Met versie 5.10 van de Creative Cloud desktop-app is de ondersteuning van Creative Cloud desktop-versies bijgewerkt. Bekijk de nieuwe ondersteuningsmatrix voor details.
- Adobe voor ondernemingen en teams: Beheerdershandleiding
- Uw distributie plannen
- Basisconcepten
- Distributiehandleidingen
- Creative Cloud voor het onderwijs distribueren
- Startpagina distributie
- Onboarding-wizard voor basis- en voortgezet onderwijs
- Eenvoudige installatie
- Gebruikers synchroniseren
- Lijstsynchronisatie voor basis- en voortgezet onderwijs (VS)
- Belangrijkste licentieconcepten
- Distributieopties
- Snelle tips
- Adobe-apps goedkeuren in de Google-beheerdersconsole
- Adobe Express inschakelen in Google Classroom
- Integratie met Canvas LMS
- Integratie met Blackboard Learn
- SSO configureren voor schoolportals en LMS'en
- Gebruikers toevoegen via roostersynchronisatie
- Veelgestelde vragen over Kivuto
- Geschiktheidsrichtlijnen voor instellingen voor basis- en voortgezet onderwijs
- Uw organisatie instellen
- Identiteitstypen | Overzicht
- Identiteit instellen | Overzicht
- Een organisatie instellen met Enterprise ID's
- Azure AD-federatie en synchronisatie instellen
- Google-federatie en -synchronisatie instellen
- Een organisatie instellen met Microsoft ADFS
- Een organisatie instellen voor schoolportals en LMS'en
- Een organisatie instellen met andere identiteitsproviders
- Veelgestelde vragen over en problemen oplossen met SSO
- De configuratie van uw organisatie beheren
- Bestaande domeinen en directory's beheren
- Automatisch accounts maken inschakelen
- Een organisatie instellen via vertrouwde directory's
- Migreren naar een nieuwe verificatieprovider
- Instellingen voor assets
- Verificatie-instellingen
- Contactpersonen voor privacy en beveiliging
- Console-instellingen
- Versleuteling beheren
- Bestaande domeinen en directory's beheren
- Gebruikers beheren
- Overzicht
- Beheerdersrollen
- Strategieën voor gebruikersbeheer
- Licenties toewijzen aan een teamgebruiker
- In-app gebruikersbeheer voor teams
- Gebruikers met overeenkomende e-maildomeinen toevoegen
- Identiteitstype van een gebruiker wijzigen
- Gebruikersgroepen beheren
- Directorygebruikers beheren
- Ontwikkelaars beheren
- Bestaande gebruikers migreren naar de Adobe Admin Console
- Gebruikersbeheer migreren naar de Adobe Admin Console
- Overzicht
- Producten en rechten beheren
- Producten en productprofielen beheren
- Producten beheren
- Producten en licenties kopen
- Productprofielen voor ondernemingsgebruikers beheren
- Regels voor automatische toewijzing beheren
- Gebruikers het recht geven om aangepaste Firefly-modellen te trainen
- Productverzoeken beoordelen
- Beleid voor selfservice beheren
- App-integraties beheren
- Productmachtigingen beheren in de Admin Console
- Services voor een productprofiel in- of uitschakelen
- Losse apps | Creative Cloud voor ondernemingen
- Optionele services
- Licenties voor gedeelde apparaten beheren
- Producten en productprofielen beheren
- Aan de slag met Global Admin Console
- De Global Admin Console gaan gebruiken
- Uw organisatie selecteren
- De organisatiehiërarchie beheren
- Productprofielen beheren
- Beheerders beheren
- Gebruikersgroepen beheren
- Organisatiebeleid bijwerken
- Beleidssjablonen beheren
- Producten toewijzen aan onderliggende organisaties
- Klaarstaande taken doorvoeren
- Inzichten verkennen
- Organisatiestructuur exporteren of importeren
- Opslag en assets beheren
- Opslag
- Assets migreren
- Assets van een gebruiker terughalen
- Migratie van studentassets | Alleen onderwijs
- Services beheren
- Adobe Stock
- Eigen lettertypen
- Adobe Asset Link
- Adobe Acrobat Sign
- Creative Cloud voor ondernemingen - gratis lidmaatschap
- Apps en updates distribueren
- Overzicht
- Pakketten maken
- Pakketten aanpassen
- Pakketten distribueren
- Updates beheren
- Adobe Update Server Setup Tool (AUSST)
- Adobe Remote Update Manager (RUM)
- Problemen oplossen
- Je teamaccount beheren
- Verlengingen
- Contracten beheren
- Rapporten en logbestanden
- Hulp krijgen
|
Inleiding
Gebruikerslicenties op naam is de standaard licentiemethode en de populairste manier om Adobe Creative Cloud- en Document Cloud-producten te distribueren en te gebruiken. Dit is bedoeld voor scenario's waarin apparaten zijn verbonden met een netwerk en app-licenties worden beheerd op basis van de behoeften van individuele gebruikers. Met gebruikerslicenties op naam kunt u eindgebruikers de volledige functionaliteit van de software en services bieden. Gebruikers hebben toegang tot alle beschikbare apps en services op basis van de rechten van uw organisatie.
