Handboek Annuleren

Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers

  1. Photoshop Handboek
  2. Inleiding tot Photoshop
    1. Dream it. Make it.
    2. Nieuwe functies in Photoshop
    3. Uw eerste foto bewerken
    4. Documenten maken
    5. Photoshop | Veelgestelde vragen
    6. Systeemvereisten voor Photoshop
    7. Maak kennis met Photoshop
    8. Photoshop up-to-date houden
  3. Photoshop en andere Adobe-producten en -services
    1. Werken met illustraties van Illustrator in Photoshop
    2. Werken met Photoshop-bestanden in InDesign
    3. Substance 3D-materialen voor Photoshop
    4. De Capture-in-app-extensie in Photoshop gebruiken
  4. Photoshop op de iPad (niet beschikbaar op de vasteland van China)
    1. Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
    2. Kennismaken met de werkruimte
    3. Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
    4. Documenten maken, openen en exporteren
    5. Foto's toevoegen
    6. Werken met lagen
    7. Tekenen en schilderen met penselen
    8. Selecties maken en maskers toevoegen
    9. Uw composities retoucheren
    10. Werken met aanpassingslagen
    11. Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
    12. Transformatiebewerkingen toepassen
    13. Uw composities uitsnijden en roteren
    14. Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
    15. Werken met tekstlagen
    16. Werken met Photoshop en Lightroom
    17. Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
    18. Japanse tekens in Photoshop op de iPad
    19. App-instellingen beheren
    20. Aanraaksneltoetsen en bewegingen
    21. Sneltoetsen
    22. Afbeeldingsgrootte bewerken
    23. Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
    24. Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
    25. Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop op de iPad
    26. Werken met Camera Raw-bestanden
    27. Slimme objecten maken en ermee werken
    28. De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
    29. Opdrachten voor automatische aanpassing in Photoshop op de iPad
    30. Gebieden uitsmeren in uw afbeeldingen met Photoshop op de iPad
    31. Meer of minder verzadiging van uw afbeeldingen met de tool Spons
    32. Vullen met behoud van inhoud voor iPad
  5. Photoshop op internet (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen
    2. Systeemvereisten
    3. Sneltoetsen
    4. Ondersteunde bestandsindelingen
    5. Kennismaken met de werkruimte
    6. Clouddocumenten openen en bewerken
    7. Generatieve AI-functies
    8. Basisconcepten van bewerken
    9. Snelle handelingen
    10. Werken met lagen
    11. Afbeeldingen retoucheren en onvolkomenheden verwijderen
    12. Snelle selecties maken
    13. Afbeeldingen verbeteringen met Aanpassingslagen
    14. Een opvullaag toevoegen
    15. Afbeeldingen verplaatsen, transformeren en uitsnijden
    16. Tekenen en schilderen
    17. Vormen tekenen en bewerken
    18. Werken met tekstlagen
    19. Met iedereen op het web werken
    20. App-instellingen beheren
    21. Afbeelding genereren
    22. Achtergrond genereren
    23. Referentieafbeelding
  6. Photoshop (Beta) (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Aan de slag met Creative Cloud Beta-apps
    2. Photoshop (Beta) op de desktop
    3. Referentieafbeelding
  7. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Algemene vragen over de generatieve AI in Photoshop
    2. Generatief vullen in Photoshop op de desktop
    3. Een afbeelding genereren met beschrijvende tekstopdrachten
    4. Generatief uitbreiden in Photoshop op de desktop
    5. Achtergrond vervangen met Achtergrond genereren
    6. Nieuwe variaties genereren met Vergelijkbare content genereren
    7. Generatief vullen in Photoshop op de iPad
    8. Generatief uitbreiden in Photoshop op de iPad
    9. Generatieve AI-functies in Photoshop op internet
  8. Content-authenticiteit (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Inhoudsreferenties in Photoshop
    2. Identiteit en herkomst voor NFT's
    3. Accounts verbinden voor creatieve toewijzing
  9. Clouddocumenten (niet beschikbaar op het vasteland van China)
    1. Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
    3. Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
    4. Cloudopslag upgraden voor Photoshop
    5. Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
    6. Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
    7. Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
    8. Anderen uitnodigen om uw clouddocumenten te bewerken
    9. Bestanden delen en opmerkingen in de app
  10. Werkruimte
    1. Basisbegrippen voor werkruimten
    2. Voorkeuren
    3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
    4. Documenten maken
    5. Bestanden plaatsen
    6. Standaardsneltoetsen
    7. Sneltoetsen aanpassen
    8. Toolgalerieën
    9. Prestatievoorkeuren
    10. Tools gebruiken
    11. Voorinstellingen
    12. Raster en hulplijnen
    13. Aanraakbewegingen
    14. De Touch Bar gebruiken met Photoshop
    15. Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
    16. Technology Previews
    17. Metagegevens en notities
    18. Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
    19. Linialen
    20. Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
    21. Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
    22. Ongedaan maken en historie
    23. Deelvensters en menu's
    24. Elementen instellen met de functie Magnetisch
