Handboek Annuleren

Licenties voor gedeelde apparaten | Distributiehandleiding

Wat zijn licenties voor gedeelde apparaten?

Licenties voor gedeelde apparaten is een licentiemodel voor het distribueren en beheren van Adobe-applicaties in computerlokalen en andere gevallen waarin apparaten worden gedeeld en waarbij meerdere gebruikers de apparaten en applicaties gebruiken. De softwarelicentie wordt toegewezen aan een apparaat of computer in plaats van aan een persoon. Licenties voor gedeelde apparaten zijn ideaal voor computers in computer- of klaslokalen. Licenties voor gedeelde apparaten zijn niet bedoeld voor computers die door één specifieke gebruiker worden gebruikt. In dit soort gevallen raden we u aan gebruikerslicenties op naam te distribueren.

Licenties voor gedeelde apparaten versus gebruikerslicenties op naam

Terwijl bij gebruikerslicenties op naam de licentie aan de gebruiker is gekoppeld, is bij licenties voor gedeelde apparaten de licentie aan de computer gekoppeld. Wanneer u een app met een gebruikerslicentie op naam opent, wordt de licentie dus gevalideerd met de gebruikersnaam en het wachtwoord. Wanneer u een app met een licentie voor een gedeeld apparaat start, wordt de licentie gevalideerd met de computer waarop de app-licentie is geïnstalleerd. Dit betekent dat een app met een gebruikerslicentie op naam op elke computer kan worden geactiveerd, mits de gebruikersnaam en het wachtwoord worden gevalideerd. Apps met licenties voor gedeelde apparaten kunnen daarentegen alleen worden geactiveerd op een computer waarop de licentie is geïnstalleerd.

Lees meer over de licentiemethoden van Adobe.

Ervaring voor eindgebruikers

Wanneer gebruikers een app op een gedeeld apparaat starten, worden ze gevraagd zich aan te melden met hun aanmeldingsgegevens. Apps kunnen pas worden gestart nadat de gebruiker zich heeft aangemeld. De vereiste aanmeldingsgegevens zijn afhankelijk van de manier waarop u identiteit hebt ingesteld in uw onderwijsinstelling.

Het aanmeldingsscherm waarschuwt gebruikers dat ze zich moeten afmelden bij Creative Cloud wanneer ze klaar zijn. Gebruikers mogen ook geen assets opslaan op dit gedeelde apparaat.

Banner voor gedeeld apparaat

Een licentie voor een gedeeld apparaat geeft een gebruiker niet rechtstreeks recht op toegang tot services zoals opslag, bibliotheken, lettertypen of Adobe Stock. Als het gebruikersaccount echter over deze rechten beschikt, zijn deze services wel beschikbaar.

Opmerking:

Hoewel er geen specifieke systeemvereisten gelden voor licenties voor gedeelde apparaten, moet u ervoor zorgen dat de computers van eindgebruikers voldoen aan de systeemvereisten van de geïnstalleerde Creative Cloud-applicaties. Zie Systeemvereisten van Adobe Creative Cloud. Voor informatie over installatiefouten raadpleegt u Fout-/afsluitcodes tijdens de productinstallatie.

Fijnmazige toegang tot apps

IT-beheerders kunnen pakketten maken en de apps naar computers distribueren. Voor licenties voor gedeelde apparaten zijn diverse tools beschikbaar waarmee u de toegang van gebruikers tot apps kunt beheren: Identiteit, Toegangsbeleid, Uitgaande IP-adressen en Gekoppelde computers. U kunt een combinatie van deze opties gebruiken om ongeoorloofd gebruik van de apps te voorkomen en de accounts van leerlingen of studenten en de assets die ze hebben gemaakt, te beschermen.

Identiteit

  • Enterprise ID's of Federated ID's zijn eigendom van de organisatie of school en de organisatie is wettelijk gezien de eigenaar van alle gegevens. Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs moeten Enterprise ID's of Federated ID's gebruiken. U kunt deze ID's ook gebruiken als u strengere controle wilt uitoefenen over wie toegang hebben tot de apps. Als u Enterprise ID's of Federated ID's wilt gebruiken, moet u de identiteit instellen als u dat nog niet hebt gedaan.