Lees meer over de verschillende opties voor het distribueren en leveren van apps en updates aan uw eindgebruikers.
Acrobat Classic kan nu worden opgenomen in pakketten met gebruikerslicenties op naam. Zo krijgen klanten een stabiele Acrobat-versie die de mogelijkheid biedt om functie-updates te beperken terwijl ze wel beveiligings- en platformverbeteringen ontvangen. Zie Licentiemethoden voor Document Cloud-producten voor meer informatie. |
Beschikbaarheid van door gebruikers gegenereerde pakketten
Vanaf december 2023 zijn alleen pakketten die voldoen aan het ondersteuningsbeleid voor ondernemingen en teams van Adobe beschikbaar op het tabblad Pakketten van de Admin Console.
Hierdoor werkt het tabblad Pakketten beter en wordt het sneller geladen.
Selfservicepakketten
U kunt toestaan dat uw gebruikers, net als miljoenen andere Adobe-gebruikers, applicaties en updates zelf installeren via de Creative Cloud desktop-app. Zo vermindert u de belasting van de IT-afdeling en zorgt u ervoor dat gebruikers toegang hebben tot alle hulpmiddelen ze nodig hebben en updates krijgen wanneer deze worden uitgebracht.
Als u selfservice wilt inschakelen, zelfs als uw eindgebruikers geen beheerdersrechten hebben, kunt u het volgende doen:
- Een selfservicepakket maken.
- Een beheerd pakket maken waarbij verhoogde bevoegdheden zijn ingeschakeld.
- Een pakket maken op basis van een Adobe-sjabloon waarbij verhoogde bevoegdheden zijn ingeschakeld.
Gebruik dit pakket als u uw gebruikers de volledige controle wilt geven over de Adobe-applicaties en -updates die ze kunnen downloaden en installeren. Als uw gebruikers geen beheerdersreferenties hebben om applicaties en updates te beheren, kunt u een selfservicepakket voor hen maken.
Met de Creative Cloud desktop-app kunnen uw eindgebruikers alleen de twee meest recente hoofdversies van Creative Cloud-apps installeren. Voor eindgebruikers die oudere versies nodig hebben, moet u beheerde pakketten maken en distribueren.
-
Meld u aan bij de Admin Console en ga naar Pakketten > Pakketten.
-
Klik op Een pakket maken.
-
Kies Selfservicepakket en klik op Volgende.
-
Voer een pakketnaam in en selecteer de gewenste opties:
- Kies een platform: Kies het besturingssysteem en de processorondersteuning uit de volgende:
- macOS (universeel)
- macOS (Intel)
- macOS (Apple Silicon)
- Windows (64-bits)
- Windows (32-bits)
- Windows (ARM)
Opmerking:Een pakket dat is gemaakt voor het ene besturingssysteem en type architectuur, kan niet naar een ander soort systeem worden gedistribueerd.
- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met Windows 64-bits, Windows 32-bits en Windows ARM.
- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met macOS (Intel) en macOS (Apple Silicon). U kunt ook een pakket voor macOS (universeel) maken en dit gebruiken om apps te installeren op zowel macOS (Intel) als macOS (Apple Silicon).