    25. Plaatsen met de liniaal
  11. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  12. Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
    1. Afbeeldingen vergroten/verkleinen
    2. Werken met raster-en vectorafbeeldingen
    3. Grootte en resolutie van afbeeldingen
    4. Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
    5. Afbeeldingen maken, openen en importeren
    6. Afbeeldingen weergeven
    7. Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
    8. Meerdere afbeeldingen weergeven
    9. Kleurkiezers en -stalen aanpassen
    10. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    11. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    12. Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
    13. Kleurmodi
    14. Delen van een afbeelding wissen
    15. Overvloeimodi
    16. Kleuren kiezen
    17. Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
    18. Informatie over afbeeldingen
    19. Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
    20. Informatie over kleur
    21. Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
    22. Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
    23. Monster
    24. Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
    25. Kleurzweem
    26. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    27. Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
    28. Bitdiepte en voorkeuren
  13. Lagen
    1. Basisbegrippen voor lagen
    2. Niet-destructieve bewerkingen
    3. Lagen en groepen maken en beheren
    4. Lagen selecteren, groeperen en koppelen
    5. Afbeeldingen in kaders plaatsen
    6. Laagdekking en overvloeien
    7. Lagen maskeren
    8. Slimme filters toepassen
    9. Laagsamenstellingen
    10. Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
    11. Lagen maskeren met vectormaskers
    12. Lagen en groepen beheren
    13. Laageffecten en laagstijlen
    14. Laagmaskers bewerken
    15. Middelen extraheren
    16. Lagen met uitknipmaskers tonen
    17. Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
    18. Werken met slimme objecten
    19. Overvloeimodi
    20. Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
    21. Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
    22. Lagen uitlijnen en verdelen
    23. CSS kopiëren uit lagen
    24. Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
    25. Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
  14. Selecties
    1. Aan de slag met selecties
    2. Selecties maken in uw compositie
    3. Werkruimte Selecteren en maskeren
    4. Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
    5. Selecties maken met de lassotools
    6. Pixelselecties aanpassen
    7. Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
    8. Een tijdelijk snelmasker maken
    9. Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
    10. Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
    11. Basisbegrippen voor kanalen
    12. Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
    13. De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
    14. Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
    15. Kanaalberekeningen
  15. Afbeeldingsaanpassingen
    1. Objectkleuren vervangen
    2. Perspectief verdraaien
    3. Vervaging door camerabeweging verminderen
    4. Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
    5. Kleur-opzoektabellen exporteren
    6. De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
    7. Kleuraanpassingen
    8. De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
    9. Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
    10. Aanpassing Niveaus
    11. De kleurtoon en verzadiging aanpassen
    12. Levendigheid aanpassen
    13. De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
    14. Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
    15. Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
    16. Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
    17. HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
    18. Histogrammen en pixelwaarden bekijken
    19. Kleuren in uw afbeelding afstemmen
    20. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    21. Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
    22. Aanpassings- en opvullagen
    23. Aanpassing Curven
    24. Overvloeimodi
    25. Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
    26. De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
    27. HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
    28. Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
    29. Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
  16. Adobe Camera Raw
    1. Systeemvereisten voor Camera Raw
    2. Nieuwe functies in Camera Raw
    3. Kennismaken met Camera Raw
    4. Panorama's maken
    5. Ondersteunde lenzen
    6. Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
    7. Standaardsneltoetsen
    8. Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
    9. Radiaalfilter in Camera Raw
    10. Camera Raw-instellingen beheren
    11. Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
    12. Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
    13. Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
    14. Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
    15. Procesversies in Camera Raw
    16. Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
  17. Afbeeldingen repareren en restaureren
    1. Tool Verwijderen
