Handboek Annuleren

Selecties maken en maskers toevoegen

Geef uw Photoshop-workflows een extra boost met selectie en maskering op de iPad.

Adobe Photoshop-dieplink

De mobiele app proberen
Probeer de nieuwste functies en verbeteringen in de Photoshop-app op de iPad voor algemene beschikbaarheid uit.

Het maken van selecties en het toevoegen van maskers zijn twee krachtige manieren om selectieve gebieden te bewerken en effecten toe te voegen aan uw composities.

Ken uw selectietools en -acties

Aan de hand van een selectie isoleert u een of meerdere gedeelten van uw afbeelding. Door bepaalde gebieden te selecteren, kunt u bewerkingen aanbrengen en effecten en filters toepassen op gedeelten van het document, waarbij de gebieden die niet zijn geselecteerd niet worden gewijzigd.

Tik twee keer op de actieve selectierool op de werkbalk of druk er lang op om meer selectietools weer te geven: Lasso, Objectselectie, Snelle selectie, Marquee rechthoek, Marquee ellips en Toverstaf. Lasso is de standaard selectietool.

Met Acties kunt u snel een resultaat bereiken, zoals het selecteren van een onderwerp.

Opmerking:

  • Gebruik Object selecteren om een van de objecten of een deel van een object in uw compositie met meerdere objecten te selecteren.
  • Gebruik Onderwerp selecteren om alle hoofdonderwerpen in uw compositie te identificeren en te selecteren.

Wanneer u op een selectietool tikt, worden de bijbehorende opties weergegeven. In de toolopties kunt u kiezen of u wilt toevoegen aan uw selectie, aftrekken van uw selectie of de gebieden wilt selecteren die de huidige selectie doorsnijden. 

Wanneer u een selectie maakt, worden de actieve selectie-eigenschappen onderaan de werkruimte weergegeven. Het geeft u de optie Deselecteren, Maskeren, Wissen, Omkeren, Rand verfijnen, Selectie transformeren of Vergelijkbare selecteren.

Selectietools en acties in Photoshop op de iPad

Selecteren met de lasso

De tool Lasso is de standaardselectietool in Photoshop op de iPad en is handig voor het tekenen van vrije segmenten van een selectie. Tik op op de werkbalk om de tool Lasso te selecteren en kies uit de opties die worden weergegeven. Teken een selectie uit de vrije hand op uw document om verder te gaan.

  • Actieve selectie: de actieve selectie in uw afbeeldingslaag.
  • Toevoegen aan selectie: de volgende selecties worden aan de huidige selectie toegevoegd.
  • Aftrekken van selectie: de volgende selecties worden van de huidige selectie afgetrokken.
  • De gebieden selecteren die de huidige selectie doorsnijden: selecteer het snijpunt van de huidige en de volgende selectie.
  • Lasso-instellingen: Doezelaar - selecteer het aantal pixels om de randen van een selectie te verdoezelen.
Selecteren met lasso

Selecteren met de tool Object selecteren

Ga als volgt te werk om een object te selecteren met Object selecteren:

  1. Tik op of houd Lasso (standaard) of een andere actieve selectietool in de werkbalk ingedrukt om meer selectietools weer te geven.
  2. Tik op Object selecteren (). 
  3. (Optioneel) In de bijbehorende toolopties die worden geopend, kunt u ervoor kiezen een nieuwe selectie te maken, toe te voegen aan uw selectie, van uw selectie af te trekken, de gebieden te selecteren die de huidige selectie doorsnijden, of te tikken om instellingen voor Object selecteren te openen.
  4. (Optioneel) Onder de instellingen voor Object selecteren kunt u een Selectiestijl kiezen: Rechthoek (standaard) of Lasso. U kunt ook kiezen voor inschakelen: Monster nemen van alle lagen, Rand verbeteren en Object aftrekken.
  5. Tik en teken een rechthoekig gebied of een ruwe lasso, gebaseerd op de gekozen selectiestijl in stap 4, rond het object dat u in uw compositie wilt selecteren. Photoshop selecteert automatisch het object binnen het gedefinieerde gebied.
Tool Object selecteren

Selecteren met de tool Snelle selectie

Met de tool Snelle selectie kunt u snel een selectie tekenen met gebruik van een aanpasbaar rond penseel. Terwijl u sleept, wordt de selectie uitgebreid en worden de gedefinieerde randen in uw document automatisch gevolgd.

Selecteren met Snel selecteren

Tik of houd de lasso op de werkbalk ingedrukt om de tool Snel selecteren weer te geven . Terwijl u op de tool Snel selecteren tikt, kiest u uit de opties die worden weergegeven:

  • Toevoegen aan selectie: de volgende selecties worden aan de huidige selectie toegevoegd.
  • Aftrekken van selectie: de volgende selecties worden van de huidige selectie afgetrokken.
  • Penseelgrootte: Bepaalt de pixelgrootte van de tool Snel selecteren.
  • Hardheid: Met de hardheidsinstelling bepaalt u de grootte van het harde centrum van het penseel.
  • Instellingen voor Snel selecteren: Inschakelen/uitschakelen Druk gebruiken voor grootte.

Selecties aanbrengen met de selectiekadertools

Met de selectiekadertools kunt u rechthoeken en ovalen selecteren. Als u een rechthoekig kader wilt selecteren, kiest u een van de selectiekadertools en sleept u over het gebied dat u wilt selecteren. Als u een fysiek toetsenbord op uw iPad hebt aangesloten, kunt u ook op M (Shift) drukken om de selectiekadertools te selecteren.

Gebruik de tool Ovaal selectiekader () om een ovale selectie te maken.

Ovaal selectiekader

Gebruik de tool Rechthoekig selectiekader () om een rechthoekige selectie te maken.

Rechthoekig selectiekader

  • Nieuwe selectie: Hiermee maakt u een nieuwe selectie.
  • Toevoegen aan selectie: de volgende selecties worden aan de huidige selectie toegevoegd.
  • Aftrekken van selectie: de volgende selecties worden van de huidige selectie afgetrokken.
  • De gebieden selecteren die de huidige selectie doorsnijden: selecteer het snijpunt van de huidige en de volgende selectie.
  • Lasso-instellingen:
    Doezelaar - selecteer het aantal pixels om de randen van een selectie te verdoezelen.
    Stijl  - Selecteer een stijl uit de vervolgkeuzelijst.

Selecteren met de toverstaf

Toverstaf is handig als u snel objecten wilt extraheren uit een platte achtergrond, of snel een onregelmatig gevormd gebied of een opvallend gekleurd element wilt selecteren.  

Ga als volgt te werk om een selectie te maken met de toverstaf:

  1. Tik twee keer of houd de Lasso (standaard selectietool) ingedrukt op de werkbalk om alle selectietools en -acties weer te geven. Selecteer de tool Toverstaf.
  2. Selecteer in de toolopties die worden weergegeven een selectieoptie: Nieuwe selectie, Toevoegen aan selectie, Verwijderen uit selectie, Doorsnede maken met selectie, Penseelgrootte en meer instellingen voor de toverstaf.
  3. In het instellingenmenu voor de toverstaf kunt u een voorbeeldgrootte voor uw selectie instellen. U kunt ook de volgende opties in- of uitschakelen: Anti-aliasing, Aangrenzend en Monster nemen van alle lagen. Schakel Aangrenzend uit als u niet-aangrenzende gebieden met een vergelijkbare kleur wilt selecteren.
  4. Tik in de afbeelding op de kleur die u wilt selecteren om uw keuze te maken.
  5. Als u dit hebt gedaan, wordt de balk met actieve eigenschappen weergegeven onder in uw werkruimte. U kunt daarnaast de volgende opties kiezen: Deselecteren, Maskeren, Wissen, Omkeren, Rand verfijnen, Selectie transformeren of Vergelijkbare selecteren.
Een object extraheren met de tool Toverstaf

Selecteren met de actie Onderwerp selecteren

Onderwerp selecteren () wordt met behulp van Adobe Sensei getraind om allerlei objecten in een afbeelding te herkennen, zoals mensen, dieren, voertuigen, speelgoed en nog veel meer. Onderwerp selecteren gebruikt de kracht van Sensei om de meest prominente onderwerpen in uw document te identificeren en een selectie te maken, met één tik. 

De tool Onderwerp selecteren bespaart tijd door de hoofdonderwerpen snel van de achtergrond te isoleren. Het resultaat is het beste als uw compositie minder rommelig is, geen reflecterende oppervlakken bevat, een goede hoeveelheid contrast heeft tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond, en scherpe randen heeft rond het hoofdonderwerp. U kunt de automatische selectie verder aanpassen met andere selectietools om uw selectie te verfijnen.

Ga als volgt te werk om een selectie te maken met de tool Onderwerp selecteren:

1. Dubbeltik of druk langer op Lasso (standaard) of een andere actieve selectietool in de werkbalk om meer selectietools te tonen.

2. Tik op Onderwerp selecteren () onder Acties. Hiermee selecteert u automatisch het hoofdonderwerp in de actieve laag van het document.

Met de versie van maart 2022 van Photoshop op de iPad, hebben we de actie Onderwerp selecteren verbetert met verbeterde AI-technologie, die helpt bij het maken van nauwkeurige selecties wanneer u werkt met portretafbeeldingen op uw iPad.

Portretondersteuning voor Onderwerp selecteren

Actie Achtergrond verwijderen

Met de versie van april 2022 van Photoshop op de iPad, kunt u nu eenvoudig de achtergrond van foto's verwijderen en ze met een tik op de knop gebruiken in uw composities.

Achtergronden verwijderen uit uw afbeeldingen

Tik op de snelle actieknop Achtergrond verwijderen in het deelvenster Selectietools om de achtergrond te verwijderen uit uw afbeelding. U kunt deze snelle actieknop ook vinden in het deelvenster Laageigenschappen

Eigenschappen actieve selectie

Nadat u een selectie hebt gemaakt, kunt u Eigenschappen actieve selectie zien onderaan de werkruimte:

  • Deselecteren: Hiermee deselecteert u de huidige selectie.
  • Masker: Hiermee wordt de huidige selectie omgezet in een masker voor de laag.
  • Wissen: Hiermee kunt u het geselecteerde gebied wissen.
  • Omkeren: Hiermee wordt de selectie omgekeerd, zodat het gedeselecteerde gebied de selectie wordt.
  • Rand verfijnen: Verfijnt uw complexe selecties.
  • Selectie transformeren: Hiermee kunt u de selectie transformeren.
  • Selecteer vergelijkbaar: Hiermee voegt u pixels toe aan de selectie die lijken op de pixels die al zijn geselecteerd.
eigenschappen actieve selectie

Randen verfijnen

Gebruik Rand verfijnen () om de grens van uw selectie verder te verfijnen. Met de functie Rand verfijnen kunt u complexe selecties zoals haarstrengen, bont of andere lastige randen van uw onderwerp gemakkelijker maken.

Als u Randen verfijnen wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:

  1. Maak een selectie met een van de selectietools in Photoshop op uw iPad.
  2. Tik op Meer () en selecteer Randen verfijnen  in de actieve eigenschappenbalk voor de selectie die onderaan de werkruimte wordt weergegeven.
  3. In de modus Rand verfijnen, die wordt geopend vanuit de balk met tooleigenschappen, kunt u de grootte van de penseel Rand verfijnen aanpassen, toevoegen aan selectie (), aftrekken van de selectie (), of tikken om de instellingen van de penseel Rand verfijnen te openen. Onder de instellingen voor het penseel Rand verfijnen kunt u de schuifregelaars Hardheid, Afstand, Hoek, en Ronding naar wens aanpassen.
  4. In demodus Rand verfijnen kunt u in het eigenschappenvenster aan de rechterkant het volgende selecteren:
    1. Weergavemodus: Met deze instelling kunt u een weergavemodus kiezen, afhankelijk van de complexiteit en kleuren in uw compositie: Geanimeerd, Overlay, Op zwart, Op wit, en Zwart-wit.
    2. Randdetectie: Schuif de schuifregelaar voor Straal randdetectie naar rechts om de randen zachter te maken en naar links om scherpe selectieranden te maken. Schakel Slimme straal in om de breedte van verfijning dynamisch te houden rond uw selectiegrens. Dit helpt de pixels zonder gegevens te reduceren en maakt uw selectie natuurlijker.
    3. Globale verfijningen:
      - Pas de schuifregelaar Vloeiend aan om de ongelijkmatige randen van uw selectie glad te maken.
      - Pas deschuifregelaar Doezelaar aan om uw selectiegrens te laten samenvallen met de achtergrond van uw compositie.
      - Pas de schuifregelaar Contrast aan om meer helderheid aan de randen van uw selectie toe te voegen.
      - Pas de schuifregelaar Rand verschuiven aan naar links om uw selectie kleiner te maken en naar rechts om de selectie te vergroten. De waard is standaard ingesteld op 0.
      - Schakel Omkeren in om van uw gedeselecteerde gebied de nieuwe selectie te maken.
    4. Uitvoer als: U kunt ervoor kiezen om uw selectie van randen verfijnen uit te voeren als: Selectie, Laagmasker, Nieuwe laag en Nieuwe laag met masker. Voordat u klaar bent om uw selectie uit te voeren, kunt u Kleuren zuiveren inschakelen en de schuifregelaar Hoeveelheid gebruiken om eventuele kleurranden in uw selectie aan te passen en te verwijderen. Dit is handig als uw selectie wordt gemaakt tegen een scherpe, contrasterende achtergrond.
  5. Tik op het pictogram Ongedaan maken ( ) om de laatst uitgevoerde actie ongedaan te maken. Tik op Opnieuw ( ) om de ongedaan gemaakte actie te herstellen.
  6. Tik op Gereed om de selectie-instellingen voor Randen verfijnen toe te passen. Tik op Annuleren om de modus Randen verfijnen te sluiten.
Maak een selectie
Randen verfijnen gebruiken