Opmerking:Als u voor een macOS-platform kiest, kunt u losse pakketten maken. Deze optie is standaard geselecteerd. Zie Losse pakketten maken voor meer informatie.
Taal: Selecteer de taal waarin u het pakket wilt maken.
Landinstelling besturingssysteem gebruiken: Hiermee kunt u een pakket maken dat wordt gedistribueerd in de taal van het besturingssysteem van de clientcomputer. In dat geval is de taal van het besturingssysteem standaard de alternatieve taal waarin het pakket wordt gedistribueerd.
(Momenteel niet beschikbaar voor apparaten met Windows ARM) Een map voor extensies maken en het opdrachtregelhulpprogramma Extension Manager opnemen: Hiermee kunt u een submap in de pakketmap maken. In de submap kunt u extensies toevoegen die u met het pakket wilt installeren. Zie Extensies in pakketten beheren voor meer informatie.
Omleiden naar interne updateserver: Hiermee kunt u alle updates voor dit pakket omleiden naar een interne updateserver. De gegevens van de interne server worden opgegeven in een override-XML-bestand op het tabblad Pakketten > Voorkeuren van de Admin Console. Voor meer informatie raadpleegt u de sectie Voorkeuren in App-pakketten maken via de Admin Console.
Installatie van Beta-apps inschakelen: Hiermee staat u toe dat eindgebruikers Beta-apps installeren en bijwerken via de Creative Cloud desktop-app. Dit betekent dat eindgebruikers naar de Creative Cloud desktop-app kunnen gaan en deze apps kunnen installeren of bijwerken. Meer informatie.
- Kies een platform: Kies het besturingssysteem en de processorondersteuning uit de volgende:
-
(Geldt alleen voor pakketten voor het macOS-platform)
-
Klik op Pakket maken.
De pagina Pakketten wordt weergegeven. U kunt de voortgang van de samenstelling controleren in de lijst met pakketten.
Er wordt een bericht weergegeven nadat het proces is voltooid. Als het pakket correct is gemaakt, wordt in het bericht ook aangegeven hoe lang het pakket kan worden gedownload via de Admin Console.
Als u wilt kijken hoe lang u de huidige pakketten in het detailvenster nog kunt downloaden, klikt u op de rij met het pakket.
-
Kies in het dialoogvenster Opslaan als een locatie op uw computer om het pakket op te slaan.
-
Klik op Downloaden voor het vereiste pakket om het pakket te downloaden en te distribueren.
Let op |
Als het pakket dat u hebt gemaakt, een of meer ingetrokken apps bevat, wordt de status weergegeven als Ingetrokken. U kunt dit pakket ook niet downloaden.
|
Het gedownloade pakketbestand heeft de .zip-indeling. Als u dubbelklikt om het pakketbestand uit te pakken, kan in macOS 10.14 en eerdere versies de foutmelding ...kan niet worden uitgepakt worden weergegeven. Dit komt omdat het archiveringshulpprogramma van macOS grote bestanden die zijn gecomprimeerd met de modus Zip64 niet kan uitpakken.
Om het bestand uit te pakken, opent u de terminal in de map waarin u het bestand hebt gedownload en voert u de opdracht unzip uit: unzip <bestandsnaam>.zip |
Packageinfo.txt
Het pakket dat u downloadt, bevat het bestand Packageinfo.txt. Dit bestand bevat de volgende informatie over dat pakket:
- Pakketnaam
- Pakkettype: selfservice of beheerd
- Platform
- Taalinstelling
- Versie van Creative Cloud desktop-app
- Pakketconfiguraties
- Remote Update Manager: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Apps: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Beta-apps downloaden: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Verificatie via browser: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Bestanden: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Markplaats: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Landinstelling besturingssysteem gebruiken: ingeschakeld of uitgeschakeld
Het bestand PackageInfo.txt is alleen bedoeld ter informatie.
Met beheerde pakketten kunt u bepalen wat er wordt gedistribueerd en wanneer updates worden uitgevoerd. U kunt pakketten maken die de nieuwste of gearchiveerde versies van Adobe-producten bevatten. U kunt deze pakketten vervolgens distribueren naar de computers van de gebruikers in uw organisatie. U kunt zelfs een stille en aangepaste distributie uitvoeren als er tijdens de installatie geen invoer van de gebruikers is vereist.
