- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werken met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werken met tekstlagen
- Werken met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
- Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
- Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
- Vullen met behoud van inhoud voor iPad
- Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen
- Systeemvereisten
- Sneltoetsen
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Kennismaken met de werkruimte
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Generatieve AI-functies
- Basisconcepten van bewerken
- Snelle handelingen
- Werken met lagen
- Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
- Snelle selecties maken
- Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
- Een opvullaag toevoegen
- Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
- Tekenen en schilderen
- Vormen tekenen en bewerken
- Werken met tekstlagen
- Met iedereen op het web werken
- App-instellingen beheren
- Afbeelding genereren
- Achtergrond genereren
- Referentieafbeelding
- Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
- Generatief vullen in Photoshop op de desktop
- Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
- Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
- Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
- Generatief vullen in Photoshop op de iPad
- Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
- Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
- Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Voorkeuren
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- Bestanden plaatsen
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Voorinstellingen
- Raster en hulplijnen
- Aanraakbewegingen
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Selecties
- Aan de slag met selecties
- Selecties maken in uw compositie
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lassotools
- Pixelselecties aanpassen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Aan de slag met selecties
- Afbeeldingsaanpassingen
- Objectkleuren vervangen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen verbeteren en transformeren
- De lucht in uw afbeeldingen vervangen
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
- Tekst
- Filters en effecten
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- De galerie Vervagen gebruiken
- Opslaan en exporteren
- Kleurbeheer
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Problemen oplossen
- Opgeloste problemen
- Bekende problemen
- Prestaties van Photoshop optimaliseren
- Problemen oplossen - basis
- Problemen oplossen voor crash of vastlopen
- Programmafouten oplossen
- Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
- Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
- Ontbrekende tools zoeken
- Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
Afbeeldingen maken voor video
Photoshop kan afbeeldingen van verschillende verhoudingen maken, zodat deze op de juiste wijze worden weergegeven op bijvoorbeeld videoschermen. U kunt een specifieke video-optie gebruiken (met het dialoogvenster Nieuw) om schaling te compenseren als de uiteindelijke afbeelding wordt opgenomen in videobeelden.
Veilige zones
Met de voorinstelling Film en video kunt u ook een document maken met niet-afdrukbare hulplijnen. Zo kunt u de gedeelten met actiebeveiliging en titelbeveiliging in de afbeelding aanduiden. Als u gebruikmaakt van de opties in het menu Grootte, kunt u afbeeldingen produceren voor specifieke videosystemen, zoals NTSC, PAL of HDTV.
Deze veilige zones zijn nuttig wanneer u afbeeldingen bewerkt voor uitzendingen en videotapes. De meeste in de handel verkrijgbare tv's maken gebruik van een proces dat overscan wordt genoemd en waarbij de buitenste randen van het beeld worden weggesneden, zodat het middelste gedeelte van het beeld kan worden vergroot. De hoeveelheid overscan is echter niet hetzelfde voor alle tv's. Om ervoor te zorgen dat alles binnen het gebied past dat de meeste tv's kunnen weergeven, dient u tekst binnen de veilige marges voor titels te plaatsen en alle andere belangrijke elementen binnen de veilige marges voor handelingen.
A. Veilig gebied voor handelingen (buitenste rechthoek) B. Veilig gebied voor titels (binnenste rechthoek)
Als u inhoud voorbereidt voor het web of voor een cd, zijn de veilige marges voor handelingen en titels niet van toepassing, omdat de volledige afbeelding wordt weergegeven in deze media.
Voorvertoningsopties
Om u te helpen bij het maken van afbeeldingen voor video beschikt Photoshop over de modus Correctie pixelverhouding, waarin u uw afbeeldingen in de opgegeven verhouding kunt bekijken. Voor nauwkeuriger voorvertoningen beschikt Photoshop ook over de opdracht Voorvertoning video, waarmee u uw werk meteen op een scherm kunt zien, zoals bijvoorbeeld op een videoscherm. Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken, moet het apparaat op de computer zijn aangesloten via FireWire (IEEE 1394). Zie ook Een voorvertoning van het document op een videoscherm bekijken. Ga naar de website van Apple voor meer informatie over FireWire (IEEE 1394).
Andere overwegingen
U kunt in Photoshop gemaakte PSD-bestanden zowel gebruiken in Adobe AfterEffects als in Adobe Premiere Pro. Als u echter andere film- en videoprogramma's gebruikt, dient u het volgende in overweging te nemen wanneer u afbeeldingen maakt die u in video wilt gebruiken:
In sommige videobewerkingsprogramma's kunt u afzonderlijke lagen importeren uit een gelaagd PSD-bestand.
Sommige videobewerkingsprogramma's handhaven de in een bestand voorkomende transparantie.
Als in het bestand gebruik wordt gemaakt van een laagmasker of van meerdere lagen, hoeft u de lagen in het bestand mogelijk niet samen te voegen, maar kunt u een samengevoegde kopie van het bestand in PSD-indeling opnemen om de neerwaartse compatibiliteit te maximaliseren.
Verhoudingen
De frameverhouding beschrijft de verhouding tussen de breedte en de hoogte in de afmetingen van een afbeelding. DV NTSC heeft bijvoorbeeld een frameverhouding van 4:3 (een breedte van 4,0 en een hoogte van 3,0). De meeste breedbeeldframes hebben een frameverhouding van 16:9. Sommige videocamera's kunnen verschillende frameverhoudingen opnemen. Vele camera's met een breedbeeldmodus gebruiken de verhouding 16:9. En veel professionele films zijn opgenomen met nog bredere verhoudingen.
De term pixelverhouding verwijst naar de verhouding tussen de breedte en de hoogte van één enkele pixel in een frame. De verschillende videostandaarden gebruiken verschillende pixelverhoudingen. Vele computervideostandaarden definiëren een frame met een verhouding van 4:3 als 640 pixels breed en 480 pixels hoog, hetgeen tot vierkante pixels leidt. De computervideopixels in dit voorbeeld beschikken over een pixelverhouding van 1:1 (vierkant), terwijl DV NTSC-pixels een pixelverhouding hebben van 0.91 (niet-vierkant). DV-pixels zijn altijd rechthoekig en worden verticaal geplaatst in systemen die NTSC-videobeelden produceren en horizontaal in systemen die PAL-videobeelden produceren.
Als u rechthoekige pixels ongewijzigd probeert weer te geven op een monitor voor vierkante pixels, worden de afbeeldingen vervormd. Cirkels zien er dan bijvoorbeeld uit als ovalen. Als deze afbeeldingen echter worden weergegeven op een videoscherm, zien ze er prima uit, omdat deze monitoren gebruikmaken van rechthoekige pixels.
Wanneer u afbeeldingen kopieert of importeert uit een document met niet-vierkante pixels, zet Photoshop de afbeelding automatisch om en wordt deze geschaald naar de pixelverhouding van het document. Ook afbeeldingen uit Adobe Illustrator worden op de juiste wijze geschaald.
A. Afbeelding met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 weergegeven op een (computer)scherm met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 B. Afbeelding met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 op de juiste wijze geïnterpreteerd voor weergave op een (tv-)scherm met niet-vierkante pixels met een verhouding van 4:3 C. Afbeelding met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 op foute wijze geïnterpreteerd voor weergave op een (tv-)scherm met niet-vierkante pixels met een verhouding van 4:3
Een afbeelding maken voor gebruik in video
-
Maak een nieuw document.
-
Kies in het menu Voorinstelling in het dialoogvenster Nieuw de voorinstelling Film en video.
-
Kies de grootte die past bij het videosysteem waarop de afbeelding wordt weergegeven.
-
Klik op Geavanceerd om een kleurprofiel en een bepaalde pixelverhouding op te geven.Opmerking:
Als u documenten met niet-vierkante pixels opent, is de optie Correctie pixelverhouding standaard ingeschakeld. Zo wordt de afbeelding geschaald en kunt u zien hoe deze eruit zou zien op een uitvoerapparaat met niet-vierkante pixels (meestal een videoscherm).
-
Kies Weergave > Correctie pixelverhouding als u wilt bekijken hoe de afbeelding eruitziet op een computerscherm (met vierkante pixels).Opmerking:
U kunt een afbeelding tegelijk bekijken met Correctie pixelverhouding ingeschakeld en uitgeschakeld. Zorg dat de afbeelding met niet-vierkante pixels is geopend en dat Correctie pixelverhouding is ingeschakeld. Kies vervolgens Venster > Ordenen > Nieuw venster voor [naam van document]. Activeer het nieuwe venster en kies Weergave > Correctie pixelverhouding om de correctie uit te schakelen.
-
Als uw weergaveapparaat, zoals een videoscherm, via FireWire is aangesloten op uw computer, kunt u een voorvertoning van het document weergeven:
Kies Bestand > Exporteren > Voorvertoning video om uitvoeropties in te stellen voordat u een voorvertoning van de afbeelding weergeeft.
Kies Bestand > Exporteren > Voorvertoning video naar apparaat verzenden om de afbeelding te bekijken zonder uitvoeropties in te stellen.
Wanneer u afbeeldingen voor video maakt, kunt u een set videohandelingen laden (die wordt geleverd met Photoshop) waarmee bepaalde taken, zoals het schalen van afbeeldingen naar videopixelafmetingen en het instellen van de pixelverhouding, automatisch kunnen worden uitgevoerd.
Videohandelingen laden
Bij videoafbeeldingen kunt u met behulp van handelingen bepaalde taken automatiseren, zoals het beperken van het lichtsterktebereik en de verzadigingsniveaus om te kunnen voldoen aan de normen voor het uitzenden van televisiebeelden, het vergroten, verkleinen en omzetten van videoafbeeldingen in niet-vierkante pixels voor gebruik in dvd-presentaties (NTSC en PAL, standaard- en breedbeeldschermverhoudingen), het maken van een alfakanaal van alle op een bepaald moment zichtbare lagen, het aanpassen van beeldgebieden (vooral dunne lijnen) die de oorzaak kunnen zijn van schokkerige beelden en het genereren van een bedekking met een veilig gebied voor titels.
-
Kies Venster > Handelingen om het deelvenster Handelingen weer te geven.
-
Klik op het driehoekje rechtsboven in het deelvenster en kies Videohandelingen in het menu.
Pixelverhouding aanpassen
U kunt een aangepaste pixelverhouding maken in bestaande documenten, of pixelverhoudingen verwijderen of opnieuw instellen die eerder aan een document zijn toegewezen.
Een pixelverhouding toewijzen aan een bestaand document
-
Zorg dat er een document is geopend en kies Weergave > Pixelverhouding. Kies vervolgens een pixelverhouding die compatibel is met de videoindeling van uw Photoshop-bestand.
Een aangepaste pixelverhouding maken
-
Zorg dat er een document is geopend. Kies vervolgens Weergave > Pixelverhouding > Aangepaste pixelverhoudingen.
-
Geef in het dialoogvenster Pixelverhoudingen opslaan een waarde op in het tekstvak Factor, geef een naam op voor de aangepaste pixelverhouding en klik vervolgens op OK.
De nieuwe aangepaste pixelverhouding verschijnt zowel in het menu Pixelverhouding van het dialoogvenster Nieuw als in het menu Weergave > Pixelverhouding.
Een pixelverhouding verwijderen
-
Zorg dat er een document is geopend. Kies vervolgens Weergave > Pixelverhouding > Pixelverhoudingen verwijderen.
-
Kies in het dialoogvenster Pixelverhoudingen verwijderen de optie die u uit het menu Pixelverhouding wilt verwijderen en klik op Verwijderen.
Pixelverhoudingen opnieuw instellen
-
Zorg dat er een document is geopend. Kies vervolgens Weergave > Pixelverhouding > Pixelverhoudingen herstellen.
-
Kies in het dialoogvenster een van de volgende opties:
Toevoegen
Hiermee vervangt u de huidige pixelverhoudingen door de standaardwaarden plus eventuele aangepaste pixelverhoudingen. Deze optie is handig als u een standaardwaarde die u hebt verwijderd, wilt herstellen zonder dat er aangepaste pixelverhoudingen verloren gaan.
OK
Hiermee vervangt u de huidige pixelverhoudingen door de standaardwaarden. Daarbij worden aangepaste pixelverhoudingen verwijderd.
Annuleren
Hiermee annuleert u de opdracht.
Afbeeldingen voorbereiden voor gebruik in After Effects
U kunt een Photoshop-bestand (PSD) rechtstreeks in een After Effects-project importeren en u hebt daarbij de mogelijkheid om afzonderlijke lagen, laagstijlen, transparante gebieden en laagmaskers en aanpassingslagen te behouden (de afzonderlijke elementen blijven behouden voor animatie).
Opmerking: U behaalt de beste resultaten in de door After Effects gebruikte RGB-modus. In After Effects CS3 en later kunt u CMYK-bestanden omzetten in RGB-bestanden. In After Effects 7 en eerdere versies is dat niet mogelijk.
Voordat u een gelaagd Photoshop-bestand exporteert voor gebruik in After Effects, voert u een van de volgende handelingen uit om het genereren van een voorvertoning en bestandsweergave te versnellen en om problemen bij het importeren en bijwerken van Photoshop-lagen te voorkomen.
- Deel de lagen in en geef ze een naam. Als u de naam van een laag wijzigt of als u in een Photoshop-document een laag verwijdert nadat u deze in After Effects hebt geïmporteerd, kan After Effects de hernoemde of verwijderde laag niet meer vinden. In dit geval wordt in het projectvenster van After Effects Project aangegeven dat de laag ontbreekt. (U kunt lagen ook groeperen in slimme objecten. Als u bijvoorbeeld een laagset hebt gebruikt om een voorgrondobject te maken en een laagset om een achtergrond te maken, kunt u elk groeperen tot één slim object, en gemakkelijk zodanig animatie toepassen dat de ene voor de andere langs vliegt).
- Zorg ervoor dat elke laag een unieke naam heeft. Dubbele laagnamen kunnen leiden tot verwarring.
- Kies Altijd in het menu Compatibiliteit met PSD en PSB maximaliseren in het dialoogvenster met voorkeuren voor bestandsverwerking.
- Gebruik de gewenste vooraf gedefinieerde pixelafmeting voor video en film in het dialoogvenster Nieuw document.
- Voer desgewenst kleurcorrectie, schalen, uitsnijden of andere bewerkingen uit in Photoshop, zodat in After Effects geen extra beeldverwerkingsbewerkingen nodig zijn. U kunt ook een kleurprofiel aan de afbeelding toewijzen die overeenkomt met het gewenste type uitvoer, zoals Rec. 601 NTSC of Rec. 709. After Effects kan ingesloten kleurprofielen lezen en de kleuren van de afbeelding op basis van het profiel interpreteren.