- Illustrator Handboek
- Kennismaken met Illustrator
- Inleiding tot Illustrator
- Werkruimte
- Basisbeginselen van de werkruimte
- Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
- Documenten maken
- Werkbalk
- Standaardsneltoetsen
- Sneltoetsen aanpassen
- Inleiding in tekengebieden
- Tekengebieden beheren
- De werkruimte aanpassen
- Deelvenster Eigenschappen
- Voorkeuren instellen
- Werkruimte voor aanraken
- Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
- Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
- Weergave draaien
- Linialen, rasters en hulplijnen
- Toegankelijkheid in Illustrator
- Veilige modus
- Illustraties weergeven
- De Touch Bar gebruiken met Illustrator
- Bestanden en sjablonen
- Gereedschappen in Illustrator
- Overzicht van gereedschappen
- Selectiegereedschappen
- Navigatiegereedschappen
- Schildergereedschappen
- Tekstgereedschappen
- Tekengereedschappen
- Bewerkingsgereedschappen
- Snelle actie
- Illustrator op de iPad
- Inleiding in Illustrator op de iPad
- Werkruimte
- Documenten
- Objecten selecteren en rangschikken
- Tekenen
- Tekst
- Werken met afbeeldingen
- Kleur
- Clouddocumenten
- Basisbeginselen
- Problemen oplossen
- Inhoud toevoegen en bewerken
- Tekenen
- Grondbeginselen van tekenen
- Paden bewerken
- Pixel-perfecte illustraties tekenen
- Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
- Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
- Afbeeldingen overtrekken
- Een pad vereenvoudigen
- Perspectiefrasters definiëren
- Symboolgereedschappen en symboolsets
- Padsegmenten aanpassen
- Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
- Perspectief tekenen
- Symbolen
- Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
- 3D-objecten en materialen
- Kleur
- Schilderen
- Objecten selecteren en rangschikken
- Objecten omvormen
- Afbeeldingen uitsnijden
- Objecten transformeren
- Objecten combineren
- Objecten knippen, splitsen en verkleinen
- Marionet verdraaien
- Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
- Objecten laten overvloeien
- Omvormen met omhulsels
- Objecten omvormen met effecten
- Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
- Werken met actieve hoeken
- Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
- Uitknipmaskers bewerken
- Actieve vormen
- Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
- Algemene bewerking
- Tekst
- Tekst en ander werk toevoegen met tekstobjecten
- Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
- Tekstgebied beheren
- Lettertypen en typografie
- Tekst opmaken
- Tekst importeren en exporteren
- Alinea's opmaken
- Speciale tekens
- Tekst op een pad maken
- Teken- en alineastijlen
- Tabs
- Ontbrekende lettertypen zoeken (Typekit-workflow)
- Arabische en Hebreeuwse tekst
- Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
- Een 3D-teksteffect maken
- Creatieve typografische ontwerpen
- Tekst schalen en roteren
- Regelafstand en tekenafstand
- Woordafbreking en regelafbreking
- Spelling- en taalwoordenboeken
- Aziatische tekens opmaken
- Composers voor Aziatische schriften
- Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
- Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
- Speciale effecten maken
- Webafbeeldingen
- Tekenen
- Importeren, exporteren en opslaan
- Importeren
- Creative Cloud Libraries in Illustrator
- Opslaan
- Exporteren
- Afdrukken
- Voorbereiden op afdrukken
- Afdrukken
- Taken automatiseren
- Problemen oplossen
- Crashproblemen
- Bestanden herstellen na een crash
- Problemen met bestanden
- Ondersteunde bestandsindelingen
- Problemen met GPU-stuurprogramma's
- Problemen met Wacom-apparaten
- Problemen met DLL-bestanden
- Geheugenproblemen
- Problemen met voorkeurenbestanden
- Lettertypeproblemen
- Printerproblemen
- Foutrapport delen met Adobe
- De prestaties van Illustrator verbeteren
Tekst selecteren
Als u tekens selecteert, kunt u de tekens bewerken, opmaken met het deelvenster Teken, vulling- en lijnkenmerken toepassen en de transparantie van de tekens wijzigen. U kunt de wijzigingen toepassen op één teken, op een reeks tekens of op alle tekens in een tekstobject. Tekens die u hebt geselecteerd, worden in het documentvenster gemarkeerd. In het deelvenster Vormgeving verschijnt bovendien de aanduiding 'Tekens'.