Als u beheerde pakketten wilt gebruiken, kunt u:
- Een beheerd pakket maken waarbij verhoogde bevoegdheden zijn ingeschakeld.
- Vooraf geconfigureerde pakketten maken met behulp van Adobe-sjablonen.
- Maak aangepaste pakketten die een of meer van de volgende onderdelen bevatten:
- Adobe-apps en -services
- Configuratie-opties
- Marketplace-plug-ins
Gebruik dit pakket als u meer controle wilt over de Adobe-applicaties en -updates die uw gebruikers kunnen installeren.
Als u pakketten wilt maken die producten bevatten die geen deel uitmaken van Creative Cloud of Document Cloud, zoals Adobe Captivate en Adobe Presenter, kunt u de beschikbare Adobe-sjablonen aanpassen. U kunt de volgende procedure niet gebruiken.
-
Meld u aan bij de Admin Console en ga naar Pakketten > Pakketten.
-
Klik op Een pakket maken.
-
Kies Beheerd pakket en klik op Volgende.
-
Selecteer de gewenste opties in het scherm Configureren:
- Kies een platform: Kies het besturingssysteem en de processorondersteuning uit de volgende:
- macOS (universeel)
- macOS (Intel)
- macOS (Apple Silicon)
- Windows (64-bits)
- Windows (32-bits)
- Windows (ARM)
Opmerking:Een pakket dat is gemaakt voor het ene besturingssysteem en type architectuur, kan niet naar een ander soort systeem worden gedistribueerd.
- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met Windows 64-bits, Windows 32-bits en Windows ARM.
- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met macOS (Intel) en macOS (Apple Silicon). U kunt ook een pakket voor macOS (universeel) maken en dit gebruiken om apps te installeren op zowel macOS (Intel) als macOS (Apple Silicon).
- Taal: Selecteer de taal waarin u het pakket wilt maken.
- Landinstelling besturingssysteem gebruiken: Selecteer deze optie als u een pakket wilt maken dat wordt gedistribueerd in de taal van het besturingssysteem van de clientcomputer. De taal van het besturingssysteem is de alternatieve standaardtaal waarin het pakket wordt gedistribueerd.
- Kies een platform: Kies het besturingssysteem en de processorondersteuning uit de volgende:
-
Klik op Volgende.
-
Klik in het scherm Apps kiezen op naast de applicaties die u in het pakket wilt opnemen en klik daarna op Volgende.
Klik op Volgende in deze stap als u een licht pakket (zonder Adobe-apps) wilt maken dat een of beide van de volgende onderdelen bevat:
- Configuratie-opties
- Marketplace-plug-ins
Opmerking:Als u een applicatie waarvoor speciale systeemvereisten gelden, distribueert naar een computer die niet wordt ondersteund, mislukt de installatie. Raadpleeg zo nodig de systeemvereisten voor de applicatie die u installeert.
U kunt de lijst met beschikbare applicaties desgewenst filteren.
Nieuwste versies: Bekijk de nieuwste versie van alle beschikbare applicaties.
Versies met langdurige ondersteuning: Bekijk versies met langdurige ondersteuning van Adobe.
- Creative Cloud: Raadpleeg het ondersteuningsbeleid van Creative Cloud om te kijken welke versies worden ondersteund voor uw Creative Cloud-lidmaatschap.
- Documenten Cloud: Gebruikerslicenties op naam ondersteunen nu Acrobat Classic. Meer informatie over de licentiemethoden voor Document Cloud-producten.
Beta-apps: beschikbare Beta-apps weergeven. Meer informatie.
Oudere versies: een lijst met vorige versies van de apps weergeven. Versies weergeven die geen beveiligings- of functie-updates ontvangen.
U kunt de lijst met beschikbare applicaties desgewenst filteren.
Nieuwste versies: Bekijk de nieuwste versie van alle beschikbare applicaties.
Versies met langdurige ondersteuning: Bekijk versies met langdurige ondersteuning van Adobe. Raadpleeg het ondersteuningsbeleid van Creative Cloud om te kijken welke versies worden ondersteund voor uw Creative Cloud-lidmaatschap.
