Klik op het variabele- pictogram.
- Gebruikershandleiding voor Acrobat
- Inleiding tot Acrobat
- Werkruimte
- Beginselen van de werkruimte
- PDF's openen en weergeven
- Werken met onlineopslagaccounts
- Acrobat en macOS
- Acrobat-meldingen
- Rasters, hulplijnen en metingen in PDF's
- Aziatische tekst, Cyrillische tekst en tekst van rechts naar links in PDF's
- Beginselen van de werkruimte
- PDF's maken
- PDF's bewerken
- Tekst bewerken in PDF's
- Afbeeldingen of objecten bewerken in een PDF
- PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
- Gescande PDF's bewerken
- Foto's in een document verbeteren die zijn gemaakt met een mobiele camera
- PDF's optimaliseren
- PDF-eigenschappen en -metagegevens
- Koppelingen en bijlagen in PDF's
- PDF-lagen
- Paginaminiaturen en bladwijzers in PDF's
- Wizard Handelingen (Acrobat Pro)
- PDF's geconverteerd naar webpagina's
- PDF's instellen voor een presentatie
- PDF-artikelen
- Georuimtelijke PDF's
- Handelingen en scripts toepassen op PDF's
- Het standaardlettertype voor het toevoegen van tekst wijzigen
- Pagina's verwijderen uit een PDF
- Scannen en OCR
- Formulieren
- Beginselen van PDF-formulieren
- Een geheel nieuw formulier maken in Acrobat
- PDF-formulieren maken en distribueren
- PDF-formulieren invullen
- Eigenschappen van PDF-formuliervelden
- PDF-formulieren invullen en ondertekenen
- Actieknoppen instellen in PDF-formulieren
- Interactieve PDF-webformulieren publiceren
- Beginselen van PDF-formuliervelden
- PDF-streepjescodeformuliervelden
- PDF-formuliergegevens verzamelen en beheren
- Formulierbeheer
- Help bij PDF-formulieren
- PDF-formulieren verzenden naar ontvangers via e-mail of een interne server
- Bestanden combineren
- Bestanden combineren of samenvoegen in één PDF
- PDF-pagina's roteren, verplaatsen, verwijderen en opnieuw nummeren
- Kopteksten, voetteksten en Bates-nummering toevoegen aan PDF's
- PDF-pagina's bijsnijden
- Watermerken toevoegen aan PDF's
- Achtergronden toevoegen aan PDF's
- Werken met deelbestanden in een PDF-portfolio
- PDF-portfolio's publiceren en delen
- Overzicht van PDF-portfolio's
- PDF-portfolio's maken en aanpassen
- Bestanden delen, reviseren en opmerkingen plaatsen
- PDF's online delen en bijhouden
- Tekst met bewerkingen markeren
- Een PDF-revisie voorbereiden
- Een PDF-revisie starten
- Gedeelde revisies hosten op SharePoint- of Office 365-sites
- Deelnemen aan een PDF-revisie
- Opmerkingen toevoegen aan PDF's
- Een stempel aan een PDF toevoegen
- Goedkeuringswerkstromen
- Opmerkingen beheren | weergeven, erop reageren, afdrukken
- Opmerkingen importeren en exporteren
- PDF-revisies bijhouden en beheren
- PDF's opslaan en exporteren
- Beveiliging
- Uitgebreide beveiligingsinstelling voor PDF's
- PDF's beveiligen met wachtwoorden
- Digitale id's beheren
- PDF's beveiligen met certificaten
- Beveiligde PDF's openen
- Vertrouwelijke inhoud uit PDF's verwijderen
- Beveiligingsbeleid instellen voor PDF's
- Een beveiligingsmethode kiezen voor PDF's
- Beveiligingswaarschuwingen wanneer een PDF wordt geopend
- PDF's beveiligen met Adobe Experience Manager
- Functie Beveiligde weergave voor PDF's
- Overzicht van beveiliging in Acrobat en PDF's
- JavaScripts in PDF's als beveiligingsrisico
- Bijlagen als beveiligingsrisico's
- Koppelingen in PDF's toestaan of blokkeren
- Elektronische handtekeningen
- PDF-documenten ondertekenen
- Uw handtekening vastleggen op mobiele apparaten en overal gebruiken
- Documenten verzenden ter elektronische ondertekening
- Over certificaathandtekeningen
- Op een certificaat gebaseerde handtekeningen
- Digitale handtekeningen valideren
- AATL-lijst (Adobe Approved Trust List)
- Vertrouwde identiteiten beheren
- Afdrukken
- Toegankelijkheid, codes en opnieuw plaatsen
- Zoeken en indexeren
- Multimedia en 3D-modellen
- Audio, video en interactieve objecten toevoegen aan PDF's
- 3D-modellen toevoegen aan PDF's (Acrobat Pro)
- 3D-modellen weergeven in PDF's
- Interactie met 3D-modellen
- 3D-objecten meten in PDF's
- 3D-weergaven instellen in PDF's
- 3D-inhoud in PDF inschakelen
- Multimedia toevoegen aan PDF's
- Opmerkingen maken over 3D-ontwerpen in PDF's
- Video-, audio- en multimedia-indelingen in PDF's afspelen
- Opmerkingen toevoegen aan video's
- Gereedschappen voor afdrukproductie (Acrobat Pro)
- Preflight (Acrobat Pro)
- PDF/X-, PDF/A- en PDF/E-compatibele bestanden
- Preflight-profielen
