Product
- Adobe voor ondernemingen en teams: Beheerdershandleiding
- Uw distributie plannen
- Basisconcepten
- Distributiehandleidingen
- Creative Cloud voor het onderwijs distribueren
- Distributiehandleiding
- Adobe-apps goedkeuren in de Google-beheerdersconsole
- Adobe Express inschakelen in Google Classroom
- Integratie met Canvas LMS
- Integratie met Blackboard Learn
- SSO configureren voor schoolportals en LMS'en
- Adobe Express distribueren via app-licenties van Google
- Gebruikers toevoegen via lijstsynchronisatie
- Synchronisatie van rollen voor het onderwijs
- Veelgestelde vragen over Kivuto
- Geschiktheidsrichtlijnen voor instellingen voor basis- en voortgezet onderwijs
- Uw organisatie instellen
- Identiteitstypen | Overzicht
- Identiteit instellen | Overzicht
- Een organisatie instellen met Enterprise ID's
- Azure AD-federatie en synchronisatie instellen
- Google-federatie en -synchronisatie instellen
- Een organisatie instellen met Microsoft ADFS
- Een organisatie instellen voor schoolportals en LMS'en
- Een organisatie instellen met andere identiteitsproviders
- Veelgestelde vragen over en problemen oplossen met SSO
- De configuratie van uw organisatie beheren
- Bestaande domeinen en directory's beheren
- Automatisch accounts maken inschakelen
- Een organisatie instellen via vertrouwde directory's
- Migreren naar een nieuwe verificatieprovider
- Instellingen voor assets
- Verificatie-instellingen
- Contactpersonen voor privacy en beveiliging
- Console-instellingen
- Versleuteling beheren
- Bestaande domeinen en directory's beheren
- Producten en rechten beheren
- Gebruikers beheren
- Producten en productprofielen beheren
- Producten beheren
- Productprofielen voor ondernemingsgebruikers beheren
- Regels voor automatische toewijzing beheren
- Productverzoeken beoordelen
- Beleid voor selfservice beheren
- App-integraties beheren
- Productmachtigingen beheren in de Admin Console
- Services voor een productprofiel in- of uitschakelen
- Losse apps | Creative Cloud voor ondernemingen
- Optionele services
- Licenties voor gedeelde apparaten beheren
- Gebruikers beheren
- Opslag en assets beheren
- Opslag
- Assets migreren
- Assets van een gebruiker terughalen
- Migratie van studentassets | Alleen onderwijs
- Services beheren
- Adobe Stock
- Eigen lettertypen
- Adobe Asset Link
- Adobe Acrobat Sign
- Creative Cloud voor ondernemingen - gratis lidmaatschap
- Apps en updates distribueren
- Overzicht
- Pakketten maken
- Pakketten aanpassen
- Pakketten distribueren
- Pakketten distribueren
- Adobe-pakketten distribueren met Microsoft Intune
- Adobe-pakketten distribueren met SCCM
- Adobe-pakketten distribueren met ARD
- Producten in de map Exceptions installeren
- Creative Cloud-producten verwijderen
- Adobe Provisioning Toolkit Enterprise Edition gebruiken
- Licentie-id's voor Adobe Creative Cloud
- Pakketten distribueren
- Updates beheren
- Adobe Update Server Setup Tool (AUSST)
- Adobe Remote Update Manager (RUM)
- Problemen oplossen
- Pakketten maken met Creative Cloud Packager (CC 2018 of oudere apps)
- Over Creative Cloud Packager
- Aanvullende informatie over Creative Cloud Packager
- Applicatiepakketten maken
- Pakketten maken met Creative Cloud Packager
- Pakketten met licenties op naam maken
- Pakketten met apparaatlicenties maken
- Een licentiepakket maken
- Pakketten met serienummerlicenties maken
- Packager automatiseren
- Pakketten maken met andere producten dan Creative Cloud-producten
- Configuraties bewerken en opslaan
- Landinstelling op systeemniveau instellen
- Uw account beheren
- Uw teamaccount beheren
- Licenties toewijzen aan een teamgebruiker
- Producten en licenties toevoegen
- Verlengingen
- Automatische vervalfasen voor ETLA-contracten
- Wisselen van contracttype binnen een bestaande Adobe Admin Console
- Naleving van aankoopverzoek
- Value Incentive Plan (VIP) in China
- VIP Select Help
- Rapporten en logbestanden
- Hulp krijgen
Creative Cloud Packager wordt niet verder ontwikkeld en er worden geen updates meer uitgebracht. Creative Cloud Packager kan ook niet worden gebruikt om pakketten te maken die Creative Cloud 2019-apps of nieuwere apps bevatten. Meer informatie.
We raden u aan de workflows in de Adobe Admin Console te gebruiken om pakketten met gebruikerslicenties op naam en pakketten met licenties voor gedeelde apparaten te maken.
U kunt Creative Cloud Packager (CCP) ook gebruiken om pakketten te maken met andere producten dan Creative Cloud-producten. Momenteel ondersteunt Creative Cloud Packager distributie met serienummer voor de volgende producten.
Als u een serienummer invoert voor een volumelicentie van een ander product dan een Creative Cloud-product, wordt alleen het betreffende product weergegeven. U moet afzonderlijke pakketten maken en u kunt deze producten niet toevoegen aan een pakket met Creative Cloud-producten.
|
Windows |
Mac OS |
Photoshop Elements |
Ja* |
Ja |
Premiere Elements |
Ja* |
Ja |
Adobe Captivate |
Ja |
Ja |
Adobe Presenter |
Ja |
- |
Adobe Robohelp |
Ja |
- |
Adobe Framemaker |
Ja |
- |
Adobe Technical Communication Suite |
Ja |
- |
Adobe Presenter Video Express |
- |
Ja |
Als u Elements 12-producten wilt gebruiken in Windows, raadpleegt u Photoshop Elements 12 distribueren. Als u Elements 13-producten wilt gebruiken, raadpleegt u Instructies voor een stille installatie en distributie.
-
Haal uw serienummer voor ondernemingen op van de licentiewebsite van Adobe als u dit nog niet hebt gedaan.
-
Start Creative Cloud Packager en meld u aan als een klant met een lidmaatschap voor ondernemingen.
-
Maak een pakket met het licentietype Serienummer en geef het serienummer voor ondernemingen op.
-
In Creative Cloud Packager worden de beschikbare producten weergegeven. Selecteer de vereiste producten en updates en klik op Samenstellen.
Bekende problemen
In Adobe Photoshop Elements 13.0 moet de regio worden opgeven na een installatie met CCP.
Eindgebruikers moeten na de installatie van Adobe Photoshop Elements 13.0 hun regio selecteren. Als u het pop-upvenster voor de regio wilt onderdrukken, maakt u een taalpointerbestand op de computers waarnaar u Photoshop Elements distribueert. In dat bestand kunt u de taal voor het installatieprogramma definiëren, zodat de gebruikers niet naar de taal worden gevraagd:
-
Maak een bestand met de naam elements.ini op de computers waarop u Photoshop Elements distribueert op de volgende locatie: <hoofdmap>:\Gebruikers\Alle gebruikers\Adobe\Elements Organizer\13.0.
-
Voeg aan het bestand elements.ini een vermelding toe voor de geografische locatie-id van het land van de eindgebruiker. Als uw eindgebruikers zich bijvoorbeeld in de VS bevinden, gebruikt u de code 244 en de volgende vermelding:
[PSEInformation] Country=244
De (decimale) id's van de geografische locaties voor alle landen vindt u hier:
Tabel met geografische locaties
De installatie mislukt wanneer een 64-bits Adobe Presenter-pakket wordt gedistribueerd op een computer met een 64-bits besturingssysteem en een 32-bits versie van MS Office.
Als u een 64-bits Presenter-pakket maakt met CCP en het pakket op een computer met een 64-bits besturingssysteem en een 32-bits versie van MS Office installeert, mislukt de installatie.
Ook als u een 32-bits Presenter-pakket maakt met CCP en het pakket op een computer met een 64-bits besturingssysteem installeert, mislukt de installatie.
Opmerking: Tijdens het maken van een pakket met CCP:
- Als u 32-bits kiest, wordt de 32-bits versie van Presenter toegevoegd
- Als u 64-bits kiest, wordt de 64-bits versie van Presenter toegevoegd.
Voor informatie over het maken van pakketten en stapsgewijze instructies raadpleegt u Pakketten maken.
Aanmelden bij je account