  • Adobe ID's zijn eigendom van de gebruikers en de gebruiker of de organisatie is wettelijk eigenaar van alle gegevens, afhankelijk van het accountprofiel. Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs moeten Enterprise ID's of Federated ID's gebruiken. Instellingen voor hoger onderwijs mogen echter Adobe ID's, Enterprise ID's of Federated ID's gebruiken.

Zie Identiteitstypen voor meer informatie over de identiteitstypen die in de Admin Console worden ondersteund.

Toegangsbeleid

  • U kunt kiezen voor Open toegang als u iedereen toegang wilt geven tot de apps op een gedeeld apparaat. Het enige wat gebruikers nodig hebben, is een geldig account van een van de hierboven beschreven typen, een persoonlijk account (Adobe ID) of een ondernemingsaccount. Gebruikers kunnen zich zelfs aanmelden voor een gratis Adobe ID en zo toegang krijgen tot de apps. Gebruik Open toegang voor openbare computerlokalen waar het algemene publiek, bezoekende leerlingen/studenten en personeelsleden en uw eigen leerlingen/studenten toegang hebben tot de computers en de apps. Dit geldt bijvoorbeeld voor gedeelde computers in een openbare bibliotheek op de campus of als u het computerlokaal gebruikt om ook na schooltijd onderwijs aan te bieden.

  • Kies Alleen organisatiegebruiker als u de toegang wilt beperken tot gebruikers die u hebt toegevoegd aan de Admin Console. Deze gebruikers kunnen elk type ID hebben dat wordt ondersteund in de Admin Console. Deze optie is handig als u alleen beperkte toegang wilt geven aan goedgekeurde leerlingen/studenten en personeelsleden. Bijvoorbeeld in een computerlokaal in een instelling voor hoger onderwijs, waar gebruikers elk ondersteund identiteitstype kunnen hebben.

  • Kies Alleen Enterprise-/Federated-gebruikers als u de toegang wilt beperken tot ondernemingsgebruikers. Als gebruikers zich aanmelden met een persoonlijke Adobe ID, hebben ze geen toegang tot de apps. Deze optie is handig als u de toegang wilt beperken tot ondernemingsgebruikers. Gebruik deze optie bijvoorbeeld voor een copmuterlokaal op een basisschool om minderjarige leerlingen toegang te geven tot de apps en services.

Uitgaande IP-adressen

  • Uitgaande IP-adressen of -bereiken voorkomen dat gebruikers toegang hebben tot apps als ze verbinding maken buiten uw goedgekeurde computernetwerken. Dit is met name handig als u draagbare computers gebruikt en alleen toegang tot apps wilt toestaan als ze zijn verbonden met een schoolnetwerk. Het is niet toegestaan de apps buiten uw computerlokaal of schoolnetwerk te gebruiken.

    Gebruik deze optie om externe IP-adresbereiken op te geven. Dit is het IP-adres op internet waarachter de werkstations zijn verbonden. U kunt dit gebruiken om toegang tot applicaties te voorkomen als deze werkstations vanaf een ander netwerk afkomstig zijn. U moet de instelling mogelijk af en toe wijzigen als uw internetverbinding geen statisch IP-adres heeft.

Gekoppelde computers

U kunt het gedeelte Gekoppelde computers gebruiken om groepen computers aan verschillende productprofielen toe te wijzen.

  • Kies Via Microsoft Active Directory-organisatie-eenheden om ervoor te zorgen dat alle computers die tot een vermelde organisatie-eenheid behoren, aan een productprofiel worden gekoppeld. Als uw instelling bijvoorbeeld organisatie-eenheden heeft gemaakt op basis van afdeling, kunt u productprofielen voor elke afdeling maken. Computers die bij een afdeling horen, worden gekoppeld aan een specifiek productprofiel.

  • Kies Via LAN-IP-adresbereik om ervoor te zorgen dat alle computers binnen de vermelde LAN-IP-adresbereiken aan een productprofiel worden gekoppeld. Kies deze optie bijvoorbeeld als uw computerlokalen of gedeelde computers in een bibliotheek zijn georganiseerd op basis van gedefinieerde LAN-IP-bereiken.

