Handboek Annuleren

Penselen

  1. Illustrator Handboek
  2. Kennismaken met Illustrator
    1. Inleiding tot Illustrator
      1. Nieuw in Illustrator
      2. Algemene vragen
      3. Systeemvereisten voor Illustrator
      4. Illustrator voor Apple silicon
      5. GPU-prestaties
    2. Werkruimte
      1. Basisbeginselen van de werkruimte
      2. Documenten maken
      3. Sneller leren met het deelvenster Ontdekken van Illustrator
      4. Workflows versnellen met de contextuele taakbalk
      5. Werkbalk
      6. Standaardsneltoetsen
      7. Sneltoetsen aanpassen
      8. Inleiding in tekengebieden
      9. Tekengebieden beheren
      10. De werkruimte aanpassen
      11. Deelvenster Eigenschappen
      12. Voorkeuren instellen
      13. Werkruimte voor aanraken
      14. Ondersteuning voor Microsoft Surface Dial in Illustrator
      15. Bewerkingen ongedaan maken en ontwerpgeschiedenis beheren
      16. Weergave draaien
      17. Linialen, rasters en hulplijnen
      18. Toegankelijkheid in Illustrator
      19. Illustraties weergeven
      20. De Touch Bar gebruiken met Illustrator
      21. Bestanden en sjablonen
    3. Gereedschappen in Illustrator
      1. Overzicht van gereedschappen
      2. Selectiegereedschappen
        1. Selectie
        2. Direct selecteren
        3. Groep selecteren
        4. Toverstaf
        5. Lasso
        6. Tekengebied
      3. Navigatiegereedschappen
        1. Handje
        2. Weergave draaien
        3. Zoomen
      4. Schildergereedschappen
        1. Verloop
        2. Net
        3. Vormen maken
      5. Tekstgereedschappen
        1. Tekst
        2. Tekst op een pad
        3. Verticale tekst
      6. Tekengereedschappen
        1. Pen
        2. Ankerpunt-toevoegen
        3. Ankerpunt verwijderen
        4. Ankerpunt
        5. Kromming
        6. Lijnsegment
        7. Rechthoek
        8. Afgeronde rechthoek
        9. Ovaal
        10. Veelhoek
        11. Ster
        12. Penseel
        13. Klodderpenseel
        14. Potlood
        15. Shaper
        16. Segment
      7. Bewerkingsgereedschappen
        1. Roteren
        2. Spiegelen
        3. Schalen
        4. Schuin
        5. Breedte
        6. Vrije transformatie
        7. Pipet
        8. Overvloeien
        9. Gummetje
        10. Schaar
        11. Meetgereedschap
    4. Generatieve AI (niet beschikbaar op het vasteland van China)
      1. Scènes, onderwerpen en pictogrammen genereren met behulp van opdrachten
      2. Vectorpatronen genereren met behulp van opdrachten
      3. Vullingen voor vectorvormen genereren met behulp van opdrachten
      4. De kleuren in uw illustraties aanpassen met opdrachten
    5. Snelle actie
      1. Retro tekst
      2. Tekst met neon gloed
      3. Ouderwetse tekst
      4. Opnieuw kleuren
      5. Schetsen omzetten in vectoren
  3. Illustrator op de iPad
    1. Inleiding in Illustrator op de iPad
      1. Overzicht van Illustrator op de iPad
      2. Veelgestelde vragen over Illustrator op de iPad
      3. Systeemvereisten | Illustrator op de iPad
      4. Wat u wel of niet kunt doen in Illustrator op de iPad
    2. Werkruimte
      1. De werkruimte van Illustrator op de iPad
      2. Snelknoppen en bewegingen
      3. Sneltoetsen voor Illustrator op de iPad
      4. Uw app-instellingen beheren
    3. Documenten
      1. Werken met documenten in Illustrator op de iPad
      2. Photoshop- en Fresco-documenten importeren
    4. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Herhaalde objecten maken
      2. Objecten laten overvloeien
    5. Tekenen
      1. Paden tekenen en bewerken
      2. Vormen tekenen en bewerken
    6. Tekst
      1. Werken met tekst en lettertypen
      2. Tekstontwerpen langs een pad maken
      3. Uw eigen lettertypen toevoegen
    7. Werken met afbeeldingen
      1. Rasterafbeeldingen omzetten in vectoren
    8. Kleur
      1. Kleuren en verlopen toepassen
  4. Clouddocumenten
    1. Basisbeginselen
      1. Werken met Illustrator-clouddocumenten
      2. Illustrator-clouddocumenten delen en eraan samenwerken
      3. Documenten ter beoordeling delen
      4. Cloudopslag voor Adobe Illustrator upgraden
      5. Illustrator-clouddocumenten | Algemene vragen
    2. Problemen oplossen
      1. Problemen met het maken of opslaan van clouddocumenten in Illustrator oplossen
      2. Problemen met clouddocumenten in Illustrator oplossen
  5. Inhoud toevoegen en bewerken
    1. Tekenen
      1. Basisbeginselen van tekenen
      2. Paden bewerken
      3. Pixel-perfecte illustraties tekenen
      4. Tekenen met de pen, het potlood of het gereedschap Kromming
      5. Eenvoudige lijnen en vormen tekenen
      6. Rechthoekige rasters en poolrasters tekenen
      7. Flakkeringen tekenen en bewerken
      8. Afbeeldingen overtrekken
      9. Een pad vereenvoudigen
      10. Symboolgereedschappen en symboolsets
      11. Padsegmenten aanpassen
      12. Een bloem ontwerpen in 5 eenvoudige stappen
      13. Een perspectiefraster maken en bewerken
      14. Objecten op een perspectiefraster tekenen en wijzigen
      15. Objecten gebruiken als symbolen voor herhaald gebruik
      16. Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows
    2. Metingen
      1. Afmetingen meten en weergeven
    3. 3D-objecten en materialen
      1. Over 3D-effecten in Illustrator
      2. 3D-afbeeldingen maken
      3. Illustraties toewijzen aan 3D-objecten
      4. 3D-tekst maken
      5. 3D-objecten maken
    4. Kleur
      1. Kleuren
      2. Kleuren selecteren
      3. Stalen gebruiken en maken
      4. Kleuren aanpassen