    2. Objecten verwijderen uit uw foto's met Vullen met behoud van inhoud
    3. Repareren en verplaatsen met behoud van inhoud
    4. Foto's retoucheren en repareren
    5. Afbeeldingsvervorming en -ruis corrigeren
    6. Eenvoudige probleemoplossing voor de meest voorkomende problemen
  18. Afbeeldingen verbeteren en transformeren
    1. De lucht in uw afbeeldingen vervangen
    2. Objecten transformeren
    3. Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
    4. Foto's uitsnijden en rechttrekken
    5. Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
    6. Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
    7. Perspectiefpunt
    8. Schalen en de inhoud behouden
    9. Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
  19. Tekenen en verven
    1. Symmetrische patronen tekenen
    2. Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
    3. Tekenen
    4. Vormen tekenen en bewerken
    5. Tekentools
    6. Penselen maken en wijzigen
    7. Overvloeimodi
    8. Kleur toevoegen aan paden
    9. Paden bewerken
    10. Tekenen met het mixerpenseel
    11. Voorinstellingen voor penselen
    12. Verlopen
    13. Interpolatie met verloop
    14. Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
    15. Tekenen met de pentools
    16. Patronen maken
    17. Een patroon maken met de Patroonmaker
    18. Paden beheren
    19. Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
    20. Tekenen of verven met een grafisch tablet
    21. Structuurpenselen maken
    22. Dynamische elementen toevoegen aan penselen
    23. Verloop
    24. Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
    25. Tekenen met een patroon
    26. Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
    27. Voorinstellingen, handelingen en instellingen migreren
  20. Tekst
    1. De tekst toevoegen en bewerken
    2. Unified Text Engine
    3. Werken met OpenType SVG-lettertypen
    4. Tekens opmaken
    5. Alinea's opmaken
    6. Teksteffecten maken
    7. Tekst bewerken
    8. Regelafstand en tekenspatiëring
    9. Arabische en Hebreeuwse tekst
    10. Lettertypen
    11. Problemen met lettertypen oplossen
    12. Aziatische tekst
    13. Tekst maken
  21. Filters en effecten
    1. De galerie Vervagen gebruiken
    2. Basisbeginselen van filters
    3. Overzicht van de filtereffecten
    4. Belichtingseffecten toevoegen
    5. Het filter Adaptief groothoek gebruiken
    6. Het filter Olieverf gebruiken
    7. Het filter Uitvloeien gebruiken
    8. Laageffecten en laagstijlen
    9. Specifieke filters toepassen
    10. Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
  22. Opslaan en exporteren
    1. Uw bestanden opslaan in Photoshop
    2. Bestanden exporteren in Photoshop
    3. Ondersteunde bestandsindelingen
    4. Bestanden opslaan in grafische indelingen
    5. Ontwerpen verplaatsen tussen Photoshop en Illustrator
    6. Video en animaties opslaan en exporteren
    7. PDF-bestanden opslaan
    8. Digimarc-copyrightbescherming
  23. Kleurbeheer
    1. Werken met kleurbeheer
    2. Kleuren consistent houden
    3. Kleurinstellingen
    4. Duotonen
    5. Werken met kleurprofielen
    6. Kleurbeheer toepassen op documenten voor onlineweergave
    7. Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken
    8. Kleurbeheer toepassen op geïmporteerde afbeeldingen
    9. Kleuren controleren
  24. Ontwerp van websites, schermen en apps
    1. Ontwerpen in Photoshop
    2. Tekengebieden
    3. Apparaatvoorvertoning
    4. CSS kopiëren uit lagen
    5. Webpagina’s segmenteren
    6. HTML-opties voor segmenten
    7. De segmentlay-out wijzigen
    8. Werken met webafbeeldingen
    9. Webfotogalerieën maken
  25. Video en animatie
    1. Video's bewerken in Photoshop
    2. Video- en animatielagen bewerken
    3. Overzicht van video en animatie
    4. Voorvertoningen van video en animaties weergeven
    5. Frames tekenen in videolagen
    6. Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
    7. Frameanimaties maken
    8. Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
    9. Tijdlijnanimaties maken
    10. Afbeeldingen maken voor video
  26. Afdrukken
    1. 3D-objecten afdrukken
    2. Afdrukken vanuit Photoshop
    3. Afdrukken met kleurbeheer
    4. Contactbladen en PDF-presentaties
    5. Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
    6. Steunkleuren afdrukken
    7. Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
    8. Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
    9. Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
  27. Automatisering
    1. Handelingen maken
    2. Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
    3. Scripts
    4. Een groep bestanden verwerken
    5. Handelingen afspelen en beheren
    6. Voorwaardelijke acties toevoegen
    7. Handelingen en het deelvenster Handelingen
    8. Tools opnemen in handelingen
    9. Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
    10. Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
  28. Problemen oplossen
    1. Opgeloste problemen 
    2. Bekende problemen
    3. Prestaties van Photoshop optimaliseren
    4. Problemen oplossen - basis
    5. Problemen oplossen voor crash of vastlopen
    6. Programmafouten oplossen
    7. Fouten oplossen die zijn opgetreden doordat de werkschijf vol is
    8. Problemen met GPU en het grafische stuurprogramma oplossen
    9. Ontbrekende tools zoeken
    10. Photoshop | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn

Afbeeldingen voorbereiden voor drukken

In Photoshop kunt u afbeeldingsbestanden voorbereiden voor offset-lithografie, digitaal afdrukken, gravures en andere professionele drukprocessen.

Meestal wordt de workflow bepaald door de mogelijkheden van de drukvoorbereider. Neem voordat u begint aan een workflow voor professioneel afdrukken, contact op met het personeel van de drukkerij en vraag welke eisen zij hanteren. Ze kunnen u bijvoorbeeld vragen om het bestand niet naar CMYK om te zetten, omdat zij speciale drukinstellingen toepassen. Hier volgen enkele voorbeelden van scenario's voor het voorbereiden van afbeeldingsbestanden zodat u voorspelbare afdrukresultaten krijgt:

  • Werk uitsluitend in RGB-modus en zorg ervoor dat het afbeeldingsbestand is gemarkeerd met het profiel van de RGB-werkruimte. Als de drukker of voorbereider gebruikmaakt van een kleurbeheersysteem, moeten zij het profiel van uw bestand kunnen gebruiken voor een nauwkeurige omzetting in CMYK voordat de film en de drukplaten worden geproduceerd.

  • Werk in RGB-modus totdat u klaar bent met het bewerken van de afbeelding. Zet de afbeelding vervolgens om in CMYK en pas desgewenst de kleur en toon aan. Kijkt u vooral de hooglichten en schaduwen van de afbeelding na. Gebruik de aanpassingslagen Niveaus, Curven of Kleurtoon/verzadiging om correcties aan te brengen. Deze aanpassingen zouden heel gering moeten zijn. Voeg het bestand, indien nodig, samen tot één laag en verzend het CMYK-bestand naar de professionele drukker.

