Met de gereedschappen op de werkbalk Selecteren en zoomen kunt u de zoomfactor voor PDF-documenten wijzigen. In de standaardweergave van de werkbalk ziet u niet alle gereedschappen. U kunt alle gereedschappen tonen door met de rechtermuisknop te klikken op de werkbalk en afzonderlijke gereedschappen te kiezen of te kiezen voor de optie Alle Selecteren en zoomen-gereedschappen tonen. Enkele gereedschappen zijn ook beschikbaar in de werkbalk Paginabesturingselement, zoals In-/uitzoomen en Zoomen op waarde.

A. Selectiekader in-/uitzoomen B. Continue zoom of Dynamisch in-/uitzoomen C. Ware grootte D. Zoomen naar paginaniveau E. Vensterbreedte F. Pannen en in-/uitzoomen G. Loep-vergrootglas

A. Selectie B. Handje of Pannen C. Uitzoomen D. Inzoomen E. Zoomwaarde F. Aanpassen aan venster G. Eén volledige pagina zichtbaar in venster H. Weergeven in Leesmodus
- Het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen werkt op verschillende manieren: U kunt het gebruiken om een rechthoek rond een gedeelte van de pagina te slepen waarmee u het weergavegebied wilt vullen. U kunt ook alleen klikken met het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen. Daarmee verhoogt u de zoomfactor met één vooraf ingesteld niveau. Dit gebeurt gecentreerd op het punt waarop u hebt geklikt. Als u de zoomfactor wilt verlagen met één vooraf ingesteld niveau, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u met het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen klikt.
- Met Continue zoom of Dynamisch in-/uitzoomen zoomt u in als u het gereedschap over de pagina omhoog sleept en zoomt u uit als u het omlaag sleept. Bij gebruik van een muiswiel zoomt u met dit gereedschap in wanneer u vooruit rolt en zoomt u uit wanneer u achteruit rolt.
- Met de knoppen Inzoomen en Uitzoomen wijzigt u de zoomfactor van het document met vooraf ingestelde stappen.
- Met de optie Zoomwaarde wijzigt u de paginaweergave op basis van het percentage dat u typt of dat u selecteert in een pop-upmenu.
- Met Ware grootte geeft u de pagina weer met een zoomfactor van 100%.
- Met Vensterbreedte wordt het documentvenster horizontaal door de PDF gevuld.
- Met Zoomen naar paginaniveau wordt het documentvenster verticaal gevuld door één pagina.
- Met het gereedschap Pannen en zoomen past u de zoomfactor en de positie van het weergavegebied aan, zodat dit overeenkomt met het gebied in de instelbare rechthoek in de paginaminiatuur van het venster Pannen en in-/uitzoomen.
- Met het gereedschap Loep geeft u een gedeelte van de PDF vergroot weer. Dit gedeelte komt overeen met het gebied in een instelbare rechthoek van het documentvenster.
- Als u het formaat van de pagina wilt wijzigen, zodat deze volledig in het documentvenster past, kiest u Beeld > Zoomen > Zoomen naar Passende pagina.
- Als u het formaat van de pagina wilt wijzigen, zodat deze even breed is als het documentvenster, kiest u Beeld > Zoomen > Vensterbreedte. Het is mogelijk dat de pagina gedeeltelijk buiten de weergave valt.
- Als u het formaat van de pagina wilt wijzigen, zodat deze even hoog is als het documentvenster, kiest u Beeld > Zoomen > Vensterhoogte. Het is mogelijk dat de pagina gedeeltelijk buiten de weergave valt.
- Als u het formaat van de pagina wilt wijzigen, zodat de tekst en afbeeldingen op de pagina binnen de breedte van het documentvenster passen, kiest u Beeld > Zoomen > Alleen informatie. Het is mogelijk dat de pagina gedeeltelijk buiten de weergave valt.
Opmerking:
Ga naar het menu Beeld > Zoomen voor een overzicht van de sneltoetsen waarmee u de documentweergave kunt aanpassen.
-
Klik op de werkbalk op de knop Inzoomen
of Uitzoomen
.
Voer de zoomwaarde in op de werkbalk Algemene gereedschappen. U kunt een percentage typen of een waarde kiezen in het pop-upmenu.
Sleep het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen
om het paginagebied te definiëren waarmee u het documentvenster wilt vullen. (Beeld > Zoomen > Selectiekader in-/uitzoomen)
Sleep het gereedschap Continue zoom (ook wel Dynamisch in-/uitzoomen genoemd)
omhoog om de zoomfactor te verhogen en omlaag om de zoomfactor te verlagen. (Beeld > Tonen/verbergen > Werkbalkitems > Selecteren en zoomen > Dynamisch in-/uitzoomen)
Opmerking:
Als u het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen selecteert, kunt u uitzoomen door Ctrl ingedrukt te houden terwijl u klikt of sleept. Als u Shift ingedrukt houdt, schakelt u tijdelijk over van het gereedschap Selectiekader in-/uitzoomen naar het gereedschap Dynamisch in-/uitzoomen.
-
Versleep de grepen van het vak in het venster Pannen en zoomen om de zoomfactor van het document te wijzigen.
Sleep het midden van het vak om over het gebied te pannen dat u wilt bekijken.
Klik op de navigatieknoppen om naar een andere pagina te gaan.
Geef een waarde op in het tekstvak Zoomen of klik op de knop met het plusteken
of minteken
om de zoomfactor te verhogen of te verlagen met vooraf ingestelde stappen.
-
Als u de zoomfactor van het gereedschap Loep wilt wijzigen, voert u een van de volgende handelingen uit:Een uitvergroot gebied van het document weergeven met het gereedschap Loep
Opmerking:
U kunt de rechthoek van het gereedschap Loep een andere kleur geven. Klik hiervoor op het pop-upmenu Lijnkleur rechts onder in het venster Loep en selecteer een nieuwe kleur.
-
Plaats de aanwijzer desgewenst boven het zoomkader in de miniatuur totdat de aanwijzer in een handje verandert. Sleep het kader vervolgens om een ander gebied van de pagina in het documentvenster weer te geven.Een paginaweergavevak in een paginaminiatuur geeft het gebied van de pagina aan dat momenteel wordt weergegeven in documentvenster.
Als u zoomt met een hoge zoomfactor, is het mogelijk dat u slechts een gedeelte van een pagina ziet. U kunt in dat geval de weergave verschuiven om andere gebieden van de pagina weer te geven zonder de zoomfactor te wijzigen.
-
Schuif met de verticale schuifbalken omhoog of omlaag in de pagina en schuif met de horizontale schuifbalken van links naar rechts in de pagina.
Selecteer het gereedschap Handje op de werkbalk Algemene gereedschappen en sleep om de pagina te verplaatsen, zoals u een vel papier verschuift op een tafel.
Het wijzigen van de pagina-indeling is vooral handig als u wilt uitzoomen om een overzicht van de documentindeling te krijgen. Kies Weergave > Paginaweergave en selecteer een van de volgende paginaopmaken:
Weergave van één pagina
Hiermee geeft u één pagina tegelijk weer, zonder dat er gedeelten van andere pagina's zichtbaar zijn.
Bladeren inschakelen
Hiermee geeft u pagina's weer in een continue, verticale kolom die één pagina breed is.
Weergave van twee pagina's
Hiermee worden tegenover elkaar liggende pagina's telkens paarsgewijs weergegeven, zonder dat er gedeelten van andere pagina's zichtbaar zijn.
Bladeren op twee pagina's
Hiermee kunt u tegenover elkaar liggende pagina's naast elkaar weergeven in een doorlopende, verticale kolom.
Opmerking:
Als een document langer dan twee pagina's is, kunt u ervoor zorgen dat de eerste pagina alleen aan de rechterkant van het documentscherm wordt weergegeven. Selecteer Weergave van twee pagina's of Bladeren op twee pagina's. Selecteer vervolgens Beeld > Paginaweergave > Voorblad weergeven bij twee pagina's.

U kunt ook knoppen weergeven voor al deze opties op de werkbalk Snelle gereedschappen. Hiervoor kiest u Beeld > Tonen/verbergen > Werkbalkitems > Paginaweergave en selecteert u de optie in het menu.
Opmerking:
In Weergave van één pagina selecteert u met Bewerken > Alles selecteren alle tekst op de huidige pagina. In andere indelingen selecteert u met Alles selecteren alle tekst in de PDF.
U kunt de paginaweergave roteren in stappen van 90°. Hiermee wijzigt u de weergave van de pagina, niet de werkelijke afdrukstand.
Als u de paginaweergave tijdelijk wilt roteren, kiest u Beeld > Weergave roteren > Met de klok mee of Tegen de klok in. U kunt deze wijziging niet opslaan.
Als u de rotatie samen met het document wilt opslaan, kiest u Gereedschappen > Pagina 's indelen > Knop Rechtsom roteren
of Knop Linksom roteren
op de werkbalk.
U kunt de standaardweergave bij openen instellen in het dialoogvenster Voorkeuren. (Zie Voorkeuren instellen.)
Opmerking:
De PDF wordt geopend met de pagina-indeling die is opgegeven in de Voorkeuren, tenzij een andere pagina-indeling is opgegeven in Documenteigenschappen (Bestand > Eigenschappen > Oorspronkelijke weergave). De ingestelde Documenteigenschappen hebben voorrang op de instelling bij Voorkeuren. Houd er rekening mee dat als u Documenteigenschappen gebruikt, wijzigingen pas worden toegepast nadat u het document hebt opgeslagen en gesloten. Gebruikers van Acrobat kunnen de weergave bij openen wijzigen, tenzij beveiligingsinstellingen wijzigingen verhinderen. Gebruikers van Reader kunnen de weergave bij openen niet wijzigen.
U kunt een PDF-documentvenster opsplitsen in twee vensters (opdracht Splitsen) of vier vensters (opdracht Werkblad splitsen).
In de gesplitste weergave kunt u schuiven, de zoomfactor wijzigen of naar een andere pagina in het actieve venster gaan zonder dat dit gevolgen heeft voor het andere venster.
De weergave met gesplitst werkbladvenster is handig als u kolomkoppen en rijlabels zichtbaar wilt houden terwijl u door een groot werkblad of een grote tabel bladert. In deze modus wordt de zoomfactor in alle vensters aangepast wanneer u in één venster de zoomfactor wijzigt. Verder geldt dat het schuiven tussen de vensters is gekoppeld. Als u in een venster horizontaal schuift, wordt ook geschoven in het venster erboven of eronder. Als u verticaal schuift, wordt ook geschoven in het venster aan de linker- of rechterkant.
-
Klik in de gesplitste weergave in het gewenste venster en schuif alleen in dat venster.
Klik in de weergave Werkblad splitsen in een venster en schuif verticaal om de weergave in het actieve venster en het venster ernaast te wijzigen. Schuif horizontaal om de weergave in het actieve venster en in het venster erboven en eronder, te wijzigen.
U kunt met de opdracht Nieuw venster meerdere vensters voor hetzelfde document maken. Nieuwe vensters hebben hetzelfde formaat en dezelfde zoomfactor en indeling als het originele venster en worden met dezelfde pagina geopend, boven op het originele venster. Als u een nieuw venster opent, wordt aan de oorspronkelijke bestandsnaam het achtervoegsel 1 toegevoegd en krijgt het nieuwe venster het achtervoegsel 2. U kunt meerdere vensters openen, waarbij het achtervoegsel voor elk nieuw venster wordt verhoogd. Als u een venster sluit, worden de overgebleven geopende vensters opeenvolgend opnieuw genummerd. Wanneer u vijf vensters hebt geopend en u het derde venster sluit, worden de resterende vensters genummerd met de achtervoegsels 1 tot en met 4.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar als de PDF's in een browser worden weergegeven.