      5. Het deelvenster Adobe Color-thema's gebruiken
      6. Kleurgroepen (harmonieën)
      7. Deelvenster Kleurthema's
      8. Illustraties opnieuw kleuren
    5. Schilderen
      1. Informatie over schilderen
      2. Schilderen met vullingen en lijnen
      3. Groepen van Actieve verf
      4. Verlopen
      5. Penselen
      6. Transparantie- en overvloeiingsmodi
      7. Lijnen toepassen op een object
      8. Patronen maken en bewerken
      9. Netten
      10. Patronen
    6. Objecten selecteren en rangschikken
      1. Objecten selecteren
      2. Lagen
      3. Objecten uitbreiden, groeperen en degroeperen
      4. Objecten verplaatsen, uitlijnen en verdelen
      5. Objecten op een pad uitlijnen, rangschikken en verplaatsen
      6. Objecten magnetisch uitlijnen met glyphs
      7. Objecten uitlijnen met Japanse glyphs
      8. Objecten stapelen    
      9. Objecten vergrendelen, verbergen en verwijderen
      10. Objecten kopiëren en dupliceren
      11. Objecten roteren en spiegelen
      12. Objecten verstrengelen
      13. Realistische mock-ups maken
    7. Objecten omvormen
      1. Afbeeldingen uitsnijden
      2. Objecten transformeren
      3. Objecten combineren
      4. Objecten knippen, splitsen en verkleinen
      5. Marionet verdraaien
      6. Objecten schalen, schuintrekken en vervormen
      7. Objecten laten overvloeien
      8. Omvormen met omhulsels
      9. Objecten omvormen met effecten
      10. Nieuwe vormen maken met de gereedschappen Shaper en Vormen maken
      11. Werken met actieve hoeken
      12. Verbeterde workflows voor omvormen met ondersteuning voor aanraking
      13. Uitknipmaskers bewerken
      14. Actieve vormen
      15. Vormen maken met het gereedschap Vormen maken
      16. Algemene bewerking
    8. Tekst
      1. Tekst toevoegen en werken met tekstobjecten
      2. Reflow-viewer
      3. Genummerde lijsten en lijsten met opsommingstekens maken
      4. Tekstgebied beheren
      5. Lettertypen en typografie
      6. Tekst in afbeeldingen omzetten in bewerkbare tekst
      7. Basisopmaak toevoegen aan tekst
      8. Geavanceerde opmaak toevoegen aan tekst
      9. Tekst importeren en exporteren
      10. Alinea's opmaken
      11. Speciale tekens
      12. Tekst op een pad maken
      13. Teken- en alineastijlen
      14. Tabs
      15. Ontbrekende lettertypen toevoegen vanuit Adobe Fonts
      16. Arabische en Hebreeuwse tekst
      17. Lettertypen | Veelgestelde vragen en tips voor probleemoplossing
      18. Creatieve typografische ontwerpen
      19. Tekst schalen en roteren
      20. Regelafstand en tekenafstand
      21. Woordafbreking en regeleinden
      22. Spelling- en taalwoordenboeken
      23. Aziatische tekens opmaken
      24. Composers voor Aziatische schriften
      25. Tekstontwerpen maken met overvloeiobjecten
      26. Een tekstposter maken met Afbeeldingen overtrekken
    9. Speciale effecten maken
      1. Werken met effecten
      2. Afbeeldingsstijlen
      3. Vormgevingskenmerken
      4. Schetsen en mozaïeken maken
      5. Slagschaduw, gloed en doezeleffect
      6. Overzicht van effecten
    10. Webafbeeldingen
      1. Aanbevolen procedures voor het maken van webafbeeldingen
      2. Grafieken
      3. SVG
      4. Segmenten en afbeeldingen met hyperlinks
  6. Importeren, exporteren en opslaan
    1. Importeren
      1. Meerdere bestanden plaatsen
      2. Gekoppelde en ingesloten bestanden beheren
      3. Informatie over koppelingen
      4. Het insluiten van afbeeldingen ongedaan maken
      5. Afbeeldingen importeren uit Photoshop
      6. Bitmapafbeeldingen importeren
      7. Adobe PDF-bestanden importeren
      8. EPS-, DCS- en AutoCAD-bestanden importeren
    2. Creative Cloud Libraries in Illustrator 
      1. Creative Cloud Libraries in Illustrator
    3. Opslaan en exporteren
      1. Illustraties opslaan
      2. Een illustratie exporteren
      3. Adobe PDF-bestanden maken
      4. Adobe PDF-opties
      5. Illustrator-illustraties gebruiken in Photoshop
      6. Assets verzamelen en exporteren in batches
      7. Bestanden in een pakket opnemen
      8. CSS extraheren | Illustrator CC
      9. Deelvenster Documentinfo
  7. Afdrukken
    1. Voorbereiden op afdrukken
      1. Documenten instellen voor afdrukken
      2. Het paginaformaat en de afdrukstand wijzigen
      3. Snijtekens opgeven voor bijsnijden of uitlijnen
      4. Aan de slag met een groot canvas
    2. Afdrukken
      1. Overdrukken
      2. Afdrukken met kleurbeheer
      3. Afdrukken met PostScript
      4. Afdrukvoorinstellingen
      5. Drukkersmarkeringen en afloopgebieden
      6. Transparante illustraties afdrukken en opslaan
      7. Overvullen
      8. Kleurscheidingen afdrukken
      9. Verlopen, netten en kleurovervloeiingen afdrukken
      10. Witte overdruk
  8. Taken automatiseren
    1. Gegevens samenvoegen met behulp van het deelvenster Variabelen
    2. Automatiseren met behulp van scripts
    3. Automatiseren met behulp van handelingen
  9. Problemen oplossen 
    1. Opgeloste problemen
    2. Bekende problemen
    3. Crashproblemen
    4. Bestanden herstellen na een crash
    5. Veilige modus
    6. Problemen met bestanden
    7. Ondersteunde bestandsindelingen
    8. Problemen met GPU-stuurprogramma's
    9. Problemen met Wacom-apparaten
    10. Problemen met DLL-bestanden
    11. Geheugenproblemen
    12. Problemen met voorkeurenbestanden
    13. Lettertypeproblemen
    14. Printerproblemen
    15. Foutrapport delen met Adobe
    16. De prestaties van Illustrator verbeteren

Ontdek hoe u kunt werken met penselen in Adobe Illustrator.

Penselen

Met penselen kunt u de vorm van paden stileren. U kunt penseelstreken toepassen op bestaande paden of met het penseel een pad tekenen en daarop tegelijkertijd een penseelstreek toepassen.

Adobe Illustrator-deeplink

Probeer het in de app
Verken penselen in een paar eenvoudige stappen.

Er zijn verschillende typen penselen in Illustrator: kalligrafische penselen, verstrooiingspenselen, kunstpenselen, patroonpenselen en borstelpenselen. Met deze penselen kunt u de volgende effecten bereiken:

Kalligrafische penselen

Hiermee worden lijnen gemaakt die lijken op de lijnen die met de hoekige punt van een kalligrafische pen worden aangebracht en die over het midden van het pad worden getekend. Wanneer u het klodderpenseel gebruikt, kunt u schilderen met een kalligrafisch penseel en de penseelstreek automatisch uitbreiden naar een vulvorm die wordt samengevoegd met andere gevulde objecten van dezelfde kleur die de illustratie kruisen of ernaast liggen in de stapelvolgorde.

Verstrooiingspenselen

Hiermee worden kopieën van een object (bijvoorbeeld een lieveheersbeestje of een blad) verspreid langs het pad.

Kunstpenselen

Hiermee wordt een penseelvorm (bijvoorbeeld Grof houtskool) of een objectvorm gelijkmatig uitgerekt langs de lengte van het pad.

Borstelpenseel

Hiermee maakt u penseelstreken die het effect simuleren van een fysiek penseel met haren.

Patroonpenselen

Hiermee schildert u een patroon dat bestaat uit afzonderlijke elementen en dat langs het pad wordt herhaald. Patroonpenselen kunnen maximaal vijf patroonelementen bevatten: voor de zijden, de binnenhoeken, de buitenhoeken en het begin en einde van een pad.

Typen penselen

A. Kalligrafisch penseel B. Verstrooiingspenseel C. Kunstpenseel D. Patroonpenseel E. Borstelpenseel 

Met verstrooiingspenselen en patroonpenselen kunt u vaak hetzelfde effect bereiken. Een punt waarop ze verschillen is echter dat patroonpenselen het pad exact volgen, terwijl verstrooiingspenselen dat niet doen.

Pijlen in een patroonpenseel
Pijlen in een patroonpenseel buigen met het pad mee (links), maar in een verstrooiingspenseel (rechts) blijven de pijlen recht.

Bekijk een video over het gebruik van penselen.

Overzicht van het deelvenster Penselen

In het deelvenster Penselen (Venster > Penselen) worden de penselen voor het huidige bestand weergegeven. Wanneer u een penseel in een penseelbibliotheek selecteert, wordt dit automatisch toegevoegd aan het deelvenster Penselen. Penselen die u maakt en opslaat in het deelvenster Penselen, zijn alleen gekoppeld aan het huidige bestand. Dit betekent dat in elk Illustrator-bestand het deelvenster Penselen een andere set penselen kan bevatten.

Een penseeltype tonen of verbergen

  1. Kies een of meer van de volgende opties in het deelvenstermenu: Tonen > Kalligrafische penselen, Verstrooiingspenselen, Kunstpenselen, Borstelpenselen of Patroonpenselen.

De weergave van penselen wijzigen

  1. Kies Miniaturen of Lijstweergave in het deelvenstermenu.

De volgorde van penselen in het deelvenster Penselen wijzigen

  1. Sleep een penseel naar een nieuwe locatie. U kunt penselen alleen verplaatsen binnen hetzelfde type. U kunt een kalligrafisch penseel bijvoorbeeld niet verplaatsen naar het gebied met verstrooiingspenselen.

Een penseel dupliceren in het deelvenster Penselen

  1. Sleep het penseel naar de knop Nieuw penseel  of kies Penseel dupliceren in het menu van het deelvenster Penselen.

Penselen verwijderen uit het deelvenster Penselen

  1. Selecteer de penselen en klik op de knop Penseel verwijderen . U kunt alle penselen die niet worden gebruikt in een document selecteren met de opdracht Ongebruikte selecteren in het menu van het deelvenster Penselen.

Werken met penseelbibliotheken

Penseelbibliotheken (Venster > Penseelbibliotheken > [bibliotheek]) zijn verzamelingen van vooraf ingestelde penselen die bij Illustrator worden meegeleverd. U kunt meerdere penseelbibliotheken openen om de inhoud te bekijken en penselen te selecteren. U kunt penseelbibliotheken ook via het menu van het deelvenster Penselen openen.

Opmerking:

Als u een penseelbibliotheek automatisch wilt openen wanneer u Illustrator start, kiest u Blijvend in het deelvenstermenu van de penseelbibliotheek.

Penselen kopiëren van een penseelbibliotheek naar het deelvenster Penselen

  1. Sleep de penselen naar het deelvenster Penselen of kies Toevoegen aan penselen in het deelvenstermenu van de bibliotheek.

Penselen van een ander bestand importeren in het deelvenster Penselen

  1. Kies Venster > Penseelbibliotheken > Andere bibliotheek en selecteer het bestand.
  2. Klik in het deelvenster Penselenbibliotheek op een penseeldefinitie of op alle penseeldefinities die u wilt importeren en selecteer Toevoegen aan penselen in het (pop-up)menu van het deelvenster Penselenbibliotheek.

Nieuwe penseelbibliotheken maken

  1. Voeg de gewenste penselen toe aan het deelvenster Penselen en verwijder de penselen die u niet wilt gebruiken.
  2. Kies Penseelbibliotheek opslaan in het menu van het deelvenster Penselen en plaats de nieuwe bibliotheek in een van de volgende mappen, zodat de bibliotheek verschijnt in het menu Penseelbibliotheken als u Illustrator opnieuw start.
    • (Windows) Gebruiker/AppData/Roaming/Adobe/Adobe Illustrator <versienummer> Settings/Brushes
    • (macOS) Bibliotheek/Application Support/Adobe/Adobe Illustrator <versienummer> Settings/Brushes
    • Vervang <versienummer> door de volgende waarden, afhankelijk van de Illustrator-versie die u op uw systeem hebt geïnstalleerd. Zie Illustrator-versienummer vervangen voor meer informatie.
    Opmerking:

    Als u het bestand in een andere map plaatst, kunt u deze bibliotheek openen door Venster > Penseelbibliotheken > Andere bibliotheek te kiezen en het bibliotheekbestand te selecteren.

Penseelstreken toepassen

U kunt penseelstreken toepassen op een pad dat is gemaakt met een willekeurig tekengereedschap, inclusief de pen, het potlood of de standaardvormgereedschappen.

  1. Voer een van de volgende stappen uit:
    • Selecteer het pad en selecteer een penseel in een penseelbibliotheek, in het deelvenster Penselen of het regelpaneel.

    • Sleep een penseel naar het pad. Als er op het pad al penseelstreken zijn toegepast, wordt het oude penseel vervangen door het nieuwe.

    Opmerking:

    Als u een ander penseel wilt toepassen op het pad en de instellingen voor penseelstreken wilt gebruiken die met het oorspronkelijke penseel zijn gebruikt, houdt u Alt (Win) of Option (Mac OS) ingedrukt wanneer u op het nieuwe penseel klikt dat u wilt toepassen.

Paden tekenen en tegelijkertijd penseelstreken toepassen

  1. Selecteer een penseel in een penseelbibliotheek of in het deelvenster Penselen.
  2. Selecteer het penseel .
  3. Plaats de aanwijzer op de positie waar de penseelstreek moet beginnen en sleep om een pad te tekenen. Tijdens het slepen wordt de aanwijzer gevolgd door een stippellijn.
  4. Voer een van de volgende stappen uit:
    • Als u een open lijn wilt tekenen, laat u de muisknop los wanneer het pad de gewenste vorm heeft.

    • Als u een gesloten vorm wilt tekenen, houdt u tijdens het slepen Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt. Het penseel heeft een kleine lus . Laat de muisknop los (maar niet de Alt-toets of de Option-toets) wanneer u de vorm wilt sluiten.

      Terwijl u tekent, worden ankerpunten geplaatst. Het aantal ankerpunten wordt bepaald door de lengte en de complexiteit van het pad en door de tolerantie-instellingen voor het penseel.

      Tip: Als u de vorm van een penseelpad wilt aanpassen nadat u het hebt getekend, moet u het pad eerst selecteren. Plaats vervolgens het penseel op de lijn en sleep tot het pad de gewenste vorm heeft. U kunt de techniek voor het verlengen van een penseelpad gebruiken en ook de vorm van het pad tussen de bestaande eindpunten wijzigen.

Opties voor het penseel

Dubbelklik op het penseel om de volgende opties in te stellen:

Getrouwheid

Hiermee bepaalt u hoe ver u de muis of de pen moet verplaatsen voordat een nieuw ankerpunt aan het pad wordt toegevoegd. De waarde 2,5 betekent bijvoorbeeld dat penseelbewegingen van minder dan 2,5 pixels niet worden geregistreerd. De waarde van Getrouwheid ligt tussen 0,5 en 20 pixels. Hoe hoger de waarde is, des te vloeiender en minder complex het pad is.

Vloeiendheid

Hiermee bepaalt u de mate van vloeiendheid die wordt toegepast als u het gereedschap gebruikt. U kunt voor Vloeiendheid een percentage van 0% tot 100% instellen. Hoe hoger de waarde is, hoe vloeiender het pad.

Nieuwe penseelstreken vullen

Hiermee voegt u een vulling toe aan het pad. Deze optie is vooral handig bij het tekenen van gesloten paden.

Selectie behouden

Hiermee bepaalt u of het pad geselecteerd blijft nadat u het hebt getekend.

Geselecteerde paden bewerken

Hiermee bepaalt u of u een bestaand pad kunt wijzigen met het penseel.

Binnen: _ pixels

Hiermee bepaalt u hoe dicht u de muis of de pen bij een bestaand pad moet plaatsen om het pad te kunnen bewerken met het penseel. Deze optie is alleen beschikbaar als de optie Geselecteerde paden bewerken is geselecteerd.

Penseelstreken verwijderen

  1. Selecteer een penseelpad.
  2. Kies Penseelstreek wissen in het menu van het deelvenster Penselen of klik op de knop Penseelstreek wissen .
  3. U kunt een penseelstreek ook verwijderen door het penseel Standaard te selecteren in het deelvenster Penselen of het regelpaneel.

Penseelstreken omzetten in omtrekken

U kunt penseelstreken omzetten in padomtrekken, zodat u de afzonderlijke componenten van een penseelpad kunt bewerken.

  1. Selecteer een penseelpad.
  2. Kies Object > Vormgeving uitbreiden.

    De componenten van het uitgebreide pad worden in een groep geplaatst. Binnen de groep bevinden zich een pad en een subgroep met daarin de omtrekken van de penseelstreek.

Penselen maken of wijzigen

U kunt naar wens kalligrafie-, verstrooiings-, kunst-, patroon- en borstelpenselen maken en aanpassen. Voor verstrooiings-, kunst- en patroonpenselen moet u eerst de illustratie maken.

Voor het maken van illustraties voor penselen gelden de onderstaande richtlijnen:

  • De illustratie mag geen verlopen, overvloeiingen, andere penseelstreken, netobjecten, bitmapafbeeldingen, grafieken, geplaatste bestanden of maskers bevatten.

  • Voor kunst- en patroonpenselen mag de illustratie geen tekst bevatten. Voor een penseelstreekeffect met tekst maakt u een omtrek van de tekst en maakt u vervolgens een penseel met de omtrek.

  • Voor patroonpenselen maakt u maximaal vijf patroonelementen (afhankelijk van de penseelconfiguratie) en voegt u deze elementen toe aan het deelvenster Stalen.

Opmerking:

U kunt de zelfgemaakte penselen in elk nieuw document beschikbaar maken door de penseeldefinitie aan Nieuw documentprofiel toe te voegen. Zie Een aangepaste nieuw documentprofiel maken voor meer informatie over profielen voor nieuwe documenten.

