Opmerking:
Voor eerdere Photoshop-versies dan Photoshop CC is bepaalde functionaliteit die in dit artikel wordt beschreven wellicht alleen beschikbaar als u Photoshop Extended hebt. Photoshop CC kent geen afzonderlijke Extended-versie. Alle functies van Photoshop Extended maken deel uit van Photoshop CC.
U kunt afzonderlijke videoframes bewerken of hierop tekenen om een animatie te maken, inhoud toe te voegen of ongewenste details te verwijderen. U kunt tekenen met de penselen en met het gereedschap Kloonstempel, Patroonstempel, Retoucheerpenseel of Snel retoucheerpenseel. U kunt videoframes ook bewerken met het gereedschap Reparatie.
Opmerking:
Tekenen (of het gebruik van elk ander gereedschap) op videoframes wordt vaak rotoscoping genoemd, hoewel rotoscoping meestal slaat op het frame-per-frame overtrekken van actiebeelden voor gebruik in animatie.
-
Bij tekenen op een videolaag blijft de afbeelding intact. Als u de gewijzigde pixels op een bepaald frame of een bepaalde videolaag wilt verwijderen, kiest u de opdracht Frame herstellen of Alle frames herstellen. U kunt de zichtbaarheid van gewijzigde videolagen in- en uitschakelen met de opdracht Gewijzigde video verbergen (u kunt ook klikken op het oogje naast de gewijzigde videotrack in de tijdlijn).
In Photoshop kunt u met de gereedschappen Kloonstempel en Retoucheerpenseel objecten in video- of animatieframes retoucheren of dupliceren. Gebruik het Kloonstempel om een monster te nemen van inhoud van één deel van een frame (de bron) en teken dit over een ander deel van hetzelfde of een ander frame (het doel). In plaats van een frame kunt u ook een apart document gebruikenan als bron van het monster. Het Retoucheerpenseel bevat opties waarmee u het inhoudsmonster kunt laten samenvloeien met het doelframe.
Opmerking:
U kunt inhoud ook klonen met de gereedschappen Snel retoucheerpenseel en Reparatie. Met de gereedschappen Kloonstempel en Retoucheerpenseel kunt u echter tot vijf monsters opslaan in het deelvenster Bron klonen, en opties voor bedekking, schalen en frameverschuiving instellen.
Nadat u een monster hebt genomen van de inhoud van een frame, hiermee hebt getekend en vervolgens naar een ander frame gaat, verandert het bronframe ten opzichte van het frame waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen. U kunt het bronframe waarvan u het eerste monster hebt genomen vergrendelen of u kunt een waarde voor frameverschuiving instellen als u een ander frame wilt instellen als bron, ten opzichte van het frame waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen.
Opmerking:
Een video over frames klonen vindt u op www.adobe.com/go/vid0025_nl.
-
Als u de bron die u kloont, wilt schalen of roteren, voert u een waarde in voor B (breedte) of H (hoogte), of u voert de graden voor rotatie in
.
Als u een bedekking wilt weergeven van de bron die u kloont, selecteert u Bedekking tonen en stelt u de bedekkingsopties in. (De optie Bijgesneden beperkt de bedekking tot de grootte van het penseel. Schakel deze optie uit als u de gehele bronafbeelding wilt bedekken).
Opmerking:
U verplaatst de bronbedekking naar een verschuivingspositie door Shift + Alt ingedrukt te houden en te slepen (Windows) of Shift + Option ingedrukt te houden en te slepen (MAC OS). Als u bedekkingen tijdelijk wilt tonen, schakelt u de optie Bedekking tonenuit en drukt u op Shift + Alt (Windows) of Shift + Option (Mac OS).
-
Selecteer Frame vergrendelen als u voor het tekenen altijd het frame wilt gebruiken waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen.
Als u wilt tekenen met een frame ten opzichte van het frame waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen, geeft u het aantal frames op in het vak Frame verschuiven. Voer een positieve waarde in als het frame dat u wilt gebruiken zich achter het frame bevindt waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen. Voer een negatieve waarde in als het frame dat u wilt gebruiken zich vóór het frame bevindt waarvan u in eerste instantie het monster hebt genomen.
In Photoshop kunt u op videolagen tekenen met gereedschappen zoals het gereedschap Penseel of het gereedschap Kloonstempel. Als er geen kleurprofiel aan de videolaag is toegewezen, worden deze pixelbewerkingen opgeslagen met de kleurruimte van het bestand en blijft het beeldmateriaal ongewijzigd. Als de kleurruimte van het geïmporteerde beeldmateriaal afwijkt van de kleurruimte van uw Photoshop-document, dient u wellicht aanpassingen aan te brengen. SDTV 601 NTSC kan bijvoorbeeld de standaarddefinitie van een videofilm zijn, terwijl Adobe RGB de kleurruimte van het Photoshop-document is. Vanwege de niet overeenkomende kleurruimte kunnen de kleuren in de video die of het document dat u exporteert nogal tegenvallen.
Opmerking:
Voordat u veel tijd aan het tekenen of bewerken van videolagen besteedt, probeer eerst uw volledige workflow uit. Hierdoor krijgt u een beter inzicht in uw kleurbeheerbehoeften en vindt u de werkwijze die het best bij uw workflow past.
Vaak kunt u een probleem oplossen door een kleurprofiel toe te wijzen aan het document dat overeenkomt met het geïmporteerde beeldmateriaal en door de videolaag niet te beheren. In het geval van video's met een standaarddefinitie kunt u de videolaag bijvoorbeeld beter niet beheren en het document gewoon toewijzen aan het kleurprofiel SDTV (Rec. 601 NTSC). De geïmporteerde framepixels worden dan rechtstreeks opgeslagen in de videolaag en er vindt geen kleuromzetting plaats.
U kunt daarentegen het kleurprofiel van het document aan de videolaag toewijzen met de optie Bewerkte frame-inhoud omzetten (Lagen > Videolagen > Beeldmateriaal interpreteren). Met deze optie zet u de pixelbewerkingen van de documentkleurruimte om, maar niet de kleuren van de videoframes.
Met de opdracht Omzetten in profiel (Bewerken > Omzetten in profiel) worden eveneens alle pixelbewerkingen in de documentkleurruimte omgezet. Met de opdracht Profiel toewijzen (Bewerken > Profiel toewijzen) worden de pixelbewerkingen van een videolaag echter niet omgezet. Gebruik de opdracht Profiel toewijzen met terughoudendheid, vooral als u hebt getekend op videoframes of videoframes hebt bewerkt. Als de videolaag een kleurprofiel heeft en u past de opdracht Profiel toewijzen toe op het document, is niet-overeenkomende kleurruimte tussen de pixelbewerkingen en de geïmporteerde frames mogelijk.
Voor bepaalde combinaties van beeldmateriaal en documentkleurruimtes is kleuromzetting echter vereist: