Open de wizard New Package.
- Open de SCCM-console.
- Navigeer naar Computer Management > Software Distribution > Packages.
- Klik met de rechtermuisknop op Packages, kies New en klik op Package.
Op 31 december 2020 is Flash Player beëindigd. Raadpleeg de informatiepagina over Flash Player EOL voor ondernemingen voor meer informatie.
In dit artikel wordt beschreven hoe u een SCCM-pakket maakt waarmee u een Adobe-distributiepakket kunt distribueren. Omdat zowel Adobe als Microsoft de term pakket gebruiken en er momenteel twee versies van de Microsoft-software gangbaar zijn, hanteren we in dit hoofdstuk voor de duidelijkheid de volgende conventies voor de benaming:
SCCM is ontwikkeld voor een breed scala aan netwerkconfiguraties. De beste keuze voor de distributieconfiguratie voor het Adobe-pakket en de bijbehorende productinstallatiemap is de optie TS, waarbij het Adobe-pakket en de productinstallatiemap samen op dezelfde distributieserver of -servers worden geplaatst.
Bij een pakket voor distributie in Windows worden twee mappen gemaakt op de door u opgegeven locatie voor Opslaan in: Exceptions en Build.
De map Exceptions bevat mappen met verschillende soorten installatieprogramma's (EXE, AIR, MSI), die niet kunnen worden gedistribueerd met het standaard MSI-installatieprogramma (omdat dit geen ingesloten installatieprogramma kan bevatten). U moet voor elk van deze mappen een SCCM-installatieprogramma maken volgens de instructies in het bestand ExceptionInfo.txt op het hoogste niveau van de map Exceptions. De map kan leeg zijn als uw pakket geen afhankelijkheden van andere installatieprogramma's heeft.
De map Build bevat een MSI-bestand waarvan de bestandsnaam de door u opgegeven pakketnaam is, en een submap met de naam Setup. De submappen zijn vereist om het MSI-bestand uit te voeren en het product te installeren.
Het maken van een SCCM-pakket omvat twee stappen. Eerst maakt u een nieuw SCCM-pakket en vervolgens maakt u installatie- en verwijderprogramma's.
Open de wizard New Package.
Geef in de wizard New Package een naam op voor het nieuwe SCCM-pakket.
Op het tabblad General:
Geef de gegevensbron voor het SCCM-pakket op.
Op het tabblad Data Source:
Geef aan op welke distributiepunten het SCCM-pakket wordt opgeslagen.
Selecteer op het tabblad Data Access Access the Distribution Folder through Common ConfigMgr package share en klik op Next.
Geef distributie-instellingen op.
Bekijk de samenvatting van het nieuwe SCCM-pakket.
Een pakket genereert één MSI-bestand in de map Build waarmee u het product of de suite kunt installeren en verwijderen. (Updatepakketten kunnen niet worden verwijderd, dit is alleen mogelijk bij installatiepakketten.)
Als u wilt, kunt u twee afzonderlijke SCCM-programma's voor een installatiepakket maken, één voor installatie en één voor verwijdering. Geef deze programma's namen waardoor het voor de gebruikers van de doelcomputers duidelijk is wat de opdrachten doen.
Open de wizard New Program.
Geef in de wizard New Program de opdrachtregel voor het programma op.
Op het tabblad General:
Geef een beschrijvende naam op (zoals PS_1_installeren of PS_1_verwijderen) in het veld Name, en een opmerking waarin wordt uitgelegd wat het programma doet.
Klik op Browse. Selecteer in het dialoogvenster Open File het bestandstype All Files (*.*) en blader vervolgens naar het MSI-/EXE-bestand en selecteer het. De details van deze stap variëren voor elke opdracht die u maakt.
Blader naar het EXE-bestand voor het installatiepakket.
Als u weer terugkeert naar de wizard New Program, kunt u de gewenste markeringen of opties toevoegen aan de opdracht, achter de bestandsnaam in het tekstvak Command Line.
U moet de parameter silent gebruiken voor een onbeheerde installatie.
Syntaxis:
setup [--silent] [--ADOBEINSTALLDIR=] [--INSTALLLANGUAGE=]
Voorbeeld:
setup.exe --silent --ADOBEINSTALLDIR="C:\InstallDir" --INSTALLLANGUAGE=fr_CA
Zie Distribueren via de opdrachtregel op Windows-computers voor meer informatie over het gebruik van deze opdracht.
Blader naar het MSI-bestand voor het verwijderingspakket.
Gebruik voor het verwijderingspakket de opdracht msiexec met de parameter /uninstall.
Voorbeeld:
msiexec.exe /uninstall PS_1.msi /quiet
Op het tabblad Environment:
Opmerking: Als u het programma niet uitvoert met beheerdersrechten, schrijft Application Manager het logbestand naar een andere locatie. Zie 'Installatielogbestanden'.
Stel de velden op de tabbladen Advanced, Windows Installer en MOM Maintenance naar wens in en klik op Next.
Controleer de informatie in het samenvattingsscherm. Als er iets moet worden gewijzigd, moet u dit nu doen. Klik in het samenvattingsscherm op Next. Het scherm Wizard Completed wordt weergegeven. Klik op Close om het maken van het programma te beëindigen.
Maak installatieprogramma's en verwijderingsprogramma's voor de MSI-, EXE- of AIR-installatieprogramma’s in de map Exceptions met de opdrachten die staan beschreven in het bestand ExceptionInfo.txt. Dit bestand bevindt zich op het hoogste niveau van de map Exceptions.
Als u bijvoorbeeld een SCCM-installatiepakket wilt maken voor een MSI-installatieprogramma voor Adobe Flash Player 10, gebruikt u deze opdracht:
msiexec.exe /i AdobeFlashPlayer10_plRel_mul.msi /qn
Als u het verwijderingsprogramma wilt maken, gebruikt u /uninstall in plaats van /i
msiexec.exe /uninstall AdobeFlashPlayer10_plRel_mul.msi /qn
Waarschuwing: Voor op AIR gebaseerde installatieprogramma's kunt u op dezelfde manier een installatieprogramma maken dat op de achtergrond wordt uitgevoerd, met de opdracht die vermeld staat in het bestand ExceptionInfo.txt. Voor deze componenten kunt u echter geen verwijderingsprogramma maken dat op de achtergrond werkt. Als u deze AIR-applicaties wilt verwijderen, moet u dat mogelijk handmatig doen.
Open de wizard New Distribution Points.
Selecteer in de wizard New Distribution Points de distributiepunten waarnaar u het SCCM-pakket wilt kopiëren.
Er wordt hierbij verondersteld dat de distributiepunten die u voor dit SCCM-pakket wilt gebruiken, al zijn gemaakt. U kunt een of meer distributiepunten selecteren voor dit pakket.
Controleer het scherm Wizard Completed en klik op Close.
U moet de aanwijzingen in deze sectie één keer opvolgen voor elk SCCM-pakketprogramma dat u wilt aankondigen.
Bij deze aanwijzingen wordt ervan uitgegaan dat u al een verzameling met doelsystemen hebt waarop u de SCCM-pakketprogramma's gaat aankondigen.
Open de wizard Distribute Software to Collection.
Kies in de wizard Distribute Software to Collection het SCCM-pakket dat u wilt aankondigen.
Op het tabblad Package:
Controleer of u de distributiepunten waarnaar u het SCCM-pakket wilt kopiëren, hebt geselecteerd.
Controleer op het tabblad Distribution of u de distributiepunten waarnaar u dit SCCM-pakket wilt kopiëren, hebt geselecteerd. Klik vervolgens op Next.
Selecteer het SCCM-pakketprogramma dat u wilt aankondigen.
Op het tabblad Select Program:
Stel de kenmerken van de aankondiging in.
Op het tabblad Advertisement Name:
Op het tabblad Advertisement Subcollection:
Op het tabblad Advertisement Schedule:
Op het tabblad Assign Program:
Bekijk het samenvattingsscherm voor de aankondiging.
Controleer de informatie in het samenvattingsscherm. Als er iets moet worden gewijzigd, moet u dit nu doen. Klik in het samenvattingsscherm op Next.
Het scherm Wizard Completed wordt weergegeven. Klik op Close om het maken van de aankondiging te beëindigen.
Wanneer het SCCM-pakket is aangekondigd, wordt op de Windows-werkbalk van de doelcomputers een melding weergegeven waarin wordt aangegeven dat een programma is gepland om te worden uitgevoerd.