Handboek Annuleren

Delen van een afbeelding wissen

Wissen met het gummetje

Met het gummetje geeft u de pixels de achtergrondkleur of maakt u ze transparant. Op een achtergrond en in een laag met vergrendelde transparantie worden de pixels gewijzigd in de achtergrondkleur. In alle andere gevallen worden de pixels omgezet in transparantie.

Met het gummetje kunt u ook een bepaald gebied zo bewerken dat het wordt hersteld tot een staat die in het deelvenster Historie is geselecteerd.

  1. Selecteer de tool Gummetje  .
  2. Stel de achtergrondkleur in die u wilt toepassen als u wist in de achtergrondlaag of in een laag met vergrendelde transparantie.
  3. Kies een modusinstelling op de optiebalk. Als u Penseel en Potlood kiest, functioneert het gummetje als deze tools. Blok is een vierkant van vaste grootte en met harde randen zonder opties voor het wijzigen van de dekking of de stroom.
  4. Voor de modi Penseel en Potlood dient u een vooraf ingesteld penseel te selecteren en de dekking en stroom in te stellen op de optiebalk.

    Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd. Zie Opties voor de tekentools.

  5. Als u tijdens het gummen een opgeslagen staat of opname van de afbeelding wilt herstellen, klikt u op de linkerkolom van de staat of opname in het deelvenster Historie en selecteert u vervolgens Wissen en in historie opnemen in de optiebalk.
    Opmerking:

    Als u het gummetje tijdelijk wilt gebruiken in de modus Wissen en in historie opnemen, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u in de afbeelding.

  6. Sleep in het gebied dat u wilt uitgummen.

Lijn vloeiend maken

Photoshop maakt uw penseelstreken op intelligente wijze vloeiend. Voer in de optiebalk een waarde (0-100) in voor Vloeiend maken wanneer u een van de volgende tools gebruikt: Penseel, Potlood, Mixerpenseel of Gummetje. Wanneer u de waarde 0 invoert, werkt Vloeiend maken op dezelfde manier als in oudere versies van Photoshop. Bij hogere waarden worden de lijnen op intelligente wijze steeds sterker vloeiend gemaakt.

Er zijn diverse modi om lijnen vloeiend te maken. Klik op het tandwieltje () om één of meer van de modi in te schakelen:

Modus Voorttrekken

Tekent alleen wanneer het touw gespannen staat. Cursorbewegingen binnen de straal waarin vloeiend maken werkzaam is, laten geen spoor achter.

Lijn bijtrekken

Laat de verf bijtrekken naar de cursor terwijl u deze even stilhoudt. Wanneer u deze modus uitschakelt, wordt er geen verf meer aangebracht zodra de cursor stopt met bewegen.

Bijtrekken op lijnuiteinde

De lijn wordt afgemaakt vanaf de laatste tekenpositie tot het punt waar u de muis/pen loslaat.

Aanpassen voor zoom

Voorkomt schokkerige lijnen door ze op de juiste manier vloeiend te maken. Minder sterk vloeiend wanneer u inzoomt op het document; sterker vloeiend wanneer u uitzoomt.

Vergelijkbare pixels wijzigen met het tovergummetje

Als u met het tovergummetje in een laag klikt, worden alle overeenkomende pixels in een laag transparant gemaakt. Als u in een laag met vergrendelde transparantie werkt, nemen de pixels de achtergrondkleur aan. Als u in de achtergrond klikt, wordt deze omgezet in een laag en worden alle vergelijkbare pixels transparant.

U kunt het effect van het tovergummetje beperken tot uitsluitend aangrenzende pixels of u kunt het effect op alle overeenkomende pixels in de huidige laag laten toepassen.

Voorbeeld van het uitgummen van overeenkomende pixels

  1. Selecteer de tool Tovergummetje  .
  2. Voer de volgende handelingen uit op de optiebalk:
    • Voer een tolerantiewaarde in om het bereik te bepalen van de kleuren die worden uitgegumd. Bij een lage tolerantie heeft het tovergummetje alleen effect op kleuren die zeer sterk overeenkomen met de kleur waarop u klikt. Met een hoge tolerantie breidt u het bereik uit van de kleuren die worden uitgegumd.
    • Selecteer Anti-aliased als u de randen van het uitgegumde gebied vloeiend wilt maken.
    • Schakel Aangrenzend in als u alleen de pixels wilt uitgummen die direct grenzen aan de pixel waarop u klikt of schakel deze optie uit als u het effect wilt laten toepassen op alle overeenkomende pixels in de afbeelding.
    • Schakel Monster nemen van alle lagen in als u de uit te gummen kleur wilt laten bepalen op basis van gegevens uit alle zichtbare lagen.
    • Geef een dekking op om te bepalen hoe sterk het effect van het gummetje moet zijn. Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd.
  3. Klik in het gedeelte van de laag dat u wilt uitgummen.

