- Photoshop Handboek
- Inleiding tot Photoshop
- Photoshop en andere Adobe-producten en -services
- Werken met illustraties van Illustrator in Photoshop
- Werken met Photoshop-bestanden in InDesign
- Substance 3D-materialen voor Photoshop
- Photoshop en Adobe Stock
- De Capture-in-app-extensie in Photoshop gebruiken
- Creative Cloud Libraries
- Creative Cloud Libraries in Photoshop
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Raster en hulplijnen
- Handelingen maken
- Ongedaan maken en historie
- Photoshop voor de iPad
- Photoshop op de iPad | Veelgestelde vragen
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop voor iPad
- Documenten maken, openen en exporteren
- Foto's toevoegen
- Werken met lagen
- Tekenen en schilderen met penselen
- Selecties maken en maskers toevoegen
- Uw composities retoucheren
- Werk met aanpassingslagen
- Pas de tonaliteit van uw compositie aan met Curven
- Transformatiebewerkingen toepassen
- Uw composities uitsnijden en roteren
- Canvas roteren, pannen, zoomen en opnieuw instellen
- Werk met tekstlagen
- Werk met Photoshop en Lightroom
- Vind ontbrekende lettertypen in Photoshop op de iPad
- Japanse tekens in Photoshop op de iPad
- App-instellingen beheren
- Aanraaksneltoetsen en bewegingen
- Sneltoetsen
- Afbeeldingsgrootte bewerken
- Livestreamen terwijl u in Photoshop werkt op de iPad
- Imperfecties corrigeren met het Retoucheerpenseel
- Penselen maken in Capture en gebruiken in Photoshop
- Werken met Camera Raw-bestanden
- Slimme objecten maken en ermee werken
- De belichting in uw afbeeldingen aanpassen met Tegenhouden en Doordrukken
- Photoshop op internet (bèta)
- Veelgestelde vragen | Photoshop op internet (bèta)
- Kennismaken met de werkruimte
- Systeemvereisten | Photoshop op internet (bèta)
- Sneltoetsen | Photoshop op internet (bèta)
- Ondersteunde bestandstypen | Photoshop op internet (bèta)
- Clouddocumenten openen en bewerken
- Samenwerken met belanghebbenden
- Beperkte bewerkingen toepassen op uw clouddocumenten
- Clouddocumenten
- Photoshop-clouddocumenten | Algemene vragen
- Photoshop-clouddocumenten | Vragen over workflow
- Clouddocumenten beheren en bewerken in Photoshop
- Cloudopslag upgraden voor Photoshop
- Kan geen clouddocumenten maken of opslaan
- Fouten met Photoshop-clouddocumenten oplossen
- Synchronisatielogboeken voor clouddocumenten verzamelen
- Toegang delen en uw clouddocumenten bewerken
- Bestanden delen en opmerkingen in de app
- Werkruimte
- Basisbegrippen voor werkruimten
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Photoshop
- Documenten maken
- De Touch Bar gebruiken met Photoshop
- Toolgalerieën
- Prestatievoorkeuren
- Tools gebruiken
- Aanraakbewegingen
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Technology Previews
- Metagegevens en notities
- Standaardsneltoetsen
- Aanraakfuncties en aanpasbare werkruimten
- Photoshop-afbeeldingen in andere toepassingen opnemen
- Voorkeuren
- Standaardsneltoetsen
- Linialen
- Niet-afdrukbare extra's tonen of verbergen
- Het aantal kolommen voor een afbeelding opgeven
- Ongedaan maken en historie
- Deelvensters en menu's
- Bestanden plaatsen
- Elementen instellen met de functie Magnetisch
- Plaatsen met de liniaal
- Voorinstellingen
- Sneltoetsen aanpassen
- Raster en hulplijnen
- Ontwerp van websites, schermen en apps
- Basisprincipes van afbeeldingen en kleuren
- Afbeeldingen vergroten/verkleinen
- Werken met raster-en vectorafbeeldingen
- Grootte en resolutie van afbeeldingen
- Afbeeldingen ophalen van camera's en scanners
- Afbeeldingen maken, openen en importeren
- Afbeeldingen weergeven
- Fout Ongeldige JPEG-markering | Afbeeldingen openen
- Meerdere afbeeldingen weergeven
- Kleurkiezers en -stalen aanpassen
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi
- Kleurmodi
- Delen van een afbeelding wissen
- Overvloeimodi
- Kleuren kiezen
- Geïndexeerde-kleurentabellen aanpassen
- Informatie over afbeeldingen
- Vervormingsfilters zijn niet beschikbaar
- Informatie over kleur
- Kleuren en monochrome instellingen aanpassen aan de hand van kanalen
- Kleuren kiezen in de deelvensters Kleur en Stalen
- Monster
- Kleurmodus of Afbeeldingsmodus
- Kleurzweem
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Stalen toevoegen uit HTML, CSS en SVG
- Bitdiepte en voorkeuren
- Lagen
- Basisbegrippen voor lagen
- Niet-destructieve bewerkingen
- Lagen en groepen maken en beheren
- Lagen selecteren, groeperen en koppelen
- Afbeeldingen in kaders plaatsen
- Laagdekking en overvloeien
- Lagen maskeren
- Slimme filters toepassen
- Laagsamenstellingen
- Lagen verplaatsen, stapelen en vergrendelen
- Lagen maskeren met vectormaskers
- Lagen en groepen beheren
- Laageffecten en laagstijlen
- Laagmaskers bewerken
- Middelen extraheren
- Lagen met uitknipmaskers tonen
- Afbeeldingsmiddelen genereren op basis van lagen
- Werken met slimme objecten
- Overvloeimodi
- Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
- Afbeeldingen combineren met automatisch overvloeiende lagen
- Lagen uitlijnen en verdelen
- CSS kopiëren uit lagen
- Selecties uit een laag of grenzen van een laagmasker laden
- Uitnemen om inhoud van andere lagen zichtbaar te maken
- Laag
- Afvlakken
- Samengesteld
- Achtergrond
- Selecties
- Werkruimte Selecteren en maskeren
- Snelle selecties maken
- Aan de slag met selecties
- Selecties aanbrengen met de selectiekadertools
- Selecties maken met de lasso’s
- Een kleurbereik selecteren in een afbeelding
- Pixelselecties aanpassen
- Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd
- Basisbegrippen voor kanalen
- Geselecteerde pixels verplaatsen, kopiëren en verwijderen
- Een tijdelijk snelmasker maken
- Selecties en alfakanaalmaskers opslaan
- De afbeeldingsgebieden met de focus selecteren
- Kanalen dupliceren, splitsen en samenvoegen
- Kanaalberekeningen
- Selectie
- Selectiekader
- Afbeeldingsaanpassingen
- Perspectief verdraaien
- Vervaging door camerabeweging verminderen
- Voorbeelden van de tool Retoucheerpenseel
- Kleur-opzoektabellen exporteren
- De scherpte en vervaging van afbeeldingen aanpassen
- Kleuraanpassingen
- De aanpassing Helderheid/contrast toepassen
- Schaduwdetails en hooglichtdetails aanpassen
- Aanpassing Niveaus
- De kleurtoon en verzadiging aanpassen
- Levendigheid aanpassen
- De kleurverzadiging in afbeeldingsgebieden aanpassen
- Snel aanpassingen aanbrengen aan tinten
- Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen
- Uw afbeelding verbeteren met aanpassingen in kleurbalans
- HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range)
- Histogrammen en pixelwaarden bekijken
- Kleuren in uw afbeelding afstemmen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit
- Aanpassings- en opvullagen
- Aanpassing Curven
- Overvloeimodi
- Afbeeldingen voorbereiden voor drukken
- De kleur en toon aanpassen met de pipetten Niveaus en Curven
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Filter
- Vervagen
- Afbeeldingsgebieden doordrukken of tegenhouden
- Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen
- Objectkleuren vervangen
- Adobe Camera Raw
- Systeemvereisten voor Camera Raw
- Nieuwe functies in Camera Raw
- Kennismaken met Camera Raw
- Panorama's maken
- Ondersteunde lenzen
- Vignet-, korrel- en neveleffecten in Camera Raw
- Standaardsneltoetsen
- Automatische perspectiefcorrectie in Camera Raw
- Niet-destructieve bewerkingen uitvoeren in Camera Raw
- Radiaalfilter in Camera Raw
- Camera Raw-instellingen beheren
- Afbeeldingen openen, verwerken en opslaan in Camera Raw
- Repareer afbeeldingen met de verbeterde tool Vlekken verwijderen in Camera Raw
- Afbeeldingen roteren, uitsnijden en aanpassen
- Kleurweergave aanpassen in Camera Raw
- Functieoverzicht | Adobe Camera Raw | 2018-versies
- Overzicht van nieuwe functies
- Procesversies in Camera Raw
- Lokale aanpassingen aanbrengen in Camera Raw
- Afbeeldingen repareren en restaureren
- Afbeeldingen transformeren
- Objecten transformeren
- Uitsnijding, rotatie en canvasgrootte aanpassen