  • Kies Via geïnstalleerd pakket om ervoor te zorgen dat alle computers met de geselecteerde pakketten worden gekoppeld aan een productprofiel.

Opmerking:

De opties voor gekoppelde computers worden toegepast in de weergegeven volgorde van prioriteit.

Stel dat profiel A is geconfigureerd met Active Directory-organisatie-eenheid = Bibliotheek en profiel B is geconfigureerd met Pakket = Video-apps. Een computer in de organisatie-eenheid Bibliotheek en met het pakket Video-apps wordt gekoppeld aan profiel A en niet aan profiel B.

Migreren naar licenties voor gedeelde apparaten

Opmerking:

Als u een nieuwe klant bent, kunt u dit gedeelte overslaan.

Migreren vanaf apparaatlicenties

Als u een bestaande klant met apparaatlicenties bent, biedt Adobe u een gratis upgrade naar licenties voor gedeelde apparaten. De oudere methode met apparaatlicenties biedt geen toegang tot de nieuwste versie van Creative Cloud-apps. Als u toegang wilt tot de nieuwste versie van Creative Cloud-apps, kunt u uw oudere apparaatlicenties migreren naar de nieuwe licenties voor gedeelde apparaten. Na de migratie blijven uw oudere apps nog 30 dagen werken, zodat u de nieuwste apps kunt instellen en distribueren met behulp van licenties voor gedeelde apparaten.

Migreren vanaf licenties op serienummer

Als u oude licenties op serienummer gebruikt om computers in computerlokalen te beheren, kunt u de oudere apps blijven gebruiken totdat de serienummers ongeldig worden. Als u een pakket met licenties voor gedeelde apparaten distribueert samen met een pakket met serienummers, blijven beide werken. U kunt de oudere apps blijven gebruiken totdat de licenties op serienummer verlopen of u kunt de apps met licenties op serienummer verwijderen en een nieuw pakket met licenties voor gedeelde apparaten distribueren.

Opmerking:

De bovenstaande migraties werken maar in één richting. Dus zodra u de migratie van apparaatlicenties of licenties op serienummer naar licenties voor gedeelde apparaten hebt voltooid, kunt u niet meer terugkeren naar apparaatlicenties of licenties op serienummer.

Uw distributie beginnen

Zodra u hebt bepaald op welke computers u de Creative Cloud-apps wilt distribueren, kunt u de distributie starten. Afhankelijk van uw toegangsvereisten en de huidige configuratie moet u mogelijk enkele van de volgende stappen uitvoeren. We raden u aan dit document helemaal te lezen voordat u de distributie start, zodat u van tevoren over alle benodigde informatie beschikt.

1. Identiteit instellen

  • Als u dat nog niet hebt gedaan, stelt u eerst de identiteit in om zo Enterprise ID's of Federated ID's in te schakelen.
  • U moet aantonen dat u eigenaar bent van het domein (bijvoorbeeld: @school.edu) om deze stap te kunnen uitvoeren.
  • Mogelijk moet u contact opnemen met de persoon die de website of e-mails van uw instelling beheert om deze stap te voltooien.

Adobe raadt aan Enterprise ID's of Federated ID's te gebruiken om toegang te bieden aan normale leerlingen/studenten of gebruikers van computerlokalen. Deze identiteitstypen bieden uw organisatie betere controle en beheer.

Zie Identiteit instellen voor stapsgewijze instructies.

Voordat u doorgaat, raden we u aan de volgende video's te bekijken over het instellen van identiteit voor licenties voor gedeelde apparaten:

2. Beheerders beheren

De primaire beheerder voor uw instelling in de Admin Console is een systeembeheerder. De systeembeheerder heeft de rechten om alle taken in de Admin Console uit te voeren. Het is echter altijd een goed idee om taken naar andere beheerders te delegeren. Zo worden beheerderstaken verspreid en kunnen gespecialiseerde taken worden uitgevoerd door de rollen die het meest geschikt zijn voor die taken.
 

  • Maak productbeheerders die productprofielen kunnen maken en gebruikers aan de organisatie kunnen toevoegen.
  • Maak Productprofielbeheerders die productprofielen kunnen beheren en gebruikers aan de organisatie kunnen toevoegen.

