Transformeren omvat het verplaatsen, roteren, spiegelen, schalen en schuintrekken van objecten. U kunt objecten transformeren in het deelvenster Transformeren (Object > Transformeren) en met speciaal daarvoor bestemde tools. U kunt vele typen transformaties uitvoeren door het omsluitende kader voor een selectie te slepen.
In bepaalde gevallen wilt u dezelfde transformatie mogelijk meerdere malen uitvoeren, vooral bij het kopiëren van objecten. Met de opdracht Opnieuw transformeren in het menu Object kunt u een bewerking voor het verplaatsen, schalen, roteren, spiegelen of schuintrekken van een object een onbeperkt aantal malen herhalen, totdat u een andere transformatiebewerking uitvoert.
In het deelvenster Info kunt u de huidige afmetingen en positie van het geselecteerde object tijdens het transformeren bekijken.
Op www.adobe.com/go/vid0040_nl vindt u een video over het schalen, schuintrekken en roteren van objecten.
In het deelvenster Transformeren (Venster > Transformeren) staat informatie over de locatie, grootte en stand van een of meerdere geselecteerde objecten. U kunt de geselecteerde objecten, de vulpatronen van de objecten of beide wijzigen door nieuwe waarden hiervoor in te voeren. U kunt het referentiepunt van de transformatie ook wijzigen en de afmetingen van het object vergrendelen.
Alle waarden in het deelvenster hebben betrekking op de omsluitende kaders van de objecten, met uitzondering van de X- en Y-waarden; deze verwijzen naar het geselecteerde referentiepunt. Als u afzonderlijke objecten wilt uitlijnen op het pixelraster, schakelt u het selectievakje Uitlijnen op pixelraster in.
Opmerkingen:
A. Indicator voor het referentiepunt B. Deelvenstermenu C. Pictogram voor het beperken van de verhoudingen
Wanneer u een object dat is gevuld met een patroon verplaatst, roteert, spiegelt (omdraait), schaalt of schuintrekt, kunt u alleen het object, alleen het patroon of zowel het object als het patroon transformeren. Wanneer u het vulpatroon van een object hebt getransformeerd, worden alle patronen die u daarna op dat object toepast op dezelfde manier getransformeerd.
Wanneer u met de tool Selecteren een of meerdere objecten selecteert, worden de objecten in een omsluitend kader geplaatst. Met het omsluitende kader kunt u objecten gemakkelijk verplaatsen, roteren, dupliceren en schalen door het object of een handgreep (een van de lege vierkantjes langs het omsluitende kader) te slepen.
Aanmelden bij je account