Handboek Annuleren

Adobe-pakketten distribueren met ARD

  1. Adobe voor ondernemingen en teams: Beheerdershandleiding
  2. Uw distributie plannen
    1. Basisconcepten
      1. Licentieverlening
      2. Identiteit
      3. Gebruikersbeheer
      4. App-distributie
      5. Overzicht van de Admin Console
      6. Beheerdersrollen
    2. Distributiehandleidingen
      1. Distributiehandleiding voor gebruikerslicenties op naam
      2. Distributiehandleiding voor SDL
      3. Adobe Acrobat distribueren 
    3. Creative Cloud voor het onderwijs distribueren
      1. Startpagina distributie
      2. Onboarding-wizard voor basis- en voortgezet onderwijs
      3. Eenvoudige installatie
      4. Gebruikers synchroniseren
      5. Lijstsynchronisatie voor basis- en voortgezet onderwijs (VS)
      6. Belangrijkste licentieconcepten
      7. Distributieopties
      8. Snelle tips
      9. Adobe-apps goedkeuren in de Google-beheerdersconsole
      10. Adobe Express inschakelen in Google Classroom
      11. Integratie met Canvas LMS
      12. Integratie met Blackboard Learn
      13. SSO configureren voor schoolportals en LMS'en
      14. Gebruikers toevoegen via roostersynchronisatie
      15. Veelgestelde vragen over Kivuto
      16. Geschiktheidsrichtlijnen voor instellingen voor basis- en voortgezet onderwijs
  3. Uw organisatie instellen
    1. Identiteitstypen | Overzicht
    2. Identiteit instellen | Overzicht
    3. Een organisatie instellen met Enterprise ID's
    4. Azure AD-federatie en synchronisatie instellen
      1. SSO met Microsoft instellen via Azure OIDC
      2. Azure Sync toevoegen aan uw directory
      3. Synchronisatie van rollen voor het onderwijs
      4. Veelgestelde vragen over Azure Connector
    5. Google-federatie en -synchronisatie instellen
      1. SSO met Google-federatie instellen
      2. Google Sync toevoegen aan uw directory
      3. Veelgestelde vragen over Google-federatie
    6. Een organisatie instellen met Microsoft ADFS
    7. Een organisatie instellen voor schoolportals en LMS'en
    8. Een organisatie instellen met andere identiteitsproviders
      1. Een directory maken
      2. Het eigendom van een domein verifiëren
      3. Domeinen toevoegen aan directory's
    9. Veelgestelde vragen over en problemen oplossen met SSO
      1. Veelgestelde vragen over SSO
      2. Problemen met SSO oplossen
      3. Veelgestelde vragen uit het onderwijs
  4. De configuratie van uw organisatie beheren
    1. Bestaande domeinen en directory's beheren
    2. Automatisch accounts maken inschakelen
    3. Een organisatie instellen via vertrouwde directory's
    4. Migreren naar een nieuwe verificatieprovider 
    5. Instellingen voor assets
    6. Verificatie-instellingen
    7. Contactpersonen voor privacy en beveiliging
    8. Console-instellingen
    9. Versleuteling beheren  
  5. Gebruikers beheren
    1. Overzicht
    2. Beheerdersrollen
    3. Strategieën voor gebruikersbeheer
      1. Gebruikers afzonderlijk beheren   
      2. Meerdere gebruikers beheren (bulkgewijs via CSV)
      3. Tool voor gebruikerssynchronisatie (UST)
      4. Microsoft Azure Sync
      5. Synchronisatie via Google-federatie
    4. Licenties toewijzen aan een teamgebruiker
    5. In-app gebruikersbeheer voor teams
      1. Je team beheren in Adobe Express
      2. Je team beheren in Adobe Acrobat
    6. Gebruikers met overeenkomende e-maildomeinen toevoegen
    7. Identiteitstype van een gebruiker wijzigen
    8. Gebruikersgroepen beheren
    9. Directorygebruikers beheren
    10. Ontwikkelaars beheren
    11. Bestaande gebruikers migreren naar de Adobe Admin Console
    12. Gebruikersbeheer migreren naar de Adobe Admin Console
  6. Producten en rechten beheren
    1. Producten en productprofielen beheren
      1. Producten beheren
      2. Producten en licenties kopen
      3. Productprofielen voor ondernemingsgebruikers beheren
      4. Regels voor automatische toewijzing beheren
      5. Gebruikers het recht geven om aangepaste Firefly-modellen te trainen
      6. Productverzoeken beoordelen
      7. Beleid voor selfservice beheren
      8. App-integraties beheren
      9. Productmachtigingen beheren in de Admin Console  
      10. Services voor een productprofiel in- of uitschakelen
      11. Losse apps | Creative Cloud voor ondernemingen
      12. Optionele services
    2. Licenties voor gedeelde apparaten beheren
      1. Nieuwe functies
      2. Distributiehandleiding
      3. Pakketten maken
      4. Licenties terughalen
      5. Profielen beheren
      6. Licensing Toolkit
      7. Veelgestelde vragen over licenties voor gedeelde apparaten
  7. Aan de slag met Global Admin Console
    1. De Global Admin Console gaan gebruiken
    2. Uw organisatie selecteren
    3. De organisatiehiërarchie beheren
    4. Productprofielen beheren
    5. Beheerders beheren
    6. Gebruikersgroepen beheren
    7. Organisatiebeleid bijwerken
    8. Beleidssjablonen beheren
    9. Producten toewijzen aan onderliggende organisaties
    10. Klaarstaande taken doorvoeren
    11. Inzichten verkennen
    12. Organisatiestructuur exporteren of importeren
  8. Opslag en assets beheren
    1. Opslag
      1. Opslagruimte voor ondernemingen beheren
      2. Adobe Creative Cloud: update in de toewijzing van opslagruimte
      3. Adobe-opslag beheren
    2. Assets migreren
      1. Geautomatiseerde migratie van assets
      2. Veelgestelde vragen over geautomatiseerde migratie van assets  
      3. Overgedragen assets beheren
    3. Assets van een gebruiker terughalen
    4. Migratie van studentassets | Alleen onderwijs
      1. Automatische migratie van studentassets
      2. Assets migreren
  9. Services beheren
    1. Adobe Stock
      1. Pakketten met Adobe Stock-tegoeden voor teams
      2. Adobe Stock voor ondernemingen
      3. Adobe Stock voor ondernemingen gebruiken
      4. Goedkeuring van Adobe Stock-licenties
    2. Eigen lettertypen
    3. Adobe Asset Link
      1. Overzicht
      2. Gebruikersgroep maken
      3. Adobe Experience Manager Assets configureren
      4. Adobe Asset Link configureren en installeren
      5. Assets beheren
      6. Adobe Asset Link voor XD
    4. Adobe Acrobat Sign
      1. Adobe Acrobat Sign voor ondernemingen of teams instellen
      2. Adobe Acrobat Sign - teamfunctie Beheerder
      3. Adobe Acrobat Sign beheren in de Admin Console
    5. Creative Cloud voor ondernemingen - gratis lidmaatschap
      1. Overzicht
  10. Apps en updates distribueren
    1. Overzicht
      1. Apps en updates distribueren en leveren
      2. De distributie plannen
      3. Distributie voorbereiden
    2. Pakketten maken
      1. App-pakketten maken via de Admin Console
      2. Pakketten met gebruikerslicenties op naam maken
      3. Vooraf gegenereerde pakketten beheren
        1. Adobe-sjablonen beheren
        2. Pakketten met een losse app beheren
      4. Pakketten beheren
      5. Apparaatlicenties beheren
      6. Licenties op serienummer
    3. Pakketten aanpassen
      1. De Creative Cloud desktop-app aanpassen
      2. Extensies opnemen in uw pakket
    4. Pakketten distribueren 
      1. Pakketten distribueren
      2. Adobe-pakketten distribueren met Microsoft Intune
      3. Adobe-pakketten distribueren met SCCM
      4. Adobe-pakketten distribueren met ARD
      5. Producten in de map Exceptions installeren
      6. Creative Cloud-producten verwijderen
      7. Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken
    5. Updates beheren
      1. Updates beheren voor klanten met Adobe voor ondernemingen en teams
      2. Updates distribueren
    6. Adobe Update Server Setup Tool (AUSST)
      1. Overzicht van AUSST
      2. De interne updateserver instellen
      3. De interne updateserver onderhouden
      4. Gangbare gebruiksscenario's voor AUSST   
      5. Problemen met de interne updateserver oplossen
    7. Adobe Remote Update Manager (RUM)
      1. Aanvullende informatie
      2. Adobe Remote Update Manager gebruiken
    8. Problemen oplossen
      1. Problemen bij het installeren en verwijderen van Creative Cloud-apps oplossen
      2. Controleren of een pakket is gedistribueerd naar clientcomputers
  11. Je teamaccount beheren
    1. Overzicht
    2. Betalingsgegevens bijwerken
    3. Facturen beheren
    4. Contracteigenaar wijzigen
    5. Je lidmaatschap wijzigen
    6. Leverancier wijzigen
    7. Je lidmaatschap annuleren
    8. Naleving van aankoopverzoek
  12. Verlengingen
    1. Teamlidmaatschap: verlenging
    2. Enterprise in VIP: verlengingen en naleving
  13. Contracten beheren
    1. Automatische vervalfasen voor ETLA-contracten
    2. Wisselen van contracttype binnen een bestaande Adobe Admin Console
    3. Value Incentive Plan (VIP) in China
    4. VIP Select Help
  14. Rapporten en logbestanden
    1. Controlelogbestand
    2. Toewijzingsrapporten
    3. Inhoudslogbestanden
  15. Hulp krijgen
    1. Contact met de Adobe-klantenservice
    2. Ondersteuningsopties voor teamaccounts
    3. Ondersteuningsopties voor ondernemingsaccounts
    4. Ondersteuningsopties voor Experience Cloud

Wanneer u een pakket voorbereidt voor distributie in Mac OS, moet dit pakket worden gemaakt en opgeslagen in Mac OS. Mogelijk kunnen de verwijzingen in een Mac OS-pakket worden beschadigd als u het pakket kopieert en opslaat in Windows.

Voorbereiding

Voor u het Adobe-distributiepakket gaat distribueren, moet u controleren of aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • Extern beheer is ingeschakeld op alle doelsystemen. U kunt dit inschakelen door in Systeemvoorkeuren op Delen te klikken. Selecteer in het volgende scherm Extern beheer in het linkerdeelvenster en selecteer de functies voor delen die u wilt inschakelen. Zoek in de ARD-documentatie naar aanbevelingen. Zo moet u voor de distributie van pakketten de functies 'Copy Items' en 'Delete and Replace Items' selecteren. Referentie distributiecomponenten.
  • Het Adobe-pakket dat u wilt distribueren, bevindt zich op of is toegankelijk vanaf het beheersysteem.
  • U hebt al een ARD-groep gedefinieerd die alle doelsystemen bevat waarnaar u het Adobe-pakket wilt distribueren. 
  • Er is voldoende ruimte beschikbaar op elk doelsysteem waarnaar u het pakket distribueert. Een doelsysteem moet ruimte hebben voor een kopie van het distributiepakket en voor de geïnstalleerde producten.

Gebruikers toestaan de installatielocatie op te geven

Als u tijdens de configuratie van een installatiepakket de optie 'Map opgeven tijdens distributie' hebt geselecteerd, moet u het gemaakte pakket aanpassen voor u het distribueert via ARD.

Breng de volgende wijziging aan in het PKG-installatiepakket:

  1. Open het bestand Contents/Info.plist in het PKG-installatiepakket.

  2. Wijzig de waarde voor de tag IFPkgFlagDefaultLocation in een absoluut pad naar de doelmap. Bijvoorbeeld:
    /Volumes/<Volumenaam>/<Mapnaam>

    of als u distribueert naar het rootvolume:
    /<Mapnaam>

    Als u wilt distribueren met 'Copy Items' en 'Send Unix Command', moet u de mapnaam opgeven. De volumenaam geeft u door met de opdracht installer.

    Nadat u deze wijziging hebt aangebracht, kunt u het pakket distribueren met ARD, zoals hierna wordt beschreven.

Pakket distribueren

  1. Start ARD op uw beheersysteem.

  2. Selecteer de doelcomputers.

    Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelcomputers worden weergegeven in het rechterdeelvenster.

  3. Stel de installatiepakketten in.

    Selecteer de optie 'Install Packages' van ARD en voeg het installatiepakket toe dat u wilt distribueren.

    Kies of u opnieuw wilt starten, of u deze taak wilt uitvoeren via deze applicatie- of taakserver en geef de overige gewenste opties op. Als u 'Run this task from: Task server on this computer' selecteert, verplaatst de taakserver de taak naar systemen die niet online waren toen de taak werd gestart.

    Als u wilt, kunt u de installatietaak voor een later tijdstip plannen. Hiervoor klikt u op Schedule in de linkerbenedenhoek van het venster Install Packages en geeft u in het venster Schedule Task de tijd en datum op waarop u het pakket wilt installeren.

  4. Installeer het pakket op de doelcomputers.

    Als u de taak niet hebt ingepland voor een later tijdstip, controleert u de beschikbaarheid van alle doelcomputers in het gedeelte Name onder aan het venster Install Packages. Als u op Install klikt, begint de installatie onmiddellijk op alle vermelde doelcomputers.

    Als u de taak voor een later tijdstip hebt gepland, klikt u op Install. Controleer voorafgaand aan het tijdstip waarop de taak wordt uitgevoerd of alle doelcomputers in het gedeelte Name van het venster Install Packages zich in de ruststand bevinden, geen actieve gebruikers hebben en opdrachten kunnen ontvangen.

    Wanneer de taak Install Packages wordt uitgevoerd, wordt de status ervan weergegeven in het ARD-venster. Als het proces voltooid is, wordt dat weergegeven in de status.

    Let op:

    U mag installatie-/verwijderingstaken niet beëindigen via ARD. Als u dit wel doet, kan de bewerking worden voortgezet, ook al wordt in het ARD-venster aangegeven dat het proces beëindigd is.

    Vanwege de pakketstructuur die wordt gemaakt door Adobe Application Manager Enterprise Edition is de voortgangsbalk die tijdens de distributie via ARD wordt weergegeven, niet erg nuttig. De balk staat op 0% als de installatie is voltooid (in macOS 10.5) of blijft het grootste gedeelte van de tijd op 95% staan (in macOS 10.6).

Updatepakketten

  • Updatepakketten krijgen een naam met de volgende notatie <pakketnaam>_Update.pkg.
  • Updatepakketten kunnen niet worden verwijderd.

Problemen oplossen

De distributie van pakketten via ARD kan mislukken als de status van de gebruiker tijdens de distributie verandert; dat wil zeggen, als een gebruiker zich aan- of afmeldt, of als u van gebruiker wisselt. Als u de taakserver gebruikt, begint de taak mogelijk hetzelfde pakket onmiddellijk na de statuswijziging te distribueren, wat kan mislukken. Dit is normaal gedrag voor ARD. Als dit gedrag zich voordoet, voert u de distributie opnieuw uit.

Distribueren met Copy Items en Send Unix Command

Als alternatief voor de optie 'Install Packages' kunt u ook de taak 'Copy Items' gebruiken om het pakket naar de doelcomputer te kopiëren en vervolgens met 'Send Unix Command' de installer uitvoeren en het gekopieerde pakket distribueren.

  1. Start ARD op uw beheersysteem. 

  2. Selecteer de doelcomputers. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelcomputers worden weergegeven in het rechterdeelvenster.

  3. Stel de installatiepakketten in.

    1. Selecteer de optie Copy Items van ARD en voeg het installatiepakket toe dat u wilt distribueren.
    2. Selecteer de bestemming waarnaar u het pakket op de doelcomputers wilt kopiëren.
    Opmerking:

    Als u de opstartschijf wilt gebruiken als bestemming, geeft u / op na -target. Installeer het pakket op de doelcomputers.

  4. Selecteer de opties Send Unix Command van ARD:

    1. Selecteer Run command as: User.
    2. Geef root op in het gebruikersveld.
    3. Geef de volumenaam door met de opdracht installer:
      sudo installer -pkg -target <Locatie_van_volume>
    Opmerking:

    Als u de doelcomputer wilt gebruiken als opstartschijf, geeft u / op na -target.

Adobe-software verwijderen met een distributiepakket

Opmerking:

Voor updatepakketten worden geen verwijderingspakketten gemaakt.

Het installatiedistributiepakket bevat een bestand met de naam <pakketnaam>_Uninstall.pkg dat u gebruikt om de software te verwijderen die u hebt geïnstalleerd met het overeenkomende installatiebestand <pakketnaam>_Install.pkg. De stappen zijn vergelijkbaar met de stappen die u hebt genomen om de software te installeren.

  1. Selecteer de doelcomputers. Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de groep met doelcomputers waarop u software hebt geïnstalleerd met een distributiepakket.

  2. Voer de taak Install Packages uit voor het verwijderingspakket op de doelcomputers.

    • Selecteer de optie 'Install Packages' van ARD en voeg het verwijderingspakket toe (of sleep het pakket naar het deelvenster met pakketten).
    • Klik op Install.
  3. Wanneer de taak wordt uitgevoerd, wordt de status ervan weergegeven in het ARD-venster. Als het proces voltooid is, wordt dat weergegeven in de status.

    Let op:

    U mag installatie-/verwijderingstaken niet beëindigen via ARD. Als u dit wel doet, kan de bewerking worden voortgezet, ook al wordt in het ARD-venster aangegeven dat het proces beëindigd is.

Verwijderen met Copy Items en Send Unix Command

Als u het pakket met deze methode hebt gedistribueerd, moet u de methode ook gebruiken om het pakket te verwijderen. In dit geval moet u in plaats van het installatiepakket het verwijderingspakket kopiëren en aanroepen.

  1. Selecteer de doelcomputers.

    Selecteer in het linkerdeelvenster van het ARD-hoofdvenster de gewenste computerlijst en controleer of de doelcomputers worden weergegeven in het rechterdeelvenster.

  2. Stel de verwijderingspakketten in.

    • Selecteer de optie Copy Items van ARD en voeg het verwijderingspakket toe dat u wilt distribueren.
    • Selecteer de bestemming waarnaar u het pakket op de doelcomputers wilt kopiëren.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?