Organisaties kunnen directory's structureren door domeinen in de Admin Console te verplaatsen van brondirectory's naar doeldirectory's. U kunt de koppeling tussen domeinen en directory's aanpassen op basis van de behoeften van uw organisatie zonder dat eindgebruikers de toegang tot hun producten, services of opgeslagen assets kwijtraken. Door domeinen die voor dezelfde identiteitsprovider zijn geconfigureerd, samen te voegen in één enkele directory vereenvoudigt u het beheer voor uw IT-teams.
Als u van plan bent domeinen te migreren van een directory naar een andere directory die een nieuwe identiteitsprovider (Azure, Google of een andere SAML) met SHA-2-verificatie gebruikt, moet u de nieuwe IdP in beide directory's configureren. Als u de nieuwe IdP configureert, kunt u de aanmelding van gebruikers van alle domeinen binnen de directory testen. Doe het volgende op basis van uw nieuwe identiteitsprovider:
- Voor Microsoft Azure: Voeg een nieuwe Azure IdP toe aan uw directory en meld u aan bij dezelfde Azure-tenant.
- Voor andere SAML-providers (inclusief Google): Upload hetzelfde metadatabestand dat verwijst naar dezelfde SAML-app van uw IdP.
Nadat de domeinmigratie is voltooid, kunnen gebruikers die deel uitmaken van de nieuwe directory zich nog steeds aanmelden. Zo wordt downtime voorkomen en zorgt u ervoor dat gebruikers direct toegang hebben tot hun toegewezen Adobe-apps en -services.