- Foto's uitsnijden en rechttrekken
- Panoramische afbeeldingen maken en bewerken
- Afbeeldingen, vormen en paden verdraaien
- Perspectiefpunt
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- Schalen en de inhoud behouden
- Afbeeldingen, vormen en paden transformeren
- Verdraaien
- Transformeren
- Panorama
- Tekenen en verven
- Symmetrische patronen tekenen
- Rechthoeken tekenen en lijnopties wijzigen
- Tekenen
- Vormen tekenen en bewerken
- Tekentools
- Penselen maken en wijzigen
- Overvloeimodi
- Kleur toevoegen aan paden
- Paden bewerken
- Tekenen met het mixerpenseel
- Voorinstellingen voor penselen
- Verlopen
- Interpolatie met verloop
- Selecties, lagen en paden vullen en omlijnen
- Tekenen met de pentools
- Patronen maken
- Een patroon maken met de Patroonmaker
- Paden beheren
- Bibliotheken en voorinstellingen van patronen beheren
- Tekenen of verven met een grafisch tablet
- Structuurpenselen maken
- Dynamische elementen toevoegen aan penselen
- Verloop
- Gestileerde streken tekenen met het penseel Tekeninghistorie
- Tekenen met een patroon
- Voorinstellingen synchroniseren op meerdere apparaten
- Tekst
- De tekst toevoegen en bewerken
- Unified Text Engine
- Werken met OpenType SVG-lettertypen
- Tekens opmaken
- Alinea's opmaken
- Teksteffecten maken
- Tekst bewerken
- Regelafstand en tekenspatiëring
- Arabische en Hebreeuwse tekst
- Lettertypen
- Problemen met lettertypen oplossen
- Aziatische tekst
- Tekst maken
- Tekstenginefout met Typegereedschap in Photoshop | Windows 8
- De tekst toevoegen en bewerken
- Video en animatie
- Video's bewerken in Photoshop
- Video- en animatielagen bewerken
- Overzicht van video en animatie
- Voorvertoningen van video en animaties weergeven
- Frames tekenen in videolagen
- Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren
- Frameanimaties maken
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- Tijdlijnanimaties maken
- Afbeeldingen maken voor video
- Filters en effecten
- Het filter Uitvloeien gebruiken
- De galerie Vervagen gebruiken
- Basisbeginselen van filters
- Overzicht van de filtereffecten
- Belichtingseffecten toevoegen
- Het filter Adaptief groothoek gebruiken
- Het filter Olieverf gebruiken
- Laageffecten en laagstijlen
- Specifieke filters toepassen
- Natte vinger gebruiken in afbeeldingsgebieden
- Opslaan en exporteren
- Afdrukken
- 3D-objecten afdrukken
- Afdrukken vanuit Photoshop
- Afdrukken met kleurbeheer
- Contactbladen en PDF-presentaties
- Foto's afdrukken in een figuurpakketlay-out
- Steunkleuren afdrukken
- Duotonen
- Afbeeldingen drukken op een professionele drukpers
- Kleurenafdrukken in Photoshop verbeteren
- Problemen met afdrukken oplossen | Photoshop
- Automatisering
- Handelingen maken
- Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
- Scripts
- Een groep bestanden verwerken
- Handelingen afspelen en beheren
- Voorwaardelijke acties toevoegen
- Handelingen en het deelvenster Handelingen
- Tools opnemen in handelingen
- Een voorwaardelijke moduswijziging toevoegen aan een handeling
- Photoshop-gebruikersinterfacewerkset voor plug-ins en scripts
- Kleurbeheer
- Content Authenticity
- 3D-beelden en technische beeldverwerking
- Photoshop 3D | Veelgestelde vragen over 3D-functies die niet meer beschikbaar zijn
- Creative Cloud 3D-animatie (Preview)
- 3D-objecten afdrukken
- Tekenen in 3D
- Verbeteringen in het 3D-deelvenster | Photoshop
- De belangrijkste 3D-concepten en -tools
- 3D renderen en opslaan
- 3D-objecten en -animaties maken
- Afbeeldingsstapels
- 3D-workflow
- Metingen
- DICOM-bestanden
- Photoshop en MATLAB
- Objecten in een afbeelding tellen
- 3D-objecten combineren en omzetten
- Structuren bewerken in 3D
- HDR-belichting en -kleurtinten aanpassen
- Instellingen van het 3D-deelvenster
De modus voor schermweergave wijzigen
Met de opties voor de schermmodus kunt u afbeeldingen op het volledige scherm weergeven. U kunt de menubalk, titelbalk en schuifbalken tonen of verbergen.
