Handboek Annuleren

SVG

Lees meer over het werken met SVG om XML en JavaScript te gebruiken om webafbeeldingen te maken die aan de hand van geavanceerde effecten, zoals markeringen, knopinfo, audio en animaties, reageren op handelingen van gebruikers.

Adobe Illustrator-deeplink

Probeer het in de app
Pas SVG-filters toe in een paar eenvoudige stappen.

SVG

SVG is een vectorindeling waarin afbeeldingen worden beschreven als vormen, paden, tekst en filtereffecten. De resulterende bestanden zijn compact en bieden de beste afbeeldingen op het web, in afgedrukte vorm en zelfs op mobiele apparaten met beperkte capaciteit, in tegenstelling tot GIF, JPEG, WBMP en PNG, die zeer groot zijn. Gebruikers kunnen een SVG-afbeelding op het scherm vergroten zonder verlies van scherpte, details of helderheid. Daarnaast biedt SVG betere ondersteuning voor tekst en kleuren, waardoor gebruikers de afbeeldingen zien zoals ze op het Illustrator-tekengebied worden weergegeven.

De SVG-indeling is volledig gebaseerd op XML en biedt veel voordelen voor zowel ontwikkelaars als gebruikers. 

U kunt illustraties in de SVG-indeling opslaan met de opdrachten Opslaan, Opslaan als, Kopie opslaan en Opslaan voor web en apparaten. Als u toegang wilt tot alle exportopties voor SVG, gebruikt u de opdracht Opslaan, Opslaan als of Kopie opslaan. De opdracht Opslaan voor web en apparaten biedt een subset SVG-exportopties die van toepassing zijn op webillustraties.

SVG-effecten toepassen

U kunt SVG-effecten (filters) gebruiken om grafische eigenschappen zoals slagschaduwen aan een illustratie toe te voegen. SVG-effecten verschillen van vergelijkbare bitmapeffecten, omdat ze op XML zijn gebaseerd en niet afhankelijk zijn van de resolutie. Een SVG-effect is niets meer dan een serie XML-eigenschappen waarmee verschillende wiskundige bewerkingen worden beschreven. Het resulterende effect wordt naar het doelobject gerenderd in plaats van naar de bronafbeelding.

Illustrator bevat een standaardset SVG-effecten. U kunt een standaardeffect rechtstreeks toepassen of de XML-code ervan bewerken om het aan te passen. U kunt ook nieuwe SVG-effecten maken.

Opmerking:

Als u de standaard SVG-filters van Illustrator wilt wijzigen, bewerkt u het bestand Adobe SVG Filters.svg op de volgende locatie met een teksteditor:

  • macOS: ~/Bibliotheek/Application Support/Adobe/Adobe Illustrator <versie>/<landinstelling>
  • Windows: C:\Gebruikers\<gebruikersnaam>\AppData\Roaming\Adobe\Adobe Illustrator <versie> Settings\<landinstelling>\x64

U kunt bestaande filterdefinities wijzigen of verwijderen en nieuwe toevoegen.

Een standaardeffect toepassen

  1. Selecteer een object of groep (of een laag in het deelvenster Lagen).

  2. Ga naar Effect > SVG-filters > SVG-filter toepassen.

Een aangepast effect toepassen

  1. Selecteer een object of groep (of een laag in het deelvenster Lagen).

  2. Ga naar Effect > SVG-filters > SVG-filter toepassen.

  3. Selecteer een effect in het dialoogvenster en selecteer SVG-filter bewerken  . Voer de standaardcode in en selecteer OK.

Een nieuw effect maken en toepassen

  1. Selecteer een object of groep (of een laag in het deelvenster Lagen).

  2. Ga naar Effect > SVG-filters > SVG-filter toepassen.

  3. Selecteer Nieuw SVG-filter   in het dialoogvenster. Voer de nieuwe code in en selecteer OK.

Wanneer u een SVG-filtereffect toepast, wordt een gerasterde versie van het effect weergegeven in het tekengebied. U kunt de resolutie van deze voorvertoningsafbeelding instellen door de rasterresolutie van het document te wijzigen.

Opmerking:

Wanneer een object meerdere effecten gebruikt, moet een SVG-effect het laatste effect zijn. Met andere woorden, het moet onderaan in het deelvenster Vormgeving staan (net boven het item Transparantie). Als het SVG-effect wordt gevolgd door andere effecten, bestaat de SVG-uitvoer uit een rasterobject.

Effecten uit een SVG-bestand importeren

  1. Selecteer Effect > SVG-filter > SVG-filter importeren.

  2. Selecteer het SVG-bestand waaruit u effecten wilt importeren en selecteer Openen.

Overzicht van het deelvenster SVG-interactiviteit

In het deelvenster SVG-interactiviteit kunt u alle gebeurtenissen en JavaScript-bestanden weergeven die aan het huidige bestand zijn gekoppeld.
In het deelvenster SVG-interactiviteit (Venster > SVG-interactiviteit) kunt u interactiviteit aan uw illustratie toevoegen wanneer u de illustratie exporteert voor weergave in een webbrowser. Door bijvoorbeeld een gebeurtenis te maken die een JavaScript-opdracht activeert, kunt u snel beweging op een webpagina creëren wanneer de gebruiker de cursor boven een object houdt of een andere handeling uitvoert.