Beta-apps: beschikbare Beta-apps weergeven. Meer informatie.
Oudere versies: een lijst met vorige versies van de apps weergeven. Versies weergeven die geen beveiligings- of functie-updates ontvangen.
Add-ons voor apps: Bepaalde Adobe-apps worden geleverd met add-ons. Als u een app toevoegt die een of meer add-ons bevat, hebt u de mogelijkheid om de add-ons op te nemen in het pakket dat u maakt. Add-ons worden standaard niet opgenomen in het pakket.
- Configuratie-opties
-
(Momenteel niet beschikbaar voor apparaten met Windows ARM) Zoek en selecteer de plug-ins die u in het pakket wilt opnemen in het scherm Plug-ins kiezen en klik op Volgende.
Schakel het selectievakje Alleen compatibele plug-ins weergeven in als u alleen plug-ins wilt weergeven die compatibel zijn met de apps in het pakket. Dit filter wordt niet weergegeven als uw pakket alleen de Creative Cloud desktop-app bevat.
Klik op Geselecteerde plug-ins om de lijst met geselecteerde plug-ins te bekijken.
Opmerking:Voor de plug-ins die u in het pakket opneemt, hoeft de ondersteunende applicatie niet noodzakelijkerwijs deel uit te maken van hetzelfde pakket. U kunt plug-ins en extensies toevoegen voor apps die eerder op de computers van uw gebruikers zijn geïnstalleerd. Als een computer de beoogde applicatie voor een plug-in niet bevat, wordt de plug-in niet op de computer geïnstalleerd.
-
Kies de gewenste opties in het scherm Opties en selecteer Volgende.
Als u geen apps hebt geselecteerd en een of meer plug-ins hebt geselecteerd, hebt u de volgende opties:
- Maak een pakket met alleen plug-ins door Configuratie-opties uit te schakelen.
- Maak een pakket met plug-ins en de configuratie door Configuratie-opties in te schakelen.
Als u een pakket met alleen de configuratie wilt maken, dient u geen apps of plug-ins te selecteren. In dit geval is de optie Configuratie-opties niet beschikbaar en is het scherm Configuratie-opties zichtbaar.
Creative Cloud desktop-opties:
- Selfservice-installatie inschakelen: Hiermee staat u toe dat gebruikers applicaties installeren en bijwerken via het deelvenster Apps in de Creative Cloud desktop-app. Meer informatie.
- Toestaan dat niet-beheerders apps bijwerken en installeren: Hiermee staat u toe dat eindgebruikers die geen beheerdersrechten hebben, via selfservice hun eigen applicaties en updates installeren en beheren. Meer informatie.
- Automatische updates uitschakelen voor eindgebruikers: Zorgt ervoor dat eindgebruikers hun applicaties niet automatisch kunnen bijwerken via de Creative Cloud desktop-app. Meer informatie.
- Selfservice-installatie voor plug-ins inschakelen: Hiermee staat u toe dat eindgebruikers plug-ins installeren en bijwerken via het tabblad Marktplaats in de Creative Cloud desktop-app. Als deze optie is uitgeschakeld, kunnen gebruikers niet bladeren door plug-ins en deze niet zelf installeren via de Creative Cloud desktop-app. Telkens wanneer u deze optie in- of uitschakelt, moeten gebruikers stoppen en opnieuw starten. Ze kunnen zich ook afmelden en weer aanmelden bij de Creative Cloud desktop-app om de wijzigingen door te voeren. Meer informatie.
- Bestandssynchronisatie uitschakelen: Hiermee onderdrukt u de automatische synchronisatie van bestanden op clientsystemen. Dit is handig wanneer u pakketten installeert in een testomgeving waarin u de synchronisatie van bestanden wilt onderdrukken. Lees meer over het uitschakelen van bestandssynchronisatie. Deze optie is alleen beschikbaar voor Creative Cloud-abonnees in commerciële en onderwijsorganisaties. De optie is niet beschikbaar voor abonnees bij overheidsorganisaties.
- Aanmelding via browser inschakelen: Standaard moeten gebruikers zich aanmelden via de Creative Cloud desktop-app. Kies deze optie als u gebruikers wilt omleiden, zodat ze zich via de browser kunnen aanmelden. Meer informatie.