Een penseel maken

  1. Voor verstrooiings- en kunstpenselen selecteert u de illustratie die u wilt gebruiken. Voor patroonpenselen kunt u de illustratie voor het zijelement selecteren, maar dat hoeft niet. Zie Richtlijnen voor het maken van patroonelementen voor gedetailleerde richtlijnen voor het maken van patroonpenselen. Zie Opties voor patroonpenselen voor meer informaties over opties voor patroonpenselen.
  2. Klik op de knop Nieuw penseel  in het deelvenster Penselen. U kunt ook de geselecteerde illustratie naar het deelvenster Penselen slepen.
  3. Selecteer het penseeltype dat u wilt maken en klik op OK.
  4. Voer in het dialoogvenster voor penseelopties een naam voor het penseel in, stel de penseelopties in en klik op OK.
    Opmerking:

    Als u niet wilt dat er een naad zichtbaar is tussen de illustratiedelen waarmee u het patroonpenseel maakt, schakelt u de optie Anti-aliasing uit via Bewerken > Voorkeuren > Algemeen (Windows) of Illustrator > Voorkeuren > Algemeen (macOS).

Een penseel aanpassen

  • Als u de opties voor een penseel wilt wijzigen, dubbelklikt u op het penseel in het deelvenster Penselen. Stel de penseelopties in en klik op OK. Als het huidige document penseelpaden bevat die gebruikmaken van het gewijzigde penseel, wordt een bericht weergegeven. Klik op Toepassen op lijnen als u bestaande lijnen wilt wijzigen. Klik op Lijnen ongewijzigd laten om bestaande lijnen ongewijzigd te laten en het gewijzigde penseel alleen toe te passen op nieuwe lijnen.
  • Als u de illustratie wilt wijzigen die door een verstrooiings-, kunst- of patroonpenseel wordt gebruikt, sleept u het penseel naar de illustratie en brengt u de gewenste wijzigingen aan. Vervolgens houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u het aangepaste penseel naar het oorspronkelijke penseel in het deelvenster Penselen sleept.
  • Als u een penseelstreekpad wilt aanpassen zonder het bijbehorende penseel bij te werken, selecteert u het pad en klikt u op de knop Opties van geselecteerd object in het deelvenster Penselen of selecteert u opties van het geselecteerde object in het deelvenstermenu (vervolgmenu) Penselen.

Penseelopties

U kunt verschillende opties opgeven voor de verschillende typen penselen. Als u de opties voor een penseel wilt wijzigen, dubbelklikt u op het penseel in het deelvenster Penselen.

De verstrooiings-, kunst- en patroonpenselen hebben alle dezelfde inkleuringsopties.

Als u een lijnvariant wilt aanpassen voor kunst- of patroonpenselen, klikt u op het pictogram Opties van geselecteerde objecten in het deelvenster Penselen en stelt u de lijnopties in. Voor het kunstpenseel kunt u de lijnbreedte instellen samen met de opties voor omdraaiing, inkleuring en overlapping. Voor het patroonpenseel kunt u de schaalopties instellen samen met de opties voor omdraaiing, passend maken en inkleuring.

Opties voor kalligrafische penselen

Hoek

Hiermee bepaalt u de rotatiehoek voor het penseel. Sleep de pijlpunt in de voorvertoning of voer in het vak Hoek een waarde in.

Ronding

Hiermee bepaalt u de ronding van het penseel. Sleep een van de zwarte stippen in de voorvertoning van of naar het midden, of geef een waarde op in het tekstvak Ronding. Hoe hoger de waarde, des te groter de ronding.

Diameter

Hiermee bepaalt u de diameter van het penseel. Gebruik de schuifregelaar Diameter of geef een waarde op in het vak Diameter.

Met de pop-uplijst rechts van elke optie kunt u variaties aanbrengen in de vorm van het penseel. Kies een van de volgende opties:

Vast

Hiermee maakt u een penseel met een vaste hoek, ronding of diameter.

Willekeurig

Hiermee maakt u een penseel met willekeurige variaties in de hoek, ronding of diameter. Typ een waarde in het vak Variatie om het bereik op te geven voor de variatie in de penseelkenmerken. Bijvoorbeeld met een diameter van 15 en een variatie van 5, kan de diameter variëren van 10 tot en met 20.

Druk

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de druk van een tekenpen. Deze optie is vooral handig bij Diameter. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt. Typ een waarde in het vak Variatie om op te geven hoeveel de penseelkenmerken kunnen variëren ten opzichte van de oorspronkelijke waarde. Als de waarde voor Ronding bijvoorbeeld 75% is en de waarde voor Variatie 25%, is de lichtste lijn 50% en de dikste lijn 100%. Hoe lichter de druk, des te groter de hoek van de penseelstreek.

Pendrukschijf

Hiermee stelt u in dat de variatie van de diameter wordt aangestuurd met behulp van de pendrukschijf. Deze optie is bedoeld voor gebruik met een airbrush-pen met een pendrukschijf en een tekentablet die de pen kan detecteren.

Overhelling

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de helling van een tekenpen. Deze optie is vooral handig bij Ronding. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die kan bepalen in welke mate de pen verticaal is.

Draairichting

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de draairichting van de pen. Deze optie is vooral handig om de hoek van kalligrafische penselen te variëren, met name wanneer u het penseel als een verfkwast gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die de hellingsrichting van de pen kan detecteren.

Rotatie

Hiermee maakt u een penseel waarvan de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de rotatiewijze van de tekenpenpunt. Deze optie is vooral handig om de hoek van kalligrafische penselen te variëren, met name wanneer u het penseel als een stift met platte punt gebruikt. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die dit type rotatie kan detecteren.

Inkleuringsopties voor verstrooiings-, kunst- en patroonpenselen

De kleuren die een verstrooiings-, kunst- of patroonpenseel schildert, zijn afhankelijk van de huidige lijnkleur en de inkleuringsmethode van het penseel. U stelt de inkleuringsmethode in door een van de volgende opties te selecteren in het dialoogvenster Penseelopties:

Geen

Kleuren worden net zo weergegeven als in het penseel in het deelvenster Penselen. Kies Geen als u voor het penseel dezelfde kleuren wilt gebruiken als in het deelvenster Penselen.