Wanneer u een tekstobject selecteert, kunt u globale opmaakopties toepassen op alle tekens in het object, waaronder opties uit de deelvensters Teken en Alinea, vulling- en lijnkenmerken en transparantie-instellingen. Daarnaast kunt u effecten, meerdere opvullingen en lijnen, en dekkingsmaskers toepassen op een geselecteerd tekstobject. (Dit is niet mogelijk voor afzonderlijke, geselecteerde tekens.) Wanneer u een tekstobject selecteert, wordt in het documentvenster een omsluitende kader rond het tekstobject geplaatst. In het deelvenster Vormgeving verschijnt bovendien de aanduiding 'Tekst'.
Als u een tekstpad selecteert, kunt u de vorm wijzigen en vulling- en lijnkenmerken toepassen. Dit selectieniveau is niet beschikbaar voor punttekst. Wanneer u een tekstpad hebt geselecteerd, verschijnt in het deelvenster Vormgeving de aanduiding 'Pad'.
Tekens selecteren
-
Selecteer een tekstgereedschap en voer een van de volgende stappen uit:
Sleep om een of meer tekens te selecteren. Houd Shift ingedrukt en sleep om de selectie te vergroten of te verkleinen.
Plaats de aanwijzer in een woord en dubbelklik om het te selecteren.
Plaats de aanwijzer in een alinea en klik drie keer om de hele alinea te selecteren.
Selecteer een of meer tekens en kies Selecteren > Alles om alle tekens in het tekstobject te selecteren.
Tekstobjecten selecteren
Wanneer u een tekstobject selecteert, kunt u globale opmaakopties toepassen op alle tekens in het object, waaronder opties uit de deelvensters Teken en Alinea, vulling- en lijnkenmerken en transparantie-instellingen. Daarnaast kunt u effecten, meerdere opvullingen en lijnen, en dekkingsmaskers toepassen op een geselecteerd tekstobject. (Dit is niet mogelijk voor afzonderlijke, geselecteerde tekens.) Wanneer u een tekstobject selecteert, wordt in het documentvenster een omsluitende kader rond het tekstobject geplaatst. In het deelvenster Vormgeving verschijnt bovendien de aanduiding 'Tekst'.
-
Voer een van de volgende stappen uit:
Klik in het documentvenster op de tekst met het selectiegereedschap
of het gereedschap Direct selecteren
. Houd Shift ingedrukt en klik om meer tekstobjecten te selecteren.
Zoek in het deelvenster Lagen het tekstobject dat u wilt selecteren en klik op de rechterrand ervan, tussen de doelknop en de schuifbalk. Houd Shift ingedrukt en klik op de rechterrand van items in het deelvenster Lagen om objecten aan de bestaande selectie toe te voegen of om objecten uit de bestaande selectie te verwijderen.
Kies Selecteren > Object > Tekstobjecten om alle tekstobjecten in een document te selecteren.
Een tekstpad selecteren
Als u een tekstpad selecteert, kunt u de vorm wijzigen en vulling- en lijnkenmerken toepassen. Dit selectieniveau is niet beschikbaar voor punttekst. Wanneer u een tekstpad hebt geselecteerd, verschijnt in het deelvenster Vormgeving de aanduiding 'Pad'.
Tekstpaden kunt u het gemakkelijkst selecteren in de weergave Omtrek.
-
Kies het gereedschap Direct selecteren
of Groep selecteren
.
-
Als het tekstobject is geselecteerd, klikt u buiten het omsluitende kader van het object om de selectie ervan op te heffen.
-
Klik op het tekstpad en zorg er daarbij voor dat u niet op de tekens klikt. (Als u toch op een teken klikt, selecteert u het tekstobject in plaats van het tekstpad.)
Met de voorkeur Alleen tekstobjectselectie op pad bepaalt u de gevoeligheid van de selectiegereedschappen wanneer u tekstobjecten in het documentvenster selecteert. Wanneer deze voorkeur is ingeschakeld, moet u rechtstreeks op het tekstpad klikken om de tekst te selecteren. Wanneer deze voorkeur niet is ingeschakeld, kunt u op de tekst of het pad klikken om de tekst te selecteren. U stelt deze voorkeur in door Bewerken > Voorkeuren > Tekst (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Tekst (Mac OS) te kiezen.
Tekst zoeken en vervangen
-
Kies Bewerken > Zoeken en vervangen.
-
Typ de tekenreeks die u zoekt, en typ desgewenst de tekenreeks waardoor u deze wilt vervangen.
U kunt allerlei speciale tekens kiezen uit de pop‑upmenu's rechts van de opties van Zoeken en Vervangen door.
-
Als u de manier wilt aanpassen waarop de opgegeven tekenreeks wordt gezocht, selecteert u de gewenste opties hieronder.
Identieke hoofdletters/kleine letters
Hiermee zoekt u alleen naar tekenreeksen met hetzelfde hoofdlettergebruik als de tekst in het vak Zoeken.
Heel woord zoeken
Hiermee zoekt u alleen naar hele woorden die overeenkomen met de tekst in het vak Zoeken.
Achteruit zoeken
Hiermee doorzoekt u het bestand van de onderkant van de stapelvolgorde tot de bovenkant.
Verborgen lagen controleren
Hiermee zoekt u naar tekst in verborgen lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt tekst in verborgen lagen genegeerd.
Vergrendelde lagen controleren
Hiermee zoekt u naar tekst in vergrendelde lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, wordt tekst in vergrendelde lagen genegeerd.
-
Klik op Zoeken om met zoeken te beginnen.
-
Als de opgegeven tekenreeks wordt gevonden, voert u een van de volgende stappen uit:
Klik op Vervangen om de tekenreeks te vervangen en klik op Volgende zoeken om de tekenreeks nogmaals te zoeken.
Klik op Vervangen en zoeken om de tekenreeks te vervangen en de volgende tekst te zoeken.
Klik op Alles vervangen om de tekenreeks overal in het document te vervangen.
-
Klik op Gereed om het dialoogvenster te sluiten.Opmerking:
Als u een tekenreeks nogmaals wilt zoeken terwijl het dialoogvenster Zoeken en vervangen is gesloten, klikt u op Bewerken > Volgende zoeken.
Volg de onderstaande stappen om tekst uit een willekeurig document te kopiëren en in uw document te plakken zonder de bronopmaak:
De kleur en het uiterlijk van tekens wijzigen
U kunt de kleur en het uiterlijk van tekstobjecten wijzigen door vullingen, lijnen, transparantie-instellingen, effecten en grafische stijlen toe te passen. U kunt de tekst bewerken totdat u de tekst hebt gerasterd.
-
Voer een van de volgende stappen uit:
Selecteer de tekens als u het uiterlijk van bepaalde tekens in een tekstobject wilt wijzigen.
Selecteer een tekstobject als u het uiterlijk van alle tekens in het tekstobject wilt wijzigen of meerdere vullingen en lijnen wilt toepassen.
Selecteer een tekstpad als u vullingen of lijnen op het tekstpad wilt toepassen.
-
Pas naar wens vullingen, lijnen, transparantie-instellingen, effecten en grafische stijlen toe.
Wanneer u de kleur van een tekstobject wijzigt, worden de kenmerken van de afzonderlijke tekens in het tekstobject overschreven.
Opmerking:Gebruik het regelpaneel als u de kleur van geselecteerde tekst snel wilt wijzigen.
Overzicht van het deelvenster Teken
U gebruikt het deelvenster Teken (Venster > Tekst > Teken) om opmaakopties voor afzonderlijke tekens in uw documenten toe te passen. Als er tekst is geselecteerd of als de tool Tekst actief is, kunt u ook opties in het regelpaneel gebruiken om tekens op te maken.

A. Deelvenstermenu B. Lettertype C. Lettertypestijl D. Regelafstand E. Tekstspatiëring F. Letterbreedte G. Tekenrotatie H. Methode voor anti-aliasing I. Tekengrootte J. Tekenspatiëring K. Letterhoogte L. Verticale verplaatsing

A. Lettertype B. Lettertypestijl C. Tekengrootte D. Links uitlijnen E. Centreren F. Rechts uitlijnen
Standaard worden alleen de meest gebruikte opties weergegeven in het deelvenster Teken. Kies Opties tonen in het deelvenstermenu als u alle opties wilt weergeven. U kunt ook op het dubbele driehoekje op de tab van het deelvenster klikken om door de weergavegrootten te bladeren.
In Illustrator CC 2017 kunt u eenvoudig werken met tekstobjecten die een gezamenlijke lettertypefamilie hebben, maar een verschillende stijl of andersom. Als bijvoorbeeld twee tekstobjecten zijn geselecteerd die Arial als lettertypefamilie hebben, maar de een is standaard en de ander is vet, dan zal het veld Stijl leeg zijn en wordt Arial in het veld Lettertypefamilie getoond.
Tekst onderstrepen of doorhalen
-
Selecteer de tekst die u wilt onderstrepen of doorhalen. Als u geen tekst selecteert, wordt de instelling toegepast op nieuwe tekst.
-
Voer een van de volgende stappen uit:
Als u de tekst wilt onderstrepen, klikt u op de knop Onderstrepen
in het deelvenster Teken.
Als u de tekst wilt doorhalen, klikt u op de knop Doorhalen
in het deelvenster Teken.
De standaarddikte van een onderstreping of doorhaling hangt af van de grootte van de tekst.
Kapitalen en kleinkapitalen toepassen
Als u tekst opmaakt in kleinkapitalen, worden automatisch de kleinkapitalen van het desbetreffende lettertype gebruikt, mits deze beschikbaar zijn. Als dat niet het geval is, worden de kleinkapitalen nagemaakt met kleinere versies van de gewone hoofdletters.

-
Selecteer de tekens of tekstobjecten die u wilt wijzigen. Als u geen tekst selecteert, wordt de instelling toegepast op nieuwe tekst.
-
Kies Kapitalen of Kleinkapitalen in het menu van het deelvenster Teken.
Als u de grootte van nagemaakte kleinkapitalen wilt opgeven, kiest u Bestand > Documentinstellingen. Typ voor de kleinkapitalen een percentage van de oorspronkelijke tekengrootte. (De standaardwaarde is 70%.)
Als u het hoofdlettergebruik van tekst wilt wijzigen in hoofdletters, kleine letters, beginhoofdletters van woorden of hoofdletters als in een zin, gebruikt u de opdracht Tekst > Hoofd-kleine letter.
Het hoofdlettergebruik wijzigen
-
Selecteer de tekens of tekstobjecten die u wilt wijzigen.
-
Kies een van de volgende opties in het submenu Tekst > Hoofd-kleine letter:
HOOFDLETTERS
Hiermee wijzigt u alle tekens in hoofdletters.
Opmerking: Met de opdracht HOOFDLETTERS worden handmatige ligaturen weer normale tekst. Bij een handmatige ligatuur aan het begin van een woord geldt dit ook voor de opdrachten Alles Beginhoofdletter en Als in een zin.
kleine letters
Hiermee wijzigt u alle tekens in kleine letters.
Alles Beginhoofdletter
Hiermee wijzigt u de eerste letter van elk woord in een hoofdletter.
Als in een zin
Hiermee wijzigt u de eerste letter van elke zin in een hoofdletter.
Opmerking: Bij de opdracht Als in een zin wordt ervan uitgegaan dat de punt (.), het uitroepteken (!) en het vraagteken (?) het einde van zinnen aangeven. Door het toepassen van de opdracht Als in een zin kunnen er onverwachte wijzigingen in het hoofdlettergebruik optreden als deze tekens op een andere manier zijn gebruikt, zoals in afkortingen, bestandsnamen of URL's. Daarnaast kunnen eigennamen in kleine letters worden weergegeven.
Tip: Als u een OpenType-lettertype gebruikt, kunt u met de opmaak Kapitalen een elegantere tekst maken.
Stilistische sets toepassen
Een stilistische set is een groep met glyph-alternatieven die kan worden toegepast op een geselecteerd tekstblok. Wanneer u een stilistische set toepast, vervangen de in de set gedefinieerde glyphs de standaard glyphs van het lettertype in de geselecteerde tekst. De naam die de ontwikkelaar van het lettertype aan de stilistische set heeft gegeven, wordt weergegeven op verschillende plaatsen in Illustrator. Voor sommige lettertypen geeft Illustrator de namen van de stilistische sets weer als Set 1, Set 2 enzovoort. U kunt meerdere stilistische sets op een stuk tekst toepassen. Zie Speciale tekens voor meer informatie over het toepassen van stilistische sets op een tekstselectie.
Ga als volgt te werk om stilistische sets toe te voegen aan een teken- of alineastijl.
-
Kies Venster > Tekst > Tekenstijlen/ Alineastijlen om het deelvenster Tekenstijlen of het deelvenster Alineastijlen te openen.
-
Kies de optie Nieuwe tekenstijl/Nieuwe alineastijl in het deelvenstermenu.
-
Selecteer het tabblad OpenType-kenmerken aan de linkerkant van het dialoogvenster Nieuwe tekenstijl/Nieuwe alineastijl.
-
Klik op
en kies de gewenste stilistische sets in de lijst.
Stilistische sets toevoegen aan een tekenstijl -
Klik op OK.
Gekrulde of rechte aanhalingstekens opgeven
Typografische aanhalingstekens, vaak gekrulde aanhalingstekens genoemd, sluiten aan op de curven van het lettertype. Typografische aanhalingstekens worden traditioneel voor citaten en als apostrof gebruikt. Rechte aanhalingstekens worden traditioneel als afkorting van feet en inches gebruikt.
-
Kies Bestand > Documentinstellingen, voer een van de volgende stappen uit en klik op OK:
Als u rechte aanhalingstekens wilt gebruiken, schakelt u Typografische aanhalingstekens gebruiken uit.
Als u typografische aanhalingstekens wilt gebruiken, selecteert u Typografische aanhalingstekens gebruiken. Kies de taal waarvoor u de aanhalingstekens wilt gebruiken en kies opties voor Dubbele aanhalingstekens en Enkele aanhalingstekens.
Opmerking: U kunt opties voor aanhalingstekens instellen voor meerdere talen. Deze aanhalingstekens worden toegepast op tekst die is gebaseerd op de taal die u toewijst met het deelvenster Teken of de voorkeur Standaardtaal.
Tip: Met de opdracht Leestekens vervangen kunt u rechte aanhalingstekens vervangen door typografische aanhalingstekens.
Opties instellen voor anti-aliasing van tekstobjecten
Wanneer u een illustratie opslaat in een bitmapindeling, zoals JPEG, GIF of PNG, worden alle objecten met 72 pixels per inch gerasterd en wordt op alle objecten anti-aliasing toegepast. Als de illustratie tekst bevat, leiden de standaardinstellingen voor anti-aliasing echter mogelijk niet tot de gewenste resultaten. Illustrator bevat verschillende opties voor het rasteren van tekst. U kunt deze opties gebruiken door tekstobjecten eerst om te zetten in pixels voordat u de illustratie opslaat.
-
Selecteer het tekstobject en voer een van de volgende stappen uit:
Als u de tekst definitief wilt rasteren, kiest u Object > Rasteren.
Als u een gerasterd effect wilt creëren zonder de onderliggende structuur van het object te wijzigen, kiest u Effect > Rasteren.
-
Kies een anti-aliasingoptie:
Geen
Kies deze optie om geen anti-aliasing toe te passen en de harde randen van tekst te behouden na het rasteren.
Illustraties geoptimaliseerd (supersampling)
Dit is de standaardoptie waarmee alle objecten, ook tekstobjecten, worden gerasterd met de opgegeven resolutie en waarmee anti-aliasing op de objecten wordt toegepast. De standaardresolutie is 300 pixels per inch.
Tekst geoptimaliseerd (aanbevolen)
Kies deze optie om de meest geschikte anti-aliasing voor tekst toe te passen. Met anti-aliasing wordt de weergave van rafelige randen in de gerasterde afbeelding beperkt en wordt tekst vloeiender op het scherm weergegeven. Kleine tekens kunnen echter moeilijker te lezen zijn.
Superscript of subscript maken
Superscript- en subscript-tekst (ook Superior- en Inferior-tekst genoemd) is verkleinde tekst die is verhoogd of verlaagd ten opzichte van de basislijn van een lettertype.
Wanneer u superscript- of subscripttekst maakt, worden een vooraf gedefinieerde waarde voor verticale verplaatsing en een vooraf gedefinieerde tekstgrootte toegepast. De toegepaste waarden zijn percentages van de huidige waarden voor tekengrootte en regelafstand, gebaseerd op de instellingen in de sectie Tekst van het dialoogvenster Documentinstellingen.
Superscript of subscript maken in gewone lettertypen
-
Selecteer de tekst die u wilt wijzigen. Als u geen tekst selecteert, wordt alle nieuwe tekst die u maakt, als superscript of subscript gerenderd.
-
Kies Superscript of Subscript in het menu van het deelvenster Teken. U kunt het deelvenster Teken openen vanuit het regelpaneel.
Opties Superscript of Subscript in het menu van het deelvenster Teken A. CALLOUT_DEFINITION B. CALLOUT_DEFINITION C. CALLOUT_DEFINITION
Superscript of subscript maken in OpenType-lettertypen
-
Selecteer de tekens die u wilt wijzigen in superscript of subscript. Als u geen tekst selecteert, wordt de instelling toegepast op nieuwe tekst.
-
Zorg ervoor dat een OpenType-lettertype is geselecteerd. U kunt onder meer vaststellen of een lettertype een OpenType-lettertype is door in het menu Tekst > Lettertype te kijken. Bij OpenType-lettertypen wordt het pictogram
weergegeven.
-
Selecteer een optie in het pop‑upmenu Positie in het deelvenster OpenType:
Standaardpositie
Hiermee gebruikt u de standaardpositie voor het huidige lettertype.
Superscript/Superior
Hiermee gebruikt u verhoogde tekens (mits deze beschikbaar zijn in het huidige lettertype).
Subscript/Inferior
Hiermee gebruikt u verlaagde tekens (mits deze beschikbaar zijn in het huidige lettertype).
Teller
Hiermee geeft u tekens weer als tellers van breuken (mits deze beschikbaar zijn in het huidige lettertype).
Noemer
Hiermee geeft u tekens weer als noemers van breuken (mits deze beschikbaar zijn in het huidige lettertype).
De grootte en de positie van superscript of subscript wijzigen
-
Kies Bestand > Documentinstellingen, geef de volgende waarden voor superscript en subscript op en klik op OK:
Geef in het tekstvak Grootte aan met welk percentage tekst die als superscript of subscript wordt weergegeven moet worden verkleind.
Geef in het tekstvak Positie aan met welk percentage van de normale regelafstand tekst die als superscript of subscript wordt weergegeven, moet worden opgeschoven.
Tekst omzetten in contouren
U kunt tekst omzetten in een set van gemengde paden, of contouren, die u kunt bewerken en hanteren zoals u met elk ander grafisch object zou doen. Tekst als contouren is handig om de look van tekst met een grote weergave te wijzigen, maar het is zelden handig voor grote hoeveelheden tekst of andere tekst met een kleine grootte.
Informatie over de lettertypecontouren komt uit de lettertypebestanden zelf die op uw systeem zijn geïnstalleerd. Bij het maken van contouren uit tekst worden tekens op de huidige positie omgezet met behoud van alle opmaak van afbeeldingen, zoals hun lijn en vulling.

A. Oorspronkelijk tekstobject B. Tekst omgezet in contouren, losgekoppeld en gewijzigd
U kunt bitmaplettertypen of lettertypen die tegen contouren zijn beschermd, niet naar contouren omzetten.
Als u tekst omzet in contouren, verliest de tekst zijn hints. Dit zijn instructies die in contourlettertypen zijn ingebouwd om de vorm aan te passen, zodat de lettertypen bij uiteenlopende grootten optimaal kunnen worden weergegeven of afgedrukt. Als u de tekst wilt schalen, past u de puntgrootte aan voordat u omzet.
U moet de volledige tekst in een selectie omzetten; u kunt in een string tekst niet alleen maar één letter omzetten. Als u één letter wilt omzetten in een contour, maakt u een afzonderlijk tekstobject aan dat alleen die letter bevat.
-
Selecteer het tekstobject.
-
Kies Tekst > Contouren maken.
Een cijferstijl kiezen in OpenType-lettertypen
-
Als u de stijl van bestaande getallen wilt wijzigen, selecteert u de tekens of tekstobjecten die u wilt wijzigen. Als u geen tekst selecteert, wordt de instelling toegepast op nieuwe tekst.
-
Zorg ervoor dat een OpenType-lettertype is geselecteerd.
-
Selecteer een optie in het pop‑upmenu Cijfer in het deelvenster OpenType:
Standaard cijferstijl
Gebruikt de standaardstijl voor het huidige lettertype.
Tabellarische uitlijning
Gebruikt cijfers van volledige hoogte en met dezelfde breedte (mits deze beschikbaar zijn voor het huidige lettertype). Deze optie komt van pas als getallen op regels moeten worden uitgelijnd, zoals in tabellen.