- Installatie van Beta-apps inschakelen: Hiermee staat u toe dat eindgebruikers Beta-apps installeren en bijwerken via de Creative Cloud desktop-app. Dit betekent dat eindgebruikers naar de Creative Cloud desktop-app kunnen gaan en deze apps kunnen installeren of bijwerken. Meer informatie.
- Pakket installeren in aangepaste installatiemap: Hiermee kunt u de apps in dit pakket installeren in een aangepaste installatiemap. De map wordt opgegeven op het tabblad Pakketten > Voorkeuren in de Admin Console. Lees meer over het instellen van de voorkeuren.
Lees meer over andere aanpassingsopties in Creative Cloud-app en services | Aanpassingen.
Beheeropties:
- Remote Update Manager inschakelen: Hiermee schakelt u het gebruik van Remote Update Manager in. Met Adobe Remote Update Manager kunt u het updateprogramma op afstand als beheerder uitvoeren op de clientcomputer. Meer informatie.
- Omleiden naar interne updateserver: Hiermee kunt u alle updates voor dit pakket omleiden naar een interne updateserver. De gegevens van de interne server worden opgegeven in een override-XML-bestand op het tabblad Pakketten > Voorkeuren van de Admin Console. Lees meer over het instellen van Voorkeuren.
- (Momenteel niet beschikbaar voor apparaten met Windows ARM of macOS (Apple Silicon)) Een map voor extensies maken en het opdrachtregelprogramma UPIA opnemen: Deze optie is ingeschakeld als het pakket plug-ins bevat. De optie maakt een submap in de pakketmap voor extensies die met het pakket kunnen worden geïnstalleerd. Zie Extensies in pakketten beheren voor meer informatie.
- Pakket installeren in aangepaste installatiemap: Hiermee kunt u de apps in dit pakket installeren in een aangepaste installatiemap. De map wordt opgegeven op het tabblad Pakketten > Voorkeuren in de Admin Console. Lees meer over het instellen van de voorkeuren.
-
Geef de volgende gegevens op in het scherm Voltooien:
Pakketnaam: Voer de naam van het pakket in.
Los pakket maken: Als u een macOS-platform hebt gekozen, hebt u de optie om losse pakketten te maken. Deze optie is standaard geselecteerd. Zie Losse pakketten maken voor meer informatie.
Controleer de opgenomen applicaties en de configuratie voor dit pakket voordat u het pakket samenstelt.
Klik op Pakket maken.
U keert terug naar de lijst met pakketten wanneer het maken van het pakket begint.
Als het pakket is gemaakt, wordt u gevraagd het pakket te downloaden.
Ook is de koppeling Downloaden beschikbaar in de kolom Acties in de rij met het desbetreffende pakket. U kunt het pakket dus later downloaden.
Een pakket is maximaal drie dagen beschikbaar in de Admin Console. Als u wilt kijken hoelang u een pakket nog kunt downloaden, klikt u op rechts naast de naam van het pakket.
Let op |
Als het pakket dat u hebt gemaakt, een of meer apps bevat die zijn teruggedraaid vanwege een fout of probleem dat moet worden opgelost, wordt dit pakket weergegeven als Ingetrokken. U kunt dit pakket niet downloaden. Als u eerder een pakket hebt gedownload dat een ingetrokken app bevat, dient u het niet te distribueren. U moet een nieuw pakket maken en distribueren met een niet-ingetrokken versie van de app.
|
Het gedownloade pakketbestand heeft de .zip-indeling. Als u dubbelklikt om het pakketbestand uit te pakken, kan in macOS 10.14 en eerdere versies de foutmelding ...kan niet worden uitgepakt worden weergegeven. Dit komt omdat het archiveringshulpprogramma van macOS grote bestanden die zijn gecomprimeerd met de modus Zip64 niet kan uitpakken.
