De informatie in dit artikel is relevant voor Illustrator CC 2015.x en eerdere versies. Vanaf versie CC 2017 biedt Illustrator beter voorspelbare en meer nauwkeurige functies voor het uitlijnen van illustraties op het pixelraster. Raadpleeg Pixel-perfecte illustraties tekenen voor meer informatie.
Pixeluitlijning is een eigenschap op objectniveau waarmee de verticale en horizontale paden van een object kunnen worden uitgelijnd op het pixelraster. Het object behoudt deze eigenschap wanneer het object wordt gewijzigd. Een verticaal of horizontaal pad in het object wordt uitgelijnd op het pixelraster zolang de eigenschap hiervoor is ingesteld.
A. Object is niet uitgelijnd op pixels B. Object is wel uitgelijnd op pixels
De optie Nieuwe objecten uitlijnen op pixelraster is beschikbaar in het gedeelte Geavanceerd van het dialoogvenster Nieuw document.
Deze optie is ook beschikbaar in het deelvenstermenu (vervolgmenu) Transformeren van het deelvenster Transformeren.
Als u deze optie inschakelt, is de eigenschap 'pixeluitlijning' standaard ingesteld voor nieuwe objecten die u tekent. Voor nieuwe documenten die worden gemaakt met het webdocumentprofiel is deze optie standaard ingeschakeld.
De zuivere weergave van penseelstreken met pixeluitlijning blijft in de rasteruitvoer alleen behouden bij een resolutie van 72 ppi. Bij andere resoluties is de kans groot dat deze penseelstreken anti-aliasingresultaten opleveren.
Objecten met pixeluitlijning die geen rechte verticale of horizontale segmenten hebben, worden niet uitgelijnd op het pixelraster. Aangezien een geroteerde rechthoek bijvoorbeeld geen rechte verticale of horizontale segmenten heeft, wordt deze niet verschoven om een zuiver pad te genereren, hoewel de eigenschap 'pixeluitlijning' hiervoor wel is ingesteld.
De eigenschap op documentniveau en de pixeluitlijningsstatus van elk object worden opgeslagen in het AI-bestand.
Zie Symbolen uitlijnen op pixelraster voor meer informatie.
Een object waarvoor de optie Uitlijnen op pixelraster is geselecteerd, wordt verschoven om het uit te lijnen op het pixelraster wanneer het wordt gewijzigd. Als u bijvoorbeeld een object met pixeluitlijning verplaatst of transformeert, wordt het object opnieuw uitgelijnd op het pixelraster op basis van de nieuwe coördinaten.
Als u een bestaand object wilt uitlijnen op het pixelraster, selecteert u het object en schakelt u het selectievakje Uitlijnen op pixelraster in onder aan het deelvenster Transformatie.
Wanneer u deze optie selecteert, worden de verticale en horizontale segmenten van de paden van het object verschoven. Als gevolg hiervan worden voor deze segmenten altijd zuivere penseelstreken weergegeven voor alle streekbreedten en alle locaties. Objecten waarvoor deze optie is geselecteerd, hebben altijd een streekbreedte met een waarde die bestaat uit een geheel getal.
Als u niet-uitgelijnde objecten in documenten importeert terwijl de optie Nieuwe objecten uitlijnen op pixelraster is ingeschakeld, krijgen deze objecten niet automatisch de eigenschap 'pixeluitlijning'. Als u deze objecten de eigenschap 'pixeluitlijning' wilt geven, selecteert u het object en selecteert u vervolgens de optie Uitlijnen op pixelraster in het deelvenster Transformatie. U kunt objecten zoals rasters, rastereffecten en tekstobjecten niet op pixels uitlijnen omdat deze objecten geen echt pad hebben.
Klik op Selecteren > Object > Niet uitgelijnd op pixelraster om de objecten te selecteren.
Als u een symbool met pixeluitlijning wilt maken, selecteert u de optie Uitlijnen op pixelraster in het dialoogvenster Symboolopties. Symbolen die zijn uitgelijnd op het pixelraster blijven op alle locaties van het tekengebied uitgelijnd op het pixelraster in hun werkelijke grootte.
Een geschaald symbool levert mogelijk geen zuiver pad op, hoewel de eigenschap 'pixeluitlijning' is ingesteld.
Zie Paden met pixeluitlijning tekenen voor webworkflows voor meer informatie over uitlijning op het pixelraster.
Als de knop Herstellen in het regelpaneel actief is, betekent dit dat het symbool is getransformeerd en niet meer zijn werkelijke grootte heeft.
Als u het pixelraster wilt weergeven, zoomt u in tot 600% of hoger in de modus Voorvertoning pixels.
Als u de voorkeuren voor het weergeven van het pixelraster wilt instellen, klikt u op Voorkeur > Hulplijnen en raster. Selecteer de optie Pixelraster weergeven (inzoomen boven 600%) als deze nog niet is geselecteerd.
Als u alleen geselecteerde segmenten uit de illustratie wilt opslaan, klikt u op Bestand > Geselecteerde segmenten opslaan.
Het deelvenster Teken in Illustrator biedt de volgende anti-aliasingopties voor tekst:
Geen
Scherp
Zuiver
Sterk
U kunt anti-aliasingopties instellen voor elk tekstkader. Deze anti-aliasingkenmerken voor tekst worden opgeslagen als onderdeel van het document. Deze opties worden ook ondersteund voor de PDF-, AIT- en EPS-indeling. U kunt anti-aliasingopties voor tekst exporteren naar of importeren uit PSD.
Bij exportbewerkingen naar BMP-, PNG-, Targa-, JPEG- of TIFF-indeling zijn de volgende opties beschikbaar in de vervolgkeuzelijst voor anti-aliasing: Geen, Illustraties geoptimaliseerd en Tekst geoptimaliseerd.
Met de optie Illustraties geoptimaliseerd wordt voor elk van deze indelingen een raster gegenereerd op dezelfde manier als in lagere versies. Anti-aliasingopties voor tekst worden in dit geval echter niet toegepast tijdens het rasteren van de illustratie.
Bij de optie Tekst geoptimaliseerd worden de nieuwe anti-aliasingopties wel toegepast op de tekstkaders in het gegenereerde raster.
Deze opties zijn ook beschikbaar in het dialoogvenster Opslaan voor web.
Aanmelden bij je account