Een gebeurtenis verwijderen uit het deelvenster SVG-interactiviteit

U kunt het deelvenster SVG Interactiviteit gebruiken om een of alle gebeurtenissen te verwijderen.

Eén gebeurtenis verwijderen

  • Selecteer de gebeurtenis en selecteer Geselecteerd item verwijderen  .

Alle gebeurtenissen verwijderen

  • Selecteer Gebeurtenissen wissen in het deelvenstermenu .

Aan een bestand gekoppelde gebeurtenissen toevoegen, weergeven of verwijderen

Selecteer JavaScript-bestanden koppelen   en selecteer Toevoegen om extra JavaScript-bestanden toe te voegen. Als u het geselecteerde JavaScript-bestand wilt verwijderen, selecteert u Verwijderen.

SVG-interactiviteit toevoegen aan illustraties

  1. Selecteer een gebeurtenis in het deelvenster SVG-interactiviteit. (Zie SVG-gebeurtenissen.)

  2. Voer het bijbehorende JavaScript in en druk op Enter.

SVG-gebeurtenissen

onfocusin

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer het element de focus heeft, bijvoorbeeld wanneer het object met de aanwijzer wordt geselecteerd.

onfocusout

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer het element niet meer de focus heeft (vaak doordat een ander element de focus heeft).

onactivate

De gebeurtenis wordt met een muisklik of het toetsenbord geactiveerd, afhankelijk van het SVG-element.

onmousedown

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de muisknop op een element wordt ingedrukt.

onmouseup

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de ingedrukte muisknop op een element wordt losgelaten.

onclick

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer er met de muisknop op een element wordt geklikt.

onmouseover

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de aanwijzer op een element wordt geplaatst.

onmousemove

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de aanwijzer zich op een element bevindt.

onmouseout

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de aanwijzer van een element af wordt verplaatst.

onkeydown

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer een toets wordt ingedrukt.

onkeypress

De gebeurtenis wordt geactiveerd terwijl een toets is ingedrukt.

onkeyup

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer een toets wordt losgelaten.

onload

De gebeurtenis wordt geactiveerd nadat het SVG-document volledig door de browser is ontleed. Gebruik deze gebeurtenis als u eenmalige initialisatiefuncties wilt aanroepen.

onerror

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer een element niet juist is geladen of wanneer er een andere fout optreedt.

onabort

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer het laden van de pagina wordt afgebroken voordat het element volledig is geladen.

onunload

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer het SVG-document uit een venster of kader wordt verwijderd.

onzoom

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer het zoomniveau van het document wordt gewijzigd.

onresize

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de grootte van de documentweergave wordt gewijzigd.

onscroll

De gebeurtenis wordt geactiveerd wanneer de documentweergave wordt geschoven of gepand.

Tips voor het maken van SVG-bestanden

  • Gebruik lagen om structuur toe te voegen aan het SVG-bestand. Wanneer u een illustratie opslaat in de SVG-indeling, wordt elke laag omgezet in een groepselement (<g>). (Een laag met de naam Button1 wordt bijvoorbeeld <g id="Button1_ver3.0"> in het SVG-bestand.) Geneste lagen worden geneste SVG-groepen en verborgen lagen blijven behouden met de SVG-stijleigenschap display="none".

  • Als u objecten op verschillende lagen transparant wilt maken, past u de dekking van elk object aan in plaats van elke laag.

  • Rastergegevens zijn niet schaalbaar in de SVG-viewer en kunnen, in tegenstelling tot andere SVG-elementen, niet worden bewerkt. Maak daarom geen illustraties die worden gerasterd in het SVG-bestand. Gebruik SVG-filtereffecten om grafische elementen toe te voegen zonder rastering.

  • Gebruik symbolen en vereenvoudig de paden in uw illustraties om betere resultaten te bereiken met SVG. Als snelheid van essentieel belang is, kunt u bovendien beter geen penselen gebruiken die veel padgegevens produceren, zoals Houtskool, As van vuur en Meerlijnspen.

  • Gebruik segmenten, afbeeldingen met hyperlinks, en scripts om webkoppelingen toe te voegen aan een SVG-bestand.

  • Een scripttaal, zoals JavaScript, maakt onbeperkte functionaliteit mogelijk voor een SVG-bestand. Muisbewegingen en toetsenbordopdrachten kunnen scriptfuncties, zoals rollovereffecten, activeren.

Voor het web geoptimaliseerde opties voor SVG-export

Er is een nieuwe optie voor SVG-export beschikbaar (Bestand > Exporteren > Exporteren als > SVG). Met de nieuwe workflow maakt u gestandaardiseerde, voor het web geoptimaliseerde SVG-bestanden voor ontwerpprojecten voor websites en schermen. Zie Exportopties voor SVG voor meer informatie.

Verwante informatie

Hebt u een vraag of idee?

Vraag het aan de community

Als u een vraag wilt stellen of een idee wilt delen, sluit u dan aan bij de Adobe Illustrator-community. We horen graag van u en kijken uit naar uw creaties.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?