Proportionele uitlijning
Gebruikt cijfers van volledige hoogte en met variabele breedten (mits deze beschikbaar zijn voor het huidige lettertype). Deze optie is bedoeld voor tekst waarin alleen kapitalen worden gebruikt.
Proportioneel mediaeval
Gebruikt cijfers met verschillende hoogten en verschillende breedten (mits deze beschikbaar zijn voor het huidige lettertype). Deze optie is bedoeld voor een klassiek, stijlvol aspect in tekst waarin niet alleen kapitalen worden gebruikt.
Tabellarisch mediaeval
Gebruikt cijfers met verschillende hoogten en dezelfde vaste breedte (mits deze beschikbaar zijn voor het huidige lettertype). Deze optie is geschikt voor een klassieke aanblik van OldStyle-cijfers als u deze in kolommen moet uitlijnen voor bijvoorbeeld een jaarverslag.
Breuken en rangtelwoorden in OpenType-lettertypen opmaken
Wanneer u een OpenType-lettertype gebruikt, kunt u rangtelwoorden automatisch met superscripttekens opmaken (bijvoorbeeld ). Superscripttekens zoals de ‘a’ en ‘o’ in de Spaanse woorden segunda (
) en segundo (
) worden ook correct opgemaakt. U kunt door schuine strepen gescheiden getallen (zoals 1/2) omzetten in een breuk met een breukteken (zoals
).
-
Selecteer de tekens of tekstobjecten waarop u de instelling wilt toepassen. Als u geen tekst selecteert, wordt de instelling toegepast op nieuwe tekst.
-
Zorg ervoor dat een OpenType-lettertype is geselecteerd.
-
Klik in het deelvenster OpenType op de knop Rangtelwoorden om rangtelwoorden in of uit te schakelen of op de knop Breuken om breuken in of uit te schakelen. Deze knoppen zijn alleen effectief als het lettertype rangtelwoorden en breuken bevat.
Leestekens vervangen gebruiken
Met de opdracht Leestekens vervangen zoekt u naar toetsenbordleestekens en vervangt u deze door de typografische equivalenten. Daarnaast kunt u de opdracht Leestekens zoeken gebruiken om ligaturen en breuken in de gehele tekst te plaatsen als het lettertype deze tekens bevat.
Gebruik het deelvenster OpenType in plaats van het dialoogvenster Leestekens vervangen om ligaturen en breuken te maken als u gebruikmaakt van een OpenType-lettertype.
-
Als u de tekens in een bepaald deel van de tekst wilt vervangen in plaats van in het gehele document, selecteert u de gewenste tekstobjecten of tekens.
-
Kies Tekst > Leestekens vervangen.
-
Kies een of meer van de volgende opties:
ff-, fi-, ffi-ligaturen
Hiermee worden de lettercombinaties ff, fi of ffi als ligaturen gerenderd.
ff-, fl-, ffl-ligaturen
Hiermee worden de lettercombinaties ff, fl of ffl als ligaturen gerenderd.
Typografische aanhalingstekens
Hiermee wijzigt u de rechte aanhalingstekens van het toetsenbord in gekrulde aanhalingstekens.
Opmerking: Als u de optie Typografische aanhalingstekens selecteert, worden rechte aanhalingstekens altijd omgezet in gekrulde aanhalingstekens, ongeacht de instellingen bij de opties Dubbele aanhalingstekens en Enkele aanhalingstekens in het dialoogvenster Documentinstellingen.
Eén spatie na punt
Hiermee verwijdert u meerdere spaties na een punt.
En-, Em-streepjes
Hiermee vervangt u een dubbel toetsenbordstreepje door een en-streepje en een driedubbel toetsenbordstreepje door een em-streepje.
Beletseltekens
Hiermee vervangt u drie toetsenbordpunten door een beletselteken.
Expert-breuken
Hiermee vervangt u losse tekens die worden gebruikt om breuken weer te geven, door een equivalent dat uit één teken bestaat.
-
Kies Hele document als u tekstsymbolen in het gehele bestand wilt vervangen. Kies Selectie als u alleen symbolen in geselecteerde tekst wilt vervangen.
-
(Optioneel) Schakel Resultaten melden in als u het aantal vervangen symbolen wilt weergeven.
-
Klik op OK om de geselecteerde tekens te zoeken en te vervangen.
Aanmelden bij je account