Handboek Annuleren

Structuurpenselen maken

Penseelopties voor structuur

Als u een structuurpenseel gebruikt, worden de penseelstreken van een patroon voorzien, zodat het lijkt of deze op canvas met een structuur zijn aangebracht.

Photoshop - Penseelstreek met en zonder structuur
Penseelstreken zonder structuur (links) en met structuur (rechts)

Klik op het patroonvoorbeeld en kies een patroon in het pop‑updeelvenster. Stel een of meer van de volgende opties in:

Omkeren

Hiermee worden de hoge en lage punten in de structuur omgekeerd op basis van de tonen in het patroon. Als Omkeren is ingeschakeld, zijn de lichtste gebieden in het patroon de lage punten in de structuur. Op deze gebieden wordt de minste verf aangebracht. De donkerste gebieden in het patroon zijn de hoge punten in de structuur. Op deze gebieden wordt de meeste verf aangebracht. Als Omkeren is uitgeschakeld, wordt de meeste verf aangebracht op de lichtste gebieden in het patroon. De minste verf wordt aangebracht op de donkerste gebieden in het patroon.

Schalen

Hiermee geeft u de schaal van het patroon op. Typ een getal of gebruik de schuifregelaar om een waarde in te stellen in de vorm van een percentage van de grootte van het patroon.

Structuur aanbrengen voor elke aanzet

Hiermee past u de geselecteerde structuur afzonderlijk toe op ieder streekspoor in een penseelstreek, in plaats van op de volledige penseelstreek (een penseelstreek bestaat uit vele streeksporen die voortdurend worden toegepast tijdens het slepen van het penseel). Deze optie moet zijn ingeschakeld om de opties voor de variatie van de diepte beschikbaar te maken.

Modus

Hiermee geeft u de overvloeimodus voor de combinatie van het penseel en het patroon op. (Zie Overvloeimodi.)

Diepte

Hiermee geeft u op hoe diep de verf in de structuur doordringt. Typ een getal of sleep de schuifregelaar om een waarde op te geven. Bij 100% wordt er geen verf aangebracht op de lage punten van de structuur. Bij 0% wordt op alle punten in de structuur dezelfde hoeveelheid verf aangebracht, zodat het patroon niet zichtbaar is.

Minimumdiepte

Hiermee geeft u op hoe diep verf minimaal kan doordringen als Besturingselement is ingesteld op Vervagen, Pendruk, Hoek van pen of Pendrukschijf en als Structuur aanbrengen voor elke aanzet is geselecteerd.

Diepte - jitter en Besturingselement

Hiermee geeft u de variatie van de diepte op als Structuur aanbrengen voor elke aanzet is geselecteerd. Voer een percentage in om de maximumjitter aan te geven. Als u wilt opgeven hoe de variatie van de diepte van de streeksporen wordt bepaald, kiest u een optie in het pop-upmenu Besturingselement:

Uit

Hiermee geeft u aan dat de variatie van de diepte van de streeksporen niet hoeft te worden bepaald.

Vervagen

Kies Vervagen als u de diepte in het opgegeven aantal stappen wilt terugbrengen van het percentage bij Diepte - jitter tot het percentage bij Minimumdiepte.

Pendruk, Hoek van pen, Pendrukschijf, Rotatie

Hiermee kunt u de diepte laten variëren, gebaseerd op de druk van de pen, de hoek van de pen, de positie van de draaischijf van de pen of de rotatie van de pen.

Structuren kopiëren naar andere tools

Als u een structuur voor de huidige tool hebt opgegeven, kunt u het patroon en de schaal van de structuur kopiëren naar alle tools die structuren ondersteunen. U kunt bijvoorbeeld het patroon en de schaal van de huidige structuur voor het penseel kopiëren naar de tools Potlood, Kloonstempel, Patroonstempel, Historiepenseel, Penseel tekeninghistorie, Gummetje, Tegenhouden, Doordrukken en Spons.

  1. Kies Structuur naar andere tools kopiëren in het menu van het deelvenster Penseel.

Secundaire penselen

Als u een secundair penseel gebruikt, worden met twee uiteinden streeksporen aangebracht. De structuur van het secundaire penseel wordt toegepast binnen de penseelstreek van het primaire penseel en alleen de gebieden waar de twee penseelstreken elkaar snijden, worden getekend. De opties voor het primaire penseeluiteinde geeft u op in het gedeelte Vorm penseeluiteinde van het deelvenster Penseel. Selecteer een tweede penseeluiteinde in het gedeelte Secundair penseel van het deelvenster Penseel en stel een van de volgende opties in.

Photoshop - Primaire, secundaire, dubbele penseelstreken

A. Streek van primair penseeluiteinde (hard rond 55). B. Streek van secundair penseeluiteinde (gras). C. Dubbele penseelstreek (beide gebruikt). 

Modus

Selecteer een overvloeimodus voor het combineren van de streeksporen van het primaire uiteinde en het secundaire uiteinde. (Zie Overvloeimodi.)

Diameter

Hiermee stelt u de grootte van het secundaire uiteinde in. Geef een waarde op in pixels, sleep de schuifregelaar of klik op Monstergrootte gebruiken om de oorspronkelijke diameter van het penseeluiteinde te gebruiken. (De optie Monstergrootte gebruiken is alleen beschikbaar als de vorm van het penseeluiteinde is samengesteld op basis van pixelmonsters in een afbeelding.)

Tussenruimte

Met deze optie bepaalt u de afstand tussen de afzonderlijke streeksporen van het secundaire uiteinde in een penseelstreek. Als u de tussenruimte wilt wijzigen, voert u een getal in of gebruikt u de schuifregelaar om een percentage van de diameter van het uiteinde op te geven.

Spreiding

Hiermee geeft u op hoe de streeksporen van het secundaire uiteinde in een penseelstreek worden verdeeld. Als Beide assen is ingeschakeld, worden de streeksporen van het secundaire uiteinde straalsgewijs verdeeld. Als Beide assen is uitgeschakeld, worden de streeksporen van het secundaire uiteinde haaks op het pad van de penseelstreek verdeeld. Als u het maximale spreidingspercentage wilt opgeven, typt u een getal of sleept u de schuifregelaar om een waarde op te geven.

Aantal

Hiermee geeft u het aantal streeksporen van het secundaire uiteinde op dat bij elk interval wordt aangebracht. Typ een getal of sleep de schuifregelaar om een waarde op te geven.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?