Kijk hoe u beheerdersrollen beheert in de Admin Console.

3. Gebruikers toevoegen aan de Admin Console

Als u uw gedeelde apparaten zo wilt configureren dat ze alleen toegankelijk zijn voor gebruikers in uw organisatie, moet u deze gebruikers toevoegen aan de Admin Console.

U kunt handmatig gebruikers toevoegen, meerdere gebruikers tegelijk uploaden via een CSV-bestand of de tool Gebruikerssynchronisatie gebruiken (voor grote organisaties).

Zie Gebruikers beheren voor meer informatie.

4. Pakketten maken

Pakketten maken

Navigeer in de Admin Console naar het tabblad Pakketten om pakketten met licenties voor gedeelde apparaten te maken.

Zie Pakketten met licenties voor gedeelde apparaten maken voor stapsgewijze instructies.

Opmerking:

Als gebruiker in een onderwijslab met gebruikerslicenties op naam, kunt u de fout We kunnen je lidmaatschap niet verifiëren/Fout met proefversie te zien krijgen nadat u de applicatie Adobe XD hebt bijgewerkt naar versie 50 of hoger. U moet een nieuw pakket met licenties voor gedeelde apparaten maken en installeren vanuit de Admin Console om dit probleem op te lossen. Dit is van toepassing op zowel Windows als macOS.

5. Productprofielen maken

Als u licenties voor gedeelde apparaten wilt distribueren naar meerdere computerlokalen in uw instelling, kunt u elk lokaal toewijzen aan een ander productprofiel in de Admin Console.

U kunt bijvoorbeeld een productprofiel maken voor lokalen zonder beperkingen, zodat iedereen Adobe-apps kan gebruiken, zelfs gebruikers zonder een schoolaccount. Daarnaast kunt u productprofielen maken voor andere computerlokalen waar de toegang tot de geïnstalleerde applicaties moet worden beperkt tot gebruikers met een schoolaccount. U kunt de toegang tot de geïnstalleerde applicaties in deze lokalen ook beperken op basis van het toegangsbeleid dat is gedefinieerd in de bijbehorende productprofielen.

Lees hoe u profielen voor licenties voor gedeelde apparaten beheert voor meer informatie.

6. Toegangsbeleid definiëren

Configuraties met gedeelde apparaten bieden drie opties om gebruikerstoegang tot apps te beheren: Toegangsbeleid, Uitgaande IP-adressen en Gekoppelde computers. U kunt een combinatie van deze opties gebruiken om ongeoorloofd gebruik van de apps te voorkomen en de accounts van leerlingen of studenten en de assets die ze hebben gemaakt, te beschermen.

Zie Configuratie voor gedeelde apparaten voor meer informatie.

7. Pakketten distribueren

Nadat u het pakket met licenties voor gedeelde apparaten hebt gemaakt, configureert u de apparaten in het computerlokaal met de licentie.

Kies uit de volgende methoden om het pakket te distribueren:

Lees dit document voor informatie over het oplossen van problemen bij het installeren en verwijderen van Creative Cloud-apps.

En nu verder

Producten en licenties toevoegen

Als u een VIP-klant (Value Incentive Plan) bent, kunt u producten of aanvullende licenties voor gedeelde apparaten rechtstreeks vanuit de Admin Console aanschaffen.

Klik in de rechterbovenhoek van de pagina Overzicht van de Admin Console op Meer kopen.

In het scherm Producten toevoegen kunt u producten toevoegen of licenties toevoegen aan bestaande producten.

Ongebruikte licenties terughalen

Als u licenties voor gedeelde apparaten distribueert naar computers en deze computers niet meer in gebruik zijn, zijn deze licenties nog steeds in gebruik en kunt u ze niet gebruiken op andere computers. Het aantal gebruikte computers wordt weergegeven op de productkaart op het tabblad Producten.

Aantal licenties

Als u licenties van ongebruikte computers wilt terughalen, gaat u naar de Admin Console en stelt u het productprofiel dat is toegewezen aan de ongebruikte computers, opnieuw in. Lees dit document voor meer informatie over hoe u licenties voor gedeelde apparaten terughaalt.

Veelgestelde vragen

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?