Druk op de toets F om snel door schermmodi te bladeren.
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Kies Weergave > Schermmodus > Modus Standaardscherm om de standaardmodus weer te geven (menubalk boven in scherm en schuifbalken aan weerszijden). U kunt ook op de knop Schermmodus
in de toepassingsbalk klikken en Modus Standaardscherm selecteren in het pop-upmenu.
Kies Weergave > Schermmodus > Modus Volledig scherm met menubalk om het venster op volledige schermgrootte weer te geven met een menubalk en een achtergrond van 50% grijs, maar zonder titelbalk en schuifbalken. U kunt ook op de knop Schermmodus in de toepassingsbalk klikken en Modus Volledig scherm met menubalk selecteren in het pop-upmenu.
Kies Weergave > Schermmodus > Modus Volledig scherm om een schermvullend venster met alleen een zwarte achtergrond (zonder titelbalk, menubalk of schuifbalken) weer te geven. U kunt ook op de knop Schermmodus in de toepassingsbalk klikken en Modus Volledig scherm selecteren in het pop-upmenu.
Het weergavegebied van een afbeelding wijzigen
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Gebruik de schuifbalken van het venster.
Selecteer de tool Handje en versleep de afbeelding in het venster. Als u het handje wilt gebruiken terwijl een andere tool is geselecteerd, houdt u de spatiebalk ingedrukt terwijl u in de afbeelding sleept.
Opmerking:Als uw computer over OpenGL beschikt, kunt u het handje gebruiken om de afbeelding via tikken snel in de gewenste richting te manoeuvreren. Na een snelle muisactie verplaatst de afbeelding zich dan alsof u ononderbroken sleept. U schakelt deze optie in door Bewerken > Voorkeuren > Algemeen ( (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS) te kiezen en Tikken en pannen inschakelen te selecteren.
Slepen met het handje om een ander gedeelte van de afbeelding weer te geven Sleep het gekleurde vak (proxyweergavegebied) in het deelvenster Navigator.
De tool Weergave roteren gebruiken
U gebruikt de tool Weergave roteren om het canvas niet-destructief te roteren; de afbeelding wordt niet getransformeerd. Rotatie van het canvas kan om een aantal redenen nuttig zijn. Tekenen wordt bijvoorbeeld eenvoudiger. (OpenGL is vereist.)
U kunt ook rotatiegebaren gebruiken op MacBook-computers met multi-touchtrackpads.
-
Selecteer in de toolset de tool Weergave roteren
. (Als de tool niet zichtbaar is, houdt u het handje ingedrukt.)
-
Ga als volgt te werk:
Sleep in de afbeelding. Een kompas geeft in de afbeelding het noorden aan, onafhankelijk van de huidige canvashoek.
Voer in het veld Rotatiehoek op de optiebalk de graden in.
Klik of sleep het cirkelvormige besturingselement Rotatiehoek instellen.
-
Als u het canvas wilt herstellen en de oorspronkelijke hoek wilt instellen, klikt u op Weergave herstellen.
Ga naar www.adobe.com/go/lrvid4001_ps_nl voor een video over de tool Weergave roteren en andere tips voor de werkruimte. (De bespreking van de tool Weergave roteren begint na 5 minuten en 10 seconden.)