  • Plaats uw RGB- of CMYK-afbeelding in Adobe InDesign of Adobe Illustrator. Meestal worden afbeeldingen die worden afgedrukt op een professionele pers niet rechtstreeks vanuit Photoshop afgedrukt, maar vanuit een opmaakprogramma zoals Adobe InDesign of een illustratieprogramma zoals Adobe Illustrator. Zie de Help bij Adobe InDesign of Adobe Illustrator voor meer informatie over het importeren van Photoshop-bestanden in Adobe InDesign of Adobe Illustrator.

Enkele aandachtspunten bij het werken aan afbeeldingen die u professioneel wilt laten drukken:

  • Als u de kenmerken kent van de drukpers, kunt u de hooglicht- en schaduwuitvoer opgeven om bepaalde details te behouden.

  • Als u een desktopprinter gebruikt om de uiteindelijke afdruk vooraf te bekijken, bedenk dan dat een desktopprinter niet exact de uitvoer van een professionele drukpers kan weergeven. Een professionele kleurenproef geeft een nauwkeuriger voorbeeld van de uiteindelijke afdruk.

  • Als u een profiel hebt van een professionele drukker, kunt u dit profiel kiezen met de opdracht Instellen proef en vervolgens een elektronische proefdruk bekijken met de opdracht Proefkleuren. Gebruik deze methode om de uiteindelijke afdruk vooraf op uw beeldscherm te bekijken.

Opmerking:

Sommige drukkers vragen u uw documenten in PDF-indeling aan te leveren, vooral als de documenten moeten voldoen aan de PDF/X-standaard. Zie Opslaan in de Photoshop PDF-indeling.

Uitvoeropties instellen

Als u afbeeldingen rechtstreeks vanuit Photoshop voorbereidt voor professioneel drukken, kunt u allerlei paginamarkeringen en andere uitvoeropties selecteren en bekijken met de opdracht Afdrukken. Meestal worden deze uitvoeropties ingesteld door professionele drukkers of mensen die verstand hebben van professionele drukprocessen.

Photoshop - Paginamarkeringen voor printers
Paginamarkeringen

A. Kleurverloopbalk B. Label C. Registratietekens D. Progressieve kleurenbalk E. Snijtekens hoek F. Snijtekens midden G. Beschrijving H. Ster-controle 

  1. Kies Bestand > Afdrukken.
  2. Kies Uitvoer in het pop-upmenu.
  3. Stel een of meer van de volgende opties in:

    Kalibratiebalken

    Hiermee drukt u in 11 stappen een afbeelding af in grijswaarden, met een overgang in dichtheid van 0 naar 100% in stappen van 10%. Bij een CMYK-kleurscheiding wordt links van elke CMYK-plaat een kleurenverloopbalk en rechts een progressieve kleurenbalk afgedrukt.

    Opmerking:

    Kalibratiebalken, registratiemarkeringen, uitsnijdtekens en labels worden alleen afgedrukt als het papier groter is dan de afgedrukte afbeelding.  

    Registratiemarkeringen

    Hiermee worden registratiemarkeringen (waaronder paskruisen en sterren) op de afbeelding afgedrukt. Deze markeringen zijn vooral bedoeld voor het uitlijnen van kleurscheidingen op PostScript-printers.

    Snijtekens hoek

    Hiermee worden snijtekens afgedrukt op punten waar de pagina kleiner moet worden gemaakt. U kunt snijtekens afdrukken op de hoeken. Wanneer u deze optie selecteert op een PostScript-printer, worden registratiemarkeringen in de vorm van sterren ook afgedrukt.

    Snijtekens midden

    Hiermee worden snijtekens afgedrukt op punten waar de pagina kleiner moet worden gemaakt. U kunt snijtekens afdrukken in het midden van elke rand.

    Beschrijving

    Hiermee drukt u een beschrijvende tekst van maximaal 300 tekens af die is ingevoerd in het dialoogvenster Bestandsinfo . Beschrijvende tekst wordt altijd afgedrukt in het lettertype Helvetica normaal (9-punts).

    Labels

    Hiermee drukt u de bestandsnaam boven de afbeelding af. Wanneer u kleurscheidingen afdrukt, wordt de naam van de scheiding afgedrukt als onderdeel van het label.

    Onleesbaar

    Hiermee wordt tekst leesbaar gemaakt wanneer de emulsie naar beneden is gericht. De fotogevoelige laag op een film of fotografisch papier is in dit geval van u af gericht. Afbeeldingen worden gewoonlijk op papier met de emulsie naar boven gericht afgedrukt waarbij tekst leesbaar is wanneer de fotogevoelige laag naar u toe is gericht. Afbeeldingen die op film worden afgedrukt, worden vaak met de emulsie naar beneden gericht afgedrukt.

    Negatief

    Hiermee wordt een omgekeerde versie van de gehele uitvoer afgedrukt, met alle maskers en een achtergrondkleur. Met de optie Negatief wordt (in tegenstelling tot de opdracht Negatief in het menu Afbeelding) de uitvoer omgezet in een negatief en niet de afbeelding op het scherm. Als u scheidingen direct naar film afdrukt, wilt u waarschijnlijk een negatief, hoewel in veel landen het gebruik van filmpositieven gebruikelijk is. Vraag uw drukker of printshop welke u nodig hebt. U kunt de zijde met de emulsie bepalen door de film na ontwikkeling onder een felle lamp te bekijken. De matte zijde is de emulsie, de glanzende zijde is de basis. Vraag of uw drukker of printshop film met een positieve of negatieve emulsie nodig heeft en in welke richting deze moet zijn gericht.

    Achtergrond

    Met deze optie kunt u een achtergrondkleur selecteren die op de pagina wordt afgedrukt buiten het afbeeldingsgebied. U kunt bijvoorbeeld een zwarte of gekleurde achtergrond kiezen wanneer u dia’s afdrukt op filmopname-apparatuur. Voor deze optie klikt u op Achtergrond en selecteert u vervolgens een kleur in de kleurkiezer. Dit is slechts een afdrukoptie. De afbeelding zelf wordt niet gewijzigd.

    Kader

    Hiermee drukt u een zwart kader om een afbeelding af. Typ een nummer en kies een waarde om de breedte van het kader aan te geven.

    Afloopgebied

    Met deze optie kunt u snijtekens binnen de afbeelding afdrukken in plaats van daarbuiten. Gebruik deze optie wanneer u een kleiner gebied binnen de afbeelding wilt afdrukken. Typ een nummer en kies een waarde om de breedte van het afloopgebied aan te geven.

    Interpolatie

    Hiermee wordt de gerafelde vormgeving van een afbeelding met een lage resolutie verbeterd doordat tijdens het afdrukken de pixels automatisch opnieuw worden berekend en verhoogd (op PostScript-printers). Het opnieuw berekenen van pixels kan tot gevolg hebben dat de afbeelding minder scherp wordt.

Zie Vectorgegevens afdrukken voor informatie over de optie Vectorgegevens opnemen.

Wanneer u een afbeelding voorbereidt en werkt met CMYK-afbeeldingen of afbeeldingen met steunkleuren, kunt u elk kleurkanaal afdrukken als een afzonderlijke pagina.

Opmerking:

Wanneer kleurscheidingen uit CMYK-, duotoon- of multikanaaldocumenten op niet-Postscript-printers worden afgedrukt, zien ze er wellicht anders uit dan op Postscript-printers.

Photoshop - Kleurkanalen afgedrukt als afzonderlijke pagina's.
Elk kleurkanaal afgedrukt als een afzonderlijke pagina.