Om het bestand uit te pakken, opent u de terminal in de map waarin u het bestand hebt gedownload en voert u de opdracht unzip uit: unzip <bestandsnaam>.zip |
Packageinfo.txt
Het pakket dat u downloadt, bevat het bestand Packageinfo.txt. Dit bestand bevat de volgende informatie over dat pakket:
- Pakketnaam
- Pakkettype: selfservice of beheerd
- Platform
- Taalinstelling
- Versie van Creative Cloud desktop-app
- Pakketconfiguraties
- Remote Update Manager: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Apps: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Beta-apps downloaden: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Verificatie via browser: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Bestanden: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Deelvenster Markplaats: ingeschakeld of uitgeschakeld
- Landinstelling besturingssysteem gebruiken: ingeschakeld of uitgeschakeld
Het bestand PackageInfo.txt is alleen bedoeld ter informatie.
Pakketten met alleen Acrobat
Als uw organisatie alleen rechten voor Document Cloud in de Admin Console heeft, kunt u pakketten met alleen Acrobat maken.
-
Meld u aan bij de Admin Console en ga naar Pakketten > Pakketten.
-
Klik op Een pakket maken.
-
Voer een pakketnaam in en selecteer de gewenste opties.
Kies een platform:
Kies het besturingssysteem en de processorondersteuning.
Opmerking:- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met macOS (Intel) en macOS (Apple Silicon).
- U moet afzonderlijke pakketten maken voor apparaten met Windows 64-bits, Windows 32-bits en Windows ARM.
Een pakket dat is gemaakt voor het ene besturingssysteem en type architectuur, kan niet naar een ander soort systeem worden gedistribueerd.
Taal:
Selecteer de taal waarin u het pakket wilt maken.
Remote Update Manager inschakelen:
Hiermee kunt u het updateprogramma op afstand als beheerder uitvoeren op de clientcomputer. Zie Remote Update Manager voor meer informatie.
-
Klik op Pakket maken.
De pagina Pakketten wordt weergegeven. U kunt de voortgang van de samenstelling controleren in de lijst met pakketten.
Er wordt een bericht weergegeven nadat het proces is voltooid. Als het pakket correct is gemaakt, wordt in het bericht ook aangegeven hoe lang het pakket kan worden gedownload via de Admin Console.
-
Kies in het dialoogvenster Opslaan als een locatie op uw computer om het pakket op te slaan.
-
Als u het pakket later wilt downloaden en distribueren, klikt u op de pakketnaam in de lijst met pakketten en klikt u op Downloaden in het rechterdeelvenster.
Als u macOS-pakketten maakt, wordt Adobe Package Downloader naar uw computer gedownload. Open en start deze om het downloaden van het pakket te voltooien. Klik hier voor meer informatie.
Nadat u met de procedures die in dit document worden beschreven, pakketten hebt gemaakt die alleen Acrobat bevatten, kunt u Customization Wizard gebruiken om uw pakket verder aan te passen.
Met de wizard kunt u Acrobat-functies en -apps in het installatieprogramma aanpassen of configureren voorafgaand aan de distributie binnen de organisatie.
Producten en licenties verwijderen
Wanneer u pakketten maakt en distribueert naar clientcomputers, moet u eerder geïnstalleerde producten en licenties verwijderen. Als uw organisatie bijvoorbeeld migreert van licenties voor gedeelde apparaten naar gebruikerslicenties op naam, dient u de producten en licenties te verwijderen die eerder op de computer waren geïnstalleerd. Clientcomputers kunnen vaak ook meerdere versies van apps bevatten of conflicterende licenties gebruiken. Clientcomputers kunnen dus soms extra licenties in gebruik hebben. En deze licenties worden niet geretourneerd naar de uitrolgroep.
In al deze gevallen raden we u aan een van deze procedures te gebruiken om de producten en/of licenties op de clientcomputers te verwijderen:
- Geïnstalleerd pakket gebruiken (aanbevolen): Gebruik deze methode als de pakketbestanden (die u van de Admin Console hebt gedownload) beschikbaar zijn. Lees hoe u het geïnstalleerde pakket gebruikt.
- Verwijderingspakket maken: Gebruik deze methode als de pakketbestanden (die u van de Admin Console hebt gedownload) niet beschikbaar zijn. Lees hoe u een verwijderingspakket maakt.
- Bulksgewijs verwijderen: Gebruik de volgende tools van derden om het pakket (op afstand) van meerdere clientcomputers tegelijk te verwijderen: