Handboek Annuleren

Patronen maken en bewerken

Ontdek hoe u patronen maakt en bewerkt in Illustrator.

In dit artikel worden de workflows beschreven voor het maken en bewerken van patronen in Adobe Illustrator CS6 en hoger. Zie Patronen voor informatie over werken met patronen in een eerdere versie van Illustrator.

Zelfstudievideo: Een patroon definiëren

Leer eerst de functie Tekst naar patroon een beetje kennen, voordat u hiermee gaat werken. Deze functie, mogelijk gemaakt door Adobe Firefly, helpt u snel schaalbare en bewerkbare vectorpatronen te genereren met behulp van een prompt.

Een patroon maken of bewerken

  1. Voer een van de volgende stappen uit:

    • Als u een patroon wilt maken, selecteert u de illustratie waarvan u het patroon wilt maken en vervolgens kiest u Object > Patroon > Maken.
    • Als u een bestaand patroon wilt bewerken, dubbelklikt u op het patroon in het patroonstaal of selecteert u een object met het patroon en kiest u Object > Patroon > Patroon bewerken.
  2. (Optioneel) Geef in het dialoogvenster Patroonopties een nieuwe naam op voor het patroon of wijzig de bestaande naam.

  3. Wijzig de andere beschikbare opties in het dialoogvenster Patroonopties:

    Deelvenster Patroonopties
    Deelvenster Patroonopties

    Tegeltype

    Geef aan hoe u de tegels wilt opmaken:

    • Raster. Het middelpunt van elke tegel wordt horizontaal en verticaal uitgelijnd met de middelpunten van de aangrenzende tegels.
    • Steen op rij. De tegels zijn rechthoekig en worden in rijen gerangschikt. De middelpunten van de tegels in rijen worden horizontaal uitgelijnd. De middelpunten van de tegels in afwisselende kolommen worden verticaal uitgelijnd.
    • Steen op kolom. De tegels zijn rechthoekig en worden in kolommen gerangschikt. De middelpunten van de tegels in kolommen worden verticaal uitgelijnd. De middelpunten van de tegels in afwisselende kolommen worden horizontaal uitgelijnd.
    • Hex op kolom. De tegels zijn zeshoekig en worden in kolommen gerangschikt. De middelpunten van de tegels in de kolommen worden verticaal uitgelijnd. De middelpunten van de tegels in afwisselende kolommen worden horizontaal uitgelijnd.
    • Hex op rij. De tegels zijn zeshoekig en worden in rijen gerangschikt. De middelpunten van de tegels in de rijen worden horizontaal uitgelijnd. De middelpunten van de tegels in afwisselende rijen worden verticaal uitgelijnd.

    Verschuiving van steen

    Toepassen op:

    • Steen op rij. Hiermee bepaalt u met hoeveel tegelbreedte de middelpunten van de tegels in aangrenzende rijen buiten de verticale uitlijning worden geplaatst.
    • Steen op kolom. Hiermee bepaalt u met hoeveel tegelhoogte de middelpunten van tegels in aangrenzende kolommen buiten de horizontale uitlijning worden geplaatst.

    Hoogte/breedte

    Hiermee bepaalt u de hoogte en de breedte van de tegel. Kies verschillende waarden, kleiner of groter dan de hoogte en de breedte van de illustratie. Als u waarden invoert die groter zijn dan het formaat van de illustratie, wordt de tegel groter dan de illustratie en wordt er lege ruimte tussen tegels toegevoegd. Als u waarden invoert die kleiner zijn dan het formaat van de illustratie, overlappen de illustraties van aangrenzende tegels elkaar.

    Tegelgrootte aanpassen aan illustratie

    Als u deze optie gebruikt, wordt het formaat van de tegel verkleind tot dat van de illustratie waarmee het patroon wordt gemaakt.

    Tegel verplaatsen met illustratie

    Als u deze optie gebruikt, wordt de tegel ook verplaatst wanneer u de illustratie verplaatst.

    Horizontale tussenruimte/verticale tussenruimte

    Geef aan hoeveel ruimte er tussen aangrenzende tegels moet worden geplaatst.

    Overlap

    Wanneer aangrenzende tegels elkaar overlappen, bepaalt u welke tegels op de voorgrond moeten worden weergegeven.

    Exemplaren

    Geef aan hoeveel rijen en kolommen tegels er moeten worden weergegeven wanneer u het patroon aanpast.

    Kopieën grijs maken tot

    Hiermee bepaalt u de dekking van exemplaren van de tegel in de voorvertoning tijdens het aanpassen van het patroon.

    Tegelrand tonen

    Selecteer deze optie als u een kader rond de tegel wilt weergeven.

    Staalbegrenzingen tonen

    Selecteer deze optie als u een gedeelte van het patroon wilt weergeven dat wordt herhaald om het patroon te maken.

  4. In de balk onder het regelpaneel kunt u ervoor kiezen om wijzigingen in het patroon op te slaan of te verwijderen.

    Opmerking:

    Als u een nieuw patroon maakt, wordt dit opgeslagen in het deelvenster Stalen. Als u een patroon bewerkt, wordt de patroondefinitie bijgewerkt in het deelvenster Stalen.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?