Opmerking:

Als u een afbeelding vanuit een andere toepassing afdrukt en u steunkleurkanalen naar steunkleurplaten wilt afdrukken, moet u het bestand eerst in DCS 2.0-indeling opslaan. In de DCS 2.0-indeling blijven steunkleurkanalen behouden. Deze indeling wordt ondersteund door toepassingen zoals Adobe InDesign en QuarkXPress.

  1. Controleer of het document in de modus CMYK-kleur, Multikanaal of Duotoon staat en kies Bestand > Afdrukken.
  2. Kies Kleurscheidingen in het keuzemenu Kleurverwerking.
    Opmerking:

    Afhankelijk van de aangewezen printer en de printerstuurprogramma’s, worden deze opties ook weergegeven in het dialoogvenster Afdrukinstellingen. Klik in Windows op de knop Eigenschappen om toegang te krijgen tot de opties van het printerstuurprogramma. In Mac OS gebruikt u het pop-upmenu in het dialoogvenster Afdrukinstellingen wanneer dat wordt weergegeven.

  3. Klik op Afdrukken. Er wordt voor elke kleur in de afbeelding een kleurscheiding afgedrukt.

Een afbeelding met steunkleurkanalen afdrukken vanuit andere toepassingen

  1. Als het een duotoonafbeelding betreft, zet u deze om in de Multikanaalmodus.
  2. Sla de afbeelding op in DCS 2.0-indeling.
  3. Zorg ervoor dat u in het dialoogvenster DCS 2.0-indeling de selectie van de opties Inclusief halftoonraster en Inclusief bijstelfuncties uitschakelt.
  4. Open of importeer de afbeelding in Photoshop en stel de schermhoeken in. Zorg ervoor dat u de printer hebt ingesteld op de gewenste steunkleur voor elke kleurplaat.
    Opmerking:

    U kunt een PSD-bestand met steunkleuren rechtstreeks in Illustrator of InDesign plaatsen zonder speciale voorbereiding.

Een kleurovervulling maken

Een overvulling is een overlapping die voorkomt dat er in de afgedrukte afbeelding minieme onderbrekingen verschijnen die worden veroorzaakt door kleine foutjes in de registratie op de drukpers. Neem contact op met uw leverancier voordat u overvulling gaat gebruiken. In de meeste gevallen bepaalt de drukker of overvullen nodig is. Als dat het geval is, kan een drukker u zeggen welke waarden u in het dialoogvenster Overvullen dient in te voeren.

Photoshop - Overvullen om onjuist uitgelijnde kleuren te voorkomen
Overvullen om onjuist uitgelijnde kleuren te corrigeren

A. Onjuiste registratie zonder overvulling B. Onjuiste registratie met overvulling 

Overvullen heeft tot doel onjuist uitgelijnde effen kleuren te corrigeren. In het algemeen is overvullen voor continutoonafbeeldingen zoals foto’s niet nodig. Bij te veel overvullen kan een omtrekeffect optreden. Deze problemen zijn mogelijk niet zichtbaar op het scherm, maar wel op de afdruk. Photoshop hanteert de volgende standaardregels voor overvullen:

  • Alle kleuren spreiden onder zwart.

  • Lichtere kleuren spreiden onder donkere kleuren.

  • Geel spreidt onder cyaan, magenta en zwart.

  • Zuiver cyaan en zuiver magenta spreiden gelijkmatig onder elkaar.

  1. Kies Bewerken > Omzetten in profiel om de afbeelding weer te geven in de kleurruimte van het uitvoerapparaat. Zie Documentkleuren omzetten in een ander profiel (Photoshop).

  2. Kies Afbeelding > Overvullen.
  3. Geef voor Breedte de overvulwaarde op die de drukker of de printshop heeft opgegeven. Selecteer vervolgens een maateenheid en klik op OK. Vraag de drukker of de printshop hoeveel onjuiste registratie u kunt verwachten.