Trackpadbesturing uitschakelen (Mac OS)
Als u een MacBook-computer met een multi-touchtrackpad hebt, kunt u de trackpad gebruiken voor tikken en pannen, voor het roteren van afbeeldingen en voor het in- of uitzoomen op afbeeldingen. U kunt zo veel sneller werken, maar u kunt deze functie uitschakelen als er onbedoelde wijzigingen ontstaan.
-
Kies Photoshop > Voorkeuren > Interface (Mac OS).
-
Schakel Vingerbewegingen inschakelen uit in het gedeelte Algemeen.
Het deelvenster Navigator gebruiken
Met het deelvenster Navigator wijzigt u snel de weergave van uw illustratie met behulp van een miniatuur. Het gekleurde vak in de Navigator (het proxyweergavegebied) is hetzelfde als het gebied dat u in het venster ziet.
-
Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u het deelvenster Navigator wilt weergeven, selecteert u Venster > Navigator.
Om de vergroting te wijzigen, typt u een waarde in het tekstvak, klikt u op de knop Uitzoomen of Inzoomen of versleept u de zoomregelaar.
Om de weergave van een afbeelding te verplaatsen, sleept u het proxyweergavegebied in de miniatuurweergave van de afbeelding. U kunt ook op de miniatuurweergave van de afbeelding klikken om het zichtbare gebied aan te duiden.
Tip: Als u het formaat en de positie van het proxygebied tegelijkertijd wilt instellen, houdt u Control (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en sleept u in de miniatuur van de afbeelding.
Als u de kleur van het voorvertoningsgebied wilt wijzigen, selecteert u Deelvensteropties in het deelvenstermenu. Selecteer een vooraf ingestelde kleur in het pop-upmenu voor kleuren of klik in het kleurenvak om een aangepaste kleur te kiezen.
Deelvenster Navigator A. Knop voor deelvenstermenu B. Miniatuurweergave van illustratie C. Proxyweergavegebied D. Tekstvak Zoomen E. Knop Uitzoomen F. Zoomregelaar G. Knop Inzoomen
In- of uitzoomen
Gebruik de tool Zoomen of de opdrachten in het menu Weergave om in of uit te zoomen op een afbeelding. Als u de tool Zoomen gebruikt, vergroot of verkleint u met elke klik de weergave één niveau tot het volgende vooraf ingestelde percentage en wordt het punt waar u klikt het middelpunt van de weergave. Als de afbeelding niet verder kan worden vergroot (tot 3200%) of verkleind (tot 1 pixel), is het vergrootglas 'leeg'.
Zie Afbeeldingen op 100% weergeven als u afbeeldingen op hun nauwkeurigst wilt weergeven, met verscherping, laageffecten en andere aanpassingen.
Voorkeuren voor de tool Zoomen instellen
-
Kies Bewerken > Voorkeuren > Prestaties (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Prestaties (Mac OS). Selecteer in het gedeelte GPU-instellingen de optie OpenGL-tekenen inschakelen.Opmerking:
voor bepaalde voorkeuren voor de tool Zoomen is OpenGL vereist. Als OpenGL-tekenen inschakelen niet beschikbaar is, biedt uw grafische kaart geen ondersteuning voor deze technologie.
-
Selecteer een van de volgende opties in de algemene voorkeuren:
Geanimeerd zoomen
Maakt onafgebroken zoomen mogelijk wanneer u de tool Zoomen ingedrukt houdt.
Vensters vergroten/verkleinen door zoomen
Zoomen met schuifwiel
Kies deze optie om te kunnen zoomen met het schuifwiel van uw muis.
Gecentreerd inzoomen op punt waarop wordt geklikt
Kies deze optie om de zoomweergave te centreren rond de locatie waarop u hebt geklikt.
Een vooraf ingestelde mate zoomen
-
Ga als volgt te werk:
Selecteer de tool Zoomen
en klik op de knop Inzoomen
of Uitzoomen
op de optiebalk. Klik vervolgens op het gebied waarop u wilt in- of uitzoomen.
Tip: Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt om snel over te schakelen op de modus Uitzoomen.
Kies Weergave > Inzoomen of Weergave > Uitzoomen. De opdracht Inzoomen of Uitzoomen is niet meer beschikbaar als de afbeelding tot op het maximale niveau is vergroot of verkleind.
Stel het zoomniveau in de linkerbenedenhoek van het hoofdvenster of in het deelvenster Navigator in.
Afbeeldingen op 100% weergeven
Een zoominstelling van 100% biedt de meest nauwkeurige weergave, omdat elke afbeeldingspixel met één monitorpixel wordt weergegeven. (Voor andere zoominstellingen worden de afbeeldingspixels geïnterpoleerd naar een andere hoeveelheid monitorpixels.)
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Dubbelklik op de tool Zoomen in de toolset.
(Creative Cloud) Kies Weergeven > 100% of klik op 100% in de optiebalk van de tool Zoomen of Handje.
Kies Weergave > Werkelijke pixels of klik op Werkelijke pixels in de optiebalk van de tool Zoomen of Handje.
Voer 100% in in de statusbalk en druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS).
Opmerking:De 100%-weergave geeft een afbeelding weer zoals deze wordt weergegeven in een webbrowser (bij de huidige monitorresolutie).
Onafgebroken zoomen
U kunt alleen onafgebroken zoomen als uw grafische kaart ondersteuning biedt voor OpenGL en als Geanimeerd zoomen is ingeschakeld in de algemene voorkeuren.
-
Selecteer de tool Zoomen en voer een van de volgende handelingen uit:
Klik in de afbeelding en houd de muisknop ingedrukt om in te zoomen. Druk op Alt (Windows) of Option (Mac OS) om uit te zoomen.
Selecteer Zoomen door slepen in de optiebalk. Sleep vervolgens naar links in de afbeelding om uit te zoomen of naar rechts om in te zoomen.
Een specifiek gebied uitvergroten
-
Selecteer de tool Zoomen.
-
Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt vergroten.
Slepen met de tool Zoomen om een afbeelding groter weer te geven Het gebied binnen het selectiekader wordt weergegeven met de maximale vergroting. Als u het selectiekader in de illustratie in Photoshop wilt verplaatsen, sleept u eerst een selectiekader en houdt u vervolgens de spatiebalk ingedrukt.
Tijdelijk inzoomen op een afbeelding
-
Houd H ingedrukt, klik vervolgens op de afbeelding en houd de muisknop ingedrukt.
De actieve tool verandert in de tool Handje en de vergroting van de afbeelding wordt als volgt gewijzigd:
Als de volledige afbeelding oorspronkelijk in het documentvenster paste, wordt ingezoomd op de afbeelding totdat deze in het venster past.
Er wordt uitgezoomd op de afbeelding als oorspronkelijk slechts een gedeelte van de afbeelding zichtbaar was. Sleep het zoomkader om een ander deel van de afbeelding uit te vergroten.
-
Laat eerst de muisknop en dan de H-toets los.
De afbeelding wordt met de vorige vergroting en met de vorige actieve tool weergegeven.
Het venster automatisch wijzigen tijdens het zoomen
-
Activeer de tool Zoomen en kies op de optiebalk Vensters passend. Het venster verandert van grootte wanneer u de weergave van de afbeelding vergroot of verkleint.
Wanneer Vensters passend maken is uitgeschakeld (standaard), houdt het venster dezelfde grootte bij elke vergroting van de afbeelding. Dit is vooral handig wanneer u op een kleine monitor of met trapsgewijs geordende afbeeldingen werkt.
Opmerking:als u het formaat van het venster automatisch wilt aanpassen wanneer u de sneltoetsen voor zoomen gebruikt, kiest u Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Algemeen (Mac OS). Selecteer vervolgens Vensters vergroten/verkleinen door zoomen.
Een afbeelding aan het scherm aanpassen
-
Voer een van de volgende handelingen uit:
Dubbelklik op het handje in de toolset.
Kies Weergave > In venster.
Selecteer een tool voor zoomen of het handje en klik op de knop In venster op de optiebalk.
Hierdoor worden zowel het zoomniveau als de venstergrootte aan de beschikbare ruimte op het scherm aangepast.
Het pixelraster verbergen
Als u met meer dan 500% vergroot, wordt het pixelraster van de afbeelding standaard zichtbaar. Ga als volgt te werk om het raster te verbergen.
-
Kies Weergave > Tonen en schakel Raster uit.
Verwante informatie
Aanmelden bij je account