- Geavanceerde Preflight-inspecties
- Preflight rapporten
- Preflight-resultaten, objecten en bronnen weergeven
- Uitvoerintenties in PDF's
- Probleemgebieden corrigeren met Preflight
- Documentanalyse automatiseren met droplets of Preflight-handelingen
- Documenten analyseren met Preflight
- Aanvullende controles in de tool Preflight
- Preflight-bibliotheken
- Preflight-variabelen
- Kleurbeheer
Preflight-variabelen
De Preflight-variabelen zijn op zichzelf staande gegevensobjecten waarmee flexibele en krachtige workflows kunnen worden ontwikkeld. Met deze variabelen kunt u waarden van controles en correcties wijzigen zonder het profiel zelf te veranderen. Bovendien kunt u informatie controleren of correcties aanbrengen tijdens het uitvoeren van het profiel, zodat u dergelijke informatie niet vooraf hoeft te definiëren. Een belangrijk voordeel van het gebruik van variabelen is dat u de controles of correcties voor het verwerken van PDF's desgewenst kunt uitstellen tot het moment waarop de verwerking wordt gestart. U neemt een Preflight-profiel en configureert verschillende taken, die elk een andere bewerking uitvoeren al naar gelang de variabelen die u aan de taakdefinitie toevoegt. U kunt telkens verschillende waarden voor de bewerking kiezen.
Een aantal aspecten van Preflight zoals profielen, controles en correcties kunnen door middel van variabelen worden afgehandeld. Met variabelen kunt u het volgende configureren:
- aan-uitschakelaar voor controles en correcties in een profiel;
- de ernst voor controles en correcties;
- bladeren naar diverse opties van pop-upmenu's;
- velden van het type selectievakje, pop-up- of invoervelden voor tekst of getallen;
- naam- en beschrijvingsveld.
De optie voor variabelen is toegankelijk wanneer u een Preflight-profiel, controles of correcties bewerkt. Wanneer u op het variabele-pictogram klikt, wordt een lijst met variabelen weergegeven. De variabele die in de huidige context (profiel, controles of correcties) wordt gebruikt, wordt boven aan weergegeven, gevolgd door alle variabelen in de huidige bibliotheek.
Variabele maken
-
-
Selecteer Nieuwe variabele. Het dialoogvenster Preflight: Nieuwe variabele wordt weergegeven.
-
Geef de volgende parameters voor de nieuwe variabele op:
- Sleutel: voor het configureren van waarden in profielen, controles of correcties.
- Label: gebruikt in de gebruikersinterface. Bijvoorbeeld in het dialoogvenster Preflight: Waarde van variabele opgeven.
- Type: type waarde waarvoor de variabele wordt gebruikt.
- Standaardwaarde: de waarde die moet worden gebruikt tenzij tijdens de uitvoering een andere waarde wordt opgegeven.
- Limiet instellen voor invoerwaarden: om het bereik van specifieke waarden voor een variabele te definiëren.
- Lijst: selecteer tijdens de uitvoering een lijst met waarden voor de variabele.
- Evaluatieresultaten weergeven: om te controleren of een opgegeven waarde geldig is voor de variabele.
-
Klik op OK.
Variabelen toewijzen
-
Klik in het dialoogvenster Preflight op Opties > Controle maken.
-
Selecteer de eigenschap in het rechterdeelvenster en klik op Toevoegen.
-
Klik op het variabele-pictogram.
-
Maak een nieuwe variabele en geef de waarde op. U kunt de waarde ook aan de toegevoegde eigenschappen toewijzen door een variabele in de lijst met alle sleutels te selecteren.
De sleutel voor de variabele wordt weergegeven als <key: value> in het respectieve veld (voor tekstinvoervelden of pop-upmenu's) of ernaast (voor selectievakjes).
Opmerking:Variabelen zijn niet voor alle eigenschappen beschikbaar.
-
Klik op OK.
De toewijzing van variabelen ongedaan maken
Als u de toewijzing van een variabele ongedaan wilt maken, verwijdert u het item in het tekstinvoerveld. Als u een andere variabele wilt selecteren, klikt u op het desbetreffende pictogram en selecteert u de gewenste variabele.
Profielen met variabelen uitvoeren
Bij het uitvoeren van een profiel, controle of correctie met een of meer variabelen waarvoor invoer nodig is, wordt het dialoogvenster Preflight: Waarde van variabele opgeven weergegeven.
Als u meer informatie over de ingevoerde waarde wilt weergeven, klikt u op het pictogram.
Voer de nieuwe waarden in of laat de vooraf ingevulde standaardwaarden staan. Als de ingevoerde waarde onjuist is, wordt een foutmelding weergegeven.

De waarden van de variabelen worden ook in het Preflight-rapport Resultaten weergegeven.

Aanmelden bij je account