Tinten

De penseelstreek wordt weergegeven met tinten van de lijnkleur. Delen van de illustratie die zwart zijn worden weergegeven met de lijnkleur, delen die niet zwart zijn worden weergegeven met tinten van de lijnkleur en wit blijft wit. Als u een steunkleur gebruikt als lijn, worden met de optie Tinten verschillende tinten van de steunkleur gegenereerd. Kies Tinten voor zwart-witte penselen of wanneer u een penseelstreek wilt schilderen met een steunkleur.

Tinten en schaduwen

De penseelstreek wordt weergegeven met tinten en schaduwen van de lijnkleur. Als u Tinten en schaduwen kiest, blijven zwart en wit behouden en vloeien alle tussenliggende kleuren over van zwart naar wit via de lijnkleur. Omdat zwart wordt toegevoegd, kunt u mogelijk niet afdrukken naar één plaat als u Tinten en schaduwen gebruikt met een steunkleur. Kies Tinten en schaduwen voor penselen in grijswaarden.

Kleurtoonverschuiving

Gebruikt de hoofdkleur van de penseelillustratie, deze kleur wordt weergegeven in het vak Hoofdkleur. (Standaard is de hoofdkleur de meest prominente kleur in de illustratie.) Alle elementen in de penseelillustratie die de hoofdkleur hebben, krijgen de lijnkleur. Andere kleuren in de penseelillustratie krijgen kleuren die verwant zijn aan de lijnkleur. Bij Kleurtoonverschuiving blijven zwart, wit en grijs behouden. Kies Kleurtoonverschuiving voor penselen die meerdere kleuren gebruiken. Als u de hoofdkleur wilt wijzigen, klikt u op het pipet Hoofdkleur, verplaatst u het pipet naar de voorvertoning in het dialoogvenster en klikt u op de kleur die u als hoofdkleur wilt gebruiken. De kleur in het vak Hoofdkleur wordt gewijzigd. Klik nogmaals op het pipet om het uit te schakelen.

Klik op Tips voor meer informatie en voorbeelden.

Opties voor verstrooiingspenselen

Grootte

Hiermee bepaalt u de grootte van de objecten.

Tussenruimte

Hiermee bepaalt u de hoeveelheid ruimte tussen objecten.

Verstrooiing

Hiermee bepaalt u hoe nauwkeurig objecten het pad volgen aan elke kant van het pad. Hoe hoger de waarde is, des te verder de objecten van het pad vandaan worden geplaatst.

Rotatie

Hiermee bepaalt u de rotatiehoek van de objecten.

Rotatie ten opzichte van

Hiermee stelt u de rotatiehoek voor verstrooide objecten in ten opzichte van de pagina of het pad. Als u bijvoorbeeld Pagina selecteert bij een rotatie van 0°, wijzen objecten naar de bovenkant van de pagina. Als u Pad selecteert bij een rotatie van 0°, staan objecten loodrecht op het pad.

Met de pop-uplijst rechts van elke optie kunt u variaties aanbrengen in de vorm van het penseel. Kies een van de volgende opties:

Vast

Hiermee maakt u een penseel met een vaste grootte, tussenruimte, verstrooiing en rotatie.

Willekeurig

Hiermee maakt u een penseel met willekeurige variaties in de grootte, tussenruimte, verstrooiing en rotatie. Typ een waarde in het vak Variatie om het bereik op te geven voor de variatie in de penseelkenmerken. Bijvoorbeeld met een diameter van 15 en een variatie van 5, kan de diameter variëren van 10 tot en met 20.

Druk

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de druk van een tekenpen. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt. Typ een waarde in het meest rechtse vak of gebruik de schuifregelaar Maximum. De minimumwaarde wordt gebruikt voor de lichtste druk op het tablet en de maximumwaarde voor de zwaarste druk. Hoe zwaarder de lijn bij deze instelling voor Diameter, des de groter de objecten.

Pendrukschijf

Hiermee stelt u in dat de variatie van de diameter wordt aangestuurd met behulp van de pendrukschijf. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet hebt met een pendrukschijf op de cilinder en die invoer van die pen kan detecteren.

Overhelling

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de helling van een tekenpen. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die kan bepalen in welke mate de pen verticaal is.

Draairichting

Hiermee maakt u een penseel waarbij de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de draairichting van een tekenpen. Deze optie vooral handig om de hoek van penselen te variëren. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die de hellingsrichting van de pen kan detecteren.

Rotatie

Hiermee maakt u een penseel waarvan de hoek, ronding of diameter varieert op basis van de rotatiewijze van de tekenpenpunt. Deze optie vooral handig om de hoek van penselen te variëren. Deze optie is alleen beschikbaar als u een tekentablet gebruikt die dit type rotatie kan detecteren.

Opties voor kunstpenselen

Breedte

Hiermee past u de breedte van de illustratie aan ten opzichte van de oorspronkelijke breedte. U kunt de breedte opgeven met de schuifregelaar van de optie Breedte. Het pop-upmenu Breedte van het kunstpenseel bevat pentabletopties voor het aanpassen van de schaalvariatie, zoals Druk, Pendrukschijf, Overhelling, Draairichting en Rotatie. De standaardbreedte voor kunstpenselen is 100%.

Opmerking:

Als u het gereedschap Breedte gebruikt voor een bepaalde lijnvariant van het kunstpenseel, worden alle tabletgegevens geconverteerd naar breedtepunten. Merk op dat in de vervolgkeuzelijst Breedte de optie Breedtepunten/profiel is geselecteerd.

Schaalopties voor penseel

Hiermee behoudt u de verhoudingen in een geschaalde illustratie. De beschikbare opties zijn: Proportioneel schalen, Uitrekken naar lijnlengte, Uitrekken tussen hulplijnen.

Richting

Hiermee bepaalt u de richting van de illustratie ten opzichte van de lijn. Klik op een pijl om de richting te bepalen:  als de linkerzijde van de illustratie het einde van de lijn moet zijn,  als de rechterzijde van de illustratie het einde van de lijn moet zijn,  als de bovenzijde van de illustratie het einde van de lijn moet zijn en  als de onderzijde van de illustratie het einde van de lijn moet zijn.

Horizontaal omdraaien of Verticaal omdraaien

Hiermee wijzigt u de stand van de illustratie ten opzichte van de lijn.

Inkleuring

Kies een kleur voor de lijn en een inkleuringsmethode. U kunt kiezen uit verschillende inkleuringsmethoden in de vervolgkeuzelijst. De opties zijn Tinten, Tinten en schaduwen en Kleurtoonverschuiving.

Overlap

Om te voorkomen dat verbindingen en vouwen van de randen van een object elkaar overlappen, kunt u de knop Overlap aanpassen selecteren.

Gesegmenteerd kunstpenseel

Met een gesegmenteerd kunstpenseel kunt u een niet-uitrekbaar gedeelte aan de uiteinden van een kunstpenseel definiëren. Selecteer in het dialoogvenster Penseelopties van het kunstpenseel de optie Uitrekken tussen hulplijnen en pas de hulplijnen aan in het voorvertoningsgedeelte van het dialoogvenster.

Opties voor kunstpenselen
De optie Uitrekken tussen hulplijnen in het dialoogvenster Penseelopties van het kunstpenseel

Het gedeelte van de illustratie tussen de hulplijnen is het enige gedeelte van het penseel dat wordt uitgerekt of gecomprimeerd om ervoor te zorgen dat het kunstpenseel is afgestemd op de padlengte.

Vergelijking tussen het gesegmenteerde kunstpenseel en het niet-gesegmenteerde kunstpenseel
Vergelijking tussen het gesegmenteerde kunstpenseel en het niet-gesegmenteerde kunstpenseel

A. Gesegmenteerd kunstpenseel B. Niet-gesegmenteerd kunstpenseel 

Opties voor patroonpenselen

Schaal Hiermee past u de grootte van de elementen aan ten opzichte van de oorspronkelijke grootte. Geef de schaal op met de schuifregelaar van de optie Schalen. De vervolgkeuzelijst Schaal voor het patroonpenseel bevat pentabletopties voor het aanpassen van schaalvariaties, zoals Druk, Pendrukschijf, Overhelling, Draairichting en Rotatie.

Opmerking:

Als u het gereedschap Breedte gebruikt voor een bepaalde lijnvariant van het patroonpenseel, worden alle tabletgegevens geconverteerd naar breedtepunten. Merk op dat in het pop-upmenu Schaal voor lijnopties de optie Breedtepunten/profiel is geselecteerd.

Tussenruimte Hiermee past u de ruimte tussen de elementen aan.

Knoppen voor tegels Hiermee kunt u verschillende patronen toepassen op de verschillende delen van het pad. Klik op de knop voor het element dat u wilt definiëren en selecteer een patroonstaal in de lijst. Herhaal deze stap als u patroonstalen ook op andere elementen wilt toepassen.

Opmerking:

Voordat u opties voor een patroonpenseel instelt, moet u de patroonelementen die u wilt gebruiken, toevoegen aan het deelvenster Stalen. Nadat u een patroonpenseel hebt gemaakt, kunt u de patroontegels verwijderen uit het deelvenster Stalen als u ze niet meer nodig hebt.

Tegels in een patroonpenseel
Tegels in een patroonpenseel

A. Tegel zijkant B. Tegel buitenhoek C. Tegel binnenhoek D. Begintegel E. Eindtegel 

Horizontaal omdraaien of Verticaal omdraaien

Hiermee wijzigt u de stand van het patroon ten opzichte van de lijn.

Passend

Hiermee bepaalt u hoe het patroon op het pad past: met Uitrekken past u de lengte van het pad aan het object aan. Deze optie kan leiden tot ongelijke elementen. Met Tussenruimte toevoegen wordt tussen de patroondelen ruimte toegevoegd, zodat het patroon proportioneel wordt toegepast op het pad. Met Pad benaderen worden de elementen op het pad geplaatst dat het oorspronkelijke pad het dichtst benadert zonder de elementen te wijzigen. Bij deze optie wordt het patroon niet midden op het pad, maar iets meer aan de binnen- of buitenkant van het pad aangebracht om gelijke elementen te behouden.

Instellingen voor de optie Passend
Instellingen voor de optie Passend

A. Uitrekken B. Tussenruimte toevoegen C. Pad benaderen 

Inkleuring

Kies een kleur voor de lijn en een inkleuringsmethode. U kunt kiezen uit verschillende inkleuringsmethoden in de vervolgkeuzelijst. De opties zijn Tinten, Tinten en schaduwen en Kleurtoonverschuiving.

Borstelpenseel

Met het borstelpenseel kunt u penseelstreken maken die het effect simuleren van een natuurlijk penseel met haren. Met het borstelpenseel kunt u het volgende doen:

  • Maak natuurlijke en vloeiende penseelstreken die het effect simuleren van het schilderen met echte penselen en materialen zoals waterverf.

  • Selecteer penselen uit een vooraf gedefinieerde bibliotheek of maak uw eigen penseel op basis van de aangeboden vormen, zoals rond, vlak of waaier. Vervolgens kunt u andere penseelkenmerken instellen, zoals borstellengte, buigzaamheid en verfdekking.

Diverse vormen van het borstelpenseel
Een illustratie waarvoor bij het tekenen is gebruikgemaakt van verschillende borstelpenseelvormen en -eigenschappen

Wanneer u het borstelpenseel gebruikt met een tekentablet, worden in Illustrator interactief de bewegingen van een digitale pen op de tablet gevolgd. Alle aspecten van de stand en druk van de pen op elk punt langs het tekenpad worden geïnterpreteerd. De uitvoer in Illustrator is gebaseerd op de positie van de pen op de x- en de y-as, en op de druk, overhelling, draairichting en rotatie van de pen.

Er wordt een cursorannotator die lijkt op de punt van een echt penseel weergegeven wanneer u een tablet en pen gebruikt die rotatie ondersteunen. Deze annotator wordt niet weergegeven wanneer er andere invoerapparaten, zoals een muis, worden gebruikt. De annotator wordt ook uitgeschakeld wanneer u de precieze cursors gebruikt.

Opmerking:

Gebruik de Wacom Intuos 3-tablet of hoger met kunstpenseel (6D) om alle mogelijkheden van het borstelpenseel te verkennen. Illustrator kan alle zes vrijheidsgraden interpreteren die deze apparaatcombinatie biedt. Andere apparaten, waaronder de Wacom Grip-pen en de kunstpenseelpen kunnen sommige kenmerken, zoals rotatie, mogelijk niet interpreteren. Deze niet-geïnterpreteerde kenmerken worden als constanten behandeld in de resulterende penseelstreken.

