Handboek Annuleren

Tekst maken

  1. Photoshop Handboek
  2. Inleiding tot Photoshop
    1. Dream it. Make it.
    2. Nieuwe functies in Photoshop
    3. Uw eerste foto bewerken
    4. Documenten maken
    5. Photoshop | Veelgestelde vragen
    6. Systeemvereisten voor Photoshop
    7. Maak kennis met Photoshop
    8. Photoshop up-to-date houden
  3. Photoshop en andere Adobe-producten en -services
    1. Werken met illustraties van Illustrator in Photoshop
    2. Werken met Photoshop-bestanden in InDesign
    3. Substance 3D-materialen voor Photoshop
    4. De Capture-in-app-extensie in Photoshop gebruiken
  4. Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
    1. Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
    2. Kennismaken met de werkruimte
    3. Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
    4. Documenten maken, openen en exporteren
    5. Foto's toevoegen
    6. Werken met lagen
    7. Tekenen en schilderen met penselen
    8. Selecties maken en maskers toevoegen
    9. Uw composities retoucheren
    10. Werken met aanpassingslagen
    11. Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
    12. Transformatiebewerkingen toepassen
    13. Uw composities uitsnijden en roteren
    14. Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
    15. Werken met tekstlagen
    16. Werken met Photoshop en Lightroom
    17. Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
    18. Japanse tekens in Photoshop op de iPad
    19. App-instellingen beheren
    20. Aanraaksneltoetsen en bewegingen
    21. Sneltoetsen
    22. Afbeeldingsgrootte bewerken
    23. Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
    24. Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
    25. Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
    26. Werken met Camera Raw-bestanden
    27. Slimme objecten maken en ermee werken
    28. De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
    29. Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
    30. Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
    31. Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
    32. Vullen met behoud van inhoud voor iPad
  5. Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen
    2. Systeemvereisten
    3. Sneltoetsen
    4. Ondersteunde bestandsindelingen
    5. Kennismaken met de werkruimte
    6. Clouddocumenten openen en bewerken
    7. Generatieve AI-functies
    8. Basisconcepten van bewerken
    9. Snelle handelingen
    10. Werken met lagen
    11. Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
    12. Snelle selecties maken
    13. Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
    14. Een opvullaag toevoegen
    15. Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
    16. Tekenen en schilderen
    17. Vormen tekenen en bewerken
    18. Werken met tekstlagen
    19. Met iedereen op het web werken
    20. App-instellingen beheren
    21. Afbeelding genereren
    22. Achtergrond genereren
    23. Referentieafbeelding
  6. Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Aan de slag met Creative Cloud Beta-apps
    2. Photoshop (Beta) op de desktop
    3. Referentieafbeelding
  7. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
    2. Generatief vullen in Photoshop op de desktop
    3. Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
    4. Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
    5. Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
    6. Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
    7. Generatief vullen in Photoshop op de iPad
    8. Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
    9. Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
  8. Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Inhoudsreferenties in Photoshop
    2. Identiteit en herkomst voor NFT's
    3. Accounts verbinden voor creatieve toewijzing
  9. Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
    3. Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
    4. Cloudopslag upgraden voor Photoshop
    5. Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
    6. Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
    7. Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
    8. Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
    9. Bestanden delen en opmerkingen in de app
  10. Werkruimte
    1. Basisbegrippen voor werkruimten
    2. Voorkeuren
    3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
    4. Documenten maken
    5. Bestanden plaatsen
    6. Standaardsneltoetsen
    7. Sneltoetsen aanpassen
    8. Toolgalerieën
    9. Prestatievoorkeuren
    10. Tools gebruiken
    11. Voorinstellingen
    12. Raster en hulplijnen
    13. Aanraakbewegingen
    14. De Touch Bar gebruiken met Photoshop
    15. Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
    16. Technology Previews
    17. Metagegevens en notities
    18. Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
    19. Linialen
    20. Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
    21. Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
    22. Ongedaan maken en historie
    23. Deelvensters en menu's
    24. Elementen instellen met de functie Magnetisch
    25. Plaatsen met de liniaal
  11. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  12. Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
    1. Afbeeldingen vergroten/verkleinen
    2. Werken met raster-en vectorafbeeldingen
    3. Grootte en resolutie van afbeeldingen
    4. Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
    5. Afbeeldingen maken, openen en importeren
    6. Afbeeldingen weergeven
    7. Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
    8. Meerdere afbeeldingen weergeven
    9. Kleurkiezers en -stalen aanpassen
    10. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    11. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    12. Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
    13. Kleurmodi
    14. Delen van een afbeelding wissen
    15. Overvloeimodi
    16. Kleuren kiezen
    17. Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
    18. Informatie over afbeeldingen
    19. Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
    20. Informatie over kleur
    21. Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
    22. Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
    23. Monster
    24. Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
    25. Kleurzweem
    26. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    27. Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
    28. Bitdiepte en voorkeuren
  13. Lagen
    1. Basisbegrippen voor lagen
    2. Niet-destructieve bewerkingen
    3. Lagen en groepen maken en beheren
    4. Lagen selecteren, groeperen en koppelen
    5. Afbeeldingen in kaders plaatsen
    6. Laagdekking en overvloeien
    7. Lagen maskeren
    8. Slimme filters toepassen
    9. Laagsamenstellingen
    10. Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
    11. Lagen maskeren met vectormaskers
    12. Lagen en groepen beheren
    13. Laageffecten en laagstijlen
    14. Laagmaskers bewerken
    15. Middelen extraheren
    16. Lagen met uitknipmaskers tonen
    17. Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
    18. Werken met slimme objecten
    19. Overvloeimodi
    20. Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
    21. Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
    22. Lagen uitlijnen en verdelen
    23. CSS kopiëren uit lagen
    24. Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
    25. Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
  14. Selecties
    1. Aan de slag met selecties
    2. Selecties maken in uw compositie
    3. Werkruimte Selecteren en maskeren
    4. Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
    5. Selecties maken met de lassotools
    6. Pixelselecties aanpassen
    7. Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
    8. Een tijdelijk snelmasker maken
    9. Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
    10. Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
    11. Basisbegrippen voor kanalen
    12. Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
    13. De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
    14. Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
    15. Kanaalberekeningen
  15. Afbeeldingsaanpassingen
    1. Objectkleuren vervangen
    2. Perspectief verdraaien
    3. Vervaging door camerabeweging verminderen
    4. Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
    5. Kleur-opzoektabellen exporteren
    6. De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
    7. Kleuraanpassingen
    8. De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
    9. Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
    10. Aanpassing Niveaus
    11. De kleurtoon en verzadiging aanpassen
    12. Levendigheid aanpassen
    13. De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
    14. Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
    15. Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
    16. Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
    17. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    18. Histogrammen en pixelwaarden bekijken
    19. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    20. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    21. Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
    22. Aanpassings- en opvullagen
    23. Aanpassing Curven
    24. Overvloeimodi
    25. Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
    26. De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
    27. HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
    28. Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
    29. Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
  16. Adobe Camera Raw
    1. Systeemvereisten voor Camera Raw
    2. Nieuwe functies in Camera Raw
    3. Kennismaken met Camera Raw
    4. Panorama's maken
    5. Ondersteunde lenzen
    6. Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
    7. Standaardsneltoetsen
    8. Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
    9. Radiaalfilter in Camera Raw
    10. Camera Raw-instellingen beheren
    11. Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
    12. Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
    13. Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
    14. Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
    15. Procesversies in Camera Raw
    16. Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
  17. Afbeeldingen repareren en restaureren
    1. Tool Verwijderen
    2. Objecten verwijderen uit uw foto's met Vullen met behoud van inhoud
    3. Repareren en verplaatsen met behoud van inhoud
    4. Foto's retoucheren en repareren
    5. Afbeeldingsvervorming en -ruis corrigeren
    6. Eenvoudige probleemoplossing voor de meest voorkomende problemen
  18. Afbeeldingen verbeteren en transformeren
    1. De lucht in uw afbeeldingen vervangen
    2. Objecten transformeren
    3. Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
    4. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    5. Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
    6. Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
    7. Perspectiefpunt
    8. Schalen en de inhoud behouden
    9. Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
  19. Tekenen en verven
    1. Symmetrische patronen tekenen
    2. Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
    3. Tekenen
    4. Vormen tekenen en bewerken
    5. Tekentools
    6. Penselen maken en wijzigen
    7. Overvloeimodi
    8. Kleur toevoegen aan paden
    9. Paden bewerken
    10. Tekenen met het mixerpenseel
    11. Voorinstellingen voor penselen
    12. Verlopen
    13. Interpolatie met verloop
    14. Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
    15. Tekenen met de pentools
    16. Patronen maken
    17. Een patroon maken met de Patroonmaker
    18. Paden beheren
    19. Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
    20. Tekenen of verven met een grafisch tablet
    21. Structuurpenselen maken
    22. Dynamische elementen toevoegen aan penselen
    23. Verloop
    24. Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
    25. Tekenen met een patroon
    26. Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
    27. Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
  20. Tekst
    1. De tekst toevoegen en bewerken
    2. Unified Text Engine
    3. Werken met OpenType SVG-lettertypen
    4. Tekens opmaken
    5. Alinea's opmaken
    6. Teksteffecten maken
    7. Tekst bewerken
    8. Regelafstand en tekenspatiëring
    9. Arabische en Hebreeuwse tekst
    10. Lettertypen
    11. Problemen met lettertypen oplossen
    12. Aziatische tekst
    13. Tekst maken
  21. Filters en effecten
    1. De galerie Vervagen gebruiken
    2. Basisbeginselen van filters
    3. Overzicht van de filtereffecten
    4. Belichtingseffecten toevoegen
    5. Het filter Adaptief groothoek gebruiken
    6. Het filter Olieverf gebruiken
    7. Het filter Uitvloeien gebruiken
    8. Laageffecten en laagstijlen
    9. Specifieke filters toepassen
    10. Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
  22. Opslaan en exporteren
    1. Uw bestanden opslaan in Photoshop
    2. Bestanden exporteren in Photoshop
    3. Ondersteunde bestandsindelingen
    4. Bestanden opslaan in grafische indelingen
    5. Ontwerpen verplaatsen tussen Photoshop en Illustrator
    6. Video en animaties opslaan en exporteren
    7. PDF-bestanden opslaan
    8. Digimarc-copyrightbescherming
  23. Kleurbeheer
    1. Werken met kleurbeheer
    2. Kleuren consistent houden
    3. Kleurinstellingen
    4. Duotonen
    5. Werken met kleurprofielen
    6. Kleurbeheer toepassen op documenten voor onlineweergave
    7. Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken
    8. Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen
    9. Kleuren controleren
  24. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  25. Video en animatie
    1. Video's bewerken in Photoshop
    2. Video- en animatielagen bewerken
    3. Overzicht van video en animatie
    4. Voorvertoningen van video en animaties weergeven
    5. Frames tekenen in videolagen
    6. Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
    7. Frameanimaties maken
    8. Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
    9. Tijdlijnanimaties maken
    10. Afbeeldingen maken voor video
  26. Afdrukken
    1. 3D-objecten afdrukken
    2. Afdrukken vanuit Photoshop
    3. Afdrukken met kleurbeheer
    4. Contactbladen en PDF-presentaties
    5. Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
    6. Steunkleuren afdrukken
    7. Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
    8. Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
    9. Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
  27. Automatisering
    1. Handelingen maken
    2. Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
    3. Scripts
    4. Een groep bestanden verwerken
    5. Handelingen afspelen en beheren
    6. Voorwaardelijke acties toevoegen
    7. Handelingen en het deelvenster Handelingen
    8. Tools opnemen in handelingen
    9. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    10. Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
  28. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen 
    2. Bekende problemen
    3. Prestaties van Photoshop optimaliseren
    4. Problemen oplossen - basis
    5. Problemen oplossen voor crash of vastlopen
    6. Programmafouten oplossen
    7. Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
    8. Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
    9. Ontbrekende tools zoeken
    10. Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn

Tekst bestaat in Adobe Photoshop uit op vectoren gebaseerde omtrekken, oftewel wiskundig gedefinieerde vormen die de letters, cijfers en symbolen van een lettertype beschrijven. Veel lettertypen zijn beschikbaar in verschillende opmaken, en de meest gebruikte opmaken zijn: Type 1 (ook wel PostScript-lettertypen genoemd), TrueType, OpenType, New CID en niet-beveiligde CID (alleen Japans).

Photoshop behoudt de op vectoren gebaseerde omtrekken van tekst en gebruikt deze wanneer u de schaal van tekst wijzigt, tekst vergroot of verkleint, een PDF- of EPS-bestand opslaat of de afbeelding afdrukt op een PostScript-printer. Hierdoor is het mogelijk tekst te produceren met scherpe, resolutie-onafhankelijke randen.

Opmerking:

Als u bitmaptekstlagen importeert die zijn gemaakt in oudere versies van Photoshop of Photoshop Elements, kiest u Tekst > Alle tekstlagen bijwerken om de tekst om te zetten in op vectoren gebaseerde tekst.

Tekstlagen

Opmerking:

Er wordt geen tekstlaag gemaakt voor afbeeldingen in Multikanaal-, Bitmap- of Geïndexeerde-kleurmodus, omdat lagen niet worden ondersteund in deze modi. In deze afbeeldingmodi wordt de tekst in pixels omgezet en op de achtergrond geplaatst.

Wanneer u tekst maakt, wordt een nieuwe tekstlaag toegevoegd aan het deelvenster Lagen. Als u een tekstlaag hebt gemaakt, kunt u de tekst op de laag bewerken en er laagopdrachten op toepassen.

Als u eenmaal een tekstlaag hebt gewijzigd waardoor deze moet worden omgezet in pixels, zet Photoshop de op vectoren gebaseerde tekstomtrekken om in pixels. In pixels omgezette tekst beschikt niet meer over vectoromtrekken en kan niet meer worden bewerkt als tekst. Zie Tekstlagen omzetten in pixels.

U kunt de volgende wijzigingen aanbrengen in een tekstlaag en toch de tekst nog bewerken:

  • De richting van de tekst wijzigen.
  • Anti-aliasing toepassen.
  • Punttekst omzetten in alineatekst en omgekeerd.
  • Een tijdelijk pad maken van tekst.
  • Transformatieopdrachten uit het menu Bewerken toepassen, uitgezonderd Perspectief en Vervormen.  
Opmerking:

Als u een tekstlaag gedeeltelijk wilt transformeren, dient u de tekstlaag eerst om te zetten in pixels.

  • Laagstijlen gebruiken.

  • Snelkoppelingen voor opvullen gebruiken (zie Toetsen voor tekenen).

  • Tekst verdraaien op basis van verschillende vormen.

Tekst invoeren

Er zijn drie manieren om tekst te maken: op een punt, in een alinea en langs een pad.

  • Punttekst is een horizontale of verticale lijn met tekst die begint op de plaats waar u in een afbeelding klikt. Het invoeren van tekst op een punt is een handige manier als u enkele woorden aan uw afbeelding wilt toevoegen.

  • Alineatekst werkt met grenzen voor de horizontale of verticale doorloop van tekens. Het invoeren van tekst op deze manier is handig als u een of meer alinea's wilt maken, bijvoorbeeld voor een brochure.

Tekst ingevoerd als punttekst (boven) en in een selectiekader (onder)

  • Tekst op een pad loopt langs de rand van een open of gesloten pad. Wanneer u horizontale tekst invoert, verschijnen er tekens langs een pad dat loodrecht op de basislijn staat. Wanneer u verticale tekst invoert, verschijnen er tekens langs een pad dat parallel aan de basislijn loopt. In beide gevallen loopt de tekst in de richting waarin punten aan het pad zijn toegevoegd.

    Als u meer tekst invoert dan binnen de alineagrens of langs een pad past, verschijnt er een klein vak of cirkel met een plussymbool (+) in plaats van een handgreep in de hoek van de grens of het ankerpunt aan het eind van het pad.

Als u met een teksttool klikt in een afbeelding, wordt de bewerkingsmodus van de tool geactiveerd. In de bewerkingsmodus van de teksttool kunt u tekens invoeren en bewerken en een aantal andere opdrachten uit de verschillende menu's uitvoeren. Voor bepaalde bewerkingen moet u echter eerst de wijzigingen in de tekstlaag vastleggen. In de optiebalk kunt u zien of de bewerkingsmodus van een teksttool actief is: als de knop Vastleggen  en de knop Annuleren  worden weergegeven, is de bewerkingsmodus actief.

Punttekst invoeren

Wanneer u punttekst invoert, vormt elke regel met tekst een afzonderlijk element. De lengte van een regel neemt toe of af tijdens het bewerken, maar loopt niet door naar de volgende regel. De ingevoerde tekst verschijnt in een nieuwe tekstlaag.

  1. Selecteer de tool Horizontale tekst  of Verticale tekst  .
  2. Klik in de afbeelding om een invoegpunt in te stellen voor de tekst. Het streepje door de I‑vormige aanwijzer geeft de positie aan van de basislijn van de tekst (de denkbeeldige lijn waarop u de tekst typt). Bij verticale tekst markeert de basislijn de centrale as van de tekens.
  3. Selecteer aanvullende tekstopties op de optiebalk of in het deelvenster Teken en het deelvenster Alinea.
  4. Voer de tekens in. Als u met een nieuwe regel wilt beginnen, drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS).
    Opmerking:

    U kunt punttekst ook transformeren in de bewerkingsmodus. Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt. Er verschijnt een selectiekader rond de tekst. U kunt de tekst schalen of schuintrekken door een greep te slepen. U kunt het selectiekader ook roteren.

  5. Als u de tekst hebt ingevoerd of bewerkt, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
    • Klik op de knop Vastleggen  op de optiebalk.

    • Druk op de Enter-toets op het numerieke toetsenblok.

    • Druk op Ctrl+Enter (Windows) of Command+Return (Mac OS).

    • Selecteer een tool in de toolset, klik in het deelvenster Lagen, Kanalen, Paden, Handelingen, Historie of Stijlen, of selecteer een menuopdracht.

Alineatekst invoeren

Wanneer u alineatekst invoert, lopen de regels met tekst door om binnen de afmetingen van het selectiekader te passen. U kunt verschillende alinea’s invoeren en opties voor alinea-uitvulling selecteren.

U kunt de grootte van het selectiekader wijzigen, waarna de tekst opnieuw wordt verdeeld over de ruimte binnen het nieuwe kader. U kunt het selectiekader aanpassen terwijl u tekst invoert of nadat u de tekstlaag hebt gemaakt. U kunt het selectiekader ook gebruiken om tekst te roteren, te schalen en schuin te trekken.

  1. Selecteer de tool Horizontale tekst  of Verticale tekst  .
  2. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Sleep diagonaal om een selectiekader te definiëren voor de tekst.

    • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u klikt of sleept om het dialoogvenster Tekstgrootte alinea weer te geven. Voer waarden in voor Breedte en Hoogte en klik op OK.

  3. Selecteer eventueel andere tekstopties op de optiebalk of in het deelvenster Teken, het deelvenster Alinea of het submenu Laag > Tekst.
  4. Voer de tekens in. Als u een nieuwe alinea wilt beginnen, drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS). Als u meer tekst invoert dan in het selectiekader past, verschijnt het overlooppictogram  in het selectiekader.
  5. Pas desgewenst de grootte van het selectiekader aan. U kunt het kader ook roteren of schuintrekken.
  6. Leg de tekstlaag vast door een van de volgende handelingen uit te voeren:
    • Klik op de knop Vastleggen  op de optiebalk.

    • Druk op de Enter-toets op het numerieke toetsenblok.

    • Druk op Ctrl+Enter (Windows) of Command+Return (Mac OS).

    • Selecteer een tool in de toolset, klik in het deelvenster Lagen, Kanalen, Paden, Handelingen, Historie of Stijlen, of selecteer een menuopdracht.

De ingevoerde tekst verschijnt in een nieuwe tekstlaag.

Plaatsaanduidingstekst lorem ipsum plakken

Met de lorem ipsum-tekst kunt u snel een tekstblok vullen en de opmaak controleren.

  1. Selecteer een teksttool en klik om de cursor in een bestaande tekstregel of een bestaand tekstvak in te voegen.

  2. Kies Tekst > Lorem ipsum plakken.

De grootte van een tekstselectiekader wijzigen of het kader transformeren

  1. Geef de handgrepen weer van het selectiekader van alineatekst: Als de tool Tekst  actief is, selecteert u de tekstlaag in het deelvenster Lagen en klikt u in de tekst in de afbeelding.
    Opmerking:

    U kunt punttekst ook transformeren in de bewerkingsmodus. Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt om een selectiekader rond de tekst weer te geven.

    • Als u de grootte van het selectiekader wilt wijzigen, plaatst u de aanwijzer op een greep (de aanwijzer verandert in een dubbele pijl ) en sleept u. Houd Shift ingedrukt tijdens het slepen om de verhoudingen van het selectiekader te behouden.

    • Als u het selectiekader wilt roteren, plaatst u de aanwijzer buiten het selectiekader (de aanwijzer verandert in een kromme dubbele pijl ) en sleept u. Houd Shift ingedrukt tijdens het slepen om te roteren in veelvouden van 15°. Als u het middelpunt van de rotatie wilt wijzigen, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt terwijl u het middelpunt naar een andere positie sleept. Het middelpunt mag buiten het selectiekader liggen.

    • Als u het selectiekader wilt schuintrekken, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en sleept u een van de middelste handgrepen. De aanwijzer neemt de vorm van een pijlpunt aan .

    Tekst schuintrekken met een selectiekader

    • Als u de tekst wilt schalen tijdens het aanpassen van de grootte van het omsluitend kader, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt terwijl u een hoekgreep sleept.

    • Als u de grootte van het selectiekader wilt wijzigen vanuit het middelpunt, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u een hoekgreep.

Punttekst omzetten in alineatekst en omgekeerd

U kunt punttekst omzetten in alineatekst om de doorloop van tekens binnen een selectiekader aan te passen. En als alle regels met tekst los van elkaar moeten staan, kunt u alineatekst omzetten in punttekst. Wanneer u alineatekst omzet in punttekst, wordt een regelterugloopteken toegevoegd aan het einde van elke regel met tekst (behalve de laatste regel).

  1. Selecteer de tekstlaag in het deelvenster Lagen.
  2. Kies Tekst > Omzetten in punttekst of Tekst > Omzetten in alineatekst.

    Opmerking:

    Wanneer u alineatekst omzet in punttekst, worden alle tekens gewist die niet in het selectiekader passen. U voorkomt dat tekst verloren gaat door het selectiekader zo aan te passen dat alle tekst zichtbaar is in het kader voordat u gaat omzetten.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?