Meer opties op de taakbalk

  • Knippen: Hiermee kunt u een selectie of laag knippen
  • Verenigd kopiëren: Hiermee kopieert u een verenigde selectie of laag die over een andere laag moet worden geplakt.

Maskers toepassen

Met maskers kunt u gedeelten van een laag verbergen en gedeelten van onderliggende lagen zichtbaar maken. Maskers zijn niet-destructief, dat wil zeggen dat u de maskers opnieuw kunt bewerken zonder de pixels te verliezen die hiermee verborgen worden.

  • Een laagmasker verbergt een deel van een laag uit de weergave.
  • Een uitknipmasker gebruikt de inhoud van een laag om de inhoud van een of meer andere lagen uit de weergave te knippen of te verbergen.
Maak eenvoudig nauwkeurige selecties en maskers in Photoshop op uw iPad.
Maak eenvoudig nauwkeurige selecties en maskers in Photoshop op uw iPad.

Laagmasker

U kunt een laagmasker maken om delen van een laag weer te geven en andere te verbergen door een selectie om te zetten in een laagmasker, of door op het laagmasker te tekenen nadat u deze hebt gemaakt. In gebieden waar de laag wordt gemaskeerd of verborgen, zijn de onderliggende lagen zichtbaar. Het maskeren van lagen is bijzonder handig wanneer u verschillende documenten combineert tot één document, of objecten uit een compositie wilt verwijderen.

Een laagmasker maken uit een selectie

  1. Zorg ervoor dat de laag die u wilt maskeren is geselecteerd. Tik op een miniatuur van een laag op de taakbalk om een laag te selecteren.

  2. Maak een selectie met een van de selectietools.

  3. Tik op het laagmaskerpictogram op de taakbalk ( ).

U kunt het geselecteerde gebied bekijken terwijl de rest van de laag wordt gemaskeerd.

Vanuit de weergave van de compacte laag kunt u naar links en rechts vegen op de miniatuur van de laag om de weergave te veranderen van de laagweergave naar de laagmaskerweergave. Beide miniaturen zijn zichtbaar in de gedetailleerde laagweergave. Raadpleeg Werk met lagen voor meer informatie over laagweergaven.

Maak een laagmasker en bewerk het masker met een penseel

  1. Zorg ervoor dat de laag die u wilt maskeren is geselecteerd. Tik op een miniatuur van een laag op de taakbalk om een laag te selecteren.

  2. Tik op het pictogram van het laagmasker ( ) op de taakbalk om een masker te maken.

  3. Tik op het pictogram penseel ().

  4. Stel de penseeleigenschappen naar wens in. Kies zwart om volledig te maskeren waar u tekent. Zie Tekenen en verven met penselen voor meer informatie over penseeleigenschappen.

  5. Teken over de maskerlaag.

Raadpleeg Werk met lagen voor meer informatie over laagmaskers.

Uitknipmasker

Met een uitknipmasker kunt u de inhoud van een laag gebruiken om de bovenliggende lagen te maskeren. Raadpleeg Werk met lagen voor meer informatie over uitknipmaskers.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?