Pixels transparant maken met het achtergrondgummetje

U kunt de tool Achtergrondgummetje slepen om pixels op een laag te wissen, zodat de laag transparant wordt. U kunt de achtergrond wissen, terwijl de randen van een object op de voorgrond blijven staan. Met behulp van de verschillende opties voor het nemen van monsters en tolerantie bepaalt u het bereik van de transparantie en de scherpte van de randen.

Opmerking:

Als u de achtergrond van een object met complexe of onregelmatige randen wilt verwijderen, gebruikt u Snelle selectie.

Als u het achtergrondgummetje gebruikt, wordt er een monster genomen van de kleur in het middelpunt van het penseel, de zogenaamde hotspot. Dat is de kleur die vervolgens wordt uitgegumd. Verder worden aan de randen van het voorgrondobject alle restkleuren verwijderd, zodat er geen krans rond het object ontstaat als het later in een andere afbeelding wordt geplakt.

Opmerking:

Bij het gebruik van het achtergrondgummetje wordt geen rekening gehouden met eventuele vergrendeling van de transparantie in een laag.

  1. Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die u wilt uitgummen.
  2. Selecteer de tool Achtergrondgummetje  . (Als de tool niet zichtbaar is, houdt u de tool Gummetje  ingedrukt en kiest u Achtergrondgummetje in het pop-upmenu.)
  3. Klik op het penseelvoorbeeld in de optiebalk en stel de penseelopties in het pop-updeelvenster in:
    • Als u met een drukgevoelig digitaal tekentablet werkt, kiest u opties in de menu’s Grootte en Tolerantie om de grootte en tolerantie van het achtergrondgummetje gaandeweg de penseelstreek te variëren. Kies Pendruk om de variatie op de pendruk te baseren. Kies Pendrukschijf om de variatie te baseren op de positie van de draaischijf van de pen. Selecteer Uit, als u geen variatie wilt aanbrengen in de grootte of de tolerantie.
  4. Voer de volgende handelingen uit op de optiebalk:
    • Kies een van de mogelijke instellingen om het effect te beperken: Niet aangrenzend als u de monsterkleur wilt uitgummen op elke plaats die door het gummetje wordt geraakt; Aangrenzend als u de monsterkleur alleen wilt uitgummen in aangrenzende gebieden; Randen zoeken als u aangrenzende gebieden met de monsterkleur wilt uitgummen, waarbij de scherpte van de randen van het object beter behouden blijft.
    • Geef bij Tolerantie een waarde op of gebruik de schuifregelaar. Bij een lage tolerantie werkt het gummetje alleen op kleuren die heel erg lijken op de monsterkleur. Bij een hogere tolerantie worden ook minder nauwkeurig overeenkomende kleuren uitgegumd.
    • Selecteer Voorgrondkleur beschermen om te voorkomen dat gebieden met de in de toolset gekozen voorgrondkleur worden uitgegumd.
    • Kies een optie voor het nemen van monsters: Doorlopend om tijdens het slepen steeds monsters van de kleuren te nemen; Eenmaal om alleen gebieden uit te gummen die de kleur bevatten waarvan u bij de eerste muisklik een monster hebt genomen; en Achtergrondstaal om alleen gebieden met de huidige achtergrondkleur uit te gummen.
  5. Sleep in het gebied dat u wilt uitgummen. Het achtergrondgummetje heeft de vorm van een penseel, waarbij een dradenkruis de hotspot  aangeeft.

Wissen gebruiken in combinatie met het potlood

Als u de optie Wissen kiest bij gebruik van het potlood, tekent u met de achtergrondkleur in gebieden met de voorgrondkleur.

  1. Stel de voor- en achtergrondkleur in.
  2. Selecteer de tool Potlood  .
  3. Selecteer de optie Wissen in de optiebalk.
  4. Sleep in de afbeelding.

    Als het midden van de cursor zich op de voorgrondkleur bevindt wanneer u begint te slepen, krijgt het gebied de achtergrondkleur. Als het midden van de cursor zich op een gebied bevindt dat niet de voorgrondkleur bevat wanneer u begint te slepen, krijgt het gebied de voorgrondkleur.

Krijg sneller en gemakkelijker hulp

Nieuwe gebruiker?