De scanresolutie bepalen voor afdrukken

U kunt een aantal technieken gebruiken voor het bepalen van de scanresolutie van een foto. Als u foto's scant die u wilt afdrukken en u de exacte grootte en afdrukschermfrequentie kent, kunt u de scanresolutie aan de hand van de volgende technieken bepalen. Het is vaak handiger de maximale optische resolutie van uw scanner te gebruiken en de grootte van de afbeelding later in Photoshop aan te passen.

De scanresolutie schatten

U kunt de resolutie voor de scan bepalen op basis van de afmetingen van de oorspronkelijke en de uiteindelijke afbeelding en de resolutie van het uitvoerapparaat. De scanresolutie wordt omgezet in de afbeeldingsresolutie als u de gescande afbeelding in Photoshop opent.

  1. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Bij laserprinters en zetmachines vermenigvuldigt u de rasterfrequentie van de printer met 2. Raadpleeg voor informatie over de rasterfrequentie van uw printer de printerdocumentatie of neem contact op met de fabrikant.

    • Bij inkjetprinters raadpleegt u de printerdocumentatie voor de optimale resolutie. Veel printers en apparaten met verfsublimatie die rechtstreeks op fotopapier afdrukken, hebben een optimale resolutie van 300 tot 400 dpi.

  2. Bepaal de verhouding tussen de afmetingen van de uiteindelijke afbeelding en die van de oorspronkelijke afbeelding. De verhouding tussen een uiteindelijke afbeelding van 6 bij 9 cm en een oorspronkelijke afbeelding van 2 bij 3 cm is 3:1.
  3. Vermenigvuldig het resultaat van stap 1 met het resultaat van stap 2.

    Bijvoorbeeld: stel dat u afdrukt op een zetmachine met een rasterfrequentie van 85 lpi en dat de verhouding tussen de uiteindelijke en de oorspronkelijke afbeelding 3:1 is. Eerst vermenigvuldigt u 85 (de rasterfrequentie) met 2 en komt u uit op 170. Vervolgens vermenigvuldigt u 170 met 3 en komt u uit op een scanresolutie van 510 ppi. Als u afdrukt op een inkjetprinter met een optimale resolutie van 300 dpi, vermenigvuldigt u 300 met 3 en komt u uit op een scanresolutie van 900.

    Opmerking:

    Bij afwijkende kleurscheidingsprocedures moet u mogelijk een andere verhouding tussen de afbeeldingsresolutie en de rasterfrequentie gebruiken. Neem contact op met de drukker of copyshop voordat u de afbeelding scant.

De bestandsgrootte berekenen voordat u een afbeelding scant

U kunt een tijdelijk bestand maken om de vereiste bestandsgrootte voor de uiteindelijke uitvoer van de scan te bepalen.

  1. Kies Bestand > Nieuw in Photoshop.
  2. Voer de breedte, de hoogte en de resolutie van de uiteindelijke afgedrukte afbeelding in. De resolutie moet 1,5 tot 2 keer zo hoog zijn als de rasterfrequentie waarmee u wilt afdrukken. Zorg dat de modus waarin u wilt scannen is geselecteerd. De bestandsgrootte wordt weergegeven in het dialoogvenster Nieuw.

    Stel dat de uiteindelijke afbeelding bijvoorbeeld 4 inches breed en 5 inches hoog moet zijn. U wilt de afbeelding afdrukken met een scherm van 150 regels en met de verhouding 2:1. U stelt de resolutie dus in op 300. De resulterende bestandsgrootte is 5,15 MB.

    Als u de scan uitvoert, voert u de resulterende bestandsgrootte in de scannerinstellingen in. U hoeft de resolutie en de afmetingen voor de afbeelding niet op te geven. Nadat u de afbeelding hebt gescand en in Photoshop hebt geïmporteerd, kunt u de juiste breedte en hoogte voor de afbeelding invoeren met de opdracht Afbeeldingsgrootte (de optie Nieuwe beeldpixels berekenen moet zijn uitgeschakeld).

 Adobe

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?