Wanneer u een muis gebruikt, worden alleen de bewegingen op de x- en de y-as opgenomen. Andere invoer, zoals overhelling, draairichting en druk blijven gelijk, wat gelijkmatige en consistente penseelstreken oplevert.

Voor lijnen met het borstelpenseel wordt feedback weergegeven wanneer u met het gereedschap sleept. Deze feedback toont hoe de uiteindelijke lijn er ongeveer uit komt te zien.

Opmerking:

Lijnen met het borstelpenseel bestaan uit verschillende, elkaar overlappende, gevulde, transparante paden. Deze paden hebben, net als alle andere gevulde paden in Illustrator, invloed op de verf van andere objecten, waaronder andere borstelpenseelpaden. De vulling voor lijnen heeft echter geen invloed op zichzelf. Hierdoor worden gelaagde, afzonderlijke borstelpenseelstreken op elkaar gestapeld en hebben deze invloed op elkaar, maar één lijn die is gemaakt door het penseel langs hetzelfde pad heen en weer te bewegen heeft geen invloed op zichzelf en vormt ook geen stapel.

Het borstelpenseel gebruiken

Als u het borstelpenseel wilt gebruiken, gaat u als volgt te werk:

  1. Maak een penseeldefinitie door te klikken op het pictogram Nieuw penseel of door Nieuw penseel te selecteren in het deelvenstermenu Penselen.

  2. Selecteer de optie Borstelpenseel en klik op OK.

    Dialoogvenster Opties voor Borstelpenseel
    Dialoogvenster Opties voor Borstelpenseel

  3. Geef de volgende gegevens op in het dialoogvenster Opties voor Borstelpenseel:

    Naam

    van het borstelpenseel. De penseelnaam mag maximaal 31 tekens lang zijn.

    Vorm

    Maak een keuze uit tien verschillende penseelmodellen die allemaal een andere manier van tekenen en een andere weergave van borstelpenseelpaden bieden.

    Grootte

    De penseelgrootte is de diameter van het penseel. Net als bij een fysiek mediapenseel wordt de diameter van het borstelpenseel gemeten op het punt waar de haren en de handgreep samenkomen. Geef de penseelgrootte op met behulp van de schuifregelaar of door de grootte direct in te voeren in het beschikbare tekstveld. U kunt een grootte tussen 1 en 10 mm opgeven.

    De penseelgrootte van de originele penseeldefinitie wordt weergegeven in de penseelvoorvertoning in het deelvenster Penselen.

    Opmerking:

    Vierkante haken, [ en ], worden gebruikt als sneltoetsen voor respectievelijk het verlagen en verhogen van de grootte. Met de vierkante haken kunt u het penseel kleiner of groter maken in stapjes van 1 mm.

    Lengte van penseelharen

    De lengte van de penseelharen begint op het punt waar de haren en de handgreep van de penseelpunt samenkomen. De lengte van de penselen kan worden opgegeven op dezelfde manier als andere borstelpenseelopties, namelijk door de schuifregelaar Lengte van penseelharen te slepen of door de precieze waarde op te geven in het veld Lengte van penseelharen (25% tot 300%).

    Dichtheid van penseelharen

    De dichtheid van de penseelharen is het aantal penseelharen in een bepaald gebied van het penseel. U kunt dit kenmerk op dezelfde manier instellen als andere borstelpenseelopties. De waarde varieert van 1% tot 100% en wordt berekend op basis van de penseelgrootte en de lengte van de penseelharen.

    Dikte van penseelharen

    De dikte van de penseelharen kan variëren van fijn tot ruw (tussen 1% en 100%). Stel de dikte van de penseelharen op dezelfde manier in als andere borstelpenseelinstellingen, namelijk door de schuifregelaar te slepen of de waarde voor de dikte op te geven in het veld.

    Dekking van verf

    Met deze optie kunt u de dekking van de gebruikte verf instellen. De dekking van de verf varieert tussen 1% (doorschijnend) en 100% (dekkend). De opgegeven dekkingswaarde is de maximale dekking die wordt gebruikt voor het penseel. U kunt de numerieke toetsen [0-9] als sneltoetsen gebruiken om de dekking van de borstelpenseelstreken in te stellen:

    • 0 = 100

    • 1 = 10%

    • 9 = 90

    In andere gevallen, bijvoorbeeld als u 35 invoert, wordt de dekking ingesteld op 35%, en als u 356 invoert, wordt de dekkingswaarde ingesteld op 56 (de laatste twee cijfers). Cijferreeksen die eindigen op 00 worden ingesteld als 100%.

    Buigzaamheid

    De buigzaamheid staat voor de hardheid van de penseelharen. Als u een lage waarde instelt voor de buigzaamheid van de penseelharen, zijn deze flexibel. Wanneer u een hogere waarde instelt, worden ze steeds harder. De buigzaamheid van de penseelharen varieert van 1% tot 100%.

  4. Klik op OK om de penseeldefinitie met de gekozen instellingen te maken.

Nadat u een penseelgereedschap hebt geselecteerd en een borstelpenseeldefinitie hebt gekozen in het deelvenster Penselen, kunt u illustraties maken met het borstelpenseel.

Als u een document met meer dan 30 borstelpenseelstreken probeert af te drukken of op te slaan of de transparantie probeert af te vlakken, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Deze waarschuwingen worden weergegeven wanneer u bestandsinhoud opslaat, afdrukt of afvlakt.

Waarschuwingsvenster
Waarschuwingsvenster dat wordt weergegeven wanneer u probeert een document af te drukken met meer dan 30 borstelpenseelstreken

Waarschuwingsvenster
Waarschuwingsvenster dat wordt weergegeven wanneer u probeert een document op te slaan met meer dan 30 borstelpenseelstreken

Waarschuwingsvenster
Waarschuwingsvenster dat wordt weergegeven wanneer u probeert de transparantie van borstelpenseelstreken af te vlakken in een document met meer dan 30 borstelpenseelstreken

Verwante informatie

Hebt u een vraag of idee?

Vraag het aan de community

Als u een vraag wilt stellen of een idee wilt delen, sluit u dan aan bij de Adobe Illustrator-community. We horen graag van u en kijken uit naar uw creaties.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?