Level 2 PostScript-printers (of hoger). Scheiding in afzonderlijke platen is niet altijd mogelijk.
Opslaan in de Photoshop DCS-indeling
De DCS-indeling (Desktop Color Separations) is een versie van EPS waarmee u kleurscheidingen van CMYK- en multikanaalbestanden kunt opslaan.
-
Kies Bestand > Opslaan als en selecteer vervolgens Photoshop DCS 1.0 of Photoshop DCS 2.0 in het menu Indeling.
-
In het DCS-dialoogvenster selecteert u de gewenste opties en klikt u op OK.
Het dialoogvenster bevat alle opties die beschikbaar zijn voor Photoshop EPS-bestanden. Met het DCS-menu kunt u ook een samengesteld bestand maken van 72 ppi dat in een paginaopmaakprogramma kan worden geplaatst of als proefdruk voor de afbeelding kan worden gebruikt:
DCS 1.0-indeling
Hiermee maakt u een bestand voor ieder kleurkanaal van de CMYK-afbeelding. U kunt ook een vijfde bestand opslaan: een grijswaarden- of een samengestelde kleurenversie. Om het samengestelde bestand te kunnen bekijken, moeten alle vijf afzonderlijke bestanden in dezelfde map blijven.
DCS 2.0-indeling
Hiermee blijven de steunkleurkanalen van de afbeelding behouden. U kunt de kleurkanalen in afzonderlijke bestanden opslaan (zoals bij DCS 1.0) of in één bestand. Opslaan in één bestand bespaart ruimte op de schijf. U kunt ook een grijswaardenversie of een samengestelde kleurenversie opslaan.
Opslaan in de Photoshop Raw-indeling
De Photoshop Raw-indeling is een bestandsindeling voor het overdragen van afbeeldingen tussen toepassingen en computerplatforms. De Photoshop Raw-indeling is niet hetzelfde als Camera Raw.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens Photoshop Raw in het menu Indeling.
-
Voer in het dialoogvenster Photoshop Raw-opties de volgende handelingen uit:
(Mac OS) Geef het bestandstype en de maker van het bestand op of accepteer de standaardwaarden.
Geef een headerparameter op.
Geef op of u de kanalen in een afwisselende of niet-afwisselende rangschikking wilt opslaan.
Opslaan in de BMP-indeling
De BMP-indeling is een afbeeldingsindeling van het besturingssysteem Windows. Afbeeldingen in deze indeling kunnen variëren van zwart-witafbeeldingen (1 bit per pixel) tot 24-bits kleuren (16,7 miljoen kleuren).
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens BMP in het menu Indeling.
-
Geef een bestandsnaam en een locatie op en klik vervolgens op Opslaan.
-
Selecteer in het dialoogvenster BMP-opties een bestandsindeling, geef de bitdiepte op en schakel indien nodig Rijvolgorde spiegelen in. Klik voor meer opties op Geavanceerde modi en stel de BMP-opties in.
-
Klik op OK.
Opslaan in de Cineon-indeling (uitsluitend 16-bits afbeeldingen)
U kunt RGB-afbeeldingen met 16 bits per kanaal opslaan in de Cineon-indeling, zodat deze kunnen worden gebruikt in het Cineon-filmsysteem van Kodak.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens Cineon in het menu Indeling.
Opslaan in de Targa-indeling
De Targa-indeling (TGA) is ontworpen voor systemen met een Truevision® videokaart en wordt door vele MS-DOS-kleurentoepassingen ondersteund. De Targa-indeling ondersteunt 16-bits RGB-afbeeldingen (5 bits x 3 kleurkanalen, plus één ongebruikte bit), 24-bits RGB-afbeeldingen (8 bits x 3 kleurkanalen) en 32-bits RGB-afbeeldingen (8 bits x 3 kleurkanalen, plus één 8-bits alfakanaal). De Targa-indeling ondersteunt ook afbeeldingen met geïndexeerde kleuren en grijswaardenafbeeldingen zonder alfakanalen. Als u een RGB-afbeelding opslaat in deze indeling, kunt u een pixeldiepte en een RLE-codering selecteren om de afbeelding te comprimeren.
-
Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens Targa in het menu Indeling.
-
Geef een bestandsnaam en een locatie op en klik vervolgens op Opslaan.
-
Selecteer in het dialoogvenster Targa-opties een resolutie, schakel de optie Compressie (RLE) in als u het bestand wilt comprimeren en klik vervolgens op OK.