Handboek Annuleren

Paden bewerken

Padsegmenten, componenten en punten

Een pad bestaat uit een of meer rechte of gebogen segmenten. Ankerpunten markeren de eindpunten van padsegmenten. Bij gebogen segmenten staan bij elk geselecteerd ankerpunt een of twee richtingslijnen die eindigen in richtingspunten. De plaats van richtingslijnen en richtingspunten bepaalt de grootte en vorm van een gebogen segment. Wanneer u deze elementen verplaatst, wordt de curve in een pad gewijzigd.

Photoshop - Padsegmenten
Een pad

A. Gebogen lijnsegment B. Richtingspunt C. Richtingslijn D. Geselecteerd ankerpunt E. Niet-geselecteerd ankerpunt 

Een pad kan gesloten zijn, zonder begin of eind (bijvoorbeeld een cirkel), of open, met duidelijke eindpunten (bijvoorbeeld een golvende lijn).

Vloeiende curven worden verbonden door ankerpunten die worden aangeduid als vloeiende punten. Scherp gebogen paden worden verbonden door hoekpunten.

Photoshop - Boogpunt en hoekpunt
Boogpunt en hoekpunt

Wanneer u een richtingslijn op een boogpunt zet, worden de gebogen segmenten aan beide zijden van het punt tegelijk aangepast. Wanneer u echter een richtingslijn op een hoekpunt zet, wordt alleen de curve aangepast aan de kant van de punt waar de richtingslijn zich bevindt.

Photoshop - Een boogpunt en een hoekpunt aanpassen
Een boogpunt en een hoekpunt aanpassen

Een pad hoeft niet te bestaan uit één hele reeks met elkaar verbonden segmenten. Het kan bestaan uit meerdere, afzonderlijke padcomponenten. Elke vorm in een vormlaag is een padcomponent die wordt beschreven in het uitknippad van de laag.

Photoshop - Afzonderlijke padcomponenten selecteren
Afzonderlijke geselecteerde padcomponenten

Een pad selecteren

Bij selectie van een padcomponent of een padsegment worden alle ankerpunten van het geselecteerde gedeelte getoond, inclusief alle richtingslijnen en richtingspunten als het geselecteerde segment gebogen is. Richtingshandgrepen worden weergegeven als opgevulde cirkeltjes, geselecteerde ankerpunten als opgevulde vierkantjes en niet-geselecteerde ankerpunten als holle vierkantjes.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u een padcomponent wilt selecteren (dus ook een vorm in een vormlaag), selecteert u de tool Padselectie  en klikt u op een willekeurige positie in de padcomponent. Als een pad uit meerdere padcomponenten bestaat, wordt alleen de component onder de aanwijzer geselecteerd.

    • Als u een padsegment wilt selecteren, kiest u de tool Direct selecteren  en klikt u op een van de ankerpunten van een segment of trekt u al slepend een selectiekader over een deel van het segment.

    Photoshop - Tool Direct selecteren
    Trek slepend een selectiekader om segmenten te selecteren.

  2. Als u meer padcomponenten of segmenten wilt selecteren, kiest u de tool Padselectie of Direct selecteren. Vervolgens houdt u Shift ingedrukt terwijl u extra paden of segmenten selecteert.
    Opmerking:

    Wanneer u Direct selecteren hebt gekozen, kunt u het hele pad of de padcomponent selecteren door Alt (Windows) of Option (Mac OS) te kiezen en te klikken in het pad. Als u Direct selecteren wilt activeren terwijl een andere tool is geselecteerd, plaatst u de aanwijzer op een ankerpunt en drukt u op Ctrl (Windows) of Command (Mac OS).

Meerdere paden selecteren | Photoshop

U kunt meerdere paden op dezelfde laag of op verschillende lagen selecteren.

  1. Voer in het deelvenster Paden een of meerdere van de volgende handelingen uit om de paden zichtbaar te maken:

    • Als u opeenvolgende paden wilt selecteren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de paden.
    • Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik om niet-aangrenzende paden te selecteren.
  2. Selecteer het gereedschap Padselectie of Direct selecteren en voer een of meerdere van de volgende handelingen uit:

    • Sleep over de segmenten.
    • Houd Shift ingedrukt en klik op de paden.
  3. Als u meer padcomponenten of -segmenten wilt selecteren, kiest u de tool Padselectie of Direct selecteren. Vervolgens houdt u Shift ingedrukt terwijl u extra paden of segmenten selecteert.

    Opmerking:

    U kunt ervoor kiezen om in de isolatiemodus met paden te werken. Zo isoleert u alleen de laag die een pad bevat: zorg dat het pad actief is en dubbelklik erop met een selectietool. U kunt ook één of meerdere lagen isoleren met de menuoptie Lagen selecteren/isoleren of door Lagen filteren in te stellen op Geselecteerd.

    U kunt de isolatiemodus op verschillende manieren afsluiten, zoals:

    • Door Lagen filteren uit te schakelen
    • Door voor Lagen filteren een andere instelling te kiezen dan Geselecteerd
    • Door met de tools voor padselectie buiten een pad te dubbelklikken 

Paden opnieuw ordenen

U kunt opgeslagen paden met uitzondering van vorm-, tekst- of vectormaskerpaden opnieuw ordenen in het deelvenster Paden.

  1. Sleep het pad naar de gewenste positie in het deelvenster Paden. U kunt in Photoshop meer dan een pad tegelijk selecteren en slepen.

Paden dupliceren

  1. Selecteer in het deelvenster Paden het pad dat u wilt dupliceren. In Photoshop kunt u meer dan een pad selecteren.

  2. Ga als volgt te werk:

    • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep de paden.
    • Kies Pad dupliceren in het deelvenstermenu.

Padopties opgeven

U kunt nu de kleur en dikte van het pad naar believen instellen. Dit kan de zichtbaarheid ten goede komen. Terwijl u een pad maakt – met de pen, bijvoorbeeld – klikt u op het tandwiel () in de optiebalk. Dan kunt u de kleur en dikte van de lijnen opgeven. En instellen of u een voorvertoning wilt zien van padsegmenten terwijl u de muis verplaatst tussen het klikken (Elastiekeffect).

Padopties: dikte en kleur

Padsegmenten aanpassen

U kunt een padsegment altijd bewerken, maar het bewerken van bestaande segmenten verschilt enigszins van het tekenen van segmenten. Gebruik de volgende tips wanneer u segmenten bewerkt:

  • Als een ankerpunt twee segmenten verbindt en u dit ankerpunt verplaatst, wijzigt u altijd beide segmenten.

  • Wanneer u met de tool Pen tekent, kunt u tijdelijk de tool Direct selecteren activeren, zodat u segmenten kunt aanpassen die u al hebt getekend. Druk tijdens het tekenen op Ctrl (Windows) of op Command (Mac OS).

  • Als u met de tool Pen een boogpunt tekent en de richtingslijn sleept, wordt de lengte van de richtingslijn aan beide zijden van het punt gewijzigd. Als u echter een bestaand boogpunt bewerkt met de tool Direct selecteren, wordt de lengte van de richtingslijn alleen gewijzigd aan de zijde die u sleept.

Rechte segmenten verplaatsen

  1. Selecteer met het gereedschap Direct selecteren  het segment dat u wilt aanpassen.
  2. Sleep het segment naar de nieuwe positie.

De lengte of hoek van rechte segmenten aanpassen

  1. Selecteer met de tool Direct selecteren  een ankerpunt op het segment dat u wilt aanpassen.

  2. Sleep het ankerpunt naar de gewenste positie. Houd Shift ingedrukt en sleep om de aanpassing tot stappen van 45 graden te beperken.

De positie of vorm van gebogen segmenten aanpassen

  1. Selecteer met het gereedschap Direct selecteren een gebogen segment of een ankerpunt op een van de uiteinden van het gebogen segment. Er worden, indien aanwezig, richtingslijnen weergegeven. (Voor sommige gebogen segmenten wordt slechts één richtingslijn gebruikt.)
  2. Ga als volgt te werk:
    • Als u de positie van het segment wilt veranderen, sleept u het segment. Houd Shift ingedrukt en sleep om de aanpassing tot stappen van 45 graden te beperken.

    Photoshop - Het curvesegment selecteren door erop te klikken
    Selecteer het curvesegment door erop te klikken. Verander door te slepen.

    • Als u de vorm van het segment aan een van beide zijden van een geselecteerd ankerpunt wilt wijzigen, sleept u het ankerpunt of het richtingspunt. Houd Shift ingedrukt en sleep om de beweging tot stappen van 45 graden te beperken.

    Photoshop - Het ankerpunt of het richtingspunt slepen
    Sleep het ankerpunt of het richtingspunt.

    Opmerking:

    Wanneer u een padsegment aanpast, past u ook de bijbehorende segmenten aan, zodat u padvormen intuïtief kunt transformeren. Als u alleen de segmenten tussen de geselecteerde ankerpunten wilt bewerken, net als in eerdere versies van Photoshop, selecteert u Paden slepen beperken op de optiebalk.

    Opmerking:

    Het is ook mogelijk om segmenten of ankerpunten te transformeren, bijvoorbeeld door deze te schalen of te draaien.

Een segment verwijderen

  1. (Optioneel) Als u een opening maakt in een gesloten pad, selecteert u het gereedschap Ankerpunt toevoegen  en voegt u twee punten toe op gewenste het punt voor de opening.
  2. Selecteer het gereedschap Direct selecteren en selecteer het segment dat u wilt verwijderen.
  3. Druk op Backspace (Windows) of Delete (Mac OS) om het geselecteerde segment te verwijderen. Als u nogmaals op Backspace of Delete drukt, wordt de rest van het pad verwijderd.

De richtingslijn van een ankerpunt verwijderen

Een open pad uitbreiden

  1. Plaats met de tool Pen de aanwijzer op het eindpunt van het open pad dat u wilt uitbreiden. De aanwijzer verandert wanneer deze precies op het eindpunt wordt geplaatst.
  2. Klik op het eindpunt.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • U maakt een hoekpunt door de tool Pen op de positie te plaatsen waar het nieuwe segment moet eindigen en te klikken. Als u een pad verlengt dat met een boogpunt eindigt, wordt de kromming van het nieuwe segment door de bestaande richtingslijn bepaald.

    • U maakt een boogpunt door de tool Pen op de positie te plaatsen waar het nieuwe gebogen segment moet eindigen en te slepen.

Twee open paden verbinden

  1. Plaats met de tool Pen de aanwijzer op het eindpunt van het open pad dat u met een ander pad wilt verbinden. De aanwijzer verandert wanneer deze precies op het eindpunt wordt geplaatst.
  2. Klik op het eindpunt.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Klik op een eindpunt op het andere pad om het pad met het andere open pad te verbinden. Als u het gereedschap Pen precies op het eindpunt van het andere pad hebt geplaatst, staat er een klein samenvoegsymbool naast de aanwijzer.

    • Als u een nieuw pad met een bestaand pad wilt verbinden, tekent u het nieuwe pad in de buurt van het bestaande pad en verplaatst u het gereedschap Pen naar het (niet-geselecteerde) eindpunt van het bestaande pad. Klik op dat eindpunt wanneer er een klein samenvoegsymbool bij de aanwijzer wordt weergegeven.

Ankerpunten of segmenten verplaatsen of verschuiven met het toetsenbord

  1. Selecteer het ankerpunt of padsegment.
  2. Klik of houd een van de pijltoetsen op het toetsenbord ingedrukt om een ankerpunt of padsegment in stappen van 1 pixel in de richting van de pijl te verplaatsen.

Houd naast de pijltoets ook de Shift-toets ingedrukt om een ankerpunt of padsegment in stappen van 10 pixels te verplaatsen.

Ankerpunten toevoegen of verwijderen

Met extra ankerpunten krijgt u meer controle over het pad of kunt u een open pad verlengen. Probeer echter niet meer punten toe te voegen dan nodig is. Een pad met minder punten kan gemakkelijker worden bewerkt, weergegeven en afgedrukt. U kunt een pad minder complex maken door overbodige punten te verwijderen.

De gereedschapset bevat drie tools voor het toevoegen of verwijderen van punten: de tool Pen , de tool Ankerpunt toevoegen en de tool Ankerpunt verwijderen .

Standaard verandert de tool Pen in de tool Ankerpunt toevoegen als u de tool op een geselecteerd pad plaatst of in de tool Ankerpunt verwijderen als u de tool op een ankerpunt plaatst. U moet Automatisch toevoegen/verwijderen in de optiebalk selecteren om ervoor te zorgen dat de tool Pen automatisch verandert in de tool Ankerpunt toevoegen of Ankerpunt verwijderen.

U kunt meerdere paden gelijktijdig selecteren en bewerken. U kunt de vorm van een pad ook wijzigen terwijl u ankerpunten toevoegt door tijdens het toevoegen te klikken en te slepen.

Opmerking:

Verwijder ankerpunten niet met de toetsen Delete of Backspace of met de opdrachten Bewerken > Knippen of Bewerken > Wissen. Met deze toetsen en opdrachten wordt niet alleen het punt verwijderd, maar ook de lijnsegmenten die zijn verbonden met dat punt.

Ankerpunten toevoegen of verwijderen

  1. Selecteer het pad dat u wilt wijzigen.
  2. Selecteer de tool Pen, Ankerpunt toevoegen of Ankerpunt verwijderen.
  3. U voegt een ankerpunt toe door de aanwijzer boven een padsegment te plaatsen en te klikken. U verwijdert een ankerpunt door de aanwijzer boven een ankerpunt te plaatsen en te klikken.

Automatisch veranderen van de tool Pen uitschakelen of tijdelijk negeren

U kunt het automatisch veranderen van de tool Pen in de tool Ankerpunten toevoegen of Ankerpunten verwijderen negeren. Dit is handig wanneer u een nieuw pad bovenop een bestaand pad wilt laten beginnen.

  • Schakel in Photoshop de optie Automatisch toevoegen/verwijderen in de optiebalk uit.

Boogpunten in hoekpunten omzetten en omgekeerd

  1. Selecteer het pad dat u wilt wijzigen.
  2. Selecteer de tool Ankerpunt omzetten of gebruik de pentool en houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt.
    Opmerking:

    Als u de tool Ankerpunt omzetten wilt activeren terwijl de tool Direct selecteren is geactiveerd, zet u de aanwijzer op een ankerpunt en drukt u op Ctrl+Alt (Windows) of Command+Option (Mac OS).

  3. Plaats de tool Ankerpunt omzetten op het gewenste ankerpunt en ga dan als volgt te werk:
    • Als u een hoekpunt wilt omzetten in een boogpunt, sleept u bij het hoekpunt vandaan, zodat er richtingslijnen worden weergegeven.

    Photoshop - Vloeiende punten in hoekpunten omzetten en omgekeerd
    Een richtingspunt van een hoekpunt afslepen om een boogpunt te maken

    • U zet een boogpunt om in een hoekpunt zonder richtingslijnen door op het boogpunt te klikken.

    Photoshop - Op een boogpunt klikken om een hoekpunt te maken
    Op een boogpunt klikken om een hoekpunt te maken.

    • Om een hoekpunt zonder richtingslijnen om te zetten in een hoekpunt met onafhankelijke richtingslijnen, sleept u eerst een richtingspunt weg van een hoekpunt (waardoor dit verandert in een boogpunt met richtingslijnen). Laat alleen de muisknop los (houd de toetsen ingedrukt die u wellicht hebt gebruikt om de tool Ankerpunt omzetten te activeren) en sleep een van de twee richtingspunten.

    • U zet een boogpunt om in een hoekpunt met onafhankelijke richtingslijnen door een van de richtingspunten te slepen.

    Photoshop - Een boogpunt in een hoekpunt omzetten
    Een boogpunt in een hoekpunt omzetten

Padcomponenten aanpassen

U kunt een padcomponent (met inbegrip van een vorm in een vormlaag) verplaatsen naar elke gewenste plaats in een afbeelding. Componenten kunnen ook worden gekopieerd binnen een afbeelding of naar een andere Photoshop-afbeelding. Met de tool Padselectie kunt u overlappende componenten samenvoegen tot één component. Alle vectorobjecten die worden beschreven met een opgeslagen pad, tijdelijk pad of vectormasker, kunnen worden verplaatst, veranderd, gekopieerd en verwijderd.

U kunt met de opdrachten Kopiëren en Plakken vectorobjecten ook kopiëren van een Photoshop-afbeelding naar een afbeelding in een andere toepassing, bijvoorbeeld Adobe Illustrator.

De overlapmodus voor de geselecteerde padcomponent wijzigen

  1. Met het gereedschap Padselectie  trekt u al slepend een selectiekader over de bestaande padgebieden.
  2. Kies een vormgebiedoptie in de vervolgkeuzelijst Padbewerkingen in de optiebalk:

    Vormen combineren

    Hiermee voegt u het padgebied toe aan elkaar overlappende padgebieden.

    Verwijderen uit vormgebied

    Hiermee verwijdert u het padgebied uit elkaar overlappende padgebieden.

    Doorsnede maken van vormgebieden

    Hiermee beperkt u het gebied tot de doorsnede van het geselecteerde padgebied en overlappende padgebieden.

    Overlappende vormgebieden uitsluiten

    Hiermee sluit u het overlappende gebied uit.

De geselecteerde padcomponent tonen of verbergen

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Kies Weergave > Tonen > Doelpad.
  • Kies Weergave > Extra’s. Met deze opdracht kunt u ook een raster, hulplijnen, selectieranden, notities en segmenten weergeven of verbergen.

Een pad of padcomponent verplaatsen

  1. Selecteer de naam van het pad in het deelvenster Paden en selecteer het pad in de afbeelding met behulp van het gereedschap Padselectie . Als u meerdere padcomponenten wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt en klikt u op elke padcomponent die u aan de selectie wilt toevoegen.
  2. Sleep het pad naar de nieuwe locatie. Als u een gedeelte van een pad buiten het canvas sleept, blijft het niet-zichtbare deel van het pad wel beschikbaar.
    Photoshop - Een pad slepen naar een nieuwe locatie
    Een pad slepen naar een nieuwe locatie

    Opmerking:

    Als bij het verslepen van een pad de verplaatsingsaanwijzer op een open afbeelding komt, wordt het pad gekopieerd naar die afbeelding.

De vorm van een padcomponent veranderen

  1. Selecteer in het deelvenster Paden de naam van het pad en selecteer met Direct selecteren  een ankerpunt in het pad.
  2. Sleep het punt of de grepen naar een nieuwe locatie.

Overlappende padcomponenten verenigen

  1. Selecteer in het deelvenster Paden de naam van het pad en selecteer het gereedschap Padselectie  .
  2. Om één component te maken van alle overlappende componenten, kiest u Vormcomponenten samenvoegen in de vervolgkeuzelijst Padbewerkingen in de optiebalk.

Een padcomponent of pad kopiëren

Ga als volgt te werk:

  • Als u een padcomponent wilt kopiëren terwijl u deze verplaatst, selecteert u de padnaam in het deelvenster Paden en klikt u op een padcomponent met het gereedschap Padselectie . Vervolgens houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u het geselecteerde pad.
  • Als u een pad wilt kopiëren zonder het een nieuwe naam te geven, sleept u de padnaam in het deelvenster Paden naar de knop Nieuw pad maken  onder in het deelvenster.
  • Als u het pad wilt kopiëren onder een nieuwe naam, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u het pad in het deelvenster Paden naar de knop Nieuw pad maken onder in het deelvenster. U kunt ook het te kopiëren pad selecteren en Pad dupliceren kiezen in het menu van het deelvenster Paden. Voer in het dialoogvenster Pad dupliceren een nieuwe naam in voor het pad en klik op OK.
  • Als u een pad of een padcomponent naar een ander pad wilt kopiëren, selecteert u het desbetreffende pad of de padcomponent en kiest u Bewerken > Kopiëren. Vervolgens selecteert u het doelpad en kiest u Bewerken > Plakken.

Padcomponenten van het ene Photoshop-bestand naar het andere kopiëren

  1. Open beide afbeeldingen.
  2. In de bronafbeelding gebruikt u het gereedschap Padselectie  om het hele pad of de padcomponenten te selecteren die u wilt kopiëren.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit om de padcomponent te kopiëren:
    • Sleep de padcomponent van de bronafbeelding naar de doelafbeelding. De padcomponent is nu gekopieerd naar het actieve pad in het deelvenster Paden.

    • Selecteer in het bronbestand de naam van het pad in het deelvenster Paden en kies Bewerken > Kopiëren om het pad te kopiëren. Ga naar de doelafbeelding en kies Bewerken > Plakken. Op deze manier kunt u ook paden in dezelfde afbeelding combineren.

    • Als u de padcomponent in de doelafbeelding wilt plakken, selecteert u de padcomponent in de bronafbeelding en kiest u Bewerken > Kopiëren. Ga naar de doelafbeelding en kies Bewerken > Plakken.

Een padcomponent verwijderen

  1. Selecteer de padnaam in het deelvenster Paden en klik op een padcomponent met het gereedschap Padselectie  .
  2. Druk op Backspace (Windows) of Delete (Mac OS) om de geselecteerde padcomponent te verwijderen.

Padcomponenten uitlijnen en verdelen

U kunt padcomponenten die in één pad worden beschreven zowel uitlijnen als verdelen. U kunt bijvoorbeeld de linkerranden van meerdere vormen in één laag uitlijnen of diverse componenten in een tijdelijk pad verdelen langs hun horizontale middelpunten.

Opmerking:

Gebruik de tool Verplaatsen als u vormen die zich op verschillende lagen bevinden wilt uitlijnen.

  • Als u componenten wilt uitlijnen, gebruikt u de tool Padselectie om de componenten te selecteren die u wilt uitlijnen. Kies vervolgens een optie in de vervolgkeuzelijst Paduitlijning in de optiebalk.
Photoshop - Opties voor uitlijning
Opties voor uitlijning

  • Als u componenten wilt distribueren, dient u ten minste drie componenten te selecteren. Kies vervolgens een optie in de vervolgkeuzelijst Padrangschikking in de optiebalk.
Photoshop - Opties voor verdelen
Opties voor verdelen

Videozelfstudie | Tips voor het werken met vectoren in Photoshop

In deze aflevering van The Complete Picture laat Julieanne vijf van haar favoriete functies zien voor werken